← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt du 21 février 2007 en cause de Anne Levy-Morelle contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue
au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 fé « Les articles 17, 3°, et 37 du C.I.R. 1992, lus ensemble avec les
articles 3 et 4 de l'arrêté roya(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 21 février 2007 en cause de Anne Levy-Morelle contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 fé « Les articles 17, 3°, et 37 du C.I.R. 1992, lus ensemble avec les articles 3 et 4 de l'arrêté roya(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 21 februari 2007 in zake Anne Levy-Morelle tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is inge « Schenden de artikelen 17, 3°, en 37 van het WIB 1992, in samenhang gelezen met de artikelen 3 en (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 21 février 2007 en cause de Anne Levy-Morelle contre | Bij arrest van 21 februari 2007 in zake Anne Levy-Morelle tegen de |
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
d'arbitrage le 26 février 2007, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la | is ingekomen op 26 februari 2007, heeft het Hof van Beroep te Brussel |
question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 17, 3°, et 37 du C.I.R. 1992, lus ensemble avec les | « Schenden de artikelen 17, 3°, en 37 van het WIB 1992, in samenhang |
articles 3 et 4 de l'arrêté royal d'exécution du C.I.R. 1992, | gelezen met de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit tot |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution dans | uitvoering van het WIB 1992, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
l'interprétation que seuls les revenus de concession du droit de | de interpretatie dat enkel de inkomsten uit concessie van het |
distribution ou de projection de films taxés à titre de revenus | distributie of projectierecht van films, die als inkomsten uit |
mobiliers dans le chef de leur bénéficiaire (en vertu de l'article 17, | roerende goederen worden belast ten aanzien van de begunstigde ervan |
3°, du C.I.R. 1992) peuvent être diminués de 85 p.c. de frais | (krachtens artikel 17, 3°, van het WIB 1992) kunnen worden verminderd |
forfaitaires (en vertu des articles 3 et 4 de l'arrêté royal | met 85 % van de forfaitaire kosten (krachtens de artikelen 3 en 4 van |
d'exécution du C.I.R. 1992), alors qu'une telle diminution est exclue | het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992), terwijl een |
lorsque ces revenus ne sont pas taxés à titre de revenus mobiliers, | dergelijke vermindering is uitgesloten wanneer die inkomsten niet |
worden belast als inkomsten uit roerende goederen, maar als | |
mais à titre de revenus professionnels (en vertu de l'article 37 du | beroepsinkomsten (krachtens artikel 37 van het WIB 1992) ? ». |
C.I.R. 1992) ? ». | |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 4152 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 4152 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |