← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 22 février
2018 en cause de respectivement Maria Mattheussen et Marc Bolckmans, d'August Verstraelen et Marc Verstraelen
et de Luc Jansen contre le Comité de rememb «
Les articles 23 et 43 de la loi du 22 juillet 1970 relative au remembrement légal violent-ils les(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 22 février 2018 en cause de respectivement Maria Mattheussen et Marc Bolckmans, d'August Verstraelen et Marc Verstraelen et de Luc Jansen contre le Comité de rememb « Les articles 23 et 43 de la loi du 22 juillet 1970 relative au remembrement légal violent-ils les(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 februari 2018 in zake respectievelijk Maria Mattheussen en Marc Bolckmans, August Verstraelen en Marc Verstraelen en Luc Jansen tegen het Ruilverkav « Schenden de artikelen 23 en 43 van de Ruilverkavelingswet van 22 juli 1970 de artikelen 10 en 11 (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
| Par arrêt du 22 février 2018 en cause de respectivement Maria | Bij arrest van 22 februari 2018 in zake respectievelijk Maria |
| Mattheussen et Marc Bolckmans, d'August Verstraelen et Marc | Mattheussen en Marc Bolckmans, August Verstraelen en Marc Verstraelen |
| Verstraelen et de Luc Jansen contre le Comité de remembrement | en Luc Jansen tegen het Ruilverkavelingscomité Zondereigen, waarvan de |
| Zondereigen, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 maart 2018, heeft |
| mars 2018, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle | het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| suivante : « Les articles 23 et 43 de la loi du 22 juillet 1970 relative au | « Schenden de artikelen 23 en 43 van de Ruilverkavelingswet van 22 |
| remembrement légal violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée, dans la mesure où l'article 23, alinéa 12, doit être lu en ce sens qu'il exclut qu'un intéressé introduise un recours en cassation contre un jugement rendu en dernier ressort par le juge de paix sur la base des articles 23 ou 43 précités, établissant une distinction par rapport à la possibilité dont dispose toute partie intéressée à un jugement ou arrêt en vertu du droit commun d'introduire un recours en cassation contre une décision rendue en dernier ressort ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 6878 du rôle de la Cour. Le greffier, | juli 1970 de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet voor zover artikel 23, twaalfde lid zo moet gelezen worden dat het een cassatieberoep door elke belanghebbende uitsluit tegen een vonnis in laatste aanleg van de vrederechter op grond van voormeld artikel 23 of 43, waardoor een onderscheid wordt gemaakt met de mogelijkheid die elke belanghebbende partij bij een vonnis of arrest volgens het gemeen recht heeft om cassatieberoep in te stellen tegen een in laatste aanleg gewezen beslissing ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6878 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |