← Retour vers "Etrait de l'arrêt n° 57/2015 du 7 mai 2015 Numéro du rôle : 5904 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 56, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité
des entreprises, tel qu'il a été modifié par l'arti La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et
A. Alen, et des juges E. De G(...)"
Etrait de l'arrêt n° 57/2015 du 7 mai 2015 Numéro du rôle : 5904 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 56, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises, tel qu'il a été modifié par l'arti La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De G(...) | Uittreksel uit arrest nr. 57/2015 van 7 mei 2015 Rolnummer : 5904 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, zoals gewijzigd bij artikel 30 van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Etrait de l'arrêt n° 57/2015 du 7 mai 2015 | Uittreksel uit arrest nr. 57/2015 van 7 mei 2015 |
Numéro du rôle : 5904 | Rolnummer : 5904 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 56, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van de |
2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des | wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de |
entreprises, tel qu'il a été modifié par l'article 30 de la loi du 27 | ondernemingen, zoals gewijzigd bij artikel 30 van de wet van 27 mei |
mai 2013, posée par la Cour d'appel de Mons. | 2013, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, | Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 13 mai 2014 en cause de la SA « Record Bank » contre la | Bij arrest van 13 mei 2014 in zake de nv « Record Bank » tegen de nv « |
SA « Soc Entretien Transform Immo » (« S.E.T.I. »), en présence de la | Soc Entretien Transform Immo » (« S.E.T.I. »), in aanwezigheid van de |
SA « BNP Paribas Fortis », dont l'expédition est parvenue au greffe de | nv « BNP Paribas Fortis », waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour le 20 mai 2014, la Cour d'appel de Mons a posé la question | Hof is ingekomen op 20 mei 2014, heeft het Hof van Beroep te Bergen de |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 56, alinéa 2, de la loi [du 31 janvier 2009] relative à la | « Is artikel 56, tweede lid, van de wet [van 31 januari 2009] |
betreffende de continuïteit van de ondernemingen in overeenstemming | |
continuité des entreprises est-il conforme aux articles 10 et 11 de la | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt : |
Constitution en ce qu'il prévoit : | |
- d'une part, que l'appel (...) est dirigé contre le débiteur seul, en | - enerzijds, dat het hoger beroep (...) enkel wordt gericht tegen de |
cas d'homologation alors qu'il doit être dirigé contre toutes les | schuldenaar, als de homologatie is toegekend, terwijl het moet worden |
parties qui sont intervenues au cours de la procédure de | gericht tegen alle partijen die tijdens de procedure in het geding bij |
réorganisation par voie de requête, en cas de rejet d'homologation; | verzoekschrift zijn tussengekomen, als de homologatie is verworpen; |
- d'autre part, que l'appel (...) est dirigé contre le débiteur seul, | - anderzijds, dat het hoger beroep (...) enkel wordt gericht tegen de |
en cas d'homologation alors que l'article 1053 du Code judiciaire | schuldenaar, als de homologatie is toegekend, terwijl artikel 1053 van |
dispose que lorsque le litige est indivisible, l'appel doit être | het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat wanneer het geschil onsplitsbaar |
dirigé contre toutes les parties dont l'intérêt est opposé à celui de | is, hoger beroep moet worden gericht tegen alle partijen wier belang |
l'appelant et que celui-ci doit, en outre, dans les délais ordinaires | in strijd is met dat van de eiser in hoger beroep, en dat deze |
de l'appel et au plus tard avant la clôture des débats, mettre à la | bovendien de andere niet in het beroep komende, niet in beroep |
cause les autres parties non appelantes ni déjà intimées ou appelées ? | gedagvaarde of niet opgeroepen partijen binnen de gewone termijnen van |
hoger beroep en ten laatste vóór de sluiting van de debatten in de | |
». | zaak moet betrekken ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Avant sa modification par l'article 30 de la loi du 27 mai 2013 « modifiant diverses législations en matière de continuité des entreprises », l'article 56 de la loi du 31 janvier 2009 « relative à la continuité des entreprises » disposait : « Le jugement statuant sur la demande d'homologation n'est pas susceptible d'opposition. L'appel en est formé par requête déposée au greffe de la cour d'appel dans les huit jours de la notification du jugement et est dirigé contre le débiteur ou contre les créanciers, selon le cas. Le greffier de la cour d'appel notifie la requête sous pli judiciaire aux parties intimées et, le cas échéant, à leur avocat, au plus tard le premier jour ouvrable qui suit son dépôt. Si le jugement refuse l'homologation, l'appel est suspensif ». Au cours des travaux préparatoires, cette disposition fut justifiée de | B.1.1. Vóór de wijziging ervan bij artikel 30 van de wet van 27 mei 2013 « tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen », bepaalde artikel 56 van de wet van 31 januari 2009 « betreffende de continuïteit van de ondernemingen » : « Tegen het vonnis dat oordeelt over de homologatie staat geen verzet open. Het hoger beroep ertegen wordt ingesteld bij verzoekschrift, neergelegd op de griffie van het hof van beroep, binnen acht dagen na de kennisgeving van het vonnis, en wordt gericht tegen de schuldenaar of tegen de schuldeisers, naar gelang van het geval. De griffier van het hof van beroep geeft bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift aan de geïntimeerden en, in voorkomend geval, aan hun advocaat, uiterlijk op de eerste werkdag na de neerlegging ervan. Als het vonnis de homologatie verwerpt, schort het hoger beroep de uitspraak op ». Tijdens de parlementaire voorbereiding werd die bepaling als volgt |
la manière suivante : | verantwoord : |
« Une procédure d'appel ordinaire eut été en fait impossible: les | « Een gewone beroepsprocedure was de facto onmogelijk, aangezien de |
délais usuels, tant pour interjeter appel que pour le déroulement de la procédure en degré d'appel, sont inconciliables avec la nature urgente de la réorganisation. Si l'homologation est refusée, le débiteur ou les créanciers pourront interjeter appel dans les huit jours de la parution du jugement au Moniteur belge. La voie de l'opposition est exclue. Si le débiteur, malgré sa demande d'homologation, n'a pas comparu devant le tribunal, il ne pourra pas faire opposition. Quant aux créanciers auxquels la date d'audience a été communiquée et qui n'ont pas comparu, ils ne pourront non plus faire opposition. L'appel est suspensif, si le tribunal refuse l'homologation, ce qui signifie en pratique que la période de sursis se prolonge » (Doc. parl., Chambre, 2007, DOC 52-0160/001, p. 31). | gebruikelijke termijnen zowel om hoger beroep in te stellen als voor het verloop van de procedure in hoger beroep onverenigbaar zijn met de dringende aard van de reorganisatie. Ingeval de homologatie wordt verworpen, kunnen de schuldenaar of de schuldeisers hoger beroep instellen binnen acht dagen na de bekendmaking van het vonnis in het Belgisch Staatsblad. Verzet is uitgesloten. Zo de schuldenaar ondanks zijn homologatievordering niet voor de rechtbank is verschenen, kan hij geen verzet doen. De schuldeisers aan wie de zittingsdatum werd meegedeeld en die niet zijn verschenen, kunnen evenmin verzet doen. Het hoger beroep schort de uitspraak op ingeval de rechtbank de homologatie verwerpt, wat in de praktijk betekent dat de periode van opschorting langer duurt » (Parl. St., Kamer, 2007, DOC 52-0160/001, p. 31). |
B.1.2. L'article 5, alinéa 2, de la même loi dispose : | B.1.2. Artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet bepaalt : |
« Sauf dispositions contraires, les décisions du tribunal sont | « Behoudens andersluidende bepalingen kunnen tegen de beslissingen van |
susceptibles de recours selon les modalités et dans les délais prévus | de rechtbank rechtsmiddelen worden aangewend volgens de in het |
par le Code judiciaire ». | Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven regels en termijnen ». |
B.1.3. L'article 1053 du Code judiciaire dispose : « Lorsque le litige est indivisible, l'appel doit être dirigé contre toutes les parties dont l'intérêt est opposé à celui de l'appelant. Ce dernier doit, en outre, dans les délais ordinaires de l'appel et au plus tard avant la clôture des débats, mettre en cause les autres parties non appelantes ni déjà intimées ou appelées. En cas d'inobservation des règles énoncées au présent article, l'appel ne sera pas admis. La décision est opposable à toutes les parties en cause ». B.1.4. La Cour de cassation a jugé que l'article 56, alinéa 2, de la loi en cause, avant qu'il soit modifié par la loi du 27 mai 2013, ne dérogeait pas à l'article 1053 du Code judiciaire : | B.1.3. Artikel 1053 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : « Wanneer het geschil onsplitsbaar is, moet hoger beroep gericht worden tegen alle partijen wier belang in strijd is met dat van de eiser in hoger beroep. Deze moet bovendien de andere niet in beroep komende, niet in beroep gedagvaarde of niet opgeroepen partijen binnen de gewone termijnen van hoger beroep en ten laatste voor de sluiting van de debatten in de zaak betrekken. Bij niet-inachtneming van de in dit artikel gestelde regels wordt het hoger beroep niet toegelaten. De beslissing kan worden tegengeworpen aan alle in de zaak betrokken partijen ». B.1.4. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat artikel 56, tweede lid, van de in het geding zijnde wet, voordat het werd gewijzigd bij de wet van 27 mei 2013, niet afweek van artikel 1053 van het Gerechtelijk Wetboek : |
« lorsque l'appel d'un [...] jugement [statuant sur la demande | « Wanneer het hoger beroep tegen een [...] vonnis [dat uitspraak doet |
over de vordering tot homologatie] wordt ingesteld door een andere | |
d'homologation] est interjeté par une partie autre que le débiteur, | partij dan de schuldenaar, [moet] de eiser in hoger beroep zijn hoger |
l'appelant doit diriger son appel contre toutes les parties dont | beroep [...] richten tegen alle partijen wier belang strijdig is met |
l'intérêt est opposé au sien et doit, en outre, mettre à la cause les | het zijne en [moet hij] bovendien de andere niet in het beroep |
komende, niet in beroep gedagvaarde of niet-opgeroepen partijen in de | |
autres parties non appelantes ni déjà intimées ou appelées » (Cass., 8 | zaak [...] betrekken » (Cass., 8 november 2012, Arr. Cass., 2012, nr. |
novembre 2012, Pas., 2012, n° 603). B.2.1. Tel qu'il a été modifié par l'article 30 de la loi du 27 mai 2013 précité, l'article 56 de la loi en cause dispose désormais : « Le jugement statuant sur la demande d'homologation n'est pas susceptible d'opposition. L'appel en est formé par requête déposée au greffe de la cour d'appel dans les quinze jours de la notification du jugement et est dirigé contre le débiteur seul, en cas d'homologation, ou contre les parties qui sont intervenues au cours de la procédure de réorganisation par voie de requête, en cas de rejet de l'homologation. Les parties à l'appel peuvent appeler les autres parties en intervention. L'appel peut être interjeté même avant la publication du jugement concernant | 603). B.2.1. Zoals het werd gewijzigd bij het voormelde artikel 30 van de wet van 27 mei 2013, bepaalt artikel 56 van de in het geding zijnde wet voortaan : « Tegen het vonnis dat oordeelt over de homologatie staat geen verzet open. Het hoger beroep ertegen wordt ingesteld bij verzoekschrift dat op de griffie van het hof van beroep wordt neergelegd binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het vonnis, en wordt enkel gericht tegen de schuldenaar, als de homologatie is toegekend, of gericht tegen de partijen die tijdens de procedure in het geding bij verzoekschrift zijn tussengekomen, als de homologatie is verworpen. De partijen in hoger beroep kunnen de overige partijen in tussenkomst oproepen. Hoger beroep kan worden ingesteld zelfs voor de bekendmaking van de beslissing over de homologatie. Het hof van beroep doet bij hoogdringendheid uitspraak over het hoger beroep. De griffier van het |
l'homologation. La cour d'appel statue d'urgence sur l'appel. Le | hof van beroep geeft bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift |
greffier de la cour d'appel notifie la requête sous pli judiciaire aux | aan de geïntimeerden en, in voorkomend geval, aan hun advocaat, |
parties intimées et, le cas échéant, à leur avocat, au plus tard le | uiterlijk op de eerste werkdag na de neerlegging ervan. |
premier jour ouvrable qui suit son dépôt. | Als het vonnis de homologatie verwerpt, schort het hoger beroep de |
Si le jugement refuse l'homologation, l'appel est suspensif ». | uitspraak op ». |
B.2.2. Cette modification fut justifiée de la manière suivante : | B.2.2. Die wijziging werd als volgt verantwoord : |
« Le projet de loi propose quelques améliorations techniques qui | « Het wetsontwerp [stelt] enkele technische verbeteringen voor die |
peuvent obvier à des controverses, notamment d'ordre procédural. | discussiepunten kunnen vermijden, onder meer op procedureel vlak. |
[...] | [...] |
Dans le cas de réorganisations impliquant un grand nombre de | Bij reorganisaties met een groot aantal schuldeisers is het bijzonder |
créanciers, il est particulièrement complexe d'associer tous les | omslachtig om alle schuldeisers te betrekken bij een hoger beroep. Het |
créanciers à un appel. Il était nécessaire de préciser comment l'appel | was nodig te preciseren hoe het hoger beroep moest worden opgesteld. |
doit être formé. Dans son appréciation, la cour d'appel pourra en tout | Het hof van beroep zal in elk geval bij zijn beoordeling rekening |
cas tenir compte de toutes les créances concernées qui se trouveront | kunnen houden met alle betrokken vorderingen die in het dossier van |
dans le dossier de la réorganisation judiciaire. | gerechtelijke reorganisatie zullen voorkomen. |
Il suffira de former l'appel contre les créanciers qui sont | Het volstaat het hoger beroep in te stellen tegen de schuldeisers die |
formellement partie pour être intervenus au cours de la procédure | formeel partij zijn doordat zij in de loop van de rechtspleging |
selon les modalités prévues dans la loi » (Doc. parl., Chambre, | volgens de in deze wet bepaalde vormen zijn tussengekomen » (Parl. |
2012-2013, DOC 53-2692/001, pp. 8 et 26). | St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2692/001, pp. 8 en 26). |
B.3.1. La Cour est interrogée sur la différence de traitement entre le | B.3.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over het verschil in |
créancier, qui peut former appel d'un jugement homologuant un plan de | behandeling tussen de schuldeiser, die enkel tegen de schuldenaar een |
réorganisation judiciaire par accord collectif contre le seul | hoger beroep kan instellen betreffende een vonnis dat een plan van |
débiteur, et, d'une part, la partie qui interjette appel d'un jugement | gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord homologeert |
en, enerzijds, de partij die hoger beroep instelt tegen een vonnis | |
refusant d'homologuer ledit plan et qui doit diriger son appel contre | waarbij wordt geweigerd het genoemde plan te homologeren en die zijn |
toutes les parties étant intervenues au cours de la procédure de | hoger beroep moet instellen tegen alle partijen die tijdens de |
réorganisation par voie de requête (première branche de la question) | reorganisatieprocedure bij verzoekschrift zijn tussengekomen (eerste |
ainsi que, d'autre part, l'appelant qui, dans le cadre d'un litige | onderdeel van de vraag) alsook, anderzijds, de appellant die, in het |
indivisible, doit, en vertu de l'article 1053 du Code judiciaire, | kader van een onsplitsbaar geschil, krachtens artikel 1053 van het |
diriger son appel contre toutes les parties dont l'intérêt est opposé | Gerechtelijk Wetboek zijn hoger beroep moet instellen tegen alle |
partijen wier belang strijdig is met het zijne en de andere niet in | |
au sien et mettre à la cause les autres parties non appelantes ni déjà | het beroep komende, niet in beroep gedagvaarde of niet-opgeroepen |
intimées ou appelées (seconde branche de la question). | partijen in de zaak moet betrekken (tweede onderdeel van de vraag). |
B.3.2. Le juge a quo part de la prémisse qu'un litige relatif à | B.3.2. De verwijzende rechter gaat uit van de premisse dat een geschil |
l'homologation d'un plan de réorganisation judiciaire est un litige | over de homologatie van een plan van gerechtelijke reorganisatie een |
indivisible au sens de l'article 31 du Code judiciaire. Il s'appuie à | onsplitsbaar geschil is in de zin van artikel 31 van het Gerechtelijk |
Wetboek. Hij baseert zich in dat verband op het voormelde arrest van | |
cet égard sur l'arrêt de la Cour de cassation du 8 novembre 2012 | het Hof van Cassatie van 8 november 2012 waarbij het onsplitsbare |
précité constatant le caractère indivisible du jugement homologuant un | karakter van een vonnis dat een plan van gerechtelijke reorganisatie |
plan de réorganisation judiciaire par accord collectif. | door een collectief akkoord homologeert, wordt vastgesteld. |
C'est dans cette interprétation que la Cour répond à la question | Het is in die interpretatie dat het Hof de prejudiciële vraag |
préjudicielle. | beantwoordt. |
Quant à la première branche de la question préjudicielle | Wat het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag betreft |
B.4. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, les | B.4. In tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad betoogt, bevinden de |
catégories de personnes visées par le juge a quo se trouvent dans des | door de verwijzende rechter beoogde categorieën van personen zich in |
situations comparables. | een vergelijkbare situatie. |
Elles sont en effet toutes parties à une même procédure de | Zij zijn immers elk partij bij eenzelfde procedure van gerechtelijke |
réorganisation judiciaire par accord collectif. De surcroît, tant le | reorganisatie door een collectief akkoord. Bovendien kan zowel de |
débiteur qu'un créancier ayant voté en faveur du plan de réorganisation judiciaire peut former appel du jugement refusant son homologation. La première branche de la question préjudicielle n'oppose dès lors pas nécessairement, contrairement à ce qu'affirme le Conseil des ministres, le débiteur, d'une part, qui seul serait en mesure de former appel d'un jugement refusant l'homologation du plan de réorganisation judiciaire le concernant, et ses créanciers, d'autre part, qui ne pourraient interjeter appel que du jugement homologuant ledit plan. Il convient de relever, en outre, que lorsque l'accès à un juge est entravé pour une catégorie de personnes, cette catégorie de personnes peut être comparée à toute catégorie de personnes pour laquelle l'accès à un juge n'est pas entravé. | schuldenaar als een schuldeiser die voor het plan van gerechtelijke reorganisatie heeft gestemd, hoger beroep instellen tegen het vonnis dat de homologatie ervan verwerpt. Het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag stelt bijgevolg niet noodzakelijk, in tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad betoogt, de schuldenaar, enerzijds, die als enige in staat zou zijn om hoger beroep in te stellen tegen een vonnis dat de homologatie verwerpt van het plan van gerechtelijke reorganisatie dat op hem betrekking heeft, en zijn schuldeisers, anderzijds, die enkel hoger beroep zouden kunnen instellen tegen een vonnis dat het genoemde plan homologeert, tegenover elkaar. Bovendien dient erop te worden gewezen dat, wanneer de toegang tot een rechter voor een categorie van personen wordt belemmerd, die categorie van personen kan worden vergeleken met elke categorie van personen |
B.5.1. La procédure de réorganisation judiciaire prévue par la loi du | waarvoor de toegang tot een rechter niet wordt belemmerd. |
31 janvier 2009 a pour but de préserver, sous le contrôle du juge, la | B.5.1. De bij de wet van 31 januari 2009 vastgelegde procedure van |
gerechtelijke reorganisatie strekt tot het behouden, onder toezicht | |
continuité de tout ou partie de l'entreprise en difficulté ou de ses | van de rechter, van de continuïteit van het geheel of een gedeelte van |
activités. | de onderneming in moeilijkheden of van haar activiteiten. |
B.5.2. Le législateur a entendu, par cette procédure, élargir la | B.5.2. De wetgever heeft met die procedure de draagwijdte willen |
portée de la réglementation relative au concordat judiciaire qu'elle | verruimen van de regelgeving op het gerechtelijk akkoord, die zij |
remplace (Doc. parl., Chambre, S.E. 2007, DOC 52-0160/002, pp. 39 et | vervangt (Parl. St., Kamer, B.Z. 2007, DOC 52-0160/002, pp. 39 en 82). |
82). Il a tenté de concilier l'objectif de préserver la continuité de | Hij heeft getracht het doel van behoud van de continuïteit van de |
l'entreprise avec celui de sauvegarder les droits des créanciers : | onderneming te verzoenen met dat van vrijwaring van de rechten van de |
schuldeisers : | |
« [La matière relative aux conséquences de la réorganisation | « [De materie met betrekking tot de gevolgen van de gerechtelijke |
judiciaire] est l'une des plus difficiles qui soient, parce qu'une | reorganisatie] is een van de moeilijkste die er bestaat omdat een |
législation sur l'insolvabilité doit tenir compte d'intérêts très | insolventiewetgeving rekening moet houden met zeer uiteenlopende |
divergents : les intérêts des créanciers qui souhaitent être payés le | belangen : de belangen van de schuldeisers die wensen betaald te |
plus vite possible, et la nécessité de donner une chance à la | worden op zo kort mogelijke tijd en de nood om de reorganisatie een |
réorganisation (y compris une réorganisation par transfert | kans te geven (met inbegrip van een reorganisatie door overdracht van |
d'entreprise). La règle est que la continuité de l'entreprise et des | de onderneming). De regel is dat de continuïteit en van de onderneming |
contrats est conservée, mais il va de soi que le maintien des droits | en van de contracten behouden blijft, maar het is vanzelfsprekend dat |
sera menacé pendant une période de difficultés financières importantes | in een periode van acute betaalmoeilijkheden de handhaving van de |
» (ibid., DOC 52-0160/005, p. 10). | rechten bedreigd wordt » (ibid., DOC 52-0160/005, p. 10). |
B.5.3. Avant l'entrée en vigueur de la loi du 27 mai 2013 précitée, la | B.5.3. Vóór de inwerkingtreding van de voormelde wet van 27 mei 2013, |
Cour de cassation avait jugé : | had het Hof van Cassatie geoordeeld : |
« Tout intéressé qui est intervenu dans la procédure de réorganisation | « Een belanghebbende die tijdens de procedure van gerechtelijke |
judiciaire conformément aux articles 812 à 814 du Code judiciaire a la | reorganisatie is tussengekomen overeenkomstig de artikelen 812 tot 814 |
qualité de partie pour toute la durée de cette procédure, nonobstant | Gerechtelijk Wetboek, heeft voor de gehele duur van deze procedure en |
la modification du but de celle-ci et peut, en règle, exercer tout | ongeacht een wijziging van het doel van die procedure, de hoedanigheid |
recours contre les décisions du tribunal en se conformant aux règles | van partij en vermag in de regel tegen de beslissingen van de |
rechtbank de rechtsmiddelen aan te wenden volgens de in het | |
et délais prescrits par le Code judiciaire » (Cass., 31 mai 2012, | Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven regels en termijnen » (Cass., 31 |
Pas., 2012, n° 350; dans le même sens, voy. Cass., 15 avril 2013, | mei 2012, Arr. Cass., 2012, nr. 350; in dezelfde zin, zie Cass., 15 |
S.12.0027.N). | april 2013, S.12.0027.N). |
L'exposé des motifs de la loi du 27 mai 2013 précitée souligne : | De memorie van toelichting van de voormelde wet van 27 mei 2013 |
« L'intervention volontaire doit être faite par requête et est dès | benadrukt : « De vrijwillige tussenkomst moet worden gedaan per verzoekschrift en |
lors soumise à des formalités précises. La jurisprudence de la Cour de | aldus aan preciese vormvereisten is onderworpen. De rechtspraak van |
cassation assimile des conclusions prises en cours de procédure à une | het Hof van Cassatie stelt de conclusies genomen tijdens de procedure |
requête: le projet de loi exige par contre une requête formelle pour | gelijk met een verzoekschrift: het ontwerp van wet vereist daarentegen |
que soit identifié avec certitude qui est partie à la procédure. Cela | een formeel verzoekschrift opdat met zekerheid zou kunnen worden |
sera important pour déterminer qui peut exercer quel recours et selon | vastgesteld wie partij is bij de procedure. Dit zal belangrijk zijn om |
quelles modalités, notamment contre le jugement qui homologue une | te bepalen wie een rechtsmiddel kan aanwenden en op welke wijze, onder |
réorganisation. Dès qu'une partie est intervenue, elle conserve la | meer tegen het vonnis dat een reorganisatieplan homologeert. Eens een |
qualité de partie pour l'ensemble de la procédure qui s'ensuit : cela | partij is tussengekomen, blijft zij de hoedanigheid bewaren van partij |
résulte de la nature spécifique de la réorganisation judiciaire, | voor de gehele volgende procedure: dit volgt uit de specifieke aard |
laquelle constitue une seule procédure qui prend cours avec la requête | van de gerechtelijke reorganisatie die één enkele procedure vormt die |
et prend fin par la décision du tribunal de clôturer la procédure | aanvangt met het verzoekschrift en eindigt met de beslissing van de |
(Cassation 31 mai 2012, C.11 0785.N) » (Doc. parl., Chambre, | rechtbank tot sluiting van de procedure (Cassatie 31 mei 2012, C.11 |
2012-2013, DOC 53-2692/001, p. 10). | 0785.N) » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2692/001, p. 10). |
B.6. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.2.2 que la | B.6. Uit de in B.2.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat |
disposition en cause a été adoptée afin de clarifier les conditions de | de in het geding zijnde bepaling werd aangenomen om de |
ontvankelijkheidsvoorwaarden van het hoger beroep te verduidelijken en | |
recevabilité de l'appel et de faciliter l'exercice du droit d'appel | de uitoefening van het recht op hoger beroep van de schuldeisers van |
des créanciers du débiteur ayant obtenu l'homologation de son plan de réorganisation judiciaire. B.7. Il serait en principe contraire à l'égalité des justiciables, parties dans une même procédure portée devant un même juge, de ne pas pouvoir bénéficier des mêmes garanties. Compte tenu de la nature indivisible du litige, il y a lieu de veiller à ce que l'exercice d'une voie de recours, comme l'appel, n'aboutisse pas à faire coexister des décisions de justice coulées en force de chose jugée et inconciliables, ce qui mettrait à mal les principes d'autorité de chose jugée et de sécurité juridique. En effet, l'indivisibilité d'un litige suppose que l'ensemble des parties à la cause devant le premier juge soient appelées devant le juge d'appel afin d'éviter qu'il soit matériellement impossible d'exécuter la nouvelle décision. B.8.1. La disposition en cause ne contraint le créancier qui interjette appel du jugement homologuant le plan de réorganisation judiciaire qu'à diriger son appel contre le débiteur, sans exiger qu'il mette à la cause les autres parties étant intervenues devant le tribunal de commerce. Le législateur se limite à permettre aux parties appelantes et intimées d'appeler ces autres parties en intervention. En n'exigeant de mettre à la cause toutes les parties étant intervenues devant le tribunal de commerce que lorsque l'appel est dirigé contre le rejet de l'homologation, le législateur a permis que le jugement homologuant le plan de réorganisation judiciaire soit passé en force de chose jugée à l'égard de certains créanciers alors même que ce jugement fait l'objet d'un appel introduit par un autre créancier, lequel n'est tenu de diriger son appel que contre le débiteur. Il s'ensuit que l'exercice par certains créanciers de leur droit d'appel risque d'aboutir à la coexistence de décisions matériellement inconciliables à propos d'un même litige indivisible, les créanciers, parties à la cause devant le tribunal de commerce, pouvant ne pas tous être liés par l'autorité de chose jugée de l'arrêt | een schuldenaar die de homologatie van zijn plan van gerechtelijke reorganisatie heeft verkregen, te vergemakkelijken. B.7. Het zou in beginsel in strijd zijn met de gelijkheid van de rechtzoekenden, partijen in eenzelfde procedure die voor eenzelfde rechter is gebracht, dat zij niet dezelfde waarborgen kunnen genieten. Rekening houdend met het onsplitsbare karakter van het geschil, dient erop te worden toegezien dat het aanwenden van een rechtsmiddel, zoals een hoger beroep, niet leidt tot het gelijktijdig bestaan van in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen die onverenigbaar zijn, wat afbreuk zou doen aan de beginselen van gezag van gewijsde en van rechtszekerheid. De onsplitsbaarheid van een geschil veronderstelt immers dat alle partijen in het geding voor de eerste rechter worden opgeroepen voor de rechter in hoger beroep, om te vermijden dat het materieel onmogelijk is om de nieuwe beslissing ten uitvoer te leggen. B.8.1. De in het geding zijnde bepaling verplicht de schuldeiser die hoger beroep instelt tegen het vonnis waarbij het plan van gerechtelijke reorganisatie wordt gehomologeerd enkel zijn hoger beroep tegen de schuldenaar te richten, zonder te eisen dat hij de andere partijen die voor de rechtbank van koophandel zijn tussengekomen in de zaak betrekt. De wetgever beperkt zich ertoe de appellanten en de geïntimeerde partijen de mogelijkheid te bieden om die overige partijen in tussenkomst op te roepen. Door, enkel wanneer het hoger beroep gericht is tegen een verwerping van de homologatie, te eisen dat alle partijen die voor de rechtbank van koophandel zijn tussengekomen in de zaak worden betrokken, heeft de wetgever het mogelijk gemaakt dat het vonnis waarbij het plan van gerechtelijke reorganisatie wordt gehomologeerd in kracht van gewijsde gaat ten aanzien van bepaalde schuldeisers, zelfs al maakt dat vonnis het voorwerp uit van een hoger beroep dat door een andere schuldeiser is ingesteld, die zijn hoger beroep enkel tegen de schuldenaar moet richten. Daaruit volgt dat de uitoefening, door bepaalde schuldeisers, van hun recht van hoger beroep zou kunnen leiden tot het gelijktijdig bestaan van materieel onverenigbare beslissingen betreffende eenzelfde onsplitsbaar geschil, doordat de schuldeisers die partij zijn in de zaak voor de rechtbank van koophandel, mogelijk niet allemaal gebonden zijn door het gezag van gewijsde van het arrest dat door het hof van |
qui sera rendu par la cour d'appel. | beroep zal worden gewezen. |
B.8.2. Une telle différence de traitement, qui met en péril les | B.8.2. Zulk een verschil in behandeling, dat de beginselen van gezag |
van gewijsde en van rechtszekerheid in gevaar brengt, kan | |
principes d'autorité de chose jugée et de sécurité juridique, ne peut | redelijkerwijs niet enkel worden verantwoord door de wil om de |
être raisonnablement justifiée par la seule volonté de clarifier les | ontvankelijkheidsvoorwaarden van het hoger beroep te verduidelijken en |
conditions de recevabilité de l'appel et de faciliter l'accès au juge | de toegang tot de rechter in hoger beroep te vergemakkelijken voor de |
d'appel dans le chef des créanciers désireux de contester le jugement | schuldeisers die het vonnis dat het plan van gerechtelijke |
homologuant le plan de réorganisation judiciaire par accord collectif. | reorganisatie door een collectief akkoord homologeert, willen |
En effet, l'obligation de mettre à la cause devant la cour d'appel | betwisten. De verplichting om alle andere partijen die voor de |
l'ensemble des autres parties étant intervenues devant le tribunal de commerce n'emporte pas de difficultés considérables pour le créancier appelant dès lors que ces parties lui sont connues et que le délai d'appel n'est pas à ce point court qu'il rendrait exagérément difficile ou impossible l'utilisation de cette voie de recours. B.8.3. De surcroît, et contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, la différence de traitement en cause ne peut pas davantage être raisonnablement justifiée par la circonstance que l'appel n'a d'effet suspensif que lorsqu'il est dirigé contre un jugement rejetant l'homologation, ni par le fait que les créanciers du débiteur concerné par la procédure de réorganisation judiciaire peuvent être impliqués simultanément dans plusieurs autres procédures du même type. B.9.1. L'effet suspensif partiel de l'appel en la matière traduit la spécificité du contentieux de la réorganisation judiciaire par rapport à d'autres contentieux de nature indivisible, mais ne justifie pas, compte tenu de ce qui est exposé en B.8.2, que cette voie de recours soit soumise à des conditions de recevabilité différentes selon qu'elle est exercée contre un jugement homologuant un plan de réorganisation judiciaire ou refusant une telle homologation et qu'elle puisse être exercée sans que toutes les parties intervenues devant le tribunal de commerce soient appelées à la cause. B.9.2. Quant à la circonstance que certains créanciers du débiteur peuvent être parties à plusieurs procédures de réorganisation judiciaire, il convient de souligner, d'une part, que, comme il est dit en B.4, il peut advenir que ces créanciers forment appel d'une décision rejetant l'homologation et soient dès lors soumis aux conditions de recevabilité plus strictes imposées par la disposition | rechtbank van koophandel zijn tussengekomen, in de zaak voor het hof van beroep te betrekken brengt immers geen aanzienlijke moeilijkheden met zich mee voor de schuldeiser-appellant, omdat die partijen hem bekend zijn en de termijn van hoger beroep niet dermate kort is dat hij de aanwending van dat rechtsmiddel buitensporig moeilijk of onmogelijk zou maken. B.8.3. Bovendien, en in tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, kan het in het geding zijnde verschil in behandeling evenmin redelijk worden verantwoord door de omstandigheid dat het hoger beroep de uitspraak enkel opschort wanneer het gericht is tegen een vonnis dat de homologatie verwerpt, noch door het feit dat de schuldeisers van de schuldenaar die in de procedure van gerechtelijke reorganisatie betrokken is, gelijktijdig in verschillende andere soortgelijke procedures verwikkeld kunnen zijn. B.9.1. De gedeeltelijke opschortende werking van het hoger beroep ter zake geeft weer hoe specifiek geschillen inzake gerechtelijke reorganisatie zijn ten opzichte van andere geschillen met een onsplitsbaar karakter, maar rechtvaardigt niet, rekening houdend met hetgeen in B.8.2 is uiteengezet, dat dit rechtsmiddel aan ontvankelijkheidsvoorwaarden wordt onderworpen die verschillend zijn naargelang het wordt aangewend tegen een vonnis dat een plan van gerechtelijke reorganisatie homologeert of zulk een homologatie verwerpt, noch dat het kan worden aangewend zonder dat alle partijen die voor de rechtbank van koophandel zijn tussengekomen, in de zaak worden opgeroepen. B.9.2. Wat betreft de omstandigheid dat bepaalde schuldeisers van de schuldenaar partij kunnen zijn in verschillende procedures van gerechtelijke reorganisatie, dient te worden onderstreept, enerzijds, dat het kan gebeuren, zoals in B.4 is vermeld, dat die schuldeisers hoger beroep instellen tegen een beslissing waarbij de homologatie |
en cause et, d'autre part, que de simples projections hypothétiques, qui ne tiennent compte ni de la nature, ni de l'importance économique des catégories de créanciers susceptibles d'être concernés simultanément par un nombre important de plans de réorganisation judiciaire, ne sauraient constituer une justification raisonnable à la différence de traitement en cause. Enfin, la simple possibilité laissée à la cour d'appel de prendre en compte l'ensemble des créances affectées par le plan de réorganisation judiciaire est impuissante à prévenir ou à réparer l'atteinte portée | wordt verworpen, en bijgevolg onderworpen zijn aan de striktere ontvankelijkheidsvoorwaarden die door de in het geding zijnde bepaling worden opgelegd alsook, anderzijds, dat gewone hypothetische voorspellingen, die geen rekening houden met de aard, noch met het economisch belang van de categorieën van schuldeisers die tegelijkertijd in een groot aantal plannen van gerechtelijke reorganisatie betrokken kunnen zijn, geen redelijke verantwoording voor het in het geding zijnde verschil in behandeling kunnen zijn. Ten slotte kan louter de mogelijkheid, voor het hof van beroep, om alle schuldvorderingen die door het plan van gerechtelijke reorganisatie worden geraakt in aanmerking te nemen, geen bescherming |
aux principes de l'autorité de chose jugée et de sécurité juridique. | bieden tegen de aantasting van de beginselen van gezag van gewijsde en |
rechtszekerheid, noch die aantasting compenseren. | |
B.10. Il s'ensuit qu'en n'imposant pas que la partie qui interjette | B.10. Daaruit volgt dat, doordat hij niet bepaalt dat de partij die |
appel contre le jugement homologuant le plan de réorganisation | hoger beroep instelt tegen het vonnis waarbij het plan van |
gerechtelijke reorganisatie wordt gehomologeerd, alle partijen die | |
judiciaire mette à la cause toutes les parties intervenues devant le | zijn tussengekomen voor de rechtbank van koophandel in de zaak moet |
tribunal de commerce alors même que ce litige est indivisible, la | betrekken, terwijl dat geschil onsplitsbaar is, de in het geding |
disposition en cause n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 | zijnde bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
de la Constitution. | Grondwet. |
Quant à la seconde branche de la question préjudicielle | Wat het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag betreft |
B.11. Compte tenu de la réponse apportée à la première branche de la | B.11. Rekening houdend met het antwoord op het eerste onderdeel van de |
question préjudicielle, il n'est pas nécessaire d'en examiner la | prejudiciële vraag, is het niet nodig het tweede onderdeel ervan te |
seconde branche. | onderzoeken. |
Quant au maintien des effets de la disposition en cause | Wat betreft de handhaving van de gevolgen van de in het geding zijnde |
B.12. Le constat, non modulé, d'inconstitutionnalité, tel qu'il est | bepaling B.12. Een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettigheid, zoals |
formulé en B.10, entraînerait une insécurité juridique considérable au | geformuleerd in B.10, zou een aanzienlijke rechtsonzekerheid met zich |
détriment des parties appelantes qui ont formé appel du jugement | meebrengen in het nadeel van de appellanten die enkel tegen de |
schuldenaar een hoger beroep hebben ingesteld tegen het vonnis dat het | |
homologuant le plan de réorganisation judiciaire contre le seul | plan van gerechtelijke reorganisatie homologeert en waarvan de termijn |
débiteur et dont le délai d'appel est échu. | van hoger beroep is verstreken. |
B.13. Par conséquent, les effets de la disposition en cause doivent | B.13. Bijgevolg dienen de gevolgen van de in het geding zijnde |
être maintenus jusqu'au jour de la publication du présent arrêt au | bepaling te worden gehandhaafd tot op de dag van de bekendmaking van |
Moniteur belge. | dit arrest in het Belgisch Staatsblad. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 56, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2009 relative à la | - Artikel 56, tweede lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende |
continuité des entreprises, tel qu'il a été modifié par l'article 30 | de continuïteit van de ondernemingen, zoals gewijzigd bij artikel 30 |
de la loi du 27 mai 2013 « modifiant diverses législations en matière | van de wet van 27 mei 2013 « tot wijziging van verschillende |
wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen », schendt de | |
de continuité des entreprises », viole les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet bepaalt dat de |
Constitution en ce qu'il n'impose pas que la partie qui interjette | partij die hoger beroep instelt tegen een vonnis dat een plan van |
appel d'un jugement homologuant un plan de réorganisation judiciaire | gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord homologeert, |
par accord collectif mette à la cause toutes les parties étant | alle partijen die voor de rechtbank van koophandel zijn tussengekomen, |
intervenues devant le tribunal de commerce. | in de zaak moet betrekken. |
- Les effets de cette disposition législative sont maintenus jusqu'au | - De gevolgen van die wettelijke bepaling worden gehandhaafd tot op de |
jour de la publication du présent arrêt au Moniteur belge. | dag van de bekendmaking van dit arrest in het Belgisch Staatsblad. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 7 mai 2015. | op 7 mei 2015. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |