Arrêt n° 95/2002 du 5 juin 2002 Numéro du rôle : 2394 En cause : le recours en annulation partielle et la demande de suspension partielle des articles 1 er , 18, 19, 22 et 65 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt des La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président M. Melchior et des juges-rapporte(...) | Arrest nr. 95/2002 van 5 juni 2002 Rolnummer 2394 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging en de vordering tot gedeeltelijke schorsing van de artikelen 1, 18, 19, 22 en 65 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 95/2002 du 5 juin 2002 | Arrest nr. 95/2002 van 5 juni 2002 |
Numéro du rôle : 2394 | Rolnummer 2394 |
En cause : le recours en annulation partielle et la demande de | In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging en de vordering |
suspension partielle des articles 1er, 18, 19, 22 et 65 de la loi du | tot gedeeltelijke schorsing van de artikelen 1, 18, 19, 22 en 65 van |
10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques, | de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de |
introduits par M.V. et L.B. | personenbelasting, ingesteld door M.V. en L.B. |
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
composée du président M. Melchior et des juges-rapporteurs L. François | samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers |
et M. Bossuyt, assistée du greffier L. Potoms, | L. François en M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours et de la demande | I. Onderwerp van het beroep en van de vordering |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 19 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2002 |
mars 2002 et parvenue au greffe le 20 mars 2002, M.V. et L.B., | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart |
demeurant ensemble à 1330 Rixensart, avenue du Rond Point 7, ont | 2002, hebben M.V. en L.B., samen wonende te 1330 Rixensart, avenue du |
introduit un recours en annulation partielle et une demande de | Rond Point 7, beroep tot gedeeltelijke vernietiging en een vordering |
suspension partielle des articles 1er, 18, 19, 22 et 65 de la loi du | tot gedeeltelijke schorsing ingesteld van de artikelen 1, 18, 19, 22 |
10 août 2001 portant réforme de l'impôt des personnes physiques | en 65 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de |
(publiée au Moniteur belge du 20 septembre 2001). | personenbelasting (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 |
september 2001). | |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par ordonnance du 20 mars 2002, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 20 maart 2002 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 27 mars 2002, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi | Op 27 maart 2002 hebben de rechters-verslaggevers L. François en M. |
organique, les juges-rapporteurs L. François et M. Bossuyt ont fait | Bossuyt, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke |
rapport devant le président de ce qu'ils pourraient être amenés à | wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen |
proposer à la Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt | worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor |
te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het | |
déclarant manifestement irrecevables le recours en annulation et la | beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing ingesteld door |
demande de suspension introduits par M.V. et L.B. | M.V. en L.B. klaarblijkelijk onontvankelijk zijn. |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties | Overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van de organieke wet is van de |
requérantes conformément à l'article 71, alinéa 2, de la loi | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de verzoekende partijen |
organique, par lettre recommandée à la poste le 28 mars 2002. | kennisgegeven bij op 28 maart 2002 ter post aangetekende brief. |
Les parties requérantes ont introduit un mémoire justificatif, par | De verzoekende partijen hebben een memorie met verantwoording |
lettre recommandée à la poste le 6 avril 2002. | ingediend bij op 6 april 2002 ter post aangetekende brief. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
Conclusions des juges-rapporteurs | Conclusies van de rechters-verslaggevers |
A.1. Dans leurs conclusions, les juges-rapporteurs ont relevé qu'ils | A.1. In hun conclusies hebben de rechters-verslaggevers doen opmerken |
dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht, met toepassing van | |
pourraient être amenés, en application de l'article 71 de la loi | artikel 71 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à proposer à la | Arbitragehof, aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te |
Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt décidant de | stellen een arrest te wijzen waarin wordt beslist het beroep tot |
déclarer le recours en annulation (et la demande de suspension) | vernietiging (en de vordering tot schorsing) klaarblijkelijk |
manifestement irrecevable(s). | onontvankelijk te verklaren. |
Ils ont précisé que les moyens ne semblaient pas répondre aux | Zij hebben gesteld dat de middelen niet leken te voldoen aan de |
exigences de l'article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989. | vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989. |
Mémoire justificatif des parties requérantes | Memorie met verantwoording van de verzoekende partijen |
A.2. Les requérants ont introduit un mémoire justificatif constitué, | A.2. De verzoekers hebben een memorie met verantwoording ingediend, |
en sa première partie, de « précisions » (première page) qui se | waarvan het eerste deel « verduidelijkingen » (eerste pagina) bevat, |
bornent à reproduire des extraits de la requête et des renvois à la | die beperkt zijn tot een weergave van uittreksels uit het |
pagination et à la numérotation de celle-ci et, en sa seconde partie, | verzoekschrift en van verwijzingen naar de paginering en de nummering |
d'un mémoire justificatif proprement dit, dans lequel figurent de | ervan, en waarvan het tweede deel een eigenlijke memorie met |
nombreuses répétitions. Ils s'y efforcent de préciser les catégories | verantwoording, met tal van herhalingen, vormt. De verzoekers pogen |
de personnes qu'ils entendent comparer. | daarin de categorieèn van personen die zij wensen te vergelijken, aan te geven. |
- B - | - B - |
B.1. Les requérants demandent l'annulation partielle des articles 1er, | B.1. De verzoekers vorderen de gedeeltelijke vernietiging van de |
18, 19, 22 et 65 de la loi du 10 août 2001 portant réforme de l'impôt | artikelen 1, 18, 19, 22 en 65 van de wet van 10 augustus 2001 houdende |
des personnes physiques, pour cause de violation des articles 10, 11, | hervorming van de personenbelasting, wegens schending van de artikelen |
170, 171, 172 et 174 de la Constitution et de diverses dispositions de | 10, 11, 170, 171, 172 en 174 van de Grondwet en verscheidene |
droit international, lus conjointement avec les articles 34, 77, 78 et | internationaalrechtelijke bepalingen, in samenhang gelezen met de |
167 de la Constitution. La suspension de ces dispositions est | artikelen 34, 77, 78 en 167 van de Grondwet. Tevens wordt de schorsing |
également demandée. | van die bepalingen gevorderd. |
Les dispositions attaquées énoncent : | De aangevochten bepalingen stellen : |
« Article 1er.Cette loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution. » |
« Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. » |
« Art. 18.L'intitulé de la Section VII du Chapitre II du Titre II du |
« Art. 18.Het opschrift van Titel II, Hoofdstuk II, Afdeling VII, van |
même Code [le Code des impôts sur les revenus 1992] est remplacé par | hetzelfde Wetboek [het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992] wordt |
l'intitulé suivant : ' Section VII. - Imposition commune des conjoints | vervangen als volgt : ' Afdeling VII. - Gemeenschappelijke aanslag |
et des cohabitants légaux. '. » | voor echtgenoten en wettelijke samenwonenden. '. » |
« Art. 19.A. L'article 126 du même Code est remplacé par la |
« Art. 19.A. Artikel 126 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als |
disposition suivante : | volgt : |
' Art. 126.§ 1er. Quel que soit le régime matrimonial, les revenus |
' Art. 126.§ 1. Ongeacht het huwelijksvermogensstelsel, worden de |
des conjoints autres que les revenus professionnels sont cumulés avec | andere inkomsten dan beroepsinkomsten van echtgenoten samengevoegd met |
les revenus professionnels de celui des conjoints qui en a le plus. | de beroepsinkomsten van de echtgenoot die het meest zulke inkomsten heeft. |
§ 2. La cotisation est établie au nom des deux conjoints. | § 2. De aanslag wordt op naam van beide echtgenoten gevestigd. |
§ 3. Par dérogation à l'article 128, alinéa 1er, 3°, le conjoint survivant peut opter pour l'année de la dissolution par décès du mariage ou de la cohabitation légale, pour une imposition établie conformément aux dispositions du § 1er. Dans ce cas, l'imposition est établie au nom du conjoint survivant et du conjoint décédé, représenté par la succession. Lorsque les deux conjoints sont décédés, le choix visé à l'alinéa 1er peut être fait par les héritiers ou les légataires ou donataires universels. Dans ce cas, l'imposition est établie au nom des deux conjoints décédés, représentés par la succession. § 4. Les revenus des enfants sont cumulés avec ceux de leurs parents aussi longtemps que ces derniers ont la jouissance légale des revenus de leurs enfants. '. | § 3. Voor het jaar van ontbinding van het huwelijk of de wettelijke samenwoning door overlijden, kan de overlevende echtgenoot, in afwijking van artikel 128, eerste lid, 3°, kiezen voor een aanslag gevestigd overeenkomstig de bepalingen van § 1. In dat geval wordt de aanslag gevestigd op naam van de overlevende en de overleden echtgenoot, vertegenwoordigd door de nalatenschap. Wanneer beide echtgenoten zijn overleden, kan de keuze bedoeld in het eerste lid, worden gemaakt door de erfgenamen of de algemene legatarissen of begiftigden. De aanslag wordt in dat geval gevestigd op naam van de beide overleden echtgenoten, vertegenwoordigd door de nalatenschap. § 4. Inkomsten van kinderen worden bij de inkomsten van hun ouders gevoegd zolang de ouders het wettelijk genot daarvan hebben. '. |
B. Dans le même article, les §§ 1er et 2 sont remplacés par la | B. In hetzelfde artikel worden de §§ 1 en 2 vervangen als volgt : |
disposition suivante : | ' § 1. In geval van huwelijk of wettelijke samenwoning wordt een |
' § 1er. En cas de mariage ou de cohabitation légale, une imposition | gemeenschappelijke aanslag op naam van de beide echtgenoten gevestigd. |
commune est établie au nom des deux conjoints. Nonobstant cette | Deze gemeenschappelijke aanslag belet niet dat het belastbare inkomen |
imposition commune, le revenu imposable de chaque conjoint est fixé séparément. | van elke echtgenoot afzonderlijk wordt vastgesteld. |
§ 2. Le § 1er n'est pas applicable dans les cas suivants : | § 2. In de volgende gevallen is § 1 niet van toepassing : |
1° pour l'année du mariage ou de la déclaration de cohabitation | 1° voor het jaar van het huwelijk of de verklaring van wettelijke |
légale; | samenwoning; |
2° à partir de l'année qui suit celle au cours de laquelle une | 2° vanaf het jaar na dat waarin de feitelijke scheiding heeft |
séparation de fait est intervenue, pour autant que cette séparation | plaatsgevonden, voor zover die scheiding in het belastbare tijdperk |
soit effective durant toute la période imposable; | niet ongedaan is gemaakt; |
3° pour l'année de la dissolution du mariage ou de la séparation de | 3° voor het jaar van de ontbinding van het huwelijk of van de |
corps, ou de la cessation de la cohabitation légale; | scheiding van tafel en bed of van de beèindiging van de wettelijke |
4° lorsqu'un conjoint recueille des revenus professionnels pour un | samenwoning; |
montant supérieur à 6 700 EUR qui sont exonérés conventionnellement et | 4° wanneer een echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer dan 6 700 |
EUR die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking | |
qui n'interviennent pas pour le calcul de l'impôt afférent à ses autres revenus. | komen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten. |
Le § 1er reste toutefois applicable pour l'année au cours de laquelle | Voor het jaar waarin de wettelijk samenwonenden met elkaar in het |
les cohabitants légaux contractent mariage, sauf si la déclaration de | huwelijk treden, blijft § 1 echter van toepassing tenzij de verklaring |
cohabitation légale a été faite la même année. | van wettelijke samenwoning tijdens hetzelfde jaar is afgelegd. |
Dans le cas visé à l'alinéa 1er, 2°, les deux impositions sont portées | In het geval bedoeld in het eerste lid, 2°, worden de twee aanslagen |
au rôle au nom des deux conjoints. '. | op naam van beide echtgenoten ingekohierd. '. |
C. Au § 3, alinéa 1er, du même article, les mots par dérogation à | C. In § 3, eerste lid, van hetzelfde artikel vervallen de woorden ' , |
l'article 128, alinéa 1er, 3°, ' sont supprimés. » | in afwijking van artikel 128, eerste lid, 3°, '. » |
« Art. 22.L'article 130 du même Code, modifié par l'arrêté royal du |
« Art. 22.Artikel 130 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het |
20 juillet 2000, est remplacé comme suit : | koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt : |
A. ' Art. 130.L'impôt est fixé à : |
A. ' Art. 130.De belasting wordt bepaald op : |
25 p.c. pour la tranche de revenus de 0,01 EUR à 5 705,00 EUR; | 25 pct. voor de inkomensschijf van 0,01 EUR tot 5 705,00 EUR; |
30 p.c. pour la tranche de 5 705,00 EUR à 7 565,00 EUR; | 30 pct. voor de schijf van 5 705,00 EUR tot 7 565,00 EUR; |
40 p.c. pour la tranche de 7 565,00 EUR à 10 785,00 EUR; | 40 pct. voor de schijf van 7 565,00 EUR tot 10 785,00 EUR; |
45 p.c. pour la tranche de 10 785,00 EUR à 24 800,00 EUR; | 45 pct. voor de schijf van 10 785,00 EUR tot 24 800,00 EUR; |
50 p.c. pour la tranche de 24 800,00 EUR à 37 185,00 EUR; | 50 pct. voor de schijf van 24 800,00 EUR tot 37 185,00 EUR; |
52 p.c. pour la tranche supérieure à 37 185,00 EUR. '. | 52 pct. voor de schijf boven 37 185,00 EUR. ' |
B. ' Art. 130.L'impôt est fixé à : |
B. ' Art. 130.De belasting wordt bepaald op : |
25 p.c. pour la tranche de revenus de 0,01 EUR à 5 705,00 EUR; | 25 pct. voor de inkomensschijf van 0,01 EUR tot 5 705,00 EUR; |
30 p.c. pour la tranche de 5 705,00 EUR à 8 120,00 EUR; | 30 pct. voor de schijf van 5 705,00 EUR tot 8 120,00 EUR; |
40 p.c. pour la tranche de 8 120,00 EUR à 12 120,00 EUR; | 40 pct. voor de schijf van 8 120,00 EUR tot 12 120,00 EUR; |
45 p.c. pour la tranche de 12 120,00 EUR à 24 800,00 EUR; | 45 pct. voor de schijf van 12 120,00 EUR tot 24 800,00 EUR; |
50 p.c. pour la tranche supérieure à 24 800,00 EUR. '. | 50 pct. voor de schijf boven 24 800,00 EUR. ' |
C. ' Art. 130.L'impôt est fixé à : |
C. ' Art. 130.De belasting wordt bepaald op : |
25 p.c. pour la tranche de revenus de 0,01 EUR à 5 705,00 EUR; | 25 pct. voor de inkomensschijf van 0,01 EUR tot 5 705,00 EUR; |
30 p.c. pour la tranche de 5 705,00 EUR à 8 120,00 EUR; | 30 pct. voor de schijf van 5 705,00 EUR tot 8 120,00 EUR; |
40 p.c. pour la tranche de 8 120,00 EUR à 13 530,00 EUR; | 40 pct. voor de schijf van 8 120,00 EUR tot 13 530,00 EUR; |
45 p.c. pour la tranche de 13 530,00 EUR à 24 800,00 EUR; | 45 pct. voor de schijf van 13 530,00 EUR tot 24 800,00 EUR; |
50 p.c. pour la tranche supérieure à 24 800,00 EUR. | 50 pct. voor de schijf boven 24 800,00 EUR. |
Lorsqu'une [...] imposition commune [est établie ? En néerlandais : « | Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, wordt het |
wordt gevestigd »], le tarif d'imposition est appliqué au revenu | belastingtarief toegepast op het belastbare inkomen van elke |
imposable de chaque contribuable. '. » | belastingplichtige. '. » |
« Art. 65.Les articles 6, 8, 9, 11, A, 12, A, 14, 17, 19, A, 25, A, |
« Art. 65.De artikelen 6, 8, 9, 11, A, 12, A, 14, 17, 19, A, 25, A, |
28, 29, 31, 1°, 47, 51, 1°, 53 et 57, A, entrent en vigueur à partir | 28, 29, 31, 1°, 47, 51, 1°, 53, en 57, A, treden in werking vanaf |
de l'exercice d'imposition 2002. | aanslagjaar 2002. |
L'article 62 est applicable pour l'exercice d'imposition 2002. | Artikel 62 is van toepassing voor het aanslagjaar 2002. |
Les articles 7, A, 22, A, 25, B, 26, A, 30, 31, 2°, 49, A, 50, 51, 2° | De artikelen 7, A, 22, A, 25, B, 26, A, 30, 31, 2°, 49, A, 50, 51, 2° |
et 3°, 52, 54, 55, 58, 61 et 63 entrent en vigueur à partir de | en 3°, 52, 54, 55, 58, 61 en 63 treden in werking vanaf aanslagjaar |
l'exercice d'imposition 2003. | 2003. |
Les articles 7, B, 22, B, 23, A, 33, A, et 49, B, entrent en vigueur à | De artikelen 7, B, 22, B, 23, A, 33, A, en 49, B, treden in werking |
partir de l'exercice d'imposition 2004. | vanaf aanslagjaar 2004. |
Les articles 2 à 5, 10, 11, B, 12, B, 13, 15, 16, 18, 19, B et C, 20, | De artikelen 2 tot 5, 10, 11, B, 12, B, 13, 15, 16, 18, 19, B en C, |
21, 22, C, 23, B, 24, 25, C, 26, B, 27, 32, 33, B, 34 à 46, 48, 49, C | 20, 21, 22, C, 23, B, 24, 25, C, 26, B, 27, 32, 33, B, 34 tot 46, 48, |
et D, 56, 57, B, 59, 60 et 64 entrent en vigueur à partir de | 49, C en D, 56, 57, B, 59, 60 en 64 treden in werking vanaf |
l'exercice d'imposition 2005. » | aanslagjaar 2005. » |
B.2. Il résulte de l'article 21 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | B.2. Uit artikel 21 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
sur la Cour d'arbitrage qu'une demande de suspension ne peut être | Arbitragehof volgt dat een vordering tot schorsing slechts kan worden |
introduite que conjointement avec le recours en annulation ou après | ingesteld samen met het beroep tot vernietiging of nadat een dergelijk |
qu'un tel recours a déjà été introduit. La demande de suspension est | beroep is ingesteld. De vordering tot schorsing is bijgevolg |
dès lors subordonnée au recours en annulation. La Cour ne peut aborder | ondergeschikt aan het beroep tot vernietiging. Het Hof kan slechts, |
les moyens de la demande, fût-ce de manière sommaire, qu'après avoir | zij het op beperkte wijze, op de middelen van de vordering ingaan |
examiné la recevabilité du recours. | nadat het de ontvankelijkheid van het beroep heeft onderzocht. |
B.3. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale | B.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les moyens de la requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces dispositions. B.4. La Cour constate que les griefs de la requête sont exprimés de manière incohérente, mélangeant la citation des dispositions attaquées et des considérations confuses ou étrangères à ce que requiert l'exposé d'un moyen répondant aux exigences de l'article 6 précité. La requête indique de manière équivoque les dispositions attaquées en | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. B.4. Het Hof stelt vast dat de grieven van het verzoekschrift op onsamenhangende wijze zijn uitgedrukt, waarbij de aangevochten bepalingen en onduidelijke overwegingen of overwegingen die niets te maken hebben met wat vereist is in de uiteenzetting van een middel dat beantwoordt aan de vereisten van het voormelde artikel 6, door elkaar worden aangehaald. Het verzoekschrift geeft op dubbelzinnige wijze de aangevochten bepalingen aan, doordat het dispositief ervan « de artikelen 1, 18, |
ce que son dispositif vise « les articles 1, 18, 19, 22 en ce qu'ils | 19, 22 » beoogt « in zoverre zij de wettelijke bepalingen invoegen |
insèrent les dispositions légales HORMIS le 19, B, § 1er, 4° qui n'est | BEHALVE 19, B, § 1, 4° die slechts de 3de opzettelijke handeling van |
que le 3ème acte délibéré du Gouvernement sous couvert de son immunité | de Regering is, onder het mom van haar parlementaire onschendbaarheid, |
parlementaire comme le précise l'exposé des motifs du 21, L 28/12/90 » | zoals wordt gepreciseerd in de memorie van toelichting van 21, L |
(p. 10 de la requête), alors que les développements qui précèdent (pp. | 28/12/90 » (p. 10 van het verzoekschrift), terwijl de uiteenzettingen |
4 et 5) reproduisent, sous les points 6.1.2 et 6.1.3, des extraits d'un article 19 dont les versions diffèrent l'une de l'autre et aussi de celle publiée au Moniteur belge . La requête n'indique pas avec précision les catégories de personnes dont la situation devrait être comparée par la Cour, ni en quoi la loi attaquée violerait les dispositions invoquées vis-à-vis de l'une ou de l'autre de ces catégories; l'objet du grief lui-même ne peut être défini avec certitude. Dans leur mémoire justificatif, les requérants s'efforcent certes de préciser les catégories de personnes qu'ils entendent comparer. Les termes employés ne permettent cependant ni d'identifier ces catégories avec certitude ni de distinguer avec la précision requise et sans risque de méprise l'objet des griefs. Or, il n'est pas permis à la Cour de censurer une loi en fonction de griefs rédigés de manière telle qu'elle ne peut s'assurer de leur sens. Permettre que soient adressées à la Cour des requêtes à ce point imprécises conduirait en outre à mettre en péril le caractère contradictoire de la procédure, étant donné que la partie qui intervient pour défendre les dispositions législatives en cause n'est pas en mesure de fournir une défense utile. B.5. Il résulte de ce qui précède que le recours en annulation n'est manifestement pas recevable. La demande de suspension doit par conséquent être rejetée elle aussi. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, rejette le recours en annulation et la demande de suspension. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 juin 2002. Le greffier, L. Potoms. Le président, | die voorafgaan (pp. 4 en 5) onder de punten 6.1.2 en 6.1.3 de weergave zijn van de uittreksels van een artikel 19 waarvan de versies zowel van elkaar verschillen als van de versie die in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Het verzoekschrift geeft niet precies de categorieèn van personen aan wier situatie door het Hof zou moeten worden vergeleken, noch hoe de aangevochten wet de aangevoerde bepalingen ten aanzien van de ene of de andere van die categorieèn zou schenden; het onderwerp van de grief zelf kan niet met zekerheid worden gedefinieerd. In hun memorie met verantwoording doen de verzoekers weliswaar pogingen om de categorieèn van personen die zij wensen te vergelijken, aan te geven. Toch maken de gebruikte bewoordingen het niet mogelijk die categorieèn met zekerheid te identificeren, noch met de vereiste nauwkeurigheid en zonder risico van een vergissing het onderwerp van de grieven te onderscheiden. Het is het Hof evenwel niet toegestaan een wet te censureren op basis van grieven die op dusdanige wijze zijn gesteld dat het Hof zich niet kan vergewissen van de betekenis ervan. Het toelaten van zulke onduidelijke verzoekschriften zou bovendien ertoe leiden dat het tegensprekelijke karakter van de rechtspleging in het gedrang wordt gebracht, nu de partij die opkomt voor de verdediging van de in het geding zijnde wetsbepalingen niet in de gelegenheid is gesteld een dienstig verweer te voeren. B.5. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. Bijgevolg dient ook de vordering tot schorsing te worden verworpen. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 juni 2002. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |