← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 8 mars 2022,
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15 mars 2022, la Cour de cassation a posé la question
préjudicielle suivante : « L'article 4 Cette affaire est inscrite sous le numéro 7775 du rôle de la Cour. Le
greffier, F. Meersschau(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 8 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15 mars 2022, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 4 Cette affaire est inscrite sous le numéro 7775 du rôle de la Cour. Le greffier, F. Meersschau(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 8 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 maart 2022, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag ge « Schendt artikel 4 van de wet van 24 december 2020 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 8 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de | januari 1989 Bij arrest van 8 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| la Cour le 15 mars 2022, la Cour de cassation a posé la question | Hof is ingekomen op 15 maart 2022, heeft het Hof van Cassatie de |
| préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 4 de la loi du 24 décembre 2020 portant confirmation des | « Schendt artikel 4 van de wet van 24 december 2020 tot bekrachtiging |
| van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 | |
| arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 | maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te |
| habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation | nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 |
| du coronavirus COVID-19 (II) viole-t-il les articles 10 et 11 de la | (II), de artikelen 10 en 11 Grondwet en het daarin vervatte |
| Constitution et le principe d'égalité et de non-discrimination qu'ils | |
| contiennent, en ce que la suspension de la prescription de l'action | gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel, voor zover de bij artikel 3 |
| publique instituée par l'article 3 de l'arrêté royal n° 3 du 9 avril | van het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020 houdende diverse |
| 2020 portant des dispositions diverses relatives à la procédure pénale | bepalingen inzake strafprocedure en uitvoering van straffen en |
| et à l'exécution des peines et des mesures prévues dans le cadre de la | maatregelen in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het |
| lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19, telles qu'elles | coronavirus COVID-19, zoals verlengd met de koninklijke besluiten van |
| ont été prolongées par les arrêtés royaux du 28 avril 2020 et du 13 | 28 april 2020 en 13 mei 2020, ingevoerde schorsing van de verjaring |
| mai 2020, est applicable de manière générale, et donc sans établir une | van de strafvordering algemeen van toepassing is en dus zonder een |
| distinction selon que les procédures pénales ont accusé ou non un | onderscheid te maken naargelang de strafprocedures wel of geen |
| retard à la suite de la crise sanitaire de la COVID-19 ? ». | vertraging hebben opgelopen ingevolge de COVID-19-gezondheidscrisis ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 7775 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 7775 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |