← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 132/2000 du 13 décembre 2000 Numéro du rôle : 1788 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée
par le Tribunal de commerce de Huy. La Cour d'arbitrage composée des présidents M.
Melchior et G. De Baets, et des juges L. François, P. Martens, A. Arts, (...)"
| Extrait de l'arrêt n° 132/2000 du 13 décembre 2000 Numéro du rôle : 1788 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée par le Tribunal de commerce de Huy. La Cour d'arbitrage composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. François, P. Martens, A. Arts, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 132/2000 van 13 december 2000 Rolnummer 1788 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Hoei. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters L. François, P. Martens,(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 132/2000 du 13 décembre 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 132/2000 van 13 december 2000 |
| Numéro du rôle : 1788 | Rolnummer 1788 |
| En cause : la question préjudicielle relative à l'article 82 de la loi | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82 van de |
| du 8 août 1997 sur les faillites, posée par le Tribunal de commerce de | faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van |
| Huy. | Koophandel te Hoei. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
| François, P. Martens, A. Arts, R. Henneuse et E. De Groot, assistée du | rechters L. François, P. Martens, A. Arts, R. Henneuse en E. De Groot, |
| greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Par jugement du 15 septembre 1999 en cause de l'Etat belge contre A. | Bij vonnis van 15 september 1999 in zake de Belgische Staat tegen A. |
| Dijon et Y. Marneffe, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Dijon en Y. Marneffe, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Cour d'arbitrage le 18 octobre 1999, le Tribunal de commerce de Huy a | Arbitragehof is ingekomen op 18 oktober 1999, heeft de Rechtbank van |
| posé la question préjudicielle suivante : | Koophandel te Hoei de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites viole-t-il | « Schendt artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 de |
| les articles 10 et 11 de la Constitution, éventuellement lus à la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel gelezen in het licht van |
| lumière des articles 170 et 172 de cette même Constitution ? » | de artikelen 170 en 172 van diezelfde Grondwet ? » |
| (...) | (...) |
| IV. En droit | IV. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites dispose que : « Si le failli est déclaré excusable, il ne peut plus être poursuivi par ses créanciers. Si le failli n'est pas déclaré excusable, les créanciers recouvrent le droit d'exercer individuellement leur action sur ses biens. » Quant à la question préjudicielle B.2. Il ressort de l'ensemble du jugement par lequel le Tribunal de commerce de Huy interroge la Cour que la question posée est de savoir si la disposition mise en cause ne crée pas une double discrimination. | B.1. Artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt : « Wanneer de gefailleerde verschoonbaar is verklaard, kan hij niet meer worden vervolgd door zijn schuldeisers. Wanneer de gefailleerde niet verschoonbaar is verklaard, verkrijgen de schuldeisers opnieuw het recht om ieder afzonderlijk hun rechtsvordering tegen zijn goederen uit te oefenen. » Ten aanzien van de prejudiciële vraag B.2. Uit het geheel van het vonnis waarbij de Rechtbank van Koophandel te Hoei het Hof ondervraagt, blijkt dat gevraagd wordt of de in het geding zijnde bepaling niet een dubbele discriminatie in het leven |
| D'une part, le Tribunal s'interroge sur la justification de la | roept. Enerzijds, vraagt de Rechtbank zich af of er een verantwoording |
| différence de traitement créée entre commerçants et non-commerçants | is voor het verschil in behandeling dat in het leven wordt geroepen |
| quant à la possibilité de bénéficier de la mesure de faveur que | tussen handelaars en niet-handelaars ten aanzien van de mogelijkheid |
| constitue l'excusabilité dès lors que « les non-commerçants qui | om de gunstmaatregel van de verschoonbaarheid te genieten, daar « de |
| exercent une activité professionnelle susceptible d'engendrer un | niet-handelaars die een beroepsactiviteit uitoefenen waardoor |
| passif important ne pourront jamais obtenir la même mesure de faveur | belangrijke passiva kunnen ontstaan, nooit dezelfde gunstmaatregel |
| que les commerçants ». D'autre part, le Tribunal soulève la question | kunnen verkrijgen als de handelaars ». Anderzijds, werpt de Rechtbank |
| de l'éventuelle rupture du principe d'égalité devant l'impôt, dès lors | de vraag op van de mogelijke breuk met het gelijkheidsbeginsel voor de |
| que l'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites permet, en | belasting, aangezien artikel 82 van de faillissementswet van 8 |
| cas d'excusabilité du failli, de remettre toutes ses dettes, y compris | augustus 1997, in geval van verschoonbaarheid van de gefailleerde, het |
| mogelijk maakt al zijn schulden kwijt te schelden, met inbegrip van | |
| ses dettes fiscales, alors que l'article 172 de la Constitution | zijn fiscale schulden, terwijl artikel 172 van de Grondwet bepaalt dat |
| dispose que nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie | geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd |
| que par une loi. | dan door een wet. |
| B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. Quant à la première différence de traitement | B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. Ten aanzien van het eerste verschil in behandeling |
| B.4. La législation sur la faillite ne concerne que les personnes qui | B.4. De faillissementswetgeving betreft enkel de personen die de |
| ont la qualité de commerçant. L'objectif général poursuivi par la loi | hoedanigheid hebben van handelaar. De door de faillissementswet van 8 |
| du 8 août 1997 sur les faillites est « d'assurer une plus grande | augustus 1997 nagestreefde algemene doelstelling bestaat erin « vooral |
| simplicité et une transparence des opérations de la faillite » (Doc. | eenvoud en transparantie [te] betracht[en] » (Parl. St., Kamer, |
| parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, p. 1), ceci dans un souci | 1991-1992, nr. 631/1, p. 1), zulks uit een bekommernis voor het |
| d'intérêt général. Le législateur a estimé en effet que « les | algemeen belang. De wetgever heeft immers geoordeeld dat « de |
| entreprises en difficulté perturbent l'ordre social. Elles constituent | ondernemingen in moeilijkheden [ . ] de maatschappelijke orde |
| une menace pour la situation économique de leurs créanciers, mettent | [verstoren]. Zij bedreigen de economische positie van hun |
| l'emploi des travailleurs en danger et coûtent exagérément cher aux | schuldeisers, brengen de werkgelegenheid van de werknemers in gevaar |
| pouvoirs publics » (ibid.). | en kosten overmatig veel aan de overheid » (ibid.). |
| B.5. La distinction établie par le législateur entre les commerçants | B.5. Het door de wetgever gemaakte onderscheid tussen de handelaars en |
| et les personnes qui n'ont pas cette qualité repose sur un critère | de personen welke niet die hoedanigheid hebben, berust op een |
| objectif et n'est pas dénuée de pertinence par rapport au but | objectief criterium en is niet verstoken van relevantie ten aanzien |
| poursuivi. L'insolvabilité d'un commerçant entraîne en effet, au | van het nagestreefde doel. De insolventie van een handelaar brengt |
| regard de l'économie en général et de l'interdépendance des intérêts | immers, ten aanzien van de economie in het algemeen en de onderlinge |
| commerciaux, des conséquences différentes de celles entraînées par la | afhankelijkheid van de commerciële belangen, gevolgen teweeg die |
| cessation de paiement d'un débiteur ordinaire. | verschillen van die welke worden teweeggebracht door de staking van |
| betaling van een gewone schuldenaar. | |
| B.6. La Cour observe par ailleurs que le législateur a entendu régler | B.6. Het Hof merkt bovendien op dat de wetgever, in een afzonderlijke |
| dans une législation distincte le sort des débiteurs non commerçants | wetgeving, het lot van de schuldenaars niet-handelaars heeft willen |
| qui ne peuvent honorer leurs dettes. Tel est l'objet de la loi du 5 | regelen die hun schulden niet kunnen betalen. Zulks is de doelstelling |
| juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la | van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling |
| possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis. Sans | en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen |
| qu'il y ait lieu d'examiner dans la présente affaire si la loi du 5 | onroerende goederen. Zonder dat het noodzakelijk is in deze zaak te |
| juillet 1998 est en tout point compatible avec les articles 10 et 11 | onderzoeken of de wet van 5 juli 1998 in alle opzichten verenigbaar is |
| de la Constitution, il importe de relever qu'elle institue un | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dient te worden opgemerkt |
| mécanisme qui, sans être identique au système de l'excusabilité | dat ze een mechanisme instelt dat, zonder dat het identiek is met het |
| introduit par l'article 82 de la loi du 8 août 1997, peut aussi | bij artikel 82 van de wet van 8 augustus 1997 ingevoerde stelsel van |
| verschoonbaarheid, eveneens, in een zekere mate, tot een | |
| kwijtschelding van schulden kan leiden. | |
| aboutir, dans une certaine mesure, à une remise de dettes. | B.7. Rekening houdend met die elementen heeft de wetgever een |
| B.7. Compte tenu de ces éléments, le législateur a pu organiser une | procedure van vereffening van de goederen georganiseerd die specifiek |
| procédure de liquidation des biens spécifique au commerçant en état de | is voor de gefailleerde handelaar, en een andere, verschillende, |
| faillite et une autre, différente, spécifique aux autres débiteurs qui | procedure die specifiek is voor de andere schuldenaars die hun |
| ne peuvent honorer leurs dettes. L'article 82 de la loi du 8 août 1997 | schulden niet kunnen betalen. Artikel 82 van de faillissementswet van |
| 8 augustus 1997, is, in zoverre het enkel van toepassing is op de | |
| sur les faillites, en ce qu'il ne s'applique qu'aux débiteurs qui ont | schuldenaars die de hoedanigheid van handelaar hebben, niet strijdig |
| la qualité de commerçant, n'est pas contraire aux articles 10 et 11 de | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| la Constitution. Quant à la seconde différence de traitement | Ten aanzien van het tweede verschil in behandeling |
| B.8. En attachant à la déclaration d'excusabilité la conséquence de la | B.8. Doordat de wetgever aan de verklaring van de verschoonbaarheid |
| décharge du passif du failli, le législateur entendait octroyer à | het gevolg hecht van ontlasting van het passief van de gefailleerde, |
| celui-ci une mesure « de faveur » lui permettant de reprendre ses | wilde hij aan laatstgenoemde een « gunstmaatregel » toekennen die hem |
| activités sur une base assainie, et ceci non seulement dans son | in staat stelt zijn activiteiten op een aangezuiverde basis te |
| hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang maar ook in het belang | |
| intérêt, mais aussi dans celui de ses créanciers ou de certains | van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die belang erbij kunnen |
| d'entre eux qui peuvent avoir intérêt à ce que leur débiteur reprenne | hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op een dergelijke basis |
| ses activités sur une telle base (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° | hervat (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, p. 35). De wetgever, |
| 631/1, p. 35). Jugeant que « la faculté de se redresser est [ . ] | die van oordeel is dat « de mogelijkheid tot herstel [ . ] utopisch |
| utopique si [le failli] doit conserver la charge du passif », le | [blijft] indien [de gefailleerde] de last van het passief moet blijven |
| législateur a estimé que « rien ne justifie que la défaillance du | dragen », heeft gemeend dat « het [ . ] immers niet te verantwoorden |
| débiteur, conséquence de circonstances dont il est victime, l'empêche | [is] dat het in gebreke blijven van de schuldenaar als gevolg van |
| omstandigheden waarvan hij het slachtoffer is, hem verhindert andere | |
| de reprendre d'autres activités » (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° | activiteiten te verrichten » (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, |
| 631/13, p. 50). | p. 50). |
| B.9. L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites est | B.9. Artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 is van |
| applicable à toutes les dettes subsistant après la clôture de la | toepassing op alle schulden die blijven bestaan na de sluiting van het |
| faillite, en ce compris les dettes fiscales. Lors des travaux | faillissement, met inbegrip van de fiscale schulden. Tijdens de |
| préparatoires, l'exclusion des dettes fiscales du champ d'application | parlementaire voorbereiding is de uitsluiting van de fiscale schulden |
| de l'article 82 a été envisagée et rejetée, pour deux motifs. D'une | uit de toepassingssfeer van artikel 82 in overweging genomen maar |
| part, le législateur a considéré que l'excusabilité perdait toute | verworpen om twee motieven. Enerzijds, heeft de wetgever geoordeeld |
| efficacité si elle n'était pas étendue aux dettes fiscales, qui | dat de verschoonbaarheid elke doeltreffendheid zou verliezen indien ze |
| forment dans de nombreux cas l'essentiel du passif; d'autre part, il a | niet uitgebreid werd tot de fiscale schulden, die in vele gevallen de |
| estimé que l'institution d'une exception au profit du fisc créerait | hoofdmoot van het passief vormen; anderzijds, heeft hij geoordeeld dat |
| une discrimination entre les créanciers (Doc. parl., Chambre, | de invoering van een uitzondering ten voordele van de fiscus een |
| discriminatie in het leven zou roepen onder de schuldeisers (Parl. | |
| 1991-1992, n° 631/13, pp. 151 et 166-167; Doc. parl., Chambre, | St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, pp. 151 en 166-167; Parl. St., |
| 1995-1996, n° 330/9, p. 3; n° 329/17, p. 153; Doc. parl., Sénat, | Kamer, 1995-1996, nr. 330/9, p. 3; nr. 329/17, p. 153; Parl. St., |
| 1996-1997, n° 1-499/5, p. 2; n° 498/11, p. 150). | Senaat, 1996-1997, nr. 1-499/5, p. 2; nr. 498/11, p. 150). |
| B.10. L'article 172 de la Constitution dispose : | B.10. Artikel 172 van de Grondwet bepaalt : |
| « Il ne peut être établi de privilège en matière d'impôts. | « Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd. |
| Nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie que par une | Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd |
| loi. » | dan door een wet. » |
| B.11. L'article 172 de la Constitution n'interdit pas d'attacher dans la loi même la conséquence d'une remise de dette fiscale à une déclaration d'excusabilité dont cette loi prévoit qu'elle peut être prononcée par le tribunal ordonnant la clôture de la faillite. Le législateur peut donc attacher un effet de réduction ou d'exemption d'impôt à une décision judiciaire motivée et fondée sur des critères objectifs, tels notamment le fait que le débiteur peut, nonobstant sa faillite, être un partenaire commercial fiable dont la reprise d'activité commerciale ou industrielle sert l'intérêt général, ainsi que l'absence dans son chef de fautes caractérisées ayant contribué à la survenance de la faillite ou à l'aggravation de ses conséquences pour les créanciers. B.12. La question appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | B.11. Artikel 172 van de Grondwet verbiedt niet dat in de wet zelf het gevolg van een kwijtschelding van fiscale schuld wordt gekoppeld aan een verklaring van verschoonbaarheid waarvan die wet bepaalt dat ze kan worden uitgesproken door de rechtbank die de sluiting van het faillissement gelast. De wetgever vermag derhalve een gevolg van vrijstelling of vermindering van belasting te koppelen aan een gemotiveerde gerechtelijke beslissing die steunt op objectieve criteria, zoals met name het feit dat de schuldenaar, ondanks zijn faillissement, een betrouwbare handelspartner kan zijn die, wanneer hij een handels- of industriële activiteit hervat, het algemeen belang dient, alsmede het feit dat hij geen kennelijke fouten heeft begaan die hebben bijgedragen tot het faillissement of tot de verslechtering van de gevolgen ervan voor de schuldeisers. B.12. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
| dit pour droit : | zegt voor recht : |
| L'article 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites ne viole pas | Artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 schendt niet |
| les articles 10 et 11, considérés isolément ou lus en combinaison avec | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd of in |
| l'article 172, de la Constitution. | samenhang gelezen met artikel 172 van de Grondwet. |
| Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 décembre 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 december 2000. |
| Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
| L. Potoms. M. Melchior. | L. Potoms. M. Melchior. |