← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 16 avril 2018
en cause de la SA « Middlegate Europe » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe
de la Cour le 11 mai 2018, la Cour de cassation «
Les articles 1 er et 2 de la loi du 8 juin 1972 organisant le travail portuaire violent(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 16 avril 2018 en cause de la SA « Middlegate Europe » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 mai 2018, la Cour de cassation « Les articles 1 er et 2 de la loi du 8 juin 1972 organisant le travail portuaire violent(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 16 april 2018 in zake de nv « Middlegate Europe » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 mei 2018, h « Schenden de artikelen 1 en 2 van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid de artikelen 1(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 16 avril 2018 en cause de la SA « Middlegate Europe » | januari 1989 Bij arrest van 16 april 2018 in zake de nv « Middlegate Europe » tegen |
| contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| Cour le 11 mai 2018, la Cour de cassation a posé la question | ingekomen op 11 mei 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende |
| préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 1er et 2 de la loi du 8 juin 1972 organisant le travail | « Schenden de artikelen 1 en 2 van de wet van 8 juni 1972 betreffende |
| portuaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 23, alinéa 2, de la Constitution et avec la liberté de commerce et d'industrie, en ce qu'ils ne limitent pas au chargement et déchargement de navires l'obligation imposée aux personnes, organismes ou entreprises qui déploient des activités dans une zone portuaire de faire appel à cette fin à des ouvriers portuaires reconnus, mais imposent également cette obligation pour des opérations qui peuvent être effectuées également en dehors des zones portuaires ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 6924 du rôle de la Cour. Le greffier, | de havenarbeid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met artikel 23, tweede lid, van de Grondwet en de vrijheid van handel en nijverheid, in zoverre zij de verplichting voor de personen, instellingen of ondernemingen die in een havengebied activiteiten ontplooien, om hiervoor een beroep te doen op erkende havenarbeiders, niet beperken tot het laden en lossen van schepen, maar die verplichting ook opleggen voor handelingen die ook buiten de havengebieden kunnen worden verricht ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6924 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |