← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt n 83.410 du 9 novembre 1999 en cause de W. Missorten contre la « Vrije Universiteit Brussel »,
dont l'expédition est parvenue au greffe de la C « L'article 75 du décret du 12 juin 1991 viole-t-il
les articles 10 et 11 de la Constitution, combi(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt n 83.410 du 9 novembre 1999 en cause de W. Missorten contre la « Vrije Universiteit Brussel », dont l'expédition est parvenue au greffe de la C « L'article 75 du décret du 12 juin 1991 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combi(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 83.410 van 9 november 1999 in zake W. Missorten tegen de Vrije Universiteit Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbit « Schendt artikel 75 van het decreet van 12 juni 1991 artikel 10 en 11 van de Grondwet in samenlezi(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par arrêt n 83.410 du 9 novembre 1999 en cause de W. Missorten contre | Bij arrest nr. 83.410 van 9 november 1999 in zake W. Missorten tegen |
| la « Vrije Universiteit Brussel », dont l'expédition est parvenue au | de Vrije Universiteit Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 23 novembre 1999, le Conseil d'Etat a | het Arbitragehof is ingekomen op 23 november 1999, heeft de Raad van |
| posé la question préjudicielle suivante : | State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 75 du décret du 12 juin 1991 viole-t-il les articles 10 et | « Schendt artikel 75 van het decreet van 12 juni 1991 artikel 10 en 11 |
| 11 de la Constitution, combinés à l'article 24, § 5, dans la mesure | van de Grondwet in samenlezing met artikel 24, § 5, daar waar het |
| où, manifestement sans invoquer de critère objectif à cet égard, il | kennelijk zonder objectief criterium ter zake naar voor te schuiven |
| offre une protection juridique différente contre une décision | een verschillende rechtsbescherming biedt tegen een eventueel |
| éventuellement prise de manière imprudente, sous cette réserve qu'en | |
| ce qui concerne les membres du personnel des universités libres, il | onzorgvuldig genomen beslissing, met dien verstande dat voor |
| soumet de toute évidence ces derniers aux tribunaux du travail | personeelsleden van de vrije universiteiten zij deze kennelijk laat |
| désignés par l'article 578 du Code judiciaire, alors que les membres | afhangen van door artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde |
| du personnel académique des autres universités peuvent demander l'annulation de la décision précitée devant le Conseil d'Etat. Que la protection juridique est au moins inégale, dès lors que les membres du personnel académique des autres universités peuvent demander l'annulation de la décision prise et obliger, par conséquent, les autorités universitaires à prendre une décision plus prudente, en sorte qu'il est possible d'obtenir un éventuel rétablissement de la légalité. Que les tribunaux du travail n'ont pas ce pouvoir. Que les tribunaux du travail ne sont pas autorisés à vérifier le respect des principes de bonne administration. Que, par conséquent, les membres du personnel des autres universités pourront obtenir une reconstitution rétroactive de leur carrière; les membres du personnel académique des universités libres ne le pourront | arbeidsrechtbanken, terwijl de leden van het academisch personeel van de andere universiteiten de vernietiging kunnen vragen van hogergeciteerde beslissing bij de Raad van State. Dat de rechtsbescherming minstens ongelijk is nu de leden van het academisch personeel van de andere universiteiten de vernietiging van de genomen beslissing kunnen vorderen en bijgevolg het universiteitsbestuur zullen kunnen verplichten een meer zorgvuldige beslissing te nemen, zodat mogelijks rechtsherstel kan worden bekomen. Dat de Arbeidsgerechten zulks niet zullen vermogen. Dat de Arbeidsrechtbanken de beginselen van behoorlijk bestuur niet kunnen toetsen. Dat bijgevolg personeelsleden van de andere universiteiten een retroactieve reconstructie van hun loopbaan zullen kunnen bekomen, de |
| toutefois pas, ce qui représente un élément important en raison de la | leden van het academisch personeel van de vrije universiteiten evenwel |
| règle des six ans ? » | niet, wat van belang is omwille van de 6 jaar-regel ? » |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1814 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1814 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par arrêt du 15 novembre 1999 en cause de J. Marnef contre le Fonds | Bij arrest van 15 november 1999 in zake J. Marnef tegen het Vlaams |
| Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, | |
| flamand pour l'intégration sociale des personnes handicapées, dont | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
| l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 6 | 6 december 1999, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële |
| décembre 1999, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle | |
| suivante : | vraag gesteld : |
| « L'article 2 du décret du Conseil flamand du 27 juin 1990 portant | « Schendt artikel 2 van het decreet van de Vlaamse Raad van 27 juni |
| création d'un Fonds flamand pour l'intégration sociale des personnes | 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale |
| handicapées viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en | Integratie van Personen met een Handicap de artikelen 10 en 11 van de |
| tant que cette disposition législative exclut du champ d'application | Grondwet, voor zover deze wetsbepaling gehandicapten die nog geen |
| du décret et du droit à une assistance les personnes handicapées qui | vijfenzestig jaar oud waren toen zij door een handicap werden |
| n'avaient pas atteint l'âge de 65 ans accomplis lorsqu'elles ont été | getroffen maar vóór die leeftijd geen aanvraag tot inschrijving hebben |
| touchées par un handicap mais qui n'avaient pas introduit de demande | ingediend, uitsluit van het toepassingsgebied van het decreet en het |
| d'enregistrement avant cette date, alors que les personnes qui, dans | recht op bijstand, terwijl personen die in dezelfde omstandigheden wel |
| les mêmes circonstances, ont introduit une demande avant leur 65ème | een aanvraag tot inschrijving hebben ingediend vóór hun |
| anniversaire peuvent bénéficier de l'aide ? » | vijfenzestigste verjaardag wel de steun kunnen genieten ? » |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1831 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1831 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 15 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 15 december |
| décembre 1999 et parvenue au greffe le 16 décembre 1999, un recours en | 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 |
| december 1999, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | |
| annulation partielle de la loi du 13 mai 1999 portant le statut | de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de |
| disciplinaire des membres du personnel des services de police (publiée | personeelsleden van de politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch |
| au Moniteur belge du 16 juin 1999, deuxième édition), pour cause de | Staatsblad van 16 juni 1999, tweede editie), wegens schending van de |
| violation des articles 10 et 11 de la Constitution, a été introduit | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door J. Adam, wonende te 9000 |
| par J. Adam, demeurant à 9000 Gand, Spiegelhofstraat 57, A. Henneau, | Gent, Spiegelhofstraat 57, A. Henneau, wonende te 7050 |
| demeurant à 7050 Masnuy-Saint-Jean, Bruyère d'Erbaut 14, J. | Masnuy-Saint-Jean, Bruyère d'Erbaut 14, J. Vandenbussche, wonende te |
| Vandenbussche, demeurant à 2547 Lint, Koning Albertstraat 156, P. | 2547 Lint, Koning Albertstraat 156, P. Couffez, wonende te 8020 |
| Couffez, demeurant à 8020 Oostkamp, Leegtestraat 24, J. Quintz, | |
| demeurant à 3650 Dilsen-Stokkem, Brokehofstraat 25, E. Branckhaute, | Oostkamp, Leegtestraat 24, J. Quintz, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, |
| demeurant à 1760 Roosdaal, Sleestraat 2, et G. Deville, demeurant à | Brokehofstraat 25, E. Branckhaute, wonende te 1760 Roosdaal, |
| 8340 Oostkerke, Braambeierhoekstraat 5. | Sleestraat 2, en G. Deville, wonende te 8340 Oostkerke, |
| Braambeierhoekstraat 5. | |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1845 du rôle de la Cour et a | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1845 van de rol van het Hof en |
| été jointe avec l'affaire inscrite sous le numéro 1786 du rôle. | werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1786. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |