← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 5 septembre
2011 en cause de l'Etat belge contre H.A., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 septembre
2011, la Cour du travail de Bruxelles a po « L'article
7, § 3, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handi(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 5 septembre 2011 en cause de l'Etat belge contre H.A., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 septembre 2011, la Cour du travail de Bruxelles a po « L'article 7, § 3, de la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handi(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 5 september 2011 in zake de Belgische Staat tegen H.A., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 september 2011, heeft het Arbei « Schendt artikel 7, § 3, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par arrêt du 5 septembre 2011 en cause de l'Etat belge contre H.A., | januari 1989 Bij arrest van 5 september 2011 in zake de Belgische Staat tegen H.A., |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 septembre | waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 |
2011, la Cour du travail de Bruxelles a posé la question préjudicielle | september 2011, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende |
suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 7, § 3, de la loi du 27 février 1987 relative aux | « Schendt artikel 7, § 3, van de wet van 27 februari 1987 betreffende |
allocations aux personnes handicapées viole-t-il les articles 10 et 11 | de tegemoetkomingen aan personen met een handicap de artikelen 10 en |
de la Constitution en ce qu'il traite différemment les personnes | 11 van de Grondwet in zoverre het, enerzijds, de personen met een |
handicapées qui forment un ménage avec un parent ou un allié au | handicap die een huishouden vormen met een bloed- of aanverwant in de |
premier, deuxième ou troisième degré, d'une part, et celles qui | eerste, tweede of derde graad en, anderzijds, die welke een huishouden |
forment un ménage avec un tiers, d'autre part, et ceci sans que cette | vormen met een derde, verschillend behandelt, zonder dat dat verschil |
différence de traitement atteigne son objectif dans l'hypothèse où le | in behandeling zijn doel bereikt in het geval waarin de bloed- of |
parent ou l'allié avec qui la personne handicapée vit ne bénéficie pas | aanverwant met wie de persoon met een handicap samenleeft, geen |
de ressources à prendre en considération pour le calcul de | bestaansmiddelen geniet die in aanmerking moeten worden genomen voor |
l'allocation de remplacement de revenus ? ». | de berekening van de inkomensvervangende tegemoetkoming ? ». |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 5201 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 5201 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |