← Retour vers "Arrêt n° 87/2000 du 5 juillet 2000 Numéro du rôle : 1717 En cause : le recours en
annulation de la loi du 15 décembre 1998 modifiant la loi du 19 décembre 1(...)"
Arrêt n° 87/2000 du 5 juillet 2000 Numéro du rôle : 1717 En cause : le recours en annulation de la loi du 15 décembre 1998 modifiant la loi du 19 décembre 1(...) | Arrest nr. 87/2000 van 5 juli 2000 Rolnummer 1717 In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 15 december 1998 tot wijziging van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 87/2000 du 5 juillet 2000 | Arrest nr. 87/2000 van 5 juli 2000 |
Numéro du rôle : 1717 | Rolnummer 1717 |
En cause : le recours en annulation de la loi du 15 décembre 1998 | In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 15 december 1998 |
modifiant la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre | tot wijziging van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de |
les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces | betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en |
autorités et la loi du 1er septembre 1980 relative à l'octroi et au | van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de |
paiement d'une prime syndicale à certains membres du personnel du | uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de |
secteur public et aux chômeurs mis au travail dans ce secteur, | overheidssector en aan de in die sector tewerkgestelde werklozen, |
introduit par la Centrale générale des services publics. | ingesteld door de Algemene Centrale der Openbare Diensten. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de |
Martens, E. Cerexhe, A. Arts, M. Bossuyt et E. De Groot, assistée du | rechters P. Martens, E. Cerexhe, A. Arts, M. Bossuyt en E. De Groot, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours | I. Onderwerp van het beroep |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 29 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 juni 1999 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli | |
juin 1999 et parvenue au greffe le 1er juillet 1999, la Centrale | 1999, heeft de Algemene Centrale der Openbare Diensten, met kantoren |
générale des services publics, dont les bureaux sont établis à 1000 | te 1000 Brussel, Fontainasplein 9-11, beroep tot vernietiging |
Bruxelles, place Fontainas 9-11, a introduit un recours en annulation | ingesteld van de wet van 15 december 1998 tot wijziging van de wet van |
de la loi du 15 décembre 1998 modifiant la loi du 19 décembre 1974 | 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid |
organisant les relations entre les autorités publiques et les | en de vakbonden van haar personeel en van de wet van 1 september 1980 |
syndicats des agents relevant de ces autorités et la loi du 1er | betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan |
septembre 1980 relative à l'octroi et au paiement d'une prime | |
syndicale à certains membres du personnel du secteur public et aux | sommige personeelsleden van de overheidssector en aan de in die sector |
chômeurs mis au travail dans ce secteur (publiée au Moniteur belge du | tewerkgestelde werklozen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van |
29 janvier 1999). | 29 januari 1999). |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par ordonnance du 1er juillet 1999, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 1 juli 1999 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi | Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 20 septembre 1999. | organieke wet bij op 20 september 1999 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 28 septembre 1999. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 september 1999. |
Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a | De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie |
introduit un mémoire, par lettre recommandée à la poste le 4 novembre | ingediend, bij op 4 november 1999 ter post aangetekende brief. |
1999. Ce mémoire a été notifié conformément à l'article 89 de la loi | Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettre recommandée à la poste le 10 décembre 1999. | organieke wet bij op 10 december 1999 ter post aangetekende brief. |
La partie requérante a introduit un mémoire en réponse, par lettre | De verzoekende partij heeft een memorie van antwoord ingediend bij op |
recommandée à la poste le 7 janvier 2000. | 7 januari 2000 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnances du 30 novembre 1999 et du 31 mai 2000, la Cour a | Bij beschikkingen van 30 november 1999 en 31 mei 2000 heeft het Hof de |
prorogé respectivement jusqu'aux 29 juin 2000 et 29 décembre 2000 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 29 juni 2000 en 29 december 2000. |
Par ordonnance du 24 mai 2000, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van 24 mei 2000 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 14 juin 2000. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 14 juni 2000. |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 24 mai 2000. | bij op 24 mei 2000 ter post aangetekende brieven. |
Par ordonnance du 13 juin 2000, la Cour a constaté que le juge H. | Bij beschikking van 13 juni 2000 heeft het Hof vastgesteld dat rechter |
Coremans, légitimement empêché, est remplacé comme membre du siège par | H. Coremans, wettig verhinderd, als lid van de zetel vervangen is door |
le juge M. Bossuyt. | rechter M. Bossuyt. |
A l'audience publique du 14 juin 2000 : | Op de openbare terechtzitting van 14 juni 2000 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me M. Detry, avocat au barreau de Bruxelles, pour la Centrale | . Mr. M. Detry, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Algemene |
générale des services publics; | Centrale der Openbare Diensten; |
. Me J.-L. Jaspar, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Conseil des | . Mr. J.-L. Jaspar, advocaat bij de balie te Brussel, voor de |
ministres; | Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs P. Martens et E. De Groot ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en E. De Groot verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
Position de la partie requérante | Standpunt van de verzoekende partij |
A.1. La partie requérante, qui est une organisation syndicale | A.1. De verzoekende partij, die een representatieve |
représentative, soutient que la loi attaquée du 15 décembre 1998 viole | vakbondsorganisatie is, beweert dat de aangevochten wet van 15 |
les articles 10 et 11 de la Constitution, mis en rapport avec | december 1998 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in verband |
l'article 23 de la Constitution et avec l'article 7 de la Convention | gebracht met artikel 23 van de Grondwet en artikel 7 van het Verdrag |
n° 151 de l'Organisation internationale du travail (O.I.T.), en ce que | nr. 151 van de Internationale Arbeidsorganisatie (I.A.O.), schendt |
le législateur a rejeté un amendement qui proposait d'étendre | doordat de wetgever een amendement heeft verworpen waarin werd |
voorgesteld de verplichting tot voorafgaande onderhandeling waarin | |
l'obligation de négociation préalable, figurant à l'article 2, § 2, de | artikel 2, § 2, van de wet van 19 december 1974 voorziet, uit te |
la loi du 19 décembre 1974, aux amendements aux projets de lois, | breiden tot de amendementen op ontwerpen van wetten, decreten en |
décrets et ordonnances. Elle estime que ce rejet est discriminatoire | ordonnanties. Zij is van mening dat die verwerping discriminerend is |
en ce qu'il s'agit d'une mesure restrictive à l'égard des procédures | omdat het gaat om een beperkende maatregel ten aanzien van de |
de négociation. Le Parlement aurait ainsi permis au pouvoir exécutif de rendre inopérantes toutes les procédures de négociation en lui permettant d'agir par voie d'amendement. Position du Conseil des ministres A.2. Le Conseil des ministres soutient que le recours est irrecevable en ce que la partie requérante ne précise pas son étendue et s'attaque non à un texte de la loi mais à l'absence de celui-ci. Subsidiairement, il soutient que le moyen unique est imprécis et qu'il n'indique pas par rapport à qui et en quoi la partie requérante serait discriminée. Il ajoute que le droit d'amendement découle de l'article | onderhandelingsprocedures. Het Parlement zou op die manier de uitvoerende macht in staat hebben gesteld alle onderhandelingsprocedures onwerkzaam te maken door haar toe te staan op te treden bij wege van amendementen. Standpunt van de Ministerraad A.2. De Ministerraad beweert dat het beroep niet ontvankelijk is doordat de verzoekende partij de omvang ervan niet preciseert en niet een wettekst aanvecht maar wel het ontbreken ervan. Subsidiair beweert hij dat het enige middel onduidelijk is en niet aangeeft ten opzichte van wie en op welke manier de verzoekende partij zou worden gediscrimineerd. Hij voegt eraan toe dat het |
100 de la Constitution, que la loi attaquée laisse inchangé un système | amenderingsrecht voortvloeit uit artikel 100 van de Grondwet, dat de |
aangevochten wet ter zake een systeem dat sedert 15 jaar bestaat | |
qui, en la matière, existe depuis 15 ans et que l'article 7 de la | onveranderd laat en dat artikel 7 van het Verdrag nr. 151 van de |
Convention n° 151 de l'O.I.T., qui dispose que des mesures appropriées | I.A.O., dat bepaalt dat, waar nodig, aan de nationale omstandigheden |
aux conditions nationales doivent, si nécessaire, être prises pour | aangepaste maatregelen moeten worden genomen om te kunnen |
permettre la négociation des conditions d'emploi, ne peut être violé par une disposition inexistante. Mémoire en réponse de la partie requérante A.3. La partie requérante répond que la Cour a déjà admis qu'une discrimination puisse être causée par une abstention du législateur, que son moyen est suffisamment précis et que le motif du refus du législateur, à savoir le souci de ne pas ralentir le travail législatif, est déraisonnable puisqu'il revient à accepter que le statut syndical et le modèle de concertation sociale qu'il organise puissent être vidés de toute substance. | onderhandelen over arbeidsvoorwaarden, niet kan worden geschonden door een bepaling die niet bestaat. Memorie van antwoord van de verzoekende partij A.3. De verzoekende partij antwoordt dat het Hof reeds heeft aanvaard dat een discriminatie zou kunnen worden veroorzaakt door een stilzwijgen van de wetgever, dat haar middel voldoende duidelijk is en dat de beweegreden voor de weigering van de wetgever, namelijk de zorg om het wetgevend werk niet te vertragen, onredelijk is vermits het erop neerkomt te aanvaarden dat het vakbondsstatuut en het model voor sociaal overleg dat erin wordt georganiseerd, volkomen zouden kunnen worden uitgehold. |
- B - | - B - |
B.1. L'article 2, § 1er, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les | B.1. In artikel 2, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling |
relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents | van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar |
relevant de ces autorités énumère les réglementations de base et | personeel worden de grondregelingen opgesomd en de |
définit les dispositions réglementaires, les mesures d'ordre intérieur | verordeningsbepalingen, het huishoudelijk reglement en de richtlijnen |
et les directives qui ne peuvent être prises sans une négociation | gedefinieerd die slechts na voorafgaande onderhandeling met de |
préalable avec les organisations syndicales représentatives, au sein | representatieve vakorganisaties kunnen worden genomen in de daartoe |
des comités créés à cet effet. | opgerichte comités. |
B.2. Le paragraphe 2 du même article dispose : | B.2. Paragraaf 2 van hetzelfde artikel bepaalt : |
« Le dépôt des projets de loi, de décret ou d'ordonnance concernant un | « Vooraleer wetsontwerpen of ontwerpen van decreet of van ordonnantie |
des objets visés au paragraphe 1er est également précédé de la | betreffende een van de in § 1 bedoelde aangelegenheden worden |
négociation prévue par cette disposition. | ingediend, wordt ook onderhandeld overeenkomstig deze bepaling. |
Au cas où le projet concerne également les entreprises publiques | Ingeval het ontwerp eveneens betrekking heeft op de autonome |
autonomes classées à l'article 1er, § 4, de la loi du 21 mars 1991 | overheidsbedrijven gerangschikt in artikel 1, § 4, van de wet van 21 |
portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, le | maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische |
comité en question demande l'avis de la Commission entreprises | overheidsbedrijven, wint het betrokken comité het advies in van het |
publiques visée à l'article 31 de la loi citée, avant d'entamer la | Comité Overheidsbedrijven bedoeld in artikel 31 van vernoemde wet, |
négociation. » | vooraleer met de onderhandeling aan te vatten. » |
B.3. Le projet de loi qui allait devenir la loi attaquée du 15 | B.3. In het wetsontwerp dat de aangevochten wet van 15 december 1998 |
décembre 1998 prévoyait d'apporter à l'article 2, § 2, de la loi du 19 | zou worden, werd bepaald dat in artikel 2, § 2, van de wet van 19 |
décembre 1974 les modifications suivantes : | december 1974 de volgende wijzigingen dienden te worden aangebracht : |
« 1° à l'alinéa 1er, les mots 'projets de loi, de décret ou | « 1° in het eerste lid worden de woorden 'wetsontwerpen of ontwerpen |
van decreet of van ordonnantie' vervangen door de woorden | |
d'ordonnance' sont remplacés par les mots 'projets de loi, de décret | 'wetsontwerpen of ontwerpen van decreet of van ordonnantie alsmede de |
ou d'ordonnance ainsi que les amendements à ces projets proposés par | amendementen op die ontwerpen voorgesteld door de Regeringen, het |
les Gouvernements, le Collège réuni de la Commission communautaire | Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of |
commune ou le Collège de la Commission communautaire française'; | het College van de Franse Gemeenschapscommissie'; |
2° à l'alinéa 2, les mots 'le projet' sont remplacés par les mots 'le | 2° in het tweede lid worden de woorden 'het ontwerp' vervangen door de |
projet ou l'amendement'. » | worden 'het ontwerp of het amendement'. » |
B.4. Un amendement proposant de supprimer cette modification a été | B.4. Er werd een amendement aangenomen waarin werd voorgesteld die |
adopté, de telle sorte que l'article 2, § 2, est resté inchangé. | wijziging te schrappen, zodat artikel 2, § 2, onveranderd is gebleven. |
B.5. En demandant l'annulation de la loi du 15 décembre 1998, la | B.5. Door de vernietiging van de wet van 15 december 1998 te vorderen, |
partie requérante demande en réalité à la Cour de censurer le refus du | vraagt de verzoekende partij in feite aan het Hof de weigering van de |
législateur d'adopter le texte du projet initial qui modifiait | wetgever om de tekst van het oorspronkelijke ontwerp dat artikel 2, § |
l'article 2, § 2. | 2, wijzigde, aan te nemen, te censureren. |
B.6. Il s'ensuit que le recours n'est pas dirigé contre une des normes | B.6. Daaruit volgt dat het beroep niet gericht is tegen één van de |
dont la Cour peut connaître en vertu de l'article 1er, alinéa 1er, de | normen waarvan het Hof op grond van artikel 1, eerste lid, van de |
la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. B.7. Le recours est irrecevable. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 juillet 2000. Le greffier, L. Potoms. Le président, | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof kennis kan nemen. B.7. Het beroep is niet ontvankelijk. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 juli 2000. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |