← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 244.091 du
1 er avril 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 avril 2019,
le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivan « L'article 19, alinéas 1 er
et 2, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janv(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 244.091 du 1 er avril 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 avril 2019, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivan « L'article 19, alinéas 1 er et 2, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janv(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 244.091 van 1 april 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2019, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële v « Schendt artikel 19, eerste en tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt n° 244.091 du 1er avril 2019, dont l'expédition est parvenue | januari 1989 Bij arrest nr. 244.091 van 1 april 2019, waarvan de expeditie ter |
| au greffe de la Cour le 8 avril 2019, le Conseil d'Etat a posé la | griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2019, heeft de Raad van |
| question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 19, alinéas 1er et 2, des lois sur le Conseil d'Etat, | « Schendt artikel 19, eerste en tweede lid, van de wetten op de Raad |
| coordonnées le 12 janvier 1973, viole-t-il les articles 10, 11 et 13 | van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de artikelen 10, 11 en 13 |
| de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec l'article 6, | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6, lid |
| § 1er, de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des | 1, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de |
| libertés fondamentales, en ce que, en son alinéa 1er, il subordonne la | fundamentele vrijheden, in zoverre het, in het eerste lid, de |
| recevabilité des recours qu'il vise à leur introduction dans le délai | ontvankelijkheid van de erin beoogde beroepen afhankelijk stelt van de |
| qu'il habilite le Roi à déterminer et en ce que, en son alinéa 2, il | indiening ervan binnen de termijn die de Koning vermag te bepalen en |
| édicte que les délais de prescription pour les recours en annulation des actes administratifs à caractère individuel ne prennent cours que si la notification par l'autorité administrative de l'acte ou de la décision à portée individuelle indique l'existence de ces recours ainsi que les formes et délais à respecter, sans toutefois également viser les recours en cassation formés contre les décisions contentieuses rendues en dernier ressort par les juridictions administratives ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7159 du rôle de la Cour. Le greffier, | in zoverre het, in het tweede lid, bepaalt dat de verjaringstermijnen voor de beroepen tot nietigverklaring van administratieve akten met individuele strekking alleen een aanvang nemen op voorwaarde dat de betekening door de administratieve overheid van de akte of van de beslissing met individuele strekking het bestaan van die beroepen alsmede de in acht te nemen vormvoorschriften en termijnen vermeldt, zonder evenwel de cassatieberoepen ingesteld tegen de door de administratieve rechtscolleges in laatste aanleg gewezen beslissingen in betwiste zaken eveneens te vermelden ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7159 van de rol van het Hof. De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |