Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt De La Cour Constitutionelle du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 28 février 2000 en cause de P. Berger et J. Noiroux contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui qui stat(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 28 février 2000 en cause de P. Berger et J. Noiroux contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le « Dès lors que le directeur régional des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui qui stat(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 28 februari 2000 in zake P. Berger en J. Noiroux tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schenden de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (1964), gelet op he(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
sur la Cour d'arbitrage januari 1989 op het Arbitragehof
Par arrêt du 28 février 2000 en cause de P. Berger et J. Noiroux Bij arrest van 28 februari 2000 in zake P. Berger en J. Noiroux tegen
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het
Cour d'arbitrage le 22 mars 2000, la Cour de cassation a posé la Arbitragehof is ingekomen op 22 maart 2000, heeft het Hof van Cassatie
question préjudicielle suivante : de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Dès lors que le directeur régional des contributions ou le « Schenden de artikelen 278 tot 292 van het Wetboek van de
fonctionnaire délégué par lui qui statue sur une réclamation en Inkomstenbelastingen (1964), gelet op het feit dat de gewestelijk
matière d'impôts sur les revenus par application des articles 267 à directeur van de belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar,
276 du Code des impôts sur les revenus (1964) agit en tant qu'autorité wanneer hij over een bezwaar inzake inkomstenbelastingen uitspraak
administrative, les articles 278 à 292 de ce Code violent-ils les doet met toepassing van de artikelen 267 tot 276 van dat wetboek,
articles 10 et 11 de la Constitution en raison du fait que ces handelt als een administratieve overheid, de artikelen 10 en 11 van de
Grondwet, in zoverre die bepalingen de in de personenbelasting
dispositions privent le contribuable à l'impôt des personnes physiques aangeslagen belastingplichtige het voordeel van volwaardige
du double degré de juridiction de plein exercice dont bénéficient tant rechtspraak in twee instanties ontneemt, dat toekomt zowel aan degenen
les redevables d'impôts d'une importance économique analogue que les die belastingen van een analoog economisch belang verschuldigd zijn,
als aan de rechtzoekenden die het voorwerp zijn van
justiciables faisant l'objet d'actes administratifs d'un autre type, bestuurshandelingen die, wat de vermogensrechtelijke gevolgen ervan
quant aux conséquences patrimoniales de ceux-ci ? » betreft, van een andere aard zijn ? »
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1916 du rôle de la Cour. Die zaak is ingeschreven onder nummer 1916 van de rol van het Hof.
Le greffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^