← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 257.285 du
13 septembre 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 octobre 2023, le Conseil
d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : Le greffier, N. Dupo"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 257.285 du 13 septembre 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 octobre 2023, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : Le greffier, N. Dupo | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 257.285 van 13 september 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 oktober 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudi « Schendt artikel D.II.36, § 2, tweede lid, van het [Waalse] Wetboek van ruimtelijke ontwikkel(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt n° 257.285 du 13 septembre 2023, dont l'expédition est | januari 1989 Bij arrest nr. 257.285 van 13 september 2023, waarvan de expeditie ter |
| parvenue au greffe de la Cour le 2 octobre 2023, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L'article D.II.36, § 2, alinéa 2, du Code du développement territorial (CoDT) viole-t-il l'article 23, alinéa 3, 4°, de la Constitution et le principe de standstill inhérent au droit à la protection d'un environnement sain qui y est reconnu en ce qu'il prévoit qu'une ou plusieurs éoliennes peuvent être implantées en zone agricole au plan de secteur à proximité des infrastructures de communication ou d'une zone d'activité économique et à la condition qu'elles ne mettent pas en cause de manière irréversible la destination de la zone alors que, sous le Code wallon de 1'Aménagement du territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine (CWATUP), de telles éoliennes ne pouvaient l'être que dans le respect des conditions du mécanisme d'écart prévu à l'article 127, § 3, du même Code ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8083 du rôle de la Cour. Le greffier, | griffie van het Hof is ingekomen op 2 oktober 2023, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel D.II.36, § 2, tweede lid, van het [Waalse] Wetboek van ruimtelijke ontwikkeling (WRO) artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet en het standstill-beginsel dat inherent is aan het daarin erkende recht op de bescherming van een gezond leefmilieu, in zoverre het bepaalt dat één of meerdere windturbines kunnen worden ingeplant in landbouwgebied op het gewestplan in de nabijheid van verkeersinfrastructuren of een bedrijfsruimte en op voorwaarde dat zij de bestemming van het gebied niet onomkeerbaar aantasten terwijl, onder de gelding van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium (WWROSP), zulke windturbines slechts konden worden ingeplant met inachtneming van de voorwaarden van het afwijkingsmechanisme waarin artikel 127, § 3, van hetzelfde Wetboek voorziet ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8083 van de rol van het Hof. De griffier, |
| N. Dupont | N. Dupont |