← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
deux arrêts du 15 mars 2000 en cause de la ville de Liège contre la s.a. Résidence les Beaux Chênes et
de la commune de Fléron contre la s.a. Steiner « Les articles 91, 92, 93 et 97 de la loi du 15 mars 1999 de même que l'article 11 de la loi
du 23 (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par deux arrêts du 15 mars 2000 en cause de la ville de Liège contre la s.a. Résidence les Beaux Chênes et de la commune de Fléron contre la s.a. Steiner « Les articles 91, 92, 93 et 97 de la loi du 15 mars 1999 de même que l'article 11 de la loi du 23 (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij twee arresten van 15 maart 2000 in zake de stad Luik tegen de n.v. Résidence les Beaux Chênes en in zake de gemeente Fléron tegen de n.v. Stei « Schenden de artikelen 91, 92, 93 en 97 van de wet van 15 maart 1999 evenals artikel 11 van de wet(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par deux arrêts du 15 mars 2000 en cause de la ville de Liège contre | Bij twee arresten van 15 maart 2000 in zake de stad Luik tegen de n.v. |
la s.a. Résidence les Beaux Chênes et de la commune de Fléron contre | Résidence les Beaux Chênes en in zake de gemeente Fléron tegen de n.v. |
la s.a. Steiner & Cie, dont les expéditions sont parvenues au greffe | Steiner & Cie, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof |
de la Cour d'arbitrage le 27 mars 2000, la Cour d'appel de Liège a | zijn ingekomen op 27 maart 2000, heeft het Hof van Beroep te Luik de |
posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 91, 92, 93 et 97 de la loi du 15 mars 1999 de même que | « Schenden de artikelen 91, 92, 93 en 97 van de wet van 15 maart 1999 |
l'article 11 de la loi du 23 mars 1999 violent-ils les articles 10 et | evenals artikel 11 van de wet van 23 maart 1999, de artikelen 10 en 11 |
11 de la Constitution en ce que, contrairement à la faculté réservée | van de Grondwet, doordat zij, in tegenstelling tot de mogelijkheid die |
aux redevables d'un impôt d'Etat ouvrant un recours devant le | is voorbehouden aan de belastingplichtigen van Rijksbelastingen om |
directeur, ils ne permettent pas aux redevables d'une taxe locale | daartegen op te komen bij de directeur, de belastingplichtigen van een |
faisant l'objet d'un recours analogue devant la députation permanente | lokale belasting die het voorwerp is van een soortgelijk beroep bij de |
demeuré pendant au 6 avril 1999 d'obtenir un double degré de | bestendige deputatie dat op 6 april 1999 hangende is gebleven, niet |
juridiction puisque ceux-ci apparaissent tenus d'introduire un recours | toestaan een dubbele aanleg te verkrijgen, vermits laatstgenoemden |
en premier et dernier ressort devant la Cour d'appel sur base de la | ertoe gehouden blijken een beroep in eerste en laatste aanleg in te |
stellen bij het hof van beroep, op basis van de ten tijde van het | |
procédure en vigueur à l'époque de la réclamation ? » | bezwaarschrift geldende procedure ? » |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1922 et 1923 du rôle de | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1922 en 1923 van de rol |
la Cour et ont été jointes aux affaires portant les numéros 1682, | van het Hof en werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 1682, |
1766, 1770, 1774, 1775 et 1776 du rôle. | 1766, 1770, 1774, 1775 en 1776. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 16 mars 2000 en cause de G. Desodt et autres contre B. | Bij arrest van 16 maart 2000 in zake G. Desodt en anderen tegen B. |
Joye et la s.p.r.l. Bouwbedrijf Furnibo, dont l'expédition est | Joye en de b.v.b.a. Bouwbedrijf Furnibo, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 23 mars 2000, la Cour | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 maart 2000, heeft het |
d'appel de Gand a posé la question préjudicielle suivante : | Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 46, § 1er, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du | « Is artikel 46, § 1, van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
travail est-il discriminatoire à l'égard des articles 10 et 11 de la | discriminerend ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
Constitution dans la mesure où la victime d'un accident du travail au | in de mate dat het slachtoffer van een arbeidsongeval sensu stricto, |
sens strict ne peut intenter d'action civile contre l'employeur, sauf | behoudens opzet van de werkgever, tegen deze laatste geen burgerlijke |
s'il y a dol de la part de celui-ci, alors que la victime d'un simple | vordering kan stellen, terwijl het slachtoffer van een gewoon ongeval |
accident peut toujours intenter cette action, sans restriction, contre | dit steeds kan tegenover elke burgerlijke aansprakelijke zonder |
tout responsable civil ? » | beperkingen ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1920 du rôle de la Cour et a | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1920 van de rol van het Hof en |
été jointe aux affaires portant les numéros 1837 et 1863 du rôle. | is samengevoegd met de zaken met rolnummers 1837 en 1863. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
A. Par arrêt du 8 décembre 1999 en cause du ministère public, du | A. Bij arrest van 8 december 1999 in zake het openbaar ministerie, het |
ministère des Finances, de la société de droit néerlandais Mobil Oil | Ministerie van Financiën en de vennootschap naar Nederlands recht |
BV et d'autres contre la s.a. Etn. Rosseel et autres, dont | Mobil Oil BV en anderen tegen de n.v. Etn. Rosseel en anderen, waarvan |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 10 | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 |
décembre 1999, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question | december 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de prejudiciële |
préjudicielle visant à savoir si : « les articles 267 et suivants, | vraag gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV |
soit le chapitre XXV de la loi générale (coordonnée par arrêté royal) | van de Algemene Wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 |
du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises, violent les | |
articles 10 et 11 de la Constitution au motif que, contrairement à | juli 1977 inzake Douanen en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de |
l'action publique et à la procédure pénale en général, l'action | Grondwet schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake |
publique et la procédure pénale en matière de douanes et accises ne | Douanen en Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de |
garantissent pas d'indépendance à l'inculpé-administré puisque | strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen |
l'Administration des douanes et accises fait à la fois office : | aan de verdachte-geadministreerde, aangezien de Administratie der |
- d'enquêteur qui - conformément aux réglementations en vigueur en | Douanen en Accijnzen fungeert als : |
matière d'importations, d'exportations et de transit douanier | - onderzoeker die - overeenkomstig de geldende reglementeringen inzake |
communautaire - mène et dirige une information et est le seul à | invoer, uitvoer en communautair douanevervoer - een |
détenir chez lui des pièces justificatives essentielles, dont la | opsporingsonderzoek voert en leidt en die bij uitsluiting cruciale |
production en cours de procédure conditionne le caractère de la | bewijsstukken onder zich houdt waarvan de overlegging in de procedure |
prévention, | van die aard is dat de tenlastelegging staat of valt; |
- de partie poursuivante qui détermine de manière autonome qui sera | - tevens vervolgende partij is, die autonoom bepaalt wie en voor welke |
poursuivi et pour quels faits et à qui une transaction est proposée et | feiten zal worden vervolgd en aan wie een transactie wordt aangeboden |
- surabondamment d'intéressée, bénéficiaire des droits à acquitter par | en - ten overvloede belanghebbende, begunstigde van de rechten te kwijten |
la partie poursuivie ». | door de vervolgde partij ». |
B. Par jugement du 13 décembre 1999 en cause du ministre des Finances | B. Bij vonnis van 13 december 1999 in zake de Minister van Financiën |
et du ministère public contre W. Overmeire et autres, dont | en het openbaar ministerie tegen W. Overmeire en anderen, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 15 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 december |
décembre 1999, le Tribunal de première instance de Bruges a posé la | 1999, heeft de Correctionele Rechtbank te Brugge de prejudiciële vraag |
question préjudicielle visant à savoir si : « les articles 267 et | gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de |
suivants, soit le chapitre XXV de la loi générale du 18 juillet 1977 | algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen de artikelen |
relative aux douanes et accises, violent les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat zij in tegenstelling met de |
Constitution en ce que, contrairement à l'action publique et à la | strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen |
procédure pénale en général, l'action publique et la procédure pénale | onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, gezien |
en matière de douanes et accises ne garantissent pas d'indépendance à | de administratie van douane en accijnzen terzelfdertijd fungeert als : |
l'inculpé-administré puisque l'Administration des douanes et accises | |
fait à la fois office : | |
- d'enquêteur qui décide de manière exclusive quelles pièces | - onderzoeker die beslist, bij uitsluiting, welke cruciale |
justificatives essentielles il utilise, détient ou n'utilise pas et | bewijsstukken zij aanwendt, onder zich houdt, niet aanwendt en waarvan |
dont la production en cours de procédure conditionne le caractère de | de overlegging en de procedure van die aard is dat de tenlastelegging |
la prévention; | staat of valt; |
- également de partie poursuivante; | - tevens vervolgende partij is; |
- surabondamment d'intéressée, bénéficiaire des droits qu'elle réclame | - ten overvloede belanghebbende, begunstigde van de rechten, die zij |
aux prévenus, à acquitter, en cas de condamnation, par les prévenus; | vordert van gedaagden, bij veroordeling te kwijten door beklaagden; |
- et, en outre, conformément à l'arrêté du gouvernement du 17 août | - en bovendien de opsporingsambtenaren overeenkomstig het besluit van |
1948, les agents de recherche perçoivent des rétributions pour la | de regering van 17 augustus 1948 geldelijke beloningen ontvangen voor |
détection de la fraude, ce qui est en contradiction avec l'exigence | het detecteren van de fraude, wat in contradictie staat met de |
d'impartialité ». | vereiste van onpartijdigheid ». |
C. Par jugement du 9 décembre 1999 en cause du ministère public et K. | C. Bij vonnis van 9 december 1999 in zake het openbaar ministerie, het |
Verbiest contre A. Van Gils, dont l'expédition est parvenue au greffe | Ministerie van Financiën en K. Verbiest tegen A. Van Gils en anderen, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
de la Cour d'arbitrage le 20 décembre 1999, le Tribunal de première | 20 december 1999, heeft de Correctionele Rechtbank te Antwerpen de |
instance d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « Les | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
articles 193, 194, 195, 196, 197, 189 et 222, le chapitre XXV et les | « Schenden de artikelen 193, 194, 195, 196, 197, de artikelen 189 en |
articles 267 à 272 et 279 à 284 qui y sont contenus de l'arrêté royal | 222, het hoofdstuk XXV en de daarin ondermeer opgenomen artikelen 267 |
du 18 juillet 1977 portant coordination des dispositions générales en | t/m 272, 279 t/m 284 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot |
matière de douanes et accises, confirmés par l'article 1er de la loi | coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen, |
du 6 juillet 1978, lus en combinaison avec l'article 6 de la | bekrachtigd bij artikel 1 van de wet van 6 juli 1978, in samenhang |
Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme, violent-ils | gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de |
les articles 10 et 11 de la Constitution belge en ce que, | Rechten [van] de mens, de artikelen 10 en 11 van de Belgische |
contrairement à l'action publique et à la procédure pénale en général, | Grondwet, doordat zij [ten aanzien van] de strafvordering en de |
strafrechtspleging inzake Douane [en] Accijnzen, in tegenstelling met | |
l'action publique et la procédure pénale en matière de douanes et | de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen |
onafhankelijheid waarborgen aan de verdachte, gezien de Administratie | |
accises ne garantissent pas d'indépendance à l'inculpé, puisque | der Douane en Accijnzen inzake misdrijven inzake douane en accijnzen |
l'Administration des douanes et accises fait à la fois office : | tegelijk optreedt als : |
- d'enquêteur, | - onderzoeker, |
- de partie poursuivante, | - en vervolgende partij, |
- et enfin de partie intéressée, bénéficiaire des droits et accises, à | - en tot slot als belanghebbende partij, namelijk als begunstigde van |
acquitter, en cas de condamnation, par la partie poursuivie ? » | de rechten en accijnzen, bij veroordeling te kwijten door de vervolgde partij ? » |
D. Par jugement du 6 décembre 1999 en cause du ministère des Finances | D. Bij vonnis van 6 december 1999 in zake het Ministerie van Financiën |
et du ministère public contre F. Vanlerberghe et F. Du Tré, dont | en het openbaar ministerie tegen F. Vanlerberghe en F. Du Tré, waarvan |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 |
décembre 1999, le Tribunal correctionnel d'Anvers a posé la question | december 1999, heeft de Correctionele Rechtbank te Antwerpen de |
préjudicielle visant à savoir si : « les articles 267 et suivants, | prejudiciële vraag gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde |
soit le chapitre XXV de la loi générale du 18 juillet 1977 relative | hoofdstuk XXV van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake Douanen en |
aux douanes et accises, violent les articles 10 et 11 de la | Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden omdat de |
Constitution au motif que, contrairement à l'action publique et à la | strafvordering en de rechtspleging inzake Douanen en Accijnzen, in |
procédure pénale en général, l'action publique et la procédure pénale | tegenstelling met de strafvordering en de strafrechtspleging in het |
en matière de douanes et accises ne garantissent pas d'indépendance à | algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen aan de |
l'inculpé-administré, puisque l'Administration des douanes et accises | verdachte-geadministreerde, gezien de Administratie der Douanen en |
fait office : | Accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur qui, conformément à la réglementation en vigueur en | - onderzoeker, die overeenkomstig de reglementering bij export naar |
matière d'exportations vers d'autres pays que la Communauté | |
européenne, est le seul à détenir chez lui des pièces justificatives | andere landen dan de Europese Gemeenschap bij uitsluiting cruciale |
essentielles, dont la production en cours de procédure conditionne le | bewijsstukken onder zich houdt waarvan de overbrenging in de procedure |
caractère de la prévention; | van die aard is, dat de tenlastelegging staat of valt; |
- également de partie poursuivante, | - tevens vervolgende partij is; |
- et surabondamment d'intéressée, bénéficiaire de droits à acquitter, | - en ten overvloede belanghebbende begunstigde van rechten is bij |
en cas de condamnation, par la partie poursuivie | veroordeling te kwijten door de vervolgde partij; |
- en outre, conformément à l'arrêté du gouvernement du 17 août 1948, | - en bovendien de opsporingsambtenaren overeenkomstig het besluit van |
les agents de recherche perçoivent des rétributions pour la détection | de regering van 17 augustus 1948 geldelijke beloningen ontvangen voor |
de fraudes, ce qui est en contradiction avec l'exigence d'impartialité | het detecteren van fraude wat in contradictie staat met de vereiste |
». | van onpartijdigheid ». |
E. Par arrêt du 16 décembre 1999 en cause du ministère public et du | E. Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en |
ministre des Finances contre L. Vermeire et autres, dont l'expédition | de Minister van Financiën tegen L. Vermeire en anderen, waarvan de |
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 24 décembre 1999, la | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 december |
Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle visant à savoir | 1999, heeft het Hof van Beroep te Gent de prejudiciële vraag gesteld « |
si : « les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de la loi | of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene |
générale du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises, viole les | Wet van 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 |
articles 10 et 11 de la Constitution au motif que, contrairement à | van de Grondwet schenden omdat de strafvordering en de |
l'action publique et à la procédure pénale en général, l'action | strafrechtspleging inzake Douane en Accijnzen, in tegenstelling met de |
publique et la procédure pénale en matière de douanes et accises ne | strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen |
garantissent pas d'indépendance à l'inculpé-administré, puisque | onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, gezien |
l'Administration des douanes et accises fait office : | de Administratie der Douane en Accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur, | - onderzoeker; |
- également de partie poursuivante, | - tevens vervolgende partij is; |
- et surabondamment d'intéressée, bénéficiaire de droits, à acquitter, | - ten overvloede belanghebbende, begunstigde van rechten is, bij |
en cas de condamnation, par la partie poursuivante ». | veroordeling te kwijten door de vervolgende [lees : vervolgde] partij ». |
F. Par jugement du 22 décembre 1999 en cause du ministère public et du | F. Bij arrest van 22 december 1999 in zake het openbaar ministerie en |
ministre des Finances contre A. Mizrahi et autres, dont l'expédition | de Minister van Financiën tegen A. Mizrahi en anderen, waarvan de |
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 27 décembre 1999, la | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 december |
Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle visant à savoir | 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de prejudiciële vraag |
si : « les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de la loi | gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de |
générale (coordonnée par arrêté royal) du 18 juillet 1977 relative aux | Algemene wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977 |
douanes et accises, violent les articles 10 et 11 de la Constitution | inzake Douanen en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
au motif que, contrairement à l'action publique et à la procédure | schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake Douanen en |
pénale en général, l'action publique et la procédure pénale en matière | Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de |
de douanes et accises ne garantissent pas d'indépendance à | strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen |
l'inculpé-administré puisque l'Administration des douanes et accises | aan de verdachte-geadministreerde, aangezien de Administratie der |
fait à la fois office : | Douanen en Accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur qui - conformément aux réglementations en vigueur en | - onderzoeker die - overeenkomstig de geldende reglementeringen inzake |
matière d'importations, d'exportations et de transit douanier | invoer, uitvoer en communautair douanevervoer - een |
communautaire - mène et dirige une information et est le seul à | opsporingsonderzoek voert en leidt en die bij uitsluiting cruciale |
détenir chez lui des pièces justificatives essentielles, dont la | bewijsstukken onder zich houdt waarvan de overlegging in de procedure |
production en cours de procédure conditionne le caractère de la | van die aard is dat de tenlastelegging staat of valt; |
prévention, - de partie poursuivante qui détermine de manière autonome qui sera | - tevens vervolgende partij is, die autonoom bepaalt wie en voor welke |
poursuivi et pour quels faits et à qui une transaction est proposée et | feiten zal worden vervolgd en aan wie een transactie wordt aangeboden |
- surabondamment d'intéressée, bénéficiaire des droits à acquitter par | en - ten overvloede belanghebbende, begunstigde van de rechten te kwijten |
la partie poursuivie ». | door de vervolgde partij ». |
G. Par arrêt du 6 janvier 2000 en cause du ministère public et du | G. Bij arrest van 6 januari 2000 in zake het openbaar ministerie en de |
ministre des Finances contre P. Serry et autres, dont l'expédition est | Minister van Financiën tegen P. Serry en anderen, waarvan de expeditie |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 27 janvier 2000, la Cour | ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 januari 2000, |
d'appel de Gand a posé la question préjudicielle visant à savoir si : | heeft het Hof van Beroep te Gent de prejudiciële vraag gesteld « of de |
« les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de la loi | artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene Wet |
générale du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises, violent | van 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van |
les articles 10 et 11 de la Constitution au motif que, contrairement à | de Grondwet schenden omdat de strafvordering en de strafrechtspleging |
l'action publique et à la procédure pénale en général, l'action | inzake Douane en Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en |
publique et la procédure pénale en matière de douanes et accises ne | de strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid |
garantissent pas d'indépendance à l'inculpé-administré puisque | waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, gezien de Administratie |
l'Administration des douanes et accises fait à la fois office : | der Douane en Accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur, | - onderzoeker; |
- également de partie poursuivante, | - tevens vervolgende partij is; |
- et surabondamment d'intéressée, bénéficiaire de droits à acquitter, | - en ten overvloede belanghebbende, begunstigde van rechten is, bij |
en cas de condamnation, par la partie poursuivante [lire : poursuivie] | veroordeling te kwijten door de vervolgende [lees : vervolgde] partij |
». | ». |
H. Par jugement du 20 janvier 2000 en cause du ministère public contre | H. Bij vonnis van 20 januari 2000 in zake het openbaar ministerie |
A. Uyttebrouck et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de | tegen A. Uyttebrouck en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van |
la Cour d'arbitrage le 15 février 2000, le Tribunal correctionnel | het Arbitragehof is ingekomen op 15 februari 2000, heeft de |
d'Anvers a posé les questions préjudicielles suivantes : | Correctionele Rechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen |
« 1. L'article 6, § 5, de la loi du 31 décembre 1947 relative au | gesteld : « 1. Schendt artikel 6, § 5, van de wet van 31 december 1947 |
régime du tabac, juncto l'article 220 de la loi générale relative aux | betreffende het fiscaal regime van tabak, jo. artikel 220 A.W.D.A. de |
douanes et accises, violent-ils les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar zij de rechter geen |
Constitution, en ce qu'ils ne permettent pas au juge d'infliger une | mogelijkheid laten om een in het concrete geval passende milde of |
peine légère ou sévère appropriée au cas concret, alors que cette | strenge straf op te leggen, terwijl dit wel mogelijk is voor de |
possibilité existe pour le juge qui doit se prononcer sur la base des | rechter die dient te oordelen op grond van de gemeenrechtelijke |
dispositions pénales de droit commun ? | strafbepalingen ? |
2. Les articles 193, 194, 195, 196 et 197, les articles 189 et 222, le | 2. Schenden de artikelen 193, 194, 195, 196 en 197, de artikelen 189 |
en 222, het hoofdstuk XXV en de daarin ondermeer opgenomen artikelen | |
chapitre XXV ainsi que les articles 267 à 272 et 279 à 184 [lire : | 267 t.e.m. 272, 279 t.e.m. 184 [lees : 284] van het koninklijk besluit |
284] qui y sont notamment contenus de l'arrêté royal du 18 juin 1977 | van 18 juni 1977 tot coördinatie van algemene bepalingen inzake douane |
portant coordination des dispositions générales relatives aux douanes | |
et accises, confirmés par l'article 1er de la loi du 6 juin 1978, lus | en accijnzen, bekrachtigd bij artikel 1 van de wet van 6 juni 1978, in |
en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne de | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot |
sauvegarde des droits de l'homme, violent-ils les articles 10 et 11 de | bescherming van de rechten van de mens, de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution belge, en ce que, contrairement à l'action publique et | Belgische Grondwet, doordat de strafvordering en de strafrechtspleging |
à la procédure pénale en général, l'action publique et la procédure | inzake douane en accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en |
pénale en matière de douanes et accises ne garantissent pas | de strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid |
d'indépendance à l'inculpé puisque l'Administration des douanes et | waarborgen aan de verdachte, gezien de administratie der douane en |
accises fait office, en matière d'infractions relatives aux douanes et | accijnzen inzake misdrijven inzake douane en accijnzen tegelijk |
accises, d'enquêteur, de partie poursuivante et de partie intéressée, | optreedt als onderzoeker, vervolgende partij en eveneens als |
bénéficiaire des droits et accises à acquitter, en cas de | belanghebbende partij, namelijk als begunstigde van de rechten en |
condamnation, par la partie poursuivie ? » | accijnzen, bij veroordeling te kwijten door de vervolgde partij ? » |
I. Par jugement du 7 janvier 2000 en cause du ministère public et | I. Bij vonnis van 7 januari 2000 in zake het openbaar ministerie en de |
l'Etat belge contre A. Ravelli et la s.p.r.l. De Jaegher, dont | Belgische Staat tegen A. Ravelli en de b.v.b.a. De Jaegher, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 15 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 februari |
février 2000, le Tribunal correctionnel de Louvain a posé la question | 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te Leuven de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de la loi | « Schenden de artikelen 267 e.v., hetzij hoofdstuk XXV van de algemene |
générale du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises, | |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en tant que les | wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 de artikelen 10 en 11 |
prévenus qui sont poursuivis et jugés sur la base de cette disposition | van de Grondwet in zoverre de betichten die op grond van deze |
- comme en l'espèce - sont confrontés à une partie, l'Administration | bepalingen worden vervolgd en berecht - zoals in casu - worden |
des douanes et accises, qui fait à la fois office d'enquêteur, de | geconfronteerd met een partij hetzij de administratie van douane en |
partie poursuivante, d'intéressée et de bénéficiaire de droits, ce qui | accijnzen die tegelijkertijd als onderzoeker, vervolgende partij, |
ne serait pas le cas s'ils étaient poursuivis et jugés sur la base des | belanghebbende en begunstigde van rechten kan worden bestempeld, |
hetgeen niet het geval is of zou zijn wanneer zij op grond van de | |
règles ordinaires en matière d'action publique et de procédure pénale | gewone regels van strafvordering en strafrechtspleging zouden worden |
où ils ne sont pas confrontés à une telle partie privilégiée, et en | vervolgd en terechtstaan, waar zij niet worden geconfronteerd met een |
tant qu'ils sont ou seraient de la sorte traités de manière inégale et | dergelijk bevoorrechte partij en aldus ongelijk en discriminerend |
discriminatoire ? » | worden of zouden worden behandeld ? » |
J. Par jugement du 27 janvier 2000 en cause du ministère des Finances | J. Bij vonnis van 27 januari 2000 in zake het Ministerie van Financiën |
et du ministère public contre R. Devroe et autres, dont l'expédition | en het openbaar ministerie tegen R. Devroe en anderen, waarvan de |
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 février 2000, le | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 februari |
Tribunal correctionnel d'Anvers a posé la question préjudicielle | 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te Antwerpen de prejudiciële |
visant à savoir si les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV | vraag gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV |
de la loi générale du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises, | van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, |
ainsi que l'article 263 de la L.G.D.A. violent les articles 10 et 11 | alsook artikel 263 A.W.D.A., de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
de la Constitution au motif que, contrairement à l'action publique et | schenden omdat de strafvordering en de strafrechtspleging inzake |
à la procédure pénale en général, l'action publique et la procédure | douane en accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de |
pénale en matière de douanes et accises ne garantissent pas | strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen |
d'indépendance à l'inculpé-administré puisque l'Administration des | aan de verdachte-geadministreerde, gezien de Administratie der douane |
douanes et accises fait à la fois office : | en accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur qui - conformément aux réglementations en vigueur en | - onderzoeker, die - overeenkomstig de geldende reglementeringen |
inzake invoer, uitvoer, communautair douanevervoer enz. en | |
matière d'importations, d'exportations et de transit douanier | overeenkomstig de geldende procedureregels een opsporingsonderzoek van |
communautaire mène et dirige une information et qui est le seul à | strafrechtelijke aard op autonome wijze voert en leidt en die bij |
détenir chez lui des pièces justificatives essentielles, dont la | uitsluiting cruciale bewijsstukken onder zich houdt en/of verzamelt, |
production en cours de procédure conditionne le caractère de la | waarvan de overlegging in de procedure van die aard is of kan zijn dat |
prévention ; | de tenlastelegging staat of valt; |
- de partie poursuivante qui, en méconnaissance de la loi du 11 avril | - en vervolgende partij, die, met miskenning van de wet van 11 april |
1994 relative à la publicité de l'administration, détermine de manière | 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, inquisitoir en autonoom |
inquisitoire et autonome qui sera poursuivi et pour quels faits et à | bepaalt wie en voor welke feiten zal worden vervolgd, en die tevens op |
quel inculpé-administré une transaction est proposée; | discretionaire wijze bepaalt aan welke verdachte-geadministreerde een |
transactie wordt aangeboden; | |
- et de partie intéressée, bénéficiaire des droits à l'importation | - en belanghebbende, begunstigde van de rechten bij invoer alsook |
ainsi que des amendes et confiscations à acquitter, en cas de | begunstigde van de boeten en verbeurdverklaringen, bij transactie of |
transaction ou de condamnation, par l'inculpé-administré ». | bij veroordeling te kwijten door de verdachte-geadministreerde ». |
K. Par jugement du 27 janvier 2000 en cause du ministère des Finances | K. Bij vonnis van 27 januari 2000 in zake het Ministerie van Financiën |
et du ministère public contre G. De Gres et autres, dont l'expédition | en het openbaar ministerie tegen G. De Gres en anderen, waarvan de |
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 février 2000, le | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 28 februari |
Tribunal correctionnel d'Anvers a posé la question préjudicielle | 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te Antwerpen de prejudiciële |
visant à savoir si « les articles 267 et suivants de la L.G.D.A., soit | vraag gesteld « of het zo is dat de artikelen 267 en volgende |
le chapitre XXV de la loi générale du 18 juillet 1977 relative aux | A.W.D.A., zijnde hoofdstuk XXV van de algemene wet van 18 juli 1977 |
douanes et accises, ainsi que l'article 263 de la L.G.D.A. violent les | inzake douane en accijnzen, alsook artikel 263 A.W.D.A., de artikelen |
articles 10 et 11 de la Constitution au motif que, contrairement à | 10 en 11 van de Grondwet schenden omdat de strafvordering en de |
l'action publique et à la procédure pénale en général, l'action | strafrechtspleging inzake douane en accijnzen, in tegenstelling met de |
publique et la procédure pénale en matière de douanes et accises ne | strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen |
garantissent pas d'indépendance à l'inculpé-administré puisque | onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, |
l'Administration des douanes et accises fait à la fois office : | aangezien de Administratie der douane en accijnzen tegelijkertijd |
- d'enquêteur qui - conformément aux réglementations en vigueur en | fungeert en optreedt als : |
matière d'importations, d'exportations, de transit douanier | - onderzoeker, die - overeenkomstig de geldende reglementering inzake |
communautaire, etc. et conformément aux règles de procédure en vigueur | invoer, uitvoer, communautair douanevervoer enz. en overeenkomstig de |
- mène et dirige de manière autonome une information de nature pénale | geldende procedureregels - een opsporingsonderzoek van |
et est le seul à détenir chez lui des pièces justificatives | strafrechtelijke aard op autonome wijze voert en leidt en die bij |
uitsluiting cruciale bewijsstukken onder zich houdt en/of verzamelt, | |
essentielles, dont la production en cours de procédure conditionne le | waarvan de overlegging in de procedure van die aard is of kan zijn dat |
caractère de la prévention, | de tenlastelegging staat of valt; |
- de partie poursuivante, qui détermine de manière inquisitoire et | - vervolgende partij, die inquisitoir en autonoom bepaalt wie en voor |
autonome qui sera poursuivi et pour quels faits et qui détermine | welke feiten zal worden vervolgd, en die tevens op discretionaire |
également de manière discrétionnaire à quel inculpé-administré une | wijze bepaalt aan welke verdachte-geadministreerde een transactie |
transaction est proposée | wordt aangeboden; |
- et d'intéressée, bénéficiaire des droits à l'importation ainsi que | - en belanghebbende, begunstigde van rechten bij invoer alsook |
des amendes et confiscations à acquitter, en cas de transaction ou de | begunstigde van de boeten en verbeurdverklaringen, bij transactie of |
condamnation, par l'inculpé-administré ». | bij veroordeling te kwijten door de verdachte- geadministreerde ». |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1840, 1844, 1847, 1848, | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1840, 1844, 1847, 1848, |
1854, 1856, 1874, 1882, 1884, 1890 et 1896 du rôle de la Cour et ont | 1854, 1856, 1874, 1882, 1884, 1890 en 1896 van de rol van het Hof en |
été jointes. | werden samengevoegd. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 6 janvier 2000 en cause du procureur du Roi et autres | Bij vonnis van 6 januari 2000 in zake de procureur des Konings en |
contre J.-F. Monfort et autres, dont l'expédition est parvenue au | anderen tegen J.-F. Monfort en anderen, waarvan de expeditie ter |
greffe de la Cour d'arbitrage le 18 janvier 2000, le Tribunal | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 januari 2000, heeft de |
correctionnel de Liège a posé les questions préjudicielles suivantes : | Correctionele Rechtbank te Luik de prejudiciële vragen gesteld : |
« Compte tenu de l'évolution de la Communauté européenne et du marché | « Rekening houdend met de evolutie van de Europese Gemeenschap en van |
des stations-service : | de markt van tankstations : |
1. L'article 1er, §§ 1er, 2 et 3, de la loi du 22 juin 1960 instaurant | 1. Is artikel 1, §§ 1, 2 en 3, van de wet van 22 juni 1960 tot |
invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht in | |
le repos hebdomadaire dans l'artisanat et le commerce, est-il conforme | overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel verankerd in de artikelen |
au principe d'égalité consacré par les articles 10 et 11 de la | 10 en 11 van de Belgische Grondwet, in die zin dat het toestaat een |
Constitution belge, en ce sens qu'il permet d'imposer un jour de repos | wekelijkse rustdag op te leggen aan tankstations en bijbehorende ` |
hebdomadaire aux stations-service et ` shops ' annexés à celles-ci | shops ' wanneer de verkoopsruimte gelegen is buiten het domein der |
lorsque les lieux de vente sont situés en dehors du domaine des | |
autoroutes, alors que l'article 1er, § 4, de la même loi exonère | autosnelwegen, terwijl artikel 1, § 4, van dezelfde wet diezelfde |
entièrement les mêmes commerces de cette obligation lorsque les lieux | handelszaken van die verplichting vrijstelt wanneer de verkoopsruimte |
de vente sont situés dans le domaine des autoroutes ? | op het domein der autosnelwegen gelegen is ? |
2. Les articles 1er et 2 de la loi du 24 juillet 1973 instaurant la | 2. Zijn de artikelen 1 en 2 van de wet van 24 juli 1973 tot instelling |
fermeture obligatoire du soir dans le commerce, l'artisanat et les | van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening |
services sont-ils conformes au principe d'égalité consacré par les | in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel verankerd in de |
articles 10 et 11 de la Constitution belge, en ce sens qu'ils imposent | artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, in die zin dat ze een |
la fermeture du soir ou le choix entre l'ouverture pendant le jour ou | verplichte avondsluiting of de keuze tussen openingsuren overdag of 's |
la nuit aux ` shops ' annexés aux stations-service situés en dehors du | nachts opleggen aan de aan tankstations verbonden ` shops ' die buiten |
domaine des autoroutes, alors que l'article 4, § 1er, f), de la même | het domein der autosnelwegen gelegen zijn, terwijl artikel 4, § 1, f), |
loi permet aux mêmes commerces d'ouvrir 24 heures sur 24 lorsque les | van dezelfde wet diezelfde handelszaken toestaat 24 uur op 24 open te |
lieux de vente sont situés dans le domaine des autoroutes ? » | blijven wanneer de verkoopsruimte op het domein der autosnelwegen |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1866 du rôle de la Cour et a | gelegen is ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1866 van de rol van het Hof en |
été jointe à l'affaire portant le numéro 1857 du rôle. | werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1857. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 12 janvier 2000 en cause de P. Biesmans contre la | Bij vonnis van 12 januari 2000 in zake P. Biesmans tegen de stad |
ville de Trois-Ponts, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Trois-Ponts, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
Cour d'arbitrage le 21 janvier 2000, le Tribunal du travail de | ingekomen op 21 januari 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Verviers de |
Verviers a posé la question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 63 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de | « Schendt artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
travail viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, cet | arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat |
article établissant une différence de traitement entre les employés et | dit artikel in een verschil in behandeling voorziet tussen bedienden |
les ouvriers, d'une part, ainsi que, corrélativement, entre les | en arbeiders, enerzijds, en daarbij aansluitend tussen werkgevers van |
employeurs d'ouvriers et les employeurs d'employés, d'autre part, | arbeiders en werkgevers van bedienden, anderzijds, |
en ce que : | in zoverre : |
1. il impose aux employeurs de justifier le licenciement des seuls | 1. het de werkgevers de verplichting oplegt het ontslag van de enkele |
travailleurs manuels (le licenciement doit avoir un lien avec | handarbeiders te verantwoorden (het ontslag moet verband houden met de |
l'aptitude ou la conduite de l'ouvrier ou être fondé sur les | geschiktheid of het gedrag van de werkman of berusten op |
nécessités du fonctionnement de l'entreprise), | noodwendigheden in verband met de werking van de onderneming), |
alors que : | terwijl : |
l'employeur conserve un pouvoir de licenciement discrétionnaire envers | de werkgever een discretionaire bevoegdheid behoudt om zijn bedienden |
ses employés (discrimination touchant à l'exercice même du droit de | te ontslaan (discriminatie die betrekking heeft op de uitoefening zelf |
licenciement); | van het ontslagrecht); |
2. il assure au profit des seuls travailleurs manuels un droit | 2. het ten voordele van de enkele handarbeiders een daarbij |
corrélatif à l'obligation de renversement de la charge de la preuve du | aansluitend recht op de verplichte omkering van de bewijslast voor het |
caractère abusif du licenciement; | willekeurig karakter van het ontslag verzekert; |
3. il dispense les seuls travailleurs manuels d'établir l'importance | 3. het de enkele handarbeiders vrijstelt van het aantonen van de |
du préjudice résultant du licenciement illicite, | omvang van het geleden nadeel als gevolg van het onrechtmatig ontslag; |
alors que : | terwijl : |
les employés doivent recourir à la justice pour démontrer la réalité | de bedienden een beroep moeten doen op het gerecht om de echtheid van |
d'un abus de droit de licenciement dans le chef de l'employeur, la | een misbruik van het ontslagrecht door de werkgever, de echtheid en de |
réalité et l'importance du dommage subi ainsi que le lien causal ? » | omvang van het geleden nadeel alsook het oorzakelijk verband aan te tonen ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1869 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1869 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 20 décembre 1999 en cause du procureur général contre L. | Bij arrest van 20 december 1999 in zake de procureur-generaal tegen L. |
Hentreep et le centre public d'aide sociale d'Andenne, dont | Hentreep en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van |
Andenne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 | ingekomen op 28 januari 2000, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende |
janvier 2000, la Cour du travail de Liège a posé la question | |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 2, § 1er, alinéa 1er, 2° et 4° et 7, § 1er, de la loi | « Stellen de artikelen 2, § 1, eerste lid, 2° en 4°, en 7, § 1, van de |
du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, | wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een |
interprétés comme faisant obligation à un centre public d'aide sociale | bestaansminimum, in die zin geïnterpreteerd dat zij aan een openbaar |
de supprimer, même d'office, le droit au minimum de moyens d'existence | centrum voor maatschappelijk welzijn de verplichting opleggen om, |
zelfs ambtshalve, het recht op het bestaansminimum dat werd toegekend | |
accordé au taux isolé majoré (article 2, § 1er, alinéa 1er, 2°) à un | tegen een verhoogd percentage voor alleenstaande (artikel 2, § 1, |
parent vivant exclusivement avec un enfant majeur à charge pour ne | eerste lid, 2°) aan een ouder die uitsluitend samenleeft met een |
plus lui accorder que le minimum de moyens d'existence au taux | meerderjarig kind ten laste te schrappen en die ouder alleen nog het |
bestaansminimum toe te kennen tegen het percentage voor samenwonende | |
cohabitant (article 2, § 1er, alinéa 1er, 4°), instaurent-ils une | (artikel 2, § 1, eerste lid, 4°), een discriminatie in die strijdig is |
discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution | met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, artikelen |
coordonnée, articles lus en combinaison avec l'article 8, §§ 1er et 2, | gelezen in samenhang met artikel 8, §§ 1 en 2, van het Europees |
de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés | Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele |
fondamentales, en ce que les articles 2 et 7 susvisés ont pour | vrijheden, doordat de bovenvermelde artikelen 2 en 7 tot gevolg hebben |
conséquence de priver, d'office, le parent exerçant seul l'autorité | dat ze de ouder die alleen het ouderlijk gezag uitoefent en geen |
parentale et dépourvu de moyens d'existence - de l'usage effectif de | bestaansmiddelen heeft , ambtshalve, de daadwerkelijke gebruikmaking |
ses droits ou d'une partie de ses droits et notamment celui de gérer | van zijn rechten of van een deel van zijn rechten ontzeggen en met |
le budget du ménage au mieux des intérêts de chacun, alors que | name van het recht om het gezinsbudget zo goed mogelijk in het belang |
l'article 8 de la Convention susvisée assure le respect du droit à la | van elkeen te beheren, terwijl artikel 8 van het bovenvermeld Verdrag |
vie privée et familiale et ne tolère d'ingérence par une autorité | het recht op eerbiediging van het privé-leven en gezinsleven waarborgt |
publique que si elle est autorisée par la loi, comme le prévoit | en enkel inmenging van een openbaar gezag duldt voor zover die bij de |
l'article 7 de la loi susvisée, mais aussi si elle constitue une | wet is toegestaan, zoals daarin is voorzien bij artikel 7 van de |
mesure nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté publique, au | bovenvermelde wet, maar ook op voorwaarde dat zij een noodzakelijke |
bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et à la | maatregel vormt voor 's lands veiligheid, de openbare veiligheid, of |
prévention des infractions pénales, à la protection de la santé ou de | het economisch welzijn van het land, de bescherming van de openbare |
orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de | |
la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ? » | gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1875 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1875 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 8 février 2000 en cause de C. Vandemeulebroecke contre | Bij vonnis van 8 februari 2000 in zake C. Vandemeulebroecke tegen de |
la s.a. Euler Cobac Belgium et la s.a. Vedior Interim, dont | n.v. Euler Cobac Belgium en de n.v. Vedior Interim, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 februari |
février 2000, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la question | 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële |
préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
« L'article 31, § 4, de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail | « Schendt artikel 31, § 4, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de |
temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la | tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van |
disposition d'utilisateurs, dans l'interprétation où il s'applique aux | werknemers ten behoeve van gebruikers, in de interpretatie waarin het |
personnes dont l'activité consiste à mettre des travailleurs à la | van toepassing is op de personen wier werkzaamheid erin bestaat |
disposition d'utilisateurs, à l'exception des entreprises de travail | werknemers ter beschikking te stellen van gebruikers, met uitzondering |
intérimaire, viole-t-il ou non les articles 10 et 11 de la Constitution belge : 1° en ce que des pourvoyeurs de main-d'oeuvre se trouvant dans une même situation d'occupation illégale de main-d'oeuvre, sont traités différemment sur le plan de la responsabilité; 2° en ce que, vis-à-vis des utilisateurs, des travailleurs et des tiers, il y a un seul débiteur lorsqu'il s'agit d'une occupation illégale à l'intervention d'une entreprise de travail intérimaire et deux débiteurs lorsqu'il s'agit d'une occupation illégale à l'intervention de tout autre employeur ou placeur; 3° en ce que toute autre personne que l'entreprise de travail intérimaire et qui met des travailleurs à la disposition d'utilisateurs ne pourrait, au contraire de cette entreprise de travail intérimaire, échapper à la responsabilité lorsque l'illégalité est un fait de l'utilisateur auquel elle n'a en rien contribué; 4° en ce que la personne tenue par l'article 31, § 4, de la loi du 24 juillet 1987 se verrait, de manière insuffisamment justifiée, dans une situation juridique nettement plus défavorable que toute autre personne responsable du fait d'autrui ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1889 du rôle de la Cour. Le greffier, | van de uitzendbedrijven, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet : 1° in zoverre koppelbazen die zich in eenzelfde situatie van illegale tewerkstelling van arbeidskrachten bevinden, verschillend worden behandeld op het vlak van de aansprakelijkheid; 2° in zoverre, ten aanzien van de gebruikers, de werknemers en derden, er één enkele schuldenaar is wanneer het gaat om een onwettige tewerkstelling door toedoen van een uitzendbedrijf en er twee schuldenaars zijn wanneer het gaat om een onwettige tewerkstelling door toedoen van elke andere werkgever of bemiddelaar; 3° in zoverre elke andere persoon dan het uitzendbedrijf, die werknemers ter beschikking stelt van gebruikers, in tegenstelling tot dat uitzendbedrijf, niet zou kunnen ontsnappen aan de aansprakelijkheid wanneer de onwettigheid toe te schrijven is aan een daad van de gebruiker waartoe die persoon geenszins heeft bijgedragen; 4° in zoverre de aan artikel 31, § 4, van de wet van 24 juli 1987 onderworpen persoon op onvoldoende verantwoorde wijze in een rechtstoestand zou worden geplaatst die duidelijk ongunstiger is dan die van elke andere persoon die aansprakelijk is voor de daad van een ander ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 1889 van de rol van het Hof. De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |