← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 53/2000 du 3 mai 2000 Numéro du rôle : 1662 En cause : les questions
préjudicielles relatives aux articles 346, alinéa 1 er , 368, § 3, alinéa 1 er ,
et 370, § 1 er , alinéa 2, du Cod La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets,
et des juges H. Boel, L(...)"
Extrait de l'arrêt n° 53/2000 du 3 mai 2000 Numéro du rôle : 1662 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 346, alinéa 1 er , 368, § 3, alinéa 1 er , et 370, § 1 er , alinéa 2, du Cod La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, L(...) | Uittreksel uit arrest nr. 53/2000 van 3 mei 2000 Rolnummer 1662 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 346, eerste lid, 368, § 3, eerste lid, en 370, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Je Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 53/2000 du 3 mai 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 53/2000 van 3 mei 2000 |
Numéro du rôle : 1662 | Rolnummer 1662 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 346, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 346, eerste |
alinéa 1er, 368, § 3, alinéa 1er, et 370, § 1er, alinéa 2, du Code | lid, 368, § 3, eerste lid, en 370, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk |
civil, posées par le Tribunal de la jeunesse de Liège. | Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts, M. | rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, |
Bossuyt et E. De Groot, assistée du greffier L. Potoms, présidée par | A. Arts, M. Bossuyt en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L. |
le président M. Melchior, | Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par jugement du 20 avril 1999 en cause de D. H., M. D. et G. L., dont | Bij vonnis van 20 april 1999 in zake D. H., M. D. en G. L., waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 23 avril | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 april |
1999, le Tribunal de la jeunesse de Liège a posé les questions | 1999, heeft de Jeugdrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen |
préjudicielles suivantes : | gesteld : |
« L'article 370, § 1er, alinéa 2, du Code civil, en ne permettant pas | « Schendt artikel 370, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, |
doordat het het niet mogelijk maakt een juridische band te laten | |
de maintenir un lien juridique entre l'enfant et son parent d'origine | voortbestaan tussen het kind en zijn oorspronkelijke ouder in geval |
en cas d'adoption plénière, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | van volle adoptie, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre |
Constitution, en ce qu'il crée une différence de traitement entre : | het een verschil in behandeling instelt tussen : |
- d'une part, les enfants qui sont adoptés plénièrement par le | - enerzijds, de kinderen die ten volle worden geadopteerd door de |
conjoint de l'auteur de l'enfant adopté et qui gardent leur lien de | echtgenoot van de ouder van het geadopteerde kind en hun band van |
filiation à l'égard de leur auteur, conjoint de l'adoptant, | afstamming behouden ten aanzien van hun ouder, echtgenoot van de adoptant, |
et, | en, |
- d'autre part, les enfants qui sont adoptés plénièrement par le | - anderzijds, de kinderen die ten volle worden geadopteerd door de |
persoon die met de ouder van het geadopteerde kind samenwoont en hun | |
concubin de l'auteur de l'enfant adopté et qui perdent leur lien de | band van afstamming ten aanzien van hun ouder verliezen, die met de |
filiation à l'égard de leur auteur, concubin de l'adoptant ? » | adoptant samenwoont ? » |
Dans l'hypothèse où la Cour d'arbitrage considérerait que l'article | In de veronderstelling dat het Arbitragehof zou oordelen dat artikel |
370, § 1er, alinéa 2, ne viole pas les articles 10 et 11 de la | 370, § 1, tweede lid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet |
Constitution, une deuxième question a été posée : | schendt, werd een tweede vraag gesteld : |
« Les articles 368, § 3, alinéa 1er, et 346, alinéa 1er, du Code civil | « Schenden de artikelen 368, § 3, eerste lid, en 346, eerste lid, van |
en ne permettant pas à plusieurs d'adopter plénièrement si ce n'est à | het Burgerlijk Wetboek, doordat zij het niet aan meer dan een persoon |
mogelijk maken, tenzij aan twee echtgenoten, ten volle te adopteren, | |
deux époux, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in |
ce qu'ils créent une différence de traitement entre : | behandeling instellen tussen : |
- d'une part, les couples mariés qui peuvent faire une adoption plénière, | - enerzijds, de echtparen, die een volle adoptie kunnen doen, |
et, | en, |
- d'autre part, les couples non mariés qui eux ne peuvent adopter | - anderzijds, de niet gehuwde paren, die niet ten volle kunnen |
plénièrement ? » | adopteren ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 370 du Code civil dispose : | B.1.1. Artikel 370 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
« § 1er. L'adoption plénière confère à l'enfant et à ses descendants | « § 1 De volle adoptie verleent aan het kind en zijn afstammelingen |
le même statut et les mêmes droits et obligations qu'ils auraient si | hetzelfde statuut en dezelfde rechten en verplichtingen als zij zouden |
l'enfant était né de ceux qui ont fait l'adoption plénière. | hebben indien het kind geboren was uit degenen die het ten volle |
hebben geadopteerd. | |
Sous réserve des prohibitions au mariage prévues aux articles 161 à | Behoudens de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 inzake |
164, les enfants ayant fait l'objet d'une adoption plénière cessent | huwelijk, houden de kinderen die ten volle geadopteerd zijn, op tot |
d'appartenir à leur famille d'origine. | hun oorspronkelijke familie te behoren. |
§ 2. Les articles 357 et 360 sont applicables à l'adoption plénière. | § 2 De artikelen 357 en 360 zijn mede van toepassing op de volle adoptie. |
§ 3. L'adoption plénière confère à l'enfant, en le substituant au | § 3 Door de volle adoptie verkrijgt het kind, in plaats van zijn naam, |
sien, le nom de l'adoptant ou, en cas d'adoption plénière par deux | die van de adoptant of, in geval van volle adoptie door twee |
époux, celui du mari. | echtgenoten, die van de man. |
Toutefois, l'adoption plénière, par une femme, de l'enfant ou de | Volle adoptie door een vrouw, van het kind of adoptief kind van haar |
l'enfant adoptif de son mari, n'entraîne aucune modification du nom de l'enfant. | man, brengt evenwel geen wijziging in de naam van het kind. |
§ 4. L'établissement de la filiation d'un enfant après le jugement ou | § 4 De vaststelling van de afstamming van een kind na het vonnis of |
l'arrêt homologuant ou prononçant l'adoption plénière, ne produit | het arrest dat de volle adoptie homologeert of uitspreekt, heeft geen |
d'autre effet que les prohibitions au mariage prévues aux articles 161 | ander gevolg dan de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 |
à 164. | inzake huwelijk. |
§ 5. L'adoption plénière est irrévocable. » | § 5 Volle adoptie is onherroepelijk. » |
B.1.2. Par son arrêt n° 67/97, la Cour a décidé que la disposition de | B.1.2. In zijn arrest nr. 67/97 heeft het Hof beslist dat de bepaling |
cet article selon laquelle l'enfant qui a fait l'objet d'une adoption | van dat artikel volgens welke het kind dat ten volle is geadopteerd, |
plénière cesse d'appartenir à sa famille d'origine (§ 1er, alinéa 2) | ophoudt tot zijn oorspronkelijke familie te behoren (§ 1, tweede lid) |
n'est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution que si | enkel verenigbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien |
elle est interprétée comme ne s'appliquant pas au cas de l'adoption | ze zo wordt geïnterpreteerd dat ze niet van toepassing is op het geval |
plénière par le conjoint de l'auteur de l'adopté. B.2. Le juge a quo demande à la Cour si, dans l'interprétation qui la rend compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, cette même disposition n'établit pas une discrimination au détriment de l'enfant adopté plénièrement par le concubin de sa mère puisque, contrairement à l'enfant adopté par le conjoint de celle-ci, il perd son lien de filiation avec sa mère. La Cour limite son examen à cette hypothèse. | van de volle adoptie door de echtgenoot van de ouder van de geadopteerde. B.2. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of diezelfde bepaling, in de interpretatie die haar verenigbaar maakt met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, geen discriminatie in het leven roept ten nadele van het kind dat ten volle is geadopteerd door de levensgezel van zijn moeder vermits het, in tegenstelling tot het kind dat is geadopteerd door de echtgenoot van die moeder, zijn band van afstamming met zijn moeder verliest. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat geval. B.3. Artikel 370 van het Burgerlijk Wetboek vloeit voort uit de wet |
B.3. L'article 370 du Code civil provient de la loi du 27 avril 1987 | van 27 april 1987 waarbij diverse wetsbepalingen betreffende de |
qui a modifié diverses dispositions législatives relatives à | adoptie zijn gewijzigd, onder meer met het oog op de verbetering van |
l'adoption, en vue notamment d'améliorer la condition juridique des | de rechtspositie van de kinderen die buiten het huwelijk geboren zijn |
enfants nés hors mariage et ce, dans la perspective de la réforme du | en zulks in het perspectief van de hervorming van het afstammingsrecht |
droit de la filiation opérée par la loi du 31 mars 1987 (Doc. parl., | bij de wet van 31 maart 1987 (Parl. St., Senaat, 1985-1986, nr. 256-2, |
Sénat, 1985-1986, n° 256-2, pp. 4 et 6). | pp. 4 en 6). |
B.4. En prévoyant que les enfants ayant fait l'objet d'une adoption | B.4. Doordat de wetgever bepaalt dat de kinderen die het voorwerp |
hebben uitgemaakt van een volle adoptie ophouden tot hun | |
plénière cessent d'appartenir à leur famille d'origine, le législateur | oorspronkelijke familie te behoren, heeft hij een maatregel genomen |
a pris une mesure en rapport avec l'objectif qu'il poursuit. | die in overeenstemming is met het door hem nagestreefde doel. |
Déjà, en permettant la légitimation par adoption, la loi du 21 mars | Doordat de wet van 21 maart 1969 de wettiging door adoptie mogelijk |
1969 visait à faire sortir l'adopté de sa famille d'origine et à | maakte, strekte ze reeds ertoe de geadopteerde uit zijn |
l'insérer dans la famille adoptive comme s'il en était un enfant | oorspronkelijke familie te halen en hem te integreren in het |
légitime. De même, dans l'exposé introduisant le rapport de la | adoptiegezin alsof hij een wettig kind was. Op dezelfde wijze wordt in |
Commission de la justice du Sénat sur le projet qui allait devenir la | de inleidende uiteenzetting van het verslag van de Commissie voor de |
loi du 27 avril 1987, il était rappelé que la procédure organisée par | Justitie van de Senaat betreffende het ontwerp dat de wet van 27 april |
1987 zou worden, in herinnering gebracht dat de in de wet van 22 maart | |
la loi du 22 mars 1940 était « pleine d'insécurité puisque l'enfant | 1940 georganiseerde procedure « geen rechtszekerheid [bood], omdat het |
n'était pas séparé de sa famille d'origine » (ibid., p. 3). | kind niet werd gescheiden van zijn oorspronkelijk gezin » (ibid., p. 3). |
B.5. Il convient toutefois de se demander si, en rompant le lien de | B.5. Men dient zich echter af te vragen of de wetgever, doordat hij de |
l'enfant avec sa mère, même dans l'hypothèse où l'adoptant forme une « | band van het kind met zijn moeder verbreekt, zelfs in het geval waarin |
famille de fait » avec celle-ci, le législateur a pris une mesure | de adoptant met haar een « feitelijk gezin » vormt, een in |
raisonnablement justifiée. | redelijkheid verantwoorde maatregel heeft genomen. |
B.6. Au cours des travaux préparatoires de la loi du 27 avril 1987, il | B.6. Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 27 april |
a été dit que « le législateur doit veiller à ce que l'enfant, grâce à | 1987, is gezegd dat « de wetgever [ . ] erop [moet] toezien dat het |
l'adoption, fasse son entrée dans un milieu qui garantit la | kind, via de adoptie, in een milieu komt waarin verwantschapsbanden |
tot stand kunnen komen die vergelijkbaar zijn met de biologische | |
réalisation d'une filiation ressemblant à la filiation biologique ». | afstamming ». Men heeft tevens doen gelden dat « het [ . ] in het |
On a également fait valoir que « l'intérêt de l'enfant consiste [en] | belang van het kind [is] dat het opgevoed wordt in een natuurlijk |
ce qu'il soit éduqué dans un milieu naturel qui ne peut être assuré | milieu waar alleen een koppel voor kan zorgen, dat wil zeggen een |
que par un couple, c'est-à-dire un père et une mère; cette condition | vader en een moeder; deze voorwaarde is noodzakelijk om het |
est nécessaire pour garantir l'équilibre psychologique de l'enfant | psychologisch evenwicht te garanderen van het kind dat reeds geschokt |
déjà ébranlé par le fait qu'il a été abandonné au départ. » (Doc. | is door het feit dat het achtergelaten werd » (Parl. St., Senaat, |
parl., Sénat, 1985-1986, n° 256-2, p. 65) | 1985-1986, nr. 256-2, p. 65). |
B.7. En disposant que l'adoption plénière fait cesser le lien juridique qui unit l'adopté à sa famille d'origine, même à l'égard de sa mère, alors qu'il continue de vivre avec elle et qu'elle forme une famille de fait avec l'adoptant, le législateur a pris une mesure qui est manifestement disproportionnée à l'objectif poursuivi. B.8. Il convient donc de répondre affirmativement à la première question. La deuxième question, posée à titre subsidiaire, n'a plus d'objet. Par ces motifs, la Cour | B.7. Doordat de wetgever bepaalt dat de volle adoptie de juridische band doet ophouden die het kind met zijn oorspronkelijke familie verbindt, zelfs ten aanzien van zijn moeder, terwijl het met haar blijft samenleven en zij een feitelijk gezin vormt met de adoptant, heeft hij een maatregel genomen die kennelijk onevenredig is ten aanzien van het nagestreefde doel. B.8. De eerste vraag dient dus bevestigend te worden beantwoord. De tweede vraag, die in ondergeschikte orde wordt gesteld, wordt zonder voorwerp. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 370, § 1er, alinéa 2, du Code civil viole les articles 10 et | Artikel 370, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de |
11 de la Constitution en ce qu'il ne permet pas de maintenir un lien | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet toestaat een |
juridique entre l'enfant qui fait l'objet d'une adoption plénière et | juridische band te behouden tussen het kind dat ten volle is |
sa mère lorsqu'il est adopté par l'homme qui forme avec elle une | geadopteerd en zijn moeder, wanneer het wordt geadopteerd door de man |
famille de fait. | die met haar een feitelijk gezin vormt. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 3 mai 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 3 mei 2000. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |