← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
chacun des deux arrêts du 15 septembre 2000 en cause du ministère public et de la ville de Termonde contre
A. De Saeger et du ministère public contre « 1. L'article 149, § 1 er , du décret portant organisation
de l'aménagement du terri(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par chacun des deux arrêts du 15 septembre 2000 en cause du ministère public et de la ville de Termonde contre A. De Saeger et du ministère public contre « 1. L'article 149, § 1 er , du décret portant organisation de l'aménagement du terri(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij elk van de twee arresten van 15 september 2000 in zake het openbaar ministerie en de stad Dendermonde tegen A. De Saeger en in zake het openba « 1. Schendt artikel 149, § 1, van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke orde(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par chacun des deux arrêts du 15 septembre 2000 en cause du ministère | Bij elk van de twee arresten van 15 september 2000 in zake het |
public et de la ville de Termonde contre A. De Saeger et du ministère | openbaar ministerie en de stad Dendermonde tegen A. De Saeger en in |
public contre J. Maes et K. Vanhoutte, dont les expéditions sont | zake het openbaar ministerie tegen J. Maes en K. Vanhoutte, waarvan de |
parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage le 9 octobre 2000, la Cour | expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 9 |
d'appel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : | oktober 2000, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 149, § 1er, du décret portant organisation de | « 1. Schendt artikel 149, § 1, van het decreet houdende de organisatie |
l'aménagement du territoire du 18 mai 1999 (Moniteur belge du 8 juin | van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 8 |
1999) viole-t-il l'article 10 de la Constitution, lu ou non en | juni 1999) artikel 10 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met |
combinaison avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits | artikel 6.1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten |
de l'homme du 4 novembre 1950 et avec l'article 144 de la | van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en |
Constitution, en ce qu'il n'offre pas au contrevenant au décret | |
portant organisation de l'aménagement du territoire les mêmes | artikel 144 van de Grondwet, doordat het aan wie het decreet houdende |
garanties juridictionnelles que celles qui sont offertes aux citoyens | organisatie van de ruimtelijke ordening heeft overtreden niet dezelfde |
parties à un litige tranché par les tribunaux, portant sur d'autres | jurisdictionele waarborgen biedt als aan de burgers wiens geschil over |
droits civils, et en ce que cette disposition prive notamment les | andere burgerlijke rechten door de rechtbanken wordt beslecht en met |
cours et tribunaux du droit d'apprécier l'opportunité de l'option de | name de hoven en rechtbanken het recht ontzegt de door de |
l'inspecteur urbaniste et/ou du collège des bourgmestre et échevins | stedenbouwkundige inspecteur en/of het college van burgemeester en |
quant à la mesure de réparation à imposer et à la mesure de réparation | schepenen gemaakte optie omtrent de op te leggen herstelmaatregel en |
demandée elle-même, sauf lorsqu'une partie civile a introduit une | de gevorderde herstelmaatregel zelf op hun opportuniteit te toetsen, |
demande de réparation non correspondante et/ou en ce que cet article | behoudens wanneer er een niet overeenstemmende herstelvordering is van |
prive les cours et les tribunaux du droit d'apprécier l'opportunité de | een burgerlijke partij, en/of doordat het de hoven en rechtbanken het |
l'option des autorités administratives précitées ou d'une d'entre | recht ontzegt de door de voormelde administratieve overheden of een |
elles quant à la mesure de réparation à imposer et quant à la mesure | van hen gemaakte optie omtrent de op te leggen herstelmaatregel en de |
de réparation demandée elle-même lorsqu'aucune demande de réparation | gevorderde herstelmaatregel zelf op hun opportuniteit te toetsen |
non correspondante n'a été introduite par une partie civile, alors que | wanneer er geen niet overeenstemmende herstelvordering is van een |
tel est le cas en vertu de l'article 150 du même décret lorsqu'une | burgerlijke partij, terwijl dit krachtens artikel 150 van hetzelfde |
decreet wel het geval is wanneer er een herstelvordering is van een | |
partie civile a introduit une demande de réparation qui ne correspond | burgerlijke partij die niet overeenstemt met deze van de |
pas à celle de l'inspecteur urbaniste ou du collège des bourgmestre et | stedenbouwkundige inspecteur of van het college van burgemeester en |
échevins ? | schepenen ? |
2. L'article 149, § 1er et/ou § 2, du décret du 18 mai 1999 portant | 2. Schenden artikel 149, § 1 en/of § 2, van het decreet van 18 mei |
organisation de l'aménagement du territoire, juncto l'article 197 du même décret, viole-t-il les règles établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions, en ce compris les règles visées à l'article 124bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 en tant que cette disposition a. habilite l'inspecteur urbaniste ou le fonctionnaire délégué et/ou le collège des bourgmestre et échevins à introduire par lettre ordinaire l'une des actions prévues par ces dispositions auprès de la juridiction répressive, b. habilite la juridiction répressive à prononcer ces mesures de réparation et, le cas échéant, à fixer le délai d'exécution, c. habilite la juridiction répressive à décerner une contrainte ? » Ces affaires sont inscrites sous les numéros 2048 et 2049 du rôle de la Cour et ont été jointes. Le greffier, | 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, juncto artikel 197 van datzelfde decreet, de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, inbegrepen de regels voorzien door artikel 124bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 in zover zij : a. de stedenbouwkundige inspecteur, c.q. de gemachtigde ambtenaar, en/of het college van burgemeester en schepenen machtigen om bij gewone brief een van de in die bepalingen voorziene vordering bij het strafgerecht in te leiden, b. het strafgerecht bevoegd verklaren om die herstelmaatregelen uit te spreken, en, naar gelang het geval, de termijn van uitvoering te bepalen, c. het strafgerecht bevoegd verklaren een dwangsom uit te spreken ? » Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2048 en 2049 van de rol van het Hof en werden samengevoegd. De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |