Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 19/2000 du 9 février 2000 Numéro du rôle : 1826 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1384, alinéa 4, du Code civil, et l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posée La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. Françoi(...)"
Extrait de l'arrêt n° 19/2000 du 9 février 2000 Numéro du rôle : 1826 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1384, alinéa 4, du Code civil, et l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, posée La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. Françoi(...) Uittreksel uit arrest nr. 19/2000 van 9 februari 2000 Rolnummer : 1826 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ge Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters L. (...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 19/2000 du 9 février 2000 Uittreksel uit arrest nr. 19/2000 van 9 februari 2000
Numéro du rôle : 1826 Rolnummer : 1826
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1384, alinéa In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1384, vierde lid, van het
4, du Code civil, et l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative Burgerlijk Wetboek en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978
aux contrats de travail, posée par la Cour d'appel de Liège. betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges L. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de
François, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du rechters L. François, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts en M. Bossuyt,
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par arrêt du 30 novembre 1999 en cause de N. Pauly contre A. Leskens Bij arrest van 30 november 1999 in zake N. Pauly tegen A. Leskens en
et M. Debecker et en cause de A. Leskens et M. Debecker contre E. M. Debecker en in zake A. Leskens en M. Debecker tegen E. Laduron, C.
Laduron, C. Carels et N. Pauly, dont l'expédition est parvenue au Carels en N. Pauly waarvan de expeditie ter griffie van het
greffe de la Cour d'arbitrage le 2 décembre 1999, la Cour d'appel de Arbitragehof is ingekomen op 2 december 1999, heeft het Hof van Beroep
Liège a posé la question préjudicielle suivante : te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« N'y a-t-il pas violation des articles 10 et 11 de la Constitution « Is er geen sprake van schending van de artikelen 10 en 11 van de
dans la mesure où un enseignant du secteur public, organe de la Grondwet, in zoverre een leerkracht uit de openbare sector, die een
puissance publique, peut faire l'objet d'une condamnation personnelle orgaan is van de openbare macht, persoonlijk kan worden veroordeeld
à des dommages et intérêts en faveur d'une victime sur base de tot een schadevergoeding ten gunste van een slachtoffer op grond van
l'article 1384, alinéa 4, du Code civil et donc sur base d'une faute artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek en dus op grond
si légère soit-elle, alors que dans l'enseignement privé, un van een fout, hoe licht die ook is, terwijl een leerkracht uit het
enseignant engagé dans les liens d'un contrat d'emploi bénéficie de vrij onderwijs, die gebonden is door een arbeidsovereenkomst, de
l'exonération prévue par l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 vrijstelling geniet waarin artikel 18 van de wet van 3 juli 1978
[relative aux contrats de travail], qui limite sa responsabilité aux [betreffende de arbeidsovereenkomsten] voorziet, die zijn
seuls cas de dol, de faute lourde ou de faute légère habituelle ? » aansprakelijkheid beperkt tot het geval van bedrog, zware schuld of gewoonlijk voorkomende lichte schuld ? »
(...) (...)
IV. En droit IV. In rechte
(...) (...)
B.1. Par son arrêt du 30 novembre 1999, la Cour d'appel de Liège B.1. In zijn arrest van 30 november 1999 vraagt het Hof van Beroep te
demande à la Cour d'arbitrage s'il n'y a pas violation des articles 10 Luik het Arbitragehof of er geen sprake is van schending van de
et 11 de la Constitution, en ce qu'un enseignant du secteur public, artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een leerkracht uit de
organe de la puissance publique, peut faire l'objet d'une condamnation openbare sector, die een orgaan is van de openbare macht, persoonlijk
personnelle à des dommages et intérêts en faveur d'une victime sur la kan worden veroordeeld tot schadevergoeding ten gunste van een
base de l'article 1384, alinéa 4, du Code civil et donc sur la base slachtoffer op grond van artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk
d'une faute si légère soit-elle, alors que dans l'enseignement privé, Wetboek en dus op grond van een fout, hoe licht die ook is, terwijl
een leerkracht uit het vrij onderwijs, die gebonden is door een
un enseignant engagé dans les liens d'un contrat d'emploi bénéficie de arbeidsovereenkomst, de vrijstelling geniet waarin artikel 18 van de
l'exonération prévue par l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziet, die
relative aux contrats de travail, qui limite sa responsabilité aux zijn aansprakelijkheid beperkt tot het geval van bedrog, zware schuld
seuls cas de dol, de faute lourde ou de faute légère habituelle. of gewoonlijk voorkomende lichte schuld.
B.2. L'article 1384, alinéa 4, du Code civil, dispose : B.2. Artikel 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, bepaalt :
« Les instituteurs et les artisans [sont responsables] du dommage « De onderwijzers en de ambachtslieden [zijn aansprakelijk] voor de
causé par leurs élèves et apprentis pendant le temps qu'ils sont sous schade door hun leerlingen en leerjongens veroorzaakt gedurende de
leur surveillance. » tijd dat deze onder hun toezicht staan. »
L'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
travail dispose : « En cas de dommages causés par le travailleur à l'employeur ou à des tiers dans l'exécution de son contrat, le travailleur ne répond que de son dol et de sa faute lourde. Il ne répond de sa faute légère que si celle-ci présente dans son chef un caractère habituel plutôt qu'accidentel. A peine de nullité, il ne peut être dérogé à la responsabilité fixée aux alinéas 1er et 2 que par une convention collective de travail rendue obligatoire par le Roi, et ce uniquement en ce qui concerne la responsabilité à l'égard de l'employeur. arbeidsovereenkomsten bepaalt : « Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. Op straffe van nietigheid mag niet worden afgeweken van de bij het eerste en het tweede lid vastgestelde aansprakelijkheid, tenzij, en alleen wat de aansprakelijkheid tegenover de werkgever betreft, bij een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het
L'employeur peut, dans les conditions prévues par l'article 23 de la loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet
loi du 12 avril 1965 concernant la protection de la rémunération des travailleurs, imputer sur la rémunération les indemnités et dommages-intérêts qui lui sont dus en vertu du présent article et qui ont été, après les faits, convenus avec le travailleur ou fixés par le juge. » B.3. Il résulte des dispositions précitées qu'en ce qui concerne la responsabilité civile résultant d'une faute légère occasionnelle, le législateur a établi une différence de traitement entre les membres du personnel statutaire occupés par les pouvoirs publics, d'une part, et les travailleurs contractuels en général, d'autre part, puisque seuls les premiers doivent répondre de leur faute légère. Cette différence van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers. » B.3. Uit de voormelde bepalingen blijkt dat wat betreft de burgerrechtelijke aansprakelijkheid die het gevolg is van een toevallig voorkomende lichte fout, de wetgever een verschil in behandeling heeft ingesteld tussen de door de overheid tewerkgestelde leden van het statutair personeel, enerzijds, en de contractuele werknemers in het algemeen, anderzijds, aangezien immers enkel de
de traitement n'est pas justifiée étant donné la similitude des eerstgenoemden aansprakelijk zijn voor lichte schuld. Dat verschil in
relations de travail comparées, notamment sous l'angle de la behandeling is niet verantwoord in acht nemend de gelijkenis van de
vergeleken arbeidsverhoudingen, met name vanuit het oogpunt van de
subordination juridique. juridische ondergeschiktheid.
B.4. La Cour relève par ailleurs que l'exonération de la B.4. Het Hof doet overigens opmerken dat de vrijstelling van
responsabilité que l'article 18 précité accorde au travailleur à aansprakelijkheid die door voormeld artikel 18 aan de werknemer ten
l'égard de tiers, n'enlève rien, comme l'admettent généralement la aanzien van derden wordt verleend, geen afbreuk doet, zoals algemeen
jurisprudence et la doctrine, à la responsabilité de l'employeur wordt aangenomen door de rechtspraak en de rechtsleer, aan de
fondée sur l'article 1384, alinéa 3, du Code civil, pour autant que aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 1384, derde
les conditions d'application de cette disposition soient remplies. La lid, van het Burgerlijk Wetboek, voor zover aan de
présomption de responsabilité établie par l'article 1384, alinéa 3, du toepassingsvoorwaarden van die bepaling is voldaan. Het door artikel
Code civil est irréfragable, en sorte que l'employeur est 1384, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek gevestigde
objectivement responsable. L'exonération de responsabilité dans le aansprakelijkheidsvermoeden is onweerlegbaar, zodat de werkgever
objectief aansprakelijk is. De vrijstelling van aansprakelijkheid van
chef du travailleur à la suite d'une faute légère occasionnelle de werknemer ten gevolge van een toevallige lichte fout verhindert dus
n'empêche donc pas en principe que la victime soit indemnisée. in principe niet dat het slachtoffer schadeloos wordt gesteld.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
Les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés par le fait qu'un De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden door het feit
enseignant du secteur public, organe de la puissance publique, peut dat een leerkracht uit de openbare sector, die een orgaan is van de
openbare macht, persoonlijk kan worden veroordeeld tot
faire l'objet d'une condamnation personnelle à des dommages et schadevergoeding ten gunste van een slachtoffer op grond van artikel
intérêts en faveur d'une victime sur la base de l'article 1384, alinéa 1384, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek en dus op grond van een
4, du Code civil et donc sur la base d'une faute si légère soit-elle. fout, hoe licht die ook is.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 février 2000. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 februari 2000.
Le greffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior
^