← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 71/2000 du 14 juin 2000 Numéro du rôle : 1726 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 195, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, posée par
la Cour de cassation. La Cour d'arbitrage, composée après en avoir
délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...)"
Extrait de l'arrêt n° 71/2000 du 14 juin 2000 Numéro du rôle : 1726 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 195, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. La Cour d'arbitrage, composée après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...) | Uittreksel uit arrest nr. 71/2000 van 14 juni 2000 Rolnummer 1726 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 195, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 71/2000 du 14 juin 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 71/2000 van 14 juni 2000 |
Numéro du rôle : 1726 | Rolnummer 1726 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 195, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 195, derde lid, |
3, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. | van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
Boel, L. François, J. Delruelle, A. Arts et M. Bossuyt, assistée de la | rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, A. Arts en M. Bossuyt, |
référendaire B. Renauld, faisant fonction de greffier, présidée par le | bijgestaan door referendaris B. Renauld, waarnemend griffier, onder |
président M. Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 16 juin 1999 en cause de F. Akremi, dont l'expédition est | Bij arrest van 16 juni 1999 in zake F. Akremi, waarvan de expeditie |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 2 juillet 1999, la Cour | ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 juli 1999, heeft |
de cassation a posé la question préjudicielle suivante : | het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 195, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, qui | « Schendt artikel 195, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, |
exclut l'obligation de motiver les peines autres que la déchéance du | krachtens hetwelk andere straffen dan het verval van het recht tot |
droit de conduire, lorsqu'elles sont prononcées par le tribunal | sturen niet met redenen omkleed hoeven te worden, wanneer zij door de |
correctionnel statuant en degré d'appel, et qui, partant, soumet à un | correctionele rechtbank in graad van beroep worden uitgesproken, en |
régime différent les justiciables selon le rang de la juridiction | dat de rechtzoekenden derhalve aan een andere regeling onderwerpt naar |
appelée à les juger en dernier ressort, viole-t-il les articles 10 et | gelang van de rang van het rechtscollege dat hen in laatste aanleg |
11 de la Constitution ? » | moet berechten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 195 du Code d'instruction criminelle dispose que : | B.1.1. Artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt : |
« Tout jugement de condamnation énonce les faits dont les personnes | « Ieder veroordelend vonnis vermeldt de feiten waaraan de gedaagden |
citées sont jugées coupables ou responsables, la peine, les | schuldig of waarvoor zij aansprakelijk geoordeeld worden, de straf, de |
condamnations civiles et la disposition de la loi dont il est fait application. Le jugement indique, d'une manière qui peut être succincte mais doit être précise, les raisons du choix que le juge fait de telle peine ou mesure parmi celles que la loi lui permet de prononcer. Il justifie en outre le degré de chacune des peines ou mesures prononcées. Lorsqu'il condamne à une peine d'amende, il peut tenir compte, pour la détermination de son montant, des éléments invoqués par le prévenu eu égard à sa situation sociale. Le deuxième alinéa n'est pas applicable lorsque le tribunal statue en degré d'appel, sauf lorsqu'il prononce une déchéance du droit de conduire un véhicule, un aéronef et une monture. » | burgerlijke veroordelingen en de toegepaste wetsbepaling. Het vonnis vermeldt nauwkeurig, maar op een wijze die beknopt mag zijn, de redenen waarom de rechter, als de wet hem daartoe vrije beoordeling overlaat, dergelijke straf of dergelijke maatregel uitspreekt. Het rechtvaardigt bovendien de strafmaat voor elke uitgesproken straf of maatregel. Wanneer hij veroordeelt tot een geldboete kan hij voor de vaststelling van het bedrag ervan rekening houden met de door de beklaagde aangevoerde elementen over zijn sociale toestand. Het tweede lid is niet van toepassing wanneer de rechtbank uitspraak doet in graad van beroep, behalve wanneer zij een verval van het recht tot het besturen van een voertuig, een luchtschip en het geleiden van een rijdier uitspreekt. » |
B.1.2. L'obligation de motivation du choix de la peine prononcée, | B.1.2. De in die bepaling opgenomen verplichting om de keuze van de |
contenue dans cette disposition, va au-delà de l'exigence générale de | uitgesproken straf te motiveren, gaat verder dan de algemene vereiste |
motivation des jugements édictée par l'article 149 de la Constitution. | die in artikel 149 van de Grondwet is gesteld om de vonnissen met redenen te omkleden. |
B.1.3. La question posée par la Cour de cassation concerne l'alinéa 3 | B.1.3. De door het Hof van Cassatie gestelde vraag heeft betrekking op |
de la disposition en cause, en tant qu'il crée une différence de | het derde lid van de in het geding zijnde bepaling, in zoverre het |
traitement entre les justiciables, quant à l'obligation faite aux | onder de rechtsonderhorigen een verschil in behandeling teweegbrengt |
juges de motiver les peines autres que la déchéance du droit de | aangaande de verplichting voor de rechters om de straffen, andere dan |
conduire, selon la juridiction compétente pour connaître de l'appel | de vervallenverklaring van het recht tot besturen van een voertuig, te |
motiveren, naar gelang van het rechtscollege dat bevoegd is om kennis | |
qu'ils forment contre une condamnation. | te nemen van het beroep dat zij tegen een veroordeling instellen. |
En vertu de l'article 195, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, | Krachtens artikel 195, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, |
l'obligation de motivation des peines ne vaut pas pour les tribunaux | geldt de verplichting van motivering van de straffen niet voor de |
correctionnels statuant en degré d'appel, alors qu'elle s'impose, | correctionele rechtbanken die uitspraak doen in hoger beroep terwijl |
conformément à l'article 211 du même Code qui renvoie à l'article 195, | zij, overeenkomstig artikel 211 van hetzelfde Wetboek, dat naar |
aux cours d'appel. | artikel 195 verwijst, wel geldt voor de hoven van beroep. |
B.2. Les personnes qui ont été condamnées par un tribunal de police et | B.2. De personen die door een politierechtbank veroordeeld zijn en die |
qui forment un appel contre cette décision auprès du tribunal | tegen die beslissing hoger beroep instellen bij de correctionele |
correctionnel et celles qui ont été condamnées par un tribunal | rechtbank en de personen die door een correctionele rechtbank |
correctionnel et qui forment un appel contre cette décision auprès de | veroordeeld zijn en die tegen die beslissing beroep instellen bij het |
la cour d'appel ne se trouvent pas, contrairement à ce que soutient le | hof van beroep bevinden zich, in tegenstelling met hetgeen de |
Conseil des ministres, dans des situations à ce point éloignées | Ministerraad beweert, niet in situaties die zodanig van elkaar |
qu'elles ne soient pas suffisamment comparables pour vérifier la | verwijderd zijn dat zij niet voldoende vergelijkbaar zouden zijn om de |
compatibilité de la différence de traitement en cause avec les | bestaanbaarheid van het betrokken verschil in behandeling met de |
articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet na te gaan. |
B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.4. L'alinéa 3 de l'article 195 a été justifié par le « peu de | B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.4. Het derde lid van artikel 195 werd verantwoord door het feit dat |
gravité des peines généralement prononcées par » les tribunaux de | de politierechtbanken « in het algemeen minder zware straffen |
police (Doc. parl., Chambre, 1982-1983, n° 668/1, p. 7), par le fait | uitspreken » (Parl. St., Kamer, 1982-1983, nr. 668/1, p. 7), door het |
que « les infractions poursuivies sont mieux connues des justiciables | feit dat « de overtredingen die worden vervolgd beter door de |
» (op. cit., n° 668/3, p. 2), et par le souci « de ne pas entraver le | rechtzoekenden gekend zijn » (op. cit., nr. 668/3, p. 2), en door de |
règlement rapide des affaires de police » (Doc. parl., Sénat, | zorg om « een vlugge afhandeling van de politiezaken niet in de weg te |
1986-1987, n° 383-2, p. 2.). Les travaux préparatoires indiquent en | staan » (Parl. St., Senaat, 1986-1987, nr. 383-2, p. 2). Uit de |
outre que si l'objection principale émise à l'égard du projet, à | parlementaire voorbereiding blijkt bovendien dat het hoofdbezwaar ten |
savoir que la mesure projetée renforcerait l'arriéré judiciaire, n'a | aanzien van het ontwerp, namelijk dat de voorgestelde maatregel de |
pas été admise, « elle a cependant été retenue pour les condamnations | gerechtelijke achterstand nog zou vergroten, is afgewezen, « behalve |
prononcées par le tribunal de police parce qu'elles sont en principe | voor de veroordelingen door de politierechtbanken, die in beginsel |
moins sévères et souvent répétitives. » (Doc. parl. Chambre, | minder zwaar zijn en vaak terugkeren » (Parl. St., Kamer, 1985-1986, |
1985-1986, n° 508/3, p. 2). | nr. 508/3, p. 2). |
C'est d'ailleurs en considération du lien établi entre l'obligation de | Het is trouwens in het licht van het verband tussen de verplichting |
motivation et la gravité des peines pouvant être prononcées que le | tot motivering en de ernst van de straffen die kunnen worden |
législateur a étendu l'obligation de motivation aux tribunaux de | uitgesproken, dat de wetgever de verplichting tot motivering heeft |
police et aux tribunaux correctionnels statuant en degré d'appel | uitgebreid tot de politierechtbanken en de correctionele rechtbanken |
uitspraak doende in hoger beroep wanneer zij een verval van het recht | |
lorsqu'ils prononcent une déchéance du droit de conduire (Doc. parl., | tot besturen van een voertuig uitspreken (Parl. St., Kamer, 1982-1983, |
Chambre, 1982-1983, n° 668/1, p. 8, et Doc. parl., Chambre, 1985-1986, | nr. 668/1, p. 8, en Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 508/2 en nr. |
n° 508/2 et n° 508/3, p. 2). | 508/3, p. 2). |
En imposant aux tribunaux correctionnels statuant en première instance | Door aan de correctionele rechtbanken die uitspraak doen in eerste |
et aux cours d'appel une motivation plus étendue et plus précise que | aanleg en aan de hoven van beroep de verplichting op te leggen tot |
celle qui suffisait auparavant, le législateur cherchait notamment à | ruimere en duidelijkere motivering dan die welke vroeger voldoende |
éviter le risque d'arbitraire, risque créé par l'individualisation et | was, wilde de wetgever onder meer het risico van willekeur vermijden, |
la diversification des peines (Doc. parl., Chambre, 1982-1983, n° | dat werd gecreëerd door de individualisering en de diversifiëring van |
668/1, p. 1), à faciliter l'exécution de celles-ci et à augmenter la | de straffen (Parl. St., Kamer, 1982-1983, nr. 668/1, p. 1), de |
tenuitvoerlegging van de straffen vergemakkelijken en de samenhang in | |
cohérence dans l'application du droit (ibid., pp. 5 et 6). Au regard | de toepassing van het recht verhogen (ibid., pp. 5 en 6). In het licht |
de ces objectifs, il a raisonnablement pu vouloir adopter une règle | van die doelstellingen vermocht hij redelijkerwijze een eenvoudig toe |
d'application simple, prenant en considération, d'une part, le nombre | te passen regel te willen aannemen, rekening houdend, enerzijds, met |
et la gravité des condamnations que peuvent prononcer les différentes | het aantal en de ernst van de veroordelingen die door de verschillende |
juridictions et, d'autre part, leurs possibilités, plus ou moins | rechtscolleges kunnen worden uitgesproken en, anderzijds, met de min |
grandes pour les unes et pour les autres, d'individualisation de la | of meer ruime mogelijkheden voor beide om de straffen te |
peine. | individualiseren. |
B.5. La question appelle une réponse négative. | B.5. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 195, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle ne viole pas | Artikel 195, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering schendt de |
les articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 juin 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 juni 2000. |
Le greffier f.f., Le président, | De wnd. griffier, De voorzitter, |
B. Renauld. M. Melchior. | B. Renauld. M. Melchior. |