← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt du 17 mai 2001 en cause de la s.a. Molenveld contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue
au greffe de la Cour d'arbitrage le 1 er"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 17 mai 2001 en cause de la s.a. Molenveld contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 1 er | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 17 mei 2001 in zake de n.v. Molenveld tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen « Schendt artikel 418 WIB/92 het gelijkheidsbeginsel, vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondw(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 17 mai 2001 en cause de la s.a. Molenveld contre l'Etat | Bij arrest van 17 mei 2001 in zake de n.v. Molenveld tegen de |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
le 1er juin 2001, la Cour d'appel de Gand a posé la question | is ingekomen op 1 juni 2001, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 418 du CIR/92 viole-t-il le principe d'égalité contenu aux | « Schendt artikel 418 WIB/92 het gelijkheidsbeginsel, vervat in de |
articles 10 et 11 de la Constitution étant donné que : | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gezien : |
1. le contribuable, en sa qualité de créancier lors de la restitution | 1. de belastingplichtige, in zijn hoedanigheid van schuldeiser bij de |
du montant de l'accroissement d'impôt après acceptation de la | terugbetaling van het bedrag van de belastingverhoging na de |
réclamation, n'a pas droit à des intérêts moratoires sur la base de | inwilliging van het bezwaarschrift, geen recht heeft op |
l'article 418 du CIR/92 étant donné que la Cour de cassation a déjà | moratoriuminteresten op grond van artikel 418 WIB/92 daar het Hof van |
indiqué clairement dans plusieurs arrêts que l'accroissement d'impôt | Cassatie reeds in meerdere arresten duidelijk heeft gesteld dat de |
n'est pas un `impôt' au sens de l'article 308, alinéa 1er, du CIR/64 - | belastingverhoging geen ` belasting ' is als bedoeld in artikel 308, |
article 418, alinéa 1er, du CIR/92 , ou doit pour le moins constituer | eerste lid, WIB/64 artikel 418, eerste lid, WIB/92 -, of minstens de |
l'Etat belge en demeure (article 1139 du Code civil) ou fournir la | Belgische Staat in gebreke moet stellen (artikel 1139 B.W.) dan wel |
preuve de la mauvaise foi dans le chef de l'administration (article | het bewijs van kwade trouw in hoofde van de administratie moet leveren |
1378 du Code civil) si le contribuable veut prétendre à des intérêts | (artikel 1378 B.W.) wil de belastingplichtige aanspraak maken op |
selon le droit commun, cependant que le défaut de paiement des sommes | interesten volgens het gemeen recht, terwijl de wanbetaling van de |
dues, parmi lesquelles l'accroissement d'impôt, par le contribuable | verschuldigde sommen, waaronder de belastingverhoging, door de |
dans le délai fixé à l'article 413 du CIR/92 entraîne de plein droit | belastingplichtige binnen de in artikel 413 WIB/92 gestelde termijn |
des intérêts de retard au profit du Trésor `créancier' à concurrence | van rechtswege nalatigheidsinteresten oplevert ten bate van de |
de 0,8 % par mois civil (0,7 % depuis le 1er janvier 1999), sans que | Schatkist ` schuldeiser ' ten bedrage van 0,8 % per kalendermaand (0,7 |
% vanaf 1 januari 1999) zonder dat de Belgische Staat de | |
l'Etat belge doive d'abord constituer le contribuable en demeure ou | belastingplichtige eerst in gebreke moet stellen of het bewijs van |
fournir la preuve d'une mauvaise foi dans son chef; | kwade trouw in zijnen hoofde moet leveren; |
2. l'article 418 du CIR/92, tel qu'il est applicable depuis l'exercice | 2. artikel 418 WIB/92, zoals toepasbaar vanaf aanslagjaar 1999, |
d'imposition 1999, alloue automatiquement au contribuable des intérêts | automatisch moratoriuminteresten toekent op grond van het Wetboek van |
moratoires sur la base du Code des impôts sur les revenus en cas de | Inkomstenbelastingen aan de belastingplichtige ingeval van |
restitution d'un accroissement d'impôt dégrevé, alors que les | terugbetaling van een ontheven belastingverhoging, terwijl |
contribuables qui obtiennent au même moment une restitution d'un | belastingplichtigen, die op hetzelfde ogenblik een terugbetaling van |
accroissement d'impôt pour un quelconque exercice antérieur ne | een belastingverhoging verkrijgen voor enig vorig aanslagjaar niet |
perçoivent pas automatiquement des intérêts moratoires sur la base du | automatisch moratoriuminteresten ontvangen op grond van het Wetboek |
Code des impôts sur les revenus mais uniquement sur la base du droit | van Inkomstenbelastingen, doch slechts op grond van het gemeen recht |
commun, ce qui implique qu'ils doivent démontrer l'existence d'une | wat impliceert dat zij moeten aantonen dat er kwade trouw aanwezig is |
mauvaise foi dans le chef de l'administration (article 1378 du Code | in hoofde van de administratie (artikel 1378 B.W.), ofwel in het |
civil), ou ne perçoivent, dans l'autre cas, des intérêts qu'à partir | andere geval slechts interesten krijgen vanaf het ogenblik van de |
du moment de la mise en demeure de l'Etat belge (article 1139 du Code civil) ? » | ingebrekestelling van de Belgische Staat (artikel 1139 B.W.) ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2192 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2192 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |