← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a.
Par arrêt du 5 mai 2004 en cause du ministère public et de la s.a. TotalFinaElf et autres, dont l'expédition
est parvenue au greffe de la Cour d'arbi « Interprété en ce sens qu'il imposerait le dessaisissement de la juridiction
belge bien qu'un plai(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a. Par arrêt du 5 mai 2004 en cause du ministère public et de la s.a. TotalFinaElf et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbi « Interprété en ce sens qu'il imposerait le dessaisissement de la juridiction belge bien qu'un plai(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 5 mei 2004 in zake het openbaar ministerie en de n.v. TotalFinaElf en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitra « Schendt artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige sch(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
a. Par arrêt du 5 mai 2004 en cause du ministère public et de la s.a. | a. Bij arrest van 5 mei 2004 in zake het openbaar ministerie en de |
TotalFinaElf et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | n.v. TotalFinaElf en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 14 mai 2004, la Cour de cassation a posé la | Arbitragehof is ingekomen op 14 mei 2004, heeft het Hof van Cassatie |
question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Interprété en ce sens qu'il imposerait le dessaisissement de la | « Schendt artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus 2003 |
juridiction belge bien qu'un plaignant au moins soit étranger ayant le | betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair |
statut de réfugié en Belgique au moment de l'engagement initial de | recht de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, in die zin |
l'action publique, l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 août | geïnterpreteerd dat het de onttrekking aan de Belgische rechtscolleges |
2003 relative aux violations graves du droit international humanitaire | zou opleggen, ofschoon ten minste één klager vreemdeling is met het |
viole-t-il les articles 10, 11 et 191 de la Constitution, dès lors | statuut van vluchteling in België op het ogenblik dat de |
strafvordering oorspronkelijk werd ingesteld, aangezien het die | |
qu'il empêche ce dessaisissement lorsqu'au moins un plaignant était de | onttrekking verhindert wanneer ten minste één klager de Belgische |
nationalité belge au même moment ? » | nationaliteit had op hetzelfde ogenblik ? » |
b. Par arrêt du 19 mai 2004 en cause du ministère public et de P. | b. Bij arrest van 19 mei 2004 in zake het openbaar ministerie en P. |
Kagame et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Kagame en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
d'arbitrage le 1er juin 2004, la Cour de cassation a posé les | Arbitragehof is ingekomen op 1 juni 2004, heeft het Hof van Cassatie |
questions préjudicielles suivantes : | de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « En tant qu'il impose le dessaisissement de la juridiction belge | |
bien qu'un plaignant au moins soit un étranger séjournant légalement | |
en Belgique au moment de l'engagement initial de l'action publique, | |
fût-il candidat réfugié, l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi du 5 | 1. « Schendt artikel 29, § 3, tweede lid, van de wet van 5 augustus |
août 2003 relative aux violations graves du droit international | 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal |
humanitaire viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dès | humanitair recht de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het |
de onttrekking aan de Belgische rechtscolleges oplegt, hoewel ten | |
lors qu'il empêche ce dessaisissement lorsqu'au moins un plaignant | minste één klager vreemdeling was die wettig in België verbleef op het |
ogenblik van het instellen van de strafvordering, zelfs indien hij | |
kandidaat-vluchteling was, aangezien het die onttrekking verhindert | |
était un ressortissant belge au même moment ? » | wanneer ten minste één klager Belgische onderdaan was op hetzelfde ogenblik ? |
2. « L'article 10, 1°bis, du titre préliminaire du Code de procédure | 2. « Schendt artikel 10, 1°bis, van de voorafgaande titel van het |
pénale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant | Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
qu'il permet l'exercice de l'action publique du chef d'un crime de | zoverre het de uitoefening mogelijk maakt van de strafvordering wegens |
droit international humanitaire commis à l'étranger lorsque la victime | een misdaad van internationaal humanitair recht gepleegd in het |
était belge au moment des faits, et ne le permet pas lorsque la | buitenland wanneer het slachtoffer op het ogenblik van de feiten Belg |
victime était au même moment un étranger séjournant légalement en | was, en die niet mogelijk maakt wanneer het slachtoffer op hetzelfde |
ogenblik een vreemdeling was die sedert minder dan drie jaar wettig in | |
Belgique depuis moins de trois ans, fût-il candidat réfugié ? » | België verblijft, zelfs indien hij kandidaat-vluchteling was ? » |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 3000 et 3008 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3000 en 3008 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |