← Retour vers "Arrêt n° 9/2000 du 19 janvier 2000 Numéro du rôle : 1815 En cause : le recours en
annulation et la demande de suspension de l'article 14 du décret de la Communauté flamande du 30 mars
1999 portant organisation de l'assurance soins, introduits La
Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président G. De Baets et des juges-rapport(...)"
Arrêt n° 9/2000 du 19 janvier 2000 Numéro du rôle : 1815 En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de l'article 14 du décret de la Communauté flamande du 30 mars 1999 portant organisation de l'assurance soins, introduits La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président G. De Baets et des juges-rapport(...) | Arrest nr. 9/2000 van 19 januari 2000 Rolnummer 1815 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van artikel 14 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekerin Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter G. De Baets en de rechters-versla(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 9/2000 du 19 janvier 2000 | Arrest nr. 9/2000 van 19 januari 2000 |
Numéro du rôle : 1815 | Rolnummer 1815 |
En cause : le recours en annulation et la demande de suspension de | In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing |
l'article 14 du décret de la Communauté flamande du 30 mars 1999 | van artikel 14 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 maart |
portant organisation de l'assurance soins, introduits par la Caisse | 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, ingesteld door de |
auxiliaire d'assurance maladie-invalidité. | Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. |
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
composée du président G. De Baets et des juges-rapporteurs H. Coremans | samengesteld uit voorzitter G. De Baets en de rechters-verslaggevers |
et E. Cerexhe, assistée du greffier L. Potoms, | H. Coremans en E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier L. Potoms, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la demande de suspension et du recours en annulation | I. Onderwerp van de vordering tot schorsing en van het beroep tot |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 22 | vernietiging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 november |
novembre 1999 et parvenue au greffe le 23 novembre 1999, la Caisse | 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 |
auxiliaire d'assurance maladie-invalidité, dont le siège est établi à | november 1999, heeft de Hulpkas voor ziekte- en |
1210 Bruxelles, rue Saint-Lazare 10, boîte 10, a introduit un recours | invaliditeitsverzekering, waarvan de zetel is gevestigd te 1210 |
Brussel, Sint-Lazaruslaan 10, bus 10, beroep tot vernietiging en een | |
en annulation et une demande de suspension de l'article 14 du décret | vordering tot schorsing ingesteld van artikel 14 van het decreet van |
de la Communauté flamande du 30 mars 1999 portant organisation de | de Vlaamse Gemeenschap van 30 maart 1999 houdende de organisatie van |
l'assurance soins (publié au Moniteur belge du 28 mai 1999). | de zorgverzekering (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 1999). |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par ordonnance du 23 novembre 1999, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 23 november 1999 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 1er décembre 1999, les juges-rapporteurs H. Coremans et E. Cerexhe | Op 1 december 1999 hebben de rechters-verslaggevers H. Coremans en E. |
ont informé le président, en application de l'article 71, alinéa 1er, | Cerexhe, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke |
de la loi organique, qu'ils pourraient être amenés à proposer à la | wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen |
Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant | worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor |
te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het | |
que le recours en annulation et la demande de suspension sont | beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing klaarblijkelijk |
manifestement irrecevables. | onontvankelijk zijn. |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées à la partie | Overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van de organieke wet is van de |
requérante conformément à l'article 71, alinéa 2, de la loi organique, | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de verzoekende partij |
par lettre recommandée à la poste le 1er décembre 1999. | kennisgegeven bij op 1 december 1999 ter post aangetekende brief. |
La partie requérante a introduit un mémoire justificatif par lettre | De verzoekende partij heeft bij op 14 december 1999 ter post |
recommandée à la poste le 14 décembre 1999. | aangetekende brief een memorie met verantwoording ingediend. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
Conclusions des juges-rapporteurs | Conclusies van de rechters-verslaggevers |
A.1. Dans leurs conclusions, les juges-rapporteurs ont observé qu'ils | A.1. In hun conclusies hebben de rechters-verslaggevers doen opmerken |
pourraient être amenés à proposer à la Cour, par application de | dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht om, met toepassing van |
l'article 71 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, de rendre un arrêt en chambre restreinte décidant que le recours en annulation est manifestement irrecevable. Ils ont constaté que certaines questions se posaient quant à l'intérêt que peut avoir la partie requérante, qui est une institution chargée de l'exercice d'une mission de service public dans le régime de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, à l'annulation d'une disposition qui fait partie d'un décret instaurant un régime d'assurance obligatoire pour l'aide et l'assistance non médicales. Par ailleurs, ils ont observé qu'aucune disposition ne fait apparaître que | artikel 71 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, aan het Hof voor te stellen in beperkte kamer een arrest te wijzen waarin wordt beslist dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. Zij hebben gesteld dat er vragen rezen betreffende het belang van de verzoekende partij, een instelling die met de uitoefening van een taak van openbare dienst in het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen is belast, bij de vernietiging van een bepaling die deel uitmaakt van een decreet dat een stelsel van verplichte verzekering voor niet-geneeskundige hulp- en dienstverlening instelt. Voorts hebben zij gesteld dat uit geen enkele |
l'institution requérante se serait vu confier la tâche de représenter | bepaling blijkt dat aan de verzoekende instelling de taak is verleend |
les bénéficiaires du service public ou de défendre leurs intérêts | de begunstigden van de openbare dienst te vertegenwoordigen noch hun |
collectifs ou individuels. | collectieve of individuele belangen te verdedigen. |
Mémoire justificatif de la partie requérante | Memorie met verantwoording van de verzoekende partij |
A.2. La Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité considère que | A.2. De Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering is van |
l'assurance soins instaurée par le décret du 30 mars 1999 se situe | oordeel dat de zorgverzekering, ingevoerd bij het decreet van 30 maart |
dans le prolongement de l'assurance soins de santé et indemnités. Dès | 1999, in het verlengde ligt van de verzekering voor geneeskundige |
lors que les organismes privés peuvent créer une « caisse d'assurance | verzorging en uitkeringen. Nu de particuliere instellingen een zorgkas |
soins », elle estime que la Caisse auxiliaire doit, elle aussi, se | kunnen oprichten, meent zij dat ook aan de Hulpkas die mogelijkheid |
voir offrir cette possibilité, sans quoi « la Caisse auxiliaire perd, | moet worden geboden, zo niet « verliest de Hulpkas als openbare, |
en sa qualité d'organisme public sans connotation idéologique ou | niet-ideologisch of godsdienstig geïnspireerde instelling |
religieuse, son pouvoir d'attraction vis-à-vis des bénéficiaires [ . ] | aantrekkingskracht ten aanzien van de rechthebbenden [ . ] : wie zich |
bij verzoekster aanmeldt voor een inschrijving in het stelsel van de | |
: celui qui se présente chez la requérante en vue d'une inscription | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
dans le régime de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités | dient zich daarenboven tot een andere verzekeringsinstelling (of |
doit, en outre, s'adresser à un autre organisme assureur (ou à un | privé-verzekeraar of het Vlaams zorgfonds) te wenden voor de |
assureur privé ou au Fonds flamand d'assurance soins) pour l'assurance | verplichte zorgverzekering, daar waar de andere |
soins obligatoire, alors que les autres organismes assureurs peuvent | verzekeringsinstellingen beide verplichte verzekeringen kunnen |
proposer les deux assurances obligatoires aux bénéficiaires ». | aanbieden aan de rechthebbenden ». |
La Caisse auxiliaire en conclut que par suite de la disposition qui | De Hulpkas leidt daaruit af dat zij door de bepaling die haar uitsluit |
l'exclut de la possibilité de créer une caisse d'assurance soins, elle | van de mogelijkheid om een zorgkas op te richten, rechtstreeks en |
est affectée directement et défavorablement dans l'exercice de sa | ongunstig wordt geraakt in de uitoefening van haar taak als openbare |
mission en tant qu'organisme public dans le régime de l'assurance | instelling in het stelsel van de verplichte verzekering voor |
obligatoire soins de santé et indemnités. Elle estime même que | geneeskundige verzorging en uitkeringen. Zij meent zelfs dat het |
l'existence de la Caisse auxiliaire s'en trouve compromise, « en sorte | bestaan van de Hulpkas erdoor in het gedrang komt, « zodat een |
qu'un pilier essentiel dans l'assurance soins de santé et indemnités | essentiële peiler [lees : pijler] in de verzekering voor geneeskundige |
(à savoir l'existence d'une mutualité totalement neutre et d'une | verzorging en uitkeringen (met name het bestaan van een volkomen |
mutualité qui accueille nécessairement les sujets de droit restés en | neutraal ziekenfonds en van een ziekenfonds dat nalatige |
défaut) risque d'être supprimé de facto ». | rechtssubjecten noodzakelijk opvangt) dreigt de facto te worden |
- B - B.1. Le décret du 30 mars 1999 portant organisation de l'assurance soins prévoit un régime par lequel les caisses d'assurance soins agréées prennent en charge, à concurrence d'un montant annuel maximum, les frais encourus pour la prestation d'aide et de services non médicaux par des personnes affectées par une autonomie réduite. En vertu de l'article 14 attaqué, des caisses d'assurance soins peuvent être créées par « les mutuelles, les confédérations nationales des mutuelles et les sociétés d'assistance mutuelle » ainsi que par la Caisse des soins de santé de la Société nationale des chemins de fer belges et par les sociétés d'assurances. Le Fonds flamand d'assurance soins, l'organisme public qui gérera le régime, crée lui aussi une caisse d'assurance soins. Toute personne non affiliée dans un délai déterminé à une caisse d'assurance soins agréée est affiliée d'office à la caisse d'assurance soins créée par le Fonds flamand d'assurance soins (article 4, § 1er). Les caisses d'assurance soins décident des demandes de prise en charge et veillent à l'exécution des décisions. Elles perçoivent un subside du Fonds flamand d'assurance soins pour pouvoir effectuer leurs missions. B.2. La Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité est un établissement public doté de la personnalité civile qui fait office d'organisme assureur dans le régime de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités. Chaque bénéficiaire de prestations médicales qui refuse ou qui néglige de s'affilier à une mutuelle est inscrit auprès de la Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité. Celle-ci est tenue d'inscrire tout bénéficiaire qui en fait la demande. L'organisme précité exerce ainsi, dans l'intérêt général, les missions spécifiques de service public qui lui ont été confiées. B.3. En vertu du principe de spécialité, un organisme qui a été chargé par un législateur de gérer un service public déterminé ne peut justifier de l'intérêt requis que si les mesures attaquées par lui ont une répercussion directe et défavorable sur l'exercice des activités de service public qui lui ont été confiées. B.4. Il appert de la requête que la Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité attaque la disposition qui l'exclut de la possibilité de créer une caisse d'assurance soins. On ne voit pas en quoi la partie requérante, qui est un organisme chargé d'exercer une mission de service public dans le régime de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, pourrait être affectée directement et défavorablement par une disposition contenue dans un décret instaurant un régime d'assurance obligatoire pour la prestation d'aide et de services non médicaux. B.5. La Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité fait valoir qu'elle « a pour objet de permettre aux assurés sociaux qui ne sont pas affiliés auprès d'un des organismes assureurs privés, de s'affilier librement ou au besoin d'office auprès d'un organisme public, neutre et non inspiré par une idéologie, une philosophie ou une religion ». Aucune disposition ne fait apparaître que l'organisme requérant se serait vu confier la mission de représenter les bénéficiaires du service public ou de défendre leurs intérêts collectifs ou individuels. Du reste, il convient de constater que les intérêts invoqués sont préservés par le législateur décrétal dès lors qu'en vertu de la disposition attaquée, le Fonds flamand d'assurance soins doit également créer une caisse d'assurance soins. B.6. Pour démontrer son intérêt, la Caisse auxiliaire d'assurance maladie invalidité invoque encore une perte de son pouvoir d'attraction en ce que l'assujetti qui souhaite s'inscrire auprès de la Caisse auxiliaire pour le régime de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités doit s'adresser pour l'assurance soins à un autre organisme assureur. Ni le pouvoir d'attraction de la Caisse auxiliaire ni la prétendue diminution de celui-ci ne sauraient avoir la moindre incidence sur l'exercice de la mission de service public qui lui a été confiée par le législateur, telle qu'elle est décrite au B.2. B.7. Dès lors que la partie requérante ne justifie pas de l'intérêt requis, le recours en annulation et la demande de suspension sont manifestement irrecevables. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, déclare le recours en annulation et la demande de suspension irrecevables. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 janvier 2000. Le greffier, L. Potoms. Le président, | opgeheven ». - B - B.1. Het decreet van 30 maart 1999 houdende organisatie van de zorgverzekering voorziet in een stelsel waarbij erkende zorgkassen, ten belope van een jaarlijks maximumbedrag, de kosten voor niet-medische hulp- en dienstverlening ten laste nemen van personen die door een verminderd zelfzorgvermogen worden getroffen. Krachtens het bestreden artikel 14 kunnen zorgkassen worden opgericht door ziekenfondsen, landsbonden van ziekenfondsen en maatschappijen van onderlinge bijstand, door de Kas der Geneeskundige Verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, en door verzekeringsondernemingen. Ook het Vlaams Zorgfonds, de openbare instelling die het stelsel zal beheren, richt een zorgkas op. Wie niet binnen een bepaalde termijn bij een erkende zorgkas is aangesloten, wordt ambtshalve aangesloten bij de door het Vlaams Zorgfonds opgerichte zorgkas (artikel 4, § 1). De zorgkassen beslissen over de aanvragen tot tenlasteneming en staan in voor de uitvoering van de beslissingen. Om hun opdrachten te vervullen ontvangen zij een subsidie van het Vlaams Zorgfonds. B.2. De Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering is een publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid die, in het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, als verzekeringsinstelling optreedt. Iedere rechthebbende op geneeskundige verstrekkingen die weigert of nalaat zich bij een ziekenfonds aan te sluiten, wordt ingeschreven bij de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Zij moet elke rechthebbende inschrijven die erom verzoekt. De instelling oefent aldus, in het algemeen belang, de taak van specifieke openbare dienstverlening uit die haar is toevertrouwd. B.3. Krachtens het specialiteitsbeginsel kan een instelling die door een wetgever is belast met het beheer van een bepaalde openbare dienst slechts van het vereiste belang doen blijken indien de door haar bestreden maatregelen een rechtstreekse en ongunstige weerslag hebben op de uitoefening van de haar toevertrouwde activiteiten van openbare dienst. B.4. Uit het verzoekschrift blijkt dat de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering de bepaling aanvecht die haar uitsluit van de mogelijkheid om een zorgkas op te richten. Er blijkt niet in welk opzicht de verzoekende partij, een instelling die met de uitoefening van een taak van openbare dienst in het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen is belast, rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt door een bepaling die deel uitmaakt van een decreet dat een stelsel van verzekering voor niet-geneeskundige hulp- en dienstverlening instelt. B.5. De Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering beroept zich erop dat zij « tot doel heeft ten behoeve van de sociaal verzekerden die niet bij één van de particuliere verzekeringsinstellingen zijn aangesloten, de vrije of desnoods ambtshalve aansluiting bij een openbare, neutrale en niet-ideologisch, filosofisch of godsdienstig geïnspireerde instelling mogelijk te maken ». Uit geen enkele bepaling blijkt dat aan de verzoekende instelling de taak is verleend de begunstigden van de openbare dienst te vertegenwoordigen noch hun collectieve of individuele belangen te verdedigen. Overigens moet worden vastgesteld dat de aangevoerde belangen door de decreetgever worden gevrijwaard nu ook het Vlaams Zorgfonds krachtens de aangevochten bepaling een zorgkas dient op te richten. B.6. Om haar belang aan te tonen voert de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering nog een verlies van aantrekkingskracht aan, doordat de verzekeringsplichtige die zich bij de Hulpkas wenst in te schrijven voor het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen zich tot een andere verzekeringsinstelling dient te wenden voor de zorgverzekering. De aantrekkingskracht van de Hulpkas noch de vermeende vermindering daarvan kan enige weerslag hebben op de uitoefening van de taak van openbare dienstverlening die haar door de wetgever is toevertrouwd, zoals die in B.2 is omschreven. B.7. Nu de verzoekende partij niet van het vereiste belang doet blijken, zijn het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verklaart het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing niet-ontvankelijk. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 januari 2000. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
G. De Baets. | G. De Baets. |