← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 3 juin 2013
en cause de l'officier de l'état civil de la ville de Mouscron contre L.V. et Y.M. dont l'expédition
est parvenue au greffe de la Cour le 6 juin 2013, l « L'article 1022 du Code judiciaire, tel que libellé avant sa modification par
la loi du 21 février(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 3 juin 2013 en cause de l'officier de l'état civil de la ville de Mouscron contre L.V. et Y.M. dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 juin 2013, l « L'article 1022 du Code judiciaire, tel que libellé avant sa modification par la loi du 21 février(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 3 juni 2013 in zake de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Moeskroen tegen L.V en Y.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ing « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par arrêt du 3 juin 2013 en cause de l'officier de l'état civil de la | januari 1989 Bij arrest van 3 juni 2013 in zake de ambtenaar van de burgerlijke |
ville de Mouscron contre L.V. et Y.M. dont l'expédition est parvenue | stand van de stad Moeskroen tegen L.V en Y.M., waarvan de expeditie |
au greffe de la Cour le 6 juin 2013, la Cour d'appel de Mons a posé | ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juni 2013, heeft het Hof van |
les questions préjudicielles suivantes : | Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 1022 du Code judiciaire, tel que libellé avant sa | « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals |
modification par la loi du 21 février 2010 et combiné avec les | geformuleerd vóór de wijziging ervan bij de wet van 21 februari 2010 |
articles 1017 et 1018 du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 | en in samenhang gelezen met de artikelen 1017 en 1018 van hetzelfde |
de la Constitution en ce qu'il aboutit à mettre une indemnité de | Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het ertoe |
procédure à charge de l'officier de l'état civil lorsque celui-ci | leidt een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de |
succombe dans un recours intenté contre lui sur la base de l'article | ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer hij in het ongelijk wordt |
167, dernier alinéa, du Code civil, alors que l'Etat belge ne peut | gesteld in een beroep dat tegen hem is ingesteld op grond van artikel |
être condamné à payer une indemnité de procédure lorsque le ministère | 167, laatste lid, van het Burgerlijk Wetboek, terwijl de Belgische |
Staat niet kan worden veroordeeld tot betaling van een | |
public intente une action publique qui se termine par un non-lieu ou | rechtsplegingsvergoeding wanneer het openbaar ministerie een |
strafvordering instelt die eindigt met een buitenvervolgingstelling of | |
un acquittement ? | een vrijspraak ? |
Dans la mesure où l'article 5 de la loi du 21 février 2010 prévoit que | In zoverre artikel 5 van de wet van 21 februari 2010 bepaalt dat het |
nieuwe achtste lid van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek van | |
le nouvel alinéa 8 de l'article 1022 du Code judiciaire sera | toepassing zal zijn op de zaken die hangende zijn op het ogenblik dat |
applicable aux affaires en cours au moment de son entrée en vigueur, | het in werking treedt, en in de veronderstelling dat het in werking |
et à supposer que celle-ci intervienne avant que la présente procédure | treedt voordat de huidige bij het Hof van Beroep aanhangig gemaakte |
dont est saisie la cour d'appel ne soit close, l'article 1022 du Code judiciaire, dans son nouveau libellé, combiné avec les articles 1017 et 1018 du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il aboutirait à mettre une indemnité de procédure à charge de l'officier de l'état civil lorsque celui-ci succombe dans un recours intenté contre lui sur la base de l'article 167, dernier alinéa, du Code civil, alors qu'aucune indemnité de procédure n'est due à charge de l'Etat belge lorsque le ministère public intervient par voie d'action dans les procédures civiles conformément à l'article 138bis, § 1er, du Code judiciaire ou lorsque l'auditorat du travail intente une action devant les juridictions du travail conformément à l'article 138bis, § 2, du Code judiciaire ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5651 du rôle de la Cour. Le greffier, | procedure is beëindigd, schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in de nieuwe formulering ervan, in samenhang gelezen met de artikelen 1017 en 1018 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het ertoe zou leiden een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld in een beroep dat tegen hem is ingesteld op grond van artikel 167, laatste lid, van het Burgerlijk Wetboek, terwijl geen enkele rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is ten laste van de Belgische Staat wanneer het openbaar ministerie bij wege van rechtsvordering in burgerlijke procedures tussenkomt overeenkomstig artikel 138bis, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, of wanneer het arbeidsauditoraat een rechtsvordering instelt voor de arbeidsgerechten overeenkomstig artikel 138bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5651 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |