← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 58/2000 du 17 mai 2000 Numéro du rôle : 1669 En cause : la question
préjudicielle concernant les articles 1056, 2°, et 1057 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel
de Gand. La Cour d'arbitrage, composée des p après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet
de la question préjudicielle Par ar(...)"
Extrait de l'arrêt n° 58/2000 du 17 mai 2000 Numéro du rôle : 1669 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 1056, 2°, et 1057 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour d'arbitrage, composée des p après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...) | Uittreksel uit arrest nr. 58/2000 van 17 mei 2000 Rolnummer 1669 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1056, 2°, en 1057 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Arbitragehof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 58/2000 du 17 mai 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 58/2000 van 17 mei 2000 |
Numéro du rôle : 1669 | Rolnummer 1669 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 1056, 2°, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1056, 2°, en |
et 1057 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Gand. | 1057 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de |
Boel, P. Martens, J. Delruelle, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du | rechters H. Boel, P. Martens, J. Delruelle, A. Arts en M. Bossuyt, |
greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 20 avril 1999 en cause de J. De Brabandere et autres | Bij arrest van 20 april 1999 in zake J. De Brabandere en anderen tegen |
contre la s.a. Denaeghel, dont l'expédition est parvenue au greffe de | de n.v. Denaeghel, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour d'arbitrage le 3 mai 1999, la Cour d'appel de Gand a posé la | Arbitragehof is ingekomen op 3 mei 1999, heeft het Hof van Beroep te |
question préjudicielle suivante : | Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1056, 2°, juncto l'article 1057 du Code judiciaire, | « Schenden artikel 1056, 2°, juncto artikel 1057, van het Gerechtelijk |
interprétés en ce sens que l'article 1034ter, 6°, du Code judiciaire, | Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat artikel 1034ter, 6°, van het |
Gerechtelijk Wetboek, dat verplicht het verzoekschrift op straffe van | |
lequel oblige le requérant ou son avocat à signer la requête à peine | nietigheid (nietigheid zonder dat belangenschade moet aangetoond |
de nullité (nullité sans que la lésion d'intérêts doive être | worden) te ondertekenen door de verzoeker of door zijn advocaat, niet |
démontrée), n'est pas applicable aux requêtes d'appel, violent-ils les | van toepassing is op de verzoekschriften tot hoger beroep, de |
articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 ? » | artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. A la requête de la partie défenderesse, qui excipe de la nullité | B.1. Op verzoek van de verwerende partij, die een exceptie van |
de la requête d'appel parce que celle-ci n'a pas été signée, la Cour | nietigheid aanvoert omdat het verzoekschrift tot hoger beroep niet |
werd ondertekend, vraagt het Hof van Beroep te Gent of er geen | |
d'appel de Gand demande s'il n'existe pas une discrimination en ce | discriminatie is in zoverre van een appellant voor het hof van beroep |
que, dans l'interprétation donnée aux articles 1056, alinéa 2, et 1057 | in de gegeven interpretatie van de artikelen 1056, tweede lid, en 1057 |
du Code judiciaire, il n'est pas exigé de l'appelant devant la Cour | van het Gerechtelijk Wetboek niet vereist wordt dat het door hem |
d'appel que sa requête d'appel soit signée, alors qu'une requête | ingediende verzoekschrift tot hoger beroep ondertekend zou zijn, |
contradictoire doit, en vertu de l'article 1034ter du Code judiciaire, | terwijl een verzoekschrift op tegenspraak volgens artikel 1034ter van |
être signée par le requérant ou par son avocat. | het Gerechtelijk Wetboek ondertekend moet zijn door de verzoeker of |
Compte tenu des éléments de la cause pendante devant la juridiction a | zijn advocaat. Rekening houdend met de gegevens van de zaak voor het verwijzende |
quo et de la formulation de la question préjudicielle, la Cour limite | rechtscollege en met de formulering van de prejudiciële vraag, beperkt |
son examen à la comparaison, en ce qui concerne l'exigence de | het Hof zijn onderzoek tot de vergelijking, wat het vereiste van |
signature, entre la requête contradictoire introductive d'instance | ondertekening betreft, tussen het gedinginleidende verzoekschrift op |
visée dans la quatrième partie, livre II, titre Vbis, du Code | tegenspraak als bedoeld in het vierde deel, boek II, titel Vbis, van |
judiciaire (articles 1034bis à 1034quinquies) et la requête | het Gerechtelijk Wetboek (artikelen 1034bis tot 1034quinquies) en het |
introductive d'appel (articles 1056 et 1057). | verzoekschrift dat een hoger beroep inleidt (artikelen 1056 en 1057). |
B.2.1. Les articles 1056 et 1057 du Code judiciaire, dans la version | B.2.1. De artikelen 1056 en 1057 van het Gerechtelijk Wetboek, in de |
applicable à l'époque des faits, disposaient : | versie zoals van toepassing op het ogenblik van de feiten, bepalen : |
« Art. 1056.L'appel est formé : |
« Art. 1056.Het hoger beroep wordt ingesteld : |
1° par acte d'huissier de justice signifié à partie. Cette forme est obligatoire lorsque la décision entreprise a été rendue par défaut contre la partie intimée; 2° par requête déposée au greffe de la juridiction d'appel en autant d'exemplaires qu'il y a de parties en cause, et notifiée par le greffier, sous pli judiciaire, à la partie intimée et, le cas échéant, à son avocat au plus tard le premier jour ouvrable qui suit le dépôt; 3° par lettre recommandée à la poste envoyée au greffe, lorsque la loi a formellement prévu ce mode de recours, ainsi que dans les matières | 1° bij akte van een gerechtsdeurwaarder die aan de tegenpartij wordt betekend. Deze vorm is verplicht wanneer de bestreden beslissing bij verstek is gewezen tegen de gedaagde in hoger beroep; 2° bij een verzoekschrift dat, in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn, ingediend wordt op de griffie van het gerecht in hoger beroep en door de griffier aan de gedaagde partij en, in voorkomend geval, aan haar advocaat bij gerechtsbrief ter kennis gebracht uiterlijk de eerste werkdag nadat het is ingediend; 3° bij ter post aangetekende brief die aan de griffie wordt gezonden, wanneer de wet deze wijze van voorziening uitdrukkelijk voorschrijft, |
prévues aux articles 580, 2°, 3°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10° et 11°, 581, 2°, | alsmede in de materies bedoeld bij de artikelen 580, 2°, 3°, 6°, 7°, |
582, 1° et 2°, et 583; | 8°, 9°, 10° en 11°, 581, 2°, 582, 1° en 2° en 583; |
4° par conclusions à l'égard de toute partie présente ou représentée à | 4° bij conclusie, ten aanzien van iedere partij die bij het geding |
la cause. | aanwezig of vertegenwoordigd is. |
[...] | [...] |
Art. 1057.Hormis les cas où il est formé par conclusions, l'acte |
Art. 1057.Met uitzondering van het geval waarin het hoger beroep bij |
conclusie wordt ingesteld, vermeldt de akte van hoger beroep, op | |
d'appel contient, à peine de nullité : | straffe van nietigheid : |
1° l'indication des jour, mois et an; | 1° de dag, de maand en het jaar; |
2° les nom, prénom, profession et domicile de l'appelant; | 2° de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de eiser in |
3° les nom, prénom et domicile ou à défaut de domicile, la résidence | hoger beroep; 3° de naam, de voornaam en de woonplaats of, bij gebreke van een |
de l'intimé; | woonplaats, de verblijfplaats van de gedaagde in hoger beroep; |
4° la détermination de la décision dont appel; | 4° de beslissing waartegen in hoger beroep wordt gekomen; |
5° l'indication du juge d'appel; | 5° de rechter in hoger beroep; |
6° l'indication du lieu où l'intimé devra faire acter sa déclaration | 6° de plaats waar de gedaagde in hoger beroep akte moet laten nemen |
de comparution; | van zijn verklaring van verschijning; |
7° l'énonciation des griefs; | 7° de uiteenzetting van de grieven; |
8° l'indication des lieu, jour et heure de la comparution, à moins que | 8° de plaats, de dag en het uur van verschijning, tenzij hoger beroep |
l'appel n'ait été formé par lettre recommandée, auquel cas les parties | is ingesteld bij aangetekend schrijven, in welk geval de griffier de |
sont convoquées, par le greffier, à comparaître à l'audience fixée par | partijen oproept om te verschijnen op de zitting die de rechter |
le juge. | bepaalt. |
Le cas échéant, l'acte d'appel contient aussi l'indication du nom de | De akte vermeldt eventueel ook de naam van de advocaat van de eiser in |
l'avocat de l'appelant. » | hoger beroep. » |
B.2.2. L'article 1034ter du Code judiciaire, inséré par l'article 40 | B.2.2. Artikel 1034ter van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij |
de la loi du 3 août 1992, dispose : | artikel 40 van de wet van 3 augustus 1992, bepaalt : |
« La requête contient à peine de nullité : | « Het verzoekschrift vermeldt op straffe van nietigheid : |
1° l'indication des jour, mois et an; | 1° de dag, de maand en het jaar; |
2° les nom, prénom, profession, domicile du requérant, ainsi que, le | 2° de naam, de voornaam, het beroep, de woonplaats van de verzoeker |
cas échéant, ses qualités et inscription au registre de commerce ou au | en, in voorkomend geval, zijn hoedanigheid en inschrijving in het |
registre de l'artisanat; | handelsregister of ambachtsregister; |
3° les nom, prénom, domicile et, le cas échéant, la qualité de la | 3° de naam, de voornaam, de woonplaats en, in voorkomend geval, de |
personne à convoquer; | hoedanigheid van de persoon die moet worden opgeroepen; |
4° l'objet et l'exposé sommaire des moyens de la demande; | 4° het onderwerp en de korte samenvatting van de middelen van de vordering; |
5° l'indication du juge qui est saisi de la demande; | 5° de rechter voor wie de vordering aanhangig wordt gemaakt; |
6° la signature du requérant ou de son avocat. » | 6° de handtekening van de verzoeker of van zijn advocaat. » |
B.2.3. Dans l'interprétation qui lui est généralement donnée, la règle | B.2.3. In de algemeen aanvaarde interpretatie geldt de regel van |
de l'article 1034ter, 6°, du Code judiciaire n'est pas applicable aux | artikel 1034ter, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek niet ten aanzien van |
requêtes d'appel et la question se pose donc de savoir ce qui | de verzoekschriften waarmee hoger beroep wordt ingesteld en rijst dus |
justifie, à la lumière des articles 10 et 11 de la Constitution, que | de vraag wat in het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
de telles requêtes ne doivent pas être signées alors que, pour les | verantwoordt dat zulke verzoekschriften niet ondertekend moeten zijn, |
requêtes contradictoires, la signature de la partie requérante ou de | terwijl voor de verzoekschriften op tegenspraak de handtekening van de |
verzoekende partij of haar advocaat op straffe van nietigheid is | |
son avocat est prescrite à peine de nullité, sans que la partie | voorgeschreven, zonder dat de tegenpartij die dienaangaande een |
adverse qui invoque cette nullité doive démontrer que l'omission | exceptie van nietigheid opwerpt moet aantonen dat het verzuim haar |
dénoncée nuit à ses intérêts (articles 860, 861 et 862, § 1er, 2°, du | belangen schaadt (artikelen 860, 861 en 862, § 1, 2°, van het |
Code judiciaire). | Gerechtelijk Wetboek). |
B.3. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, les | B.3. In tegenstelling tot wat de Ministerraad betoogt, kunnen personen |
personnes qui interjettent appel peuvent être comparées aux personnes | die een hoger beroep instellen worden vergeleken met personen die een |
qui introduisent une requête contradictoire, en particulier en ce qui | verzoekschrift op tegenspraak indienen, inzonderheid wat de |
concerne les formalités à respecter lorsqu'une contestation est portée | vormvoorschriften betreft die gelden bij het voorleggen van een |
devant le juge au moyen d'une requête. | geschil door middel van een verzoekschrift bij de rechter. |
B.4.1. Il ressort tant du texte que des travaux préparatoires des | B.4.1. Zowel uit de tekst als uit de parlementaire voorbereiding van |
articles 860 et suivants du Code judiciaire que le législateur | de artikelen 860 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek blijkt dat |
entendait réduire au minimum les cas de nullité des actes de | de wetgever beoogde de gevallen van nietigverklaring van |
procédure. | proceshandelingen tot een minimum te beperken. |
La déclaration de nullité n'est possible que s'il s'agit d'une | De nietigverklaring is enkel mogelijk wanneer het gaat om een |
vormvoorschrift dat uitdrukkelijk en op straffe van nietigheid is | |
formalité prescrite formellement à peine de nullité (article 860). | voorgeschreven (artikel 860). Zelfs dan nog kan die maatregel door de |
Même dans ce cas, cette mesure ne peut être prononcée par le juge que | rechter enkel worden uitgesproken wanneer het aangeklaagde verzuim of |
si l'omission ou l'irrégularité dénoncée nuit aux intérêts de la | de aangeklaagde onregelmatigheid de belangen schaadt van de partij die |
partie qui invoque l'exception (article 861), sauf les cas énumérés à | de exceptie opwerpt (artikel 861), behalve in de gevallen opgesomd in |
l'article 862, § 1er. Cette énumération ne constitue pas une liste de | artikel 862, § 1. Die opsomming houdt geen lijst in van vormregelen |
formalités qui sont prescrites en tant que telles à peine de nullité, | die als zodanig op straffe van nietigheid zijn voorgeschreven, maar |
mais une liste des cas dans lesquels l'omission ou l'irrégularité | van de gevallen waarin een verzuim of onregelmatigheid van een |
d'une formalité - si celle-ci est formellement prescrite - conduit à | vormvoorschrift - indien uitdrukkelijk voorgeschreven - tot de |
la nullité, éventuellement d'office, sans que la lésion d'intérêt | nietigverklaring leidt, eventueel ambtshalve, zonder dat |
doive être démontrée. En outre, la nullité ne peut être prononcée s'il | belangenschade moet worden aangetoond. Bovendien kan de nietigheid |
est établi par les pièces de la procédure que l'acte a réalisé le but | niet worden uitgesproken wanneer uit de gedingstukken blijkt dat de |
que la loi lui assigne ou que la formalité non mentionnée a, en | handeling het doel heeft bereikt dat ermee wordt beoogd of dat de |
réalité, été remplie (article 867). | niet-vermelde vorm werkelijk in acht is genomen (artikel 867). |
B.4.2. S'agissant des formalités de l'appel, les travaux préparatoires | B.4.2. Wat de vormregels bij hoger beroep betreft, werd in de |
du Code judiciaire énoncent : | parlementaire voorbereiding van het Gerechtelijk Wetboek gesteld : |
« [...] que l'appel constitue la poursuite d'un litige en cours, entre | « [...] dat het beroep de voortzetting uitmaakt van een hangend |
parties déjà en cause, dont les rapports de fait et de droit ont déjà | geding, tussen partijen die reeds in de zaak betrokken zijn, waarvan |
été établis généralement tant par les conclusions qu'elles ont prises | |
en première instance que par la décision qui a été rendue. Il est donc | de feitelijke en rechterlijke verhoudingen reeds bepaald zijn zowel |
permis de prévoir des formes plus simples et plus souples pour | door de besluiten die zij hebben genomen in eerste aanleg als door de |
l'introduction de l'appel, pour la comparution des parties et même | beslissing die werd geveld. Men mag dus eenvoudiger en soepeler vormen |
pour l'instruction de l'affaire. De plus l'unité qui lie les deux | bepalen, zowel voor het aantekenen van beroep als voor de verschijning |
instances permet de donner plus de force à l'effet dévolutif de | van de partijen en zelfs voor de behandeling van de zaak. |
l'appel et au pouvoir d'évocation qui en découle. | |
L'article 1057 détermine les mentions que doit énoncer l'acte d'appel. | Artikel 1057 bepaalt de vermeldingen die in de akte van beroep moeten |
Elles sont d'autant plus nécessaires qu'un tel recours pouvant être | voorkomen. Zij zijn des te noodzakelijker daar dergelijk rechtsmiddel |
formé par requête, les notifications auxquelles le greffier doit | kan aangewend worden bij verzoekschrift en de kennisgevingen door de |
procéder le seront conformément aux éléments contenus dans l'acte | griffier gebeuren op grond van elementen van de akte van beroep. De |
d'appel. Les mentions reprises sous les nos 1° à 7° de l'article 1057 | vermeldingen genoemd onder nrs. 1 tot 7 van artikel 1057 zijn derhalve |
sont dès lors prescrites à peine de nullité. L'indication du nom de | voorgeschreven op straffe van nietigheid. De aanduiding van de naam |
l'avocat est énoncée aussi dans l'acte d'appel; mais cette mention | van de advocaat wordt ook gesteld in de akte van beroep, maar die |
n'est point de celles qui sont prévues sous la sanction de la nullité. | vermelding behoort niet tot die welke op straffe van nietigheid zijn |
» (Doc. parl., Sénat, 1963-1964, n° 60, pp. 247 et 250 (rapport Van | opgelegd. » (Parl. St., Senaat, 1963-1964, nr. 60, pp. 247 en 250 |
Reepinghen)) | (verslag Van Reepinghen)) |
B.4.3. En insérant, par l'article 40 de la loi du 3 août 1992 | B.4.3. Met de invoering, bij artikel 40 van de wet van 3 augustus 1992 |
modifiant le Code judiciaire, un nouveau titre Vbis relatif à la | tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, van een nieuwe titel Vbis |
requête contradictoire (articles 1034bis à 1034sexies), le législateur | betreffende het verzoekschrift op tegenspraak (artikelen 1034bis tot |
entendait uniformiser les formalités relatives à ce type de requête, | 1034sexies), heeft de wetgever de voorschriften voor dat type |
comme cela avait déjà été fait pour la requête unilatérale (articles | verzoekschriften willen uniformiseren, zoals dat reeds was geschied |
1025 à 1034) (Doc. parl., Sénat, 1990-1991, n° 1198-1, p. 24). | voor het eenzijdig verzoekschrift (artikelen 1025 tot 1034) (Parl. |
St., Senaat, 1990-1991, nr. 1198-1, p. 24). | |
B.5. Entre les personnes qui interjettent appel par voie de requête et | B.5. Tussen personen die een hoger beroep instellen bij wege van |
celles qui introduisent une requête contradictoire, il existe une | verzoekschrift en personen die een verzoekschrift op tegenspraak |
indienen, bestaat er een objectief onderscheid dat redelijkerwijze | |
différence objective qui justifie raisonnablement que la signature de | verantwoordt waarom de ondertekening van het verzoekschrift in het |
la requête ne soit pas exigée dans le premier cas alors que la | eerste geval niet wordt vereist, terwijl in het tweede geval de |
signature de la partie requérante ou de son avocat est exigée à peine | handtekening van de verzoekende partij of haar advocaat op straffe van |
de nullité dans le second : la requête contradictoire visée à | nietigheid is voorgeschreven : met het verzoekschrift op tegenspraak |
l'article 1034ter du Code judiciaire introduit une demande principale | als bedoeld in artikel 1034ter van het Gerechtelijk Wetboek wordt een |
en première instance, alors qu'en degré d'appel l'affaire est reprise | hoofdvordering in eerste aanleg ingeleid, terwijl in hoger beroep het |
à l'initiative d'une personne qui était déjà partie à la cause mue | geschil wordt hervat op initiatief van een persoon die reeds partij |
devant la juridiction a quo. Il est donc raisonnablement justifié, | was in de zaak voor de rechter a quo. Rekening houdende met het feit |
compte tenu de ce que le législateur entendait réduire au minimum les | dat de wetgever de nietigheden wegens miskenning van vormvoorschriften |
nullités pour violation de formes, de limiter au premier cas | tot een minimum wilde herleiden, is het dus redelijk verantwoord het |
l'exigence selon laquelle la partie requérante manifeste, par la | vereiste dat de verzoekende partij door de ondertekening van het |
signature de la requête, sa volonté de déférer la cause au juge. | verzoekschrift haar wil laat kennen de zaak aan de rechter voor te |
leggen, tot het eerste geval te beperken. | |
B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, l'article 1056, | |
2°, combiné avec l'article 1057 du Code judiciaire, interprété en ce | Artikel 1056, 2°, juncto artikel 1057 van het Gerechtelijk Wetboek, in |
sens que l'article 1034ter, 6°, de ce Code, qui oblige le requérant ou | die zin geïnterpreteerd dat artikel 1034ter, 6°, van dat Wetboek, dat |
de verzoeker of zijn advocaat verplicht het verzoekschrift op straffe | |
son avocat à signer la requête à peine de nullité, n'est pas | van nietigheid te ondertekenen, niet van toepassing is op de |
verzoekschriften tot hoger beroep, schendt de artikelen 10 en 11 van | |
applicable aux requêtes d'appel. | de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mai 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 mei 2000. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
G. De Baets | G. De Baets |