← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 29 septembre
2011 en cause de la SA « A.V. Gumuchdjian » et autres contre le Fonds d'indemnisation interne pour l'industrie
du diamant et autres, dont l'expédition « L'article 3bis de
la loi du 12 avril 1960 portant création d'un fonds de compensation interne po(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 29 septembre 2011 en cause de la SA « A.V. Gumuchdjian » et autres contre le Fonds d'indemnisation interne pour l'industrie du diamant et autres, dont l'expédition « L'article 3bis de la loi du 12 avril 1960 portant création d'un fonds de compensation interne po(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 29 september 2011 in zake de nv « A.V. Gumuchdjian » en anderen tegen het Intern Compensatiefonds voor de Diamantsector en anderen, waarvan de expedit « 1. Schendt artikel 3bis van de wet van 12 april 1960 tot oprichting van een intern compensatiefo(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 29 septembre 2011 en cause de la SA « A.V. Gumuchdjian » | januari 1989 Bij arrest van 29 september 2011 in zake de nv « A.V. Gumuchdjian » en |
| et autres contre le Fonds d'indemnisation interne pour l'industrie du | anderen tegen het Intern Compensatiefonds voor de Diamantsector en |
| diamant et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op |
| le 5 octobre 2011, la Cour du travail de Bruxelles a posé les | 5 oktober 2011, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende |
| questions préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
| « L'article 3bis de la loi du 12 avril 1960 portant création d'un | « 1. Schendt artikel 3bis van de wet van 12 april 1960 tot oprichting |
| fonds de compensation interne pour le secteur du diamant, tel qu'il a | van een intern compensatiefonds voor de diamantsector, zoals ingevoerd |
| été inséré par la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action pour | bij de wet van 26 maart 1999 betreffende het actieplan voor de |
| l'emploi 1998, viole-t-il l'article 170 de la Constitution, qui | werkgelegenheid 1998, artikel 170 van de Grondwet dat bepaalt dat geen |
| dispose qu'aucun impôt au profit de l'Etat ne peut être établi que par | belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan door de |
| une loi, en ce que l'article 3bis de la loi confie au Roi le soin de | wet, in zoverre artikel 3bis van de wet aan de Koning opdraagt te |
| déterminer ce qu'il faut entendre par transaction, sur laquelle la | bepalen wat onder het begrip transactie, waarop de bijdrage geheven |
| cotisation est perçue, et de fixer le pourcentage applicable de la | wordt, verstaan moet worden en aan de Koning de opdracht geeft het |
| cotisation ? ». | toepasselijk percentage van de bijdrage vast te stellen ? |
| « Les articles 2 et 3bis de la loi du 12 avril 1960 portant création | 2. Schenden de artikelen 2 en 3bis van de wet van 12 april 1960 tot de |
| d'un fonds de compensation interne pour le secteur du diamant, tel | oprichting van een intern compensatiefonds voor de diamantsector, |
| qu'il a été inséré par la loi du 26 mars 1999 relative au plan | zoals ingevoerd bij wet van 26 maart 1999 betreffende het actieplan |
| d'action pour l'emploi 1998, partant du principe que le secteur du | voor de werkgelegenheid 1998, ervan uitgaande dat de diamantsector één |
| diamant forme un tout et que la cotisation de compensation est | geheel vormt en de compensatiebijdrage als een sociale bijdrage wordt |
| considérée comme une cotisation sociale, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution et les principes d'égalité et de non-discrimination qui y sont contenus en ce qu'ils n'octroient des cotisations de compensation qu'aux employeurs qui occupent des ouvriers ou des ouvrières au travail effectif du diamant, c'est-à-dire le clivage, le polissage, le brutage, le sertissage et le sciage du diamant dans l'industrie du diamant et non aux employeurs qui occupent des employés dans le commerce du diamant, alors que l'ensemble du secteur du diamant est tenu de payer les cotisations de compensation ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5218 du rôle de la Cour. Le greffier, | beschouwd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en de daarin voorziene beginselen van gelijkheid en niet discriminatie, doordat zij enkel compensatiebijdragen toekennen aan de werkgevers die werklieden of werksters tewerkstellen aan het eigenlijke werken van diamant, zijnde het klieven, het slijpen, het snijden, het verstellen en het zagen van diamant in de diamantnijverheid en niet aan de werkgevers die bedienden tewerkstellen in de diamanthandel, terwijl de gehele diamantsector gehouden is de compensatiebijdragen te betalen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5218 van de rol van het Hof. De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |