← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 186.995 du
13 octobre 2008 en cause de Dennis Rommel contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe
de la Cour le 24 octobre 2008, le Conseil d'Eta «
L'article 31bis, § 1 er , 4°, de la loi du 1 er août 1985 portant
des me(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 186.995 du 13 octobre 2008 en cause de Dennis Rommel contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 octobre 2008, le Conseil d'Eta « L'article 31bis, § 1 er , 4°, de la loi du 1 er août 1985 portant des me(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 186.995 van 13 oktober 2008 in zake Dennis Rommel tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 oktober 20 « Is artikel 31bis, § 1, 4°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalin(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par arrêt n° 186.995 du 13 octobre 2008 en cause de Dennis Rommel contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 octobre 2008, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 31bis, § 1er, 4°, de la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres est-il compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution : - dans l'interprétation selon laquelle, à l'expiration du délai de trois ans suivant un jugement par lequel il a été statué définitivement sur l'action publique et accordé une indemnité provisionnelle sur le plan civil, un nouveau délai de trois ans n'est ouvert que par un jugement ultérieur statuant sur les intérêts civils, même si l'auteur est dans l'intervalle décédé et si ses héritiers ont renoncé à sa succession, - dans l'interprétation selon laquelle, à l'expiration du délai de trois ans suivant un jugement par lequel il a été statué définitivement sur l'action publique et accordé une indemnité provisionnelle sur le plan civil, à supposer que l'auteur soit dans l'intervalle décédé et que ses héritiers aient renoncé à sa succession, la victime peut introduire, dans un délai de trois ans à compter du moment où elle a connaissance du décès de l'auteur et de la renonciation à la succession de celui-ci par ses héritiers, une demande d'obtention d'aide financière auprès de la Commission pour l'aide financière aux victimes d'actes intentionnels de violence et aux sauveteurs occasionnels, même si depuis ledit jugement il n'a pas été statué postérieurement sur les intérêts civils ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4541 du rôle de la Cour. Le greffier, | januari 1989 Bij arrest nr. 186.995 van 13 oktober 2008 in zake Dennis Rommel tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 oktober 2008, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 31bis, § 1, 4°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : - in de interpretatie dat, na het verstrijken van de termijn van drie jaar na een vonnis waarbij definitief uitspraak is gedaan over de strafvordering en waarbij op burgerlijk vlak een provisionele schadevergoeding is toegekend, een nieuwe termijn van drie jaar enkel geopend wordt door een later vonnis waarbij verder uitspraak wordt gedaan over de burgerlijke belangen, ook al is de dader ondertussen overleden en hebben zijn erfgenamen zijn nalatenschap verworpen, - in de interpretatie dat, na het verstrijken van de termijn van drie jaar na een vonnis waarbij definitief uitspraak is gedaan over de strafvordering en waarbij op burgerlijk vlak een provisionele schadevergoeding is toegekend, in de veronderstelling dat de dader ondertussen overleden is en zijn erfgenamen zijn nalatenschap hebben verworpen, het slachtoffer binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf het ogenblik waarop het kennis krijgt van het overlijden van de dader en de verwerping van diens nalatenschap door zijn erfgenamen, een aanvraag tot het verkrijgen van financiële hulp kan indienen bij de Commissie voor de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders, ook al is er sinds het genoemde vonnis geen uitspraak van latere datum over de burgerlijke belangen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4541 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |