← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 27 mars 2019,
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 avril 2019, la Cour du travail de Liège, division
Neufchâteau, a posé la question préjudiciel « Les articles 56bis, § 1 er ,
56bis, § 2, alinéa 4, et 58, alinéa 1 er"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 27 mars 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 avril 2019, la Cour du travail de Liège, division Neufchâteau, a posé la question préjudiciel « Les articles 56bis, § 1 er , 56bis, § 2, alinéa 4, et 58, alinéa 1 er | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 27 maart 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 april 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Neufchâteau, de volgen « Schenden de artikelen 56bis, § 1, 56bis, § 2, vierde lid, en 58, eerste lid, van de Alg(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 27 mars 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de | januari 1989 Bij arrest van 27 maart 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| la Cour le 4 avril 2019, la Cour du travail de Liège, division | Hof is ingekomen op 4 april 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, |
| Neufchâteau, a posé la question préjudicielle suivante : | afdeling Neufchâteau, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 56bis, § 1er, 56bis, § 2, alinéa 4, et 58, alinéa 1er, | « Schenden de artikelen 56bis, § 1, 56bis, § 2, vierde lid, en 58, |
| de la loi générale du 19 décembre 1939 relative aux allocations | eerste lid, van de Algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 de |
| familiales violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, lus | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
| conjointement avec les articles 2, 3 et 26.1 de la Convention relative aux droits de l'enfant, - en ce qu'ils excluent du bénéfice de l'allocation familiale majorée au taux prévu à l'article 50bis de cette loi l'enfant qui a été abandonné par ses deux parents dès sa naissance, alors que l'enfant dont un parent est décédé peut en bénéficier ? - en ce qu'ils excluent du bénéfice de l'allocation familiale majorée au taux prévu à l'article 50bis de cette loi l'enfant qui a été abandonné par ses deux parents dès sa naissance, alors que l'enfant dont un parent est déclaré absent conformément aux dispositions du Code civil peut en bénéficier ? - en ce que la situation d'abandon n'est prise en compte que lorsqu'elle affecte un enfant orphelin abandonné par son auteur survivant, alors qu'un enfant abandonné par ses deux parents subit | artikelen 2, 3 en 26, lid 1, van het Verdrag inzake de rechten van het kind, - in zoverre zij een kind dat vanaf zijn geboorte door zijn beide ouders is verlaten uitsluiten van het voordeel van de verhoogde kinderbijslag tegen het bedrag bepaald in artikel 50bis van die wet, terwijl een kind van wie één ouder overleden is dat voordeel wel kan genieten ? - in zoverre zij een kind dat vanaf zijn geboorte door zijn beide ouders is verlaten uitsluiten van het voordeel van de verhoogde kinderbijslag tegen het bedrag bepaald in artikel 50bis van die wet, terwijl een kind van wie één ouder afwezig is verklaard overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek dat voordeel wel kan genieten ? - in zoverre de verlating enkel in aanmerking wordt genomen wanneer zij een weeskind treft dat door zijn overlevende ouder is verlaten, terwijl zij even moeilijk te verduren is voor een kind dat door zijn |
| tout aussi durement la situation d'abandon ? ». | beide ouders is verlaten ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 7156 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 7156 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |