Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt De La Cour Constitutionelle du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 18 mars 2015 en cause de A. M. contre V. V.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 mars 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudic « L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probat(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 18 mars 2015 en cause de A. M. contre V. V.V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 mars 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudic « L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probat(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A. M. tegen V. V.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft het Hof van Cassatie de vo « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989
Par arrêt du 18 mars 2015 en cause de A. M. contre V. V.V., dont Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A. M. tegen V. V.V., waarvan de
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 mars 2015, la expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft
Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de
suspension, le sursis et la probation, viole-t-il les articles 10 et opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de
11 de la Constitution en tant qu'il subordonne à un délai de Grondwet in zoverre het het beroep van de verdachte tegen de
vingt-quatre heures le recours de l'inculpé contre l'ordonnance de la beschikking van de raadkamer waarbij de feiten bewezen worden
chambre du conseil déclarant les faits établis et décidant la verklaard en tot de opschorting wordt besloten, onderwerpt aan een
termijn van vierentwintig uur, terwijl de procureur des Konings en de
suspension, alors qu'en vertu de l'article 135, §§ 1er et 3, du Code burgerlijke partij, op grond van artikel 135, §§ 1 en 3, van het
d'instruction criminelle, le procureur du Roi et la partie civile Wetboek van strafvordering, beschikken over een termijn van vijftien
disposent d'un délai de quinze jours pour entreprendre l'ordonnance de dagen om de door hetzelfde rechtscollege uitgesproken beschikking van
non-lieu prononcée par la même juridiction ? ». buitenvervolgingstelling aan te vechten ? ».
Cette affaire est inscrite sous le numéro 6176 du rôle de la Cour. Die zaak is ingeschreven onder nummer 6176 van de rol van het Hof.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
^