← Retour vers "Arrêt n° 75/99 du 30 juin 1999 Numéro du rôle : 1362 En cause : la question préjudicielle
relative aux articles 63, 67, 152, 153 et 182 du Code d'instruction criminelle et 811 à 814 du Code judiciaire,
posée par le Tribunal correctionnel de G La Cour d'arbitrage, composée des présidents
L. De Grève et M. Melchior, et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 75/99 du 30 juin 1999 Numéro du rôle : 1362 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 63, 67, 152, 153 et 182 du Code d'instruction criminelle et 811 à 814 du Code judiciaire, posée par le Tribunal correctionnel de G La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 75/99 van 30 juni 1999 Rolnummer 1362 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van Strafvordering en 811 tot 814 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Correctionele Re Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 75/99 du 30 juin 1999 | Arrest nr. 75/99 van 30 juni 1999 |
Numéro du rôle : 1362 | Rolnummer 1362 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 63, 67, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 63, 67, 152, |
152, 153 et 182 du Code d'instruction criminelle et 811 à 814 du Code | 153 en 182 van het Wetboek van Strafvordering en 811 tot 814 van het |
judiciaire, posée par le Tribunal correctionnel de Gand. | Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de |
Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du | rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 9 juin 1998 en cause du ministère public contre M. | Bij vonnis van 9 juni 1998 in zake het openbaar ministerie tegen M. |
Alexander et T. Dhont, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Alexander en T. Dhont, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 29 juin 1998, le Tribunal correctionnel de Gand a | Arbitragehof is ingekomen op 29 juni 1998, heeft de Correctionele |
posé la question préjudicielle suivante : | Rechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 63, 67, 152, 153 et 182 du Code d'instruction | « Schenden de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van |
criminelle et les articles 811 et suivants du Code judiciaire, | Strafvordering en de artikelen 811 en volgende van het Gerechtelijk |
interprétés en ce sens qu'un tiers ne peut être cité en intervention | Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat slechts mits een bijzondere |
et en jugement commun devant le juge pénal que moyennant une | wetsbepaling een derde mag gedagvaard worden in tussenkomst en |
disposition législative particulière, violent-ils les articles 10 et | gemeenverklaring voor de strafrechter, de artikelen 10 en 11 van de |
11 de la Constitution ? » | Grondwet ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
M. Alexander et T. Dhont sont poursuivis devant le Tribunal | M. Alexander en T. Dhont worden voor de Correctionele Rechtbank te |
correctionnel de Gand pour infraction aux articles 44, § 1er, 2°, 64, | Gent vervolgd wegens inbreuk op de artikelen 44, § 1, 2°, 64, eerste, |
alinéas 1er, 2 et 5, et 65 de la loi du 29 mars 1962 organique de | tweede en vijfde lid, en 65 van de wet van 29 maart 1962 houdende |
organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, doordat | |
zij zonder voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van het college | |
van burgemeester en schepenen te Wachtebeke op een aan hen toebehorend | |
l'aménagement du territoire et de l'urbanisme, pour avoir abattu 206 | perceel, 206 canadapopulieren hebben geveld en die toestand van |
peupliers du Canada sur une parcelle leur appartenant, sans permis | |
préalable et exprès du collège des bourgmestre et échevins de | |
Wachtebeke, et pour avoir maintenu cet état de déboisement. | ontbossing in stand hebben gehouden. |
Le premier prévenu avait, par lettre du 3 décembre 1991, demandé | De eerste beklaagde had bij brief van 3 december 1991 aan het |
l'autorisation au collège échevinal d'abattre ces arbres et avait | schepencollege de toelating gevraagd om die bomen te vellen, en had |
obtenu celle-ci par lettre ordinaire du 7 janvier 1992. Le 5 février | die toelating verkregen bij gewone brief van 7 januari 1992. Op 5 |
1992, un garde forestier dressa toutefois procès-verbal pour | februari 1992 werd door een boswachter evenwel proces-verbaal |
infraction à l'article 81 du décret forestier, après qu'une partie des | opgesteld wegens inbreuk op artikel 81 van het bosdecreet, nadat reeds |
peupliers eut été abattue. La demande de régularisation introduite par | een deel van de populieren was geveld. De door de beklaagden |
les prévenus (pour l'abattage de tous les peupliers) fut rejetée le 15 | ingediende regularisatieaanvraag (voor het kappen van alle populieren) |
mars 1993 par le collège échevinal, après avis défavorable du | werd op 15 maart 1993 door het schepencollege geweigerd na ongunstig |
fonctionnaire délégué, parce que les parcelles étaient situées dans | advies van de gemachtigde ambtenaar, omdat de percelen gelegen waren |
une zone agricole d'intérêt paysager et à proximité immédiate du | in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied en in de nabijheid |
domaine provincial de Puyenbroeck, où ne sont admis, en vertu du plan | van het provinciaal domein Puyenbroeck, waar volgens het gewestplan |
de secteur, que des travaux qui ne risquent pas de mettre en péril la | slechts werken zijn toegestaan welke de schoonheidswaarde van het |
valeur esthétique du paysage. Le recours des prévenus contre cette | landschap niet in gevaar brengen. Het beroep van de beklaagden tegen |
décision de refus fut rejeté par la députation permanente de la | die weigeringsbeslissing werd door de bestendige deputatie van |
Flandre orientale, le 2 juin 1993, comme étant « sans objet » : la | Oost-Vlaanderen op 2 juni 1993 verworpen als « zonder voorwerp » : de |
députation constatait en effet que les prévenus disposaient déjà d'un | deputatie stelde immers vast dat de beklaagden reeds over een geldige |
permis valable, suite à la lettre du collège échevinal du 7 janvier | vergunning beschikten ingevolge de brief van het schepencollege van 7 |
1992. | januari 1992. |
Par lettre du 25 septembre 1995, le fonctionnaire délégué adressa au | Bij brief van 25 september 1995 deelde de gemachtigde ambtenaar aan de |
procureur du Roi une requête tendant à faire exécuter des travaux | procureur des Konings een vordering mee tot het uitvoeren van |
d'aménagement consistant en la plantation de 206 nouveaux peupliers du | aanpassingswerken door heraanplanten van 206 canadabomen in |
Canada en formation forestière, requête à laquelle le collège | bosverband, waarbij het schepencollege zich aansloot. De beklaagden |
échevinal s'associa. Le ministère public cita les prévenus à | |
comparaître à l'audience du 25 juin 1996 pour cause de déboisement et | werden door het openbaar ministerie ter zitting van 25 juni 1996 |
de maintien de celui-ci sans disposer du permis de bâtir nécessaire. | gedagvaard wegens het ontbossen en het instandhouden ervan zonder de |
nodige bouwvergunning. | |
Durant la procédure qui suivit, au cours de laquelle furent ordonnés | In de loop van de navolgende rechtspleging, waarin getuigenverhoren en |
des auditions de témoins et d'autres devoirs complémentaires, les | aanvullende onderzoeksdaden werden bevolen, werd de gemeente |
prévenus, qui estimaient qu'ils avaient été placés par le collège | Wachtebeke tot gemeen- en tegenstelbaarverklaring gedagvaard door de |
échevinal dans une situation d'erreur invincible, citèrent la commune | beklaagden, die van oordeel waren dat zij door het schepencollege in |
de Wachtebeke en déclaration de jugement commun et opposable. | een toestand van onoverkomelijke dwaling werden gebracht. |
Le juge a quo constate que les articles 811 à 814 du Code judiciaire | De verwijzende rechter stelt vast dat de artikelen 811 tot 814 van het |
ne sont pas applicables en matière pénale et qu'une citation en | Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing zijn in strafzaken en dat een |
intervention forcée devant le juge pénal n'est pas possible sans | dagvaarding tot gedwongen tussenkomst voor de strafrechter niet |
mogelijk is zonder een uitdrukkelijke wet die dit toestaat. De | |
qu'une loi expresse le permette. Les articles 63, 67, 152, 153 et 182 | artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van Strafvordering |
du Code d'instruction criminelle désignent les personnes qui peuvent | wijzen de personen aan die voor de strafrechter als partij kunnen |
intervenir devant le juge pénal en qualité de partie. Il résulte de la | optreden. Uit de combinatie van de beide reeksen van bepalingen vloeit |
lecture conjointe des deux séries de dispositions qu'une partie citée | voort dat een voor de strafrechter gedaagde partij die van oordeel is |
devant le juge pénal qui estime qu'une faute ou que la responsabilité | dat een fout of de aansprakelijkheid van een derde betrokken is, die |
d'un tiers est en cause ne peut, en l'absence d'une disposition | derde, bij gebrek aan uitzonderingsbepaling, niet in de zaak kan |
dérogatoire, appeler ce tiers à la cause et devra, le cas échéant, introduire, après la clôture de la cause pénale, une nouvelle action civile aux fins d'entendre éventuellement constater la responsabilité de ce tiers. Etant donné qu'une personne citée devant le juge civil peut toujours appeler à la cause une tierce partie et obtenir un jugement au cours de la même instance, et qu'elle se trouve dès lors placée dans une position plus favorable que la partie défenderesse devant le juge pénal, le juge a quo considère que la question que soulèvent les prévenus, à savoir si ce traitement inégal des parties citées est justifié, doit en effet être posée et soumet pour cette raison la question préjudicielle à la Cour. III. La procédure devant la Cour | betrekken en in voorkomend geval na afloop van de strafzaak een nieuw burgerrechtelijk geding zal moeten voeren om eventueel de verantwoordelijkheid van de derde te horen vaststellen. Aangezien de gedaagde voor de burgerlijke rechter steeds een derde kan betrekken in de zaak en in hetzelfde geding een vonnis kan verkrijgen, waardoor hij in een betere positie verkeert dan de verwerende partij voor de strafrechter, rijst volgens de verwijzende rechter de door de beklaagden opgeworpen vraag of die ongelijke behandeling van gedaagde partijen gerechtvaardigd is, reden waarom hij de prejudiciële vraag aan het Hof voorlegt. III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 29 juin 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 29 juni 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
Par ordonnance du 17 juillet 1998, le président en exercice a prorogé | Bij beschikking van 17 juli 1998 heeft de voorzitter in functie de |
jusqu'au 30 septembre 1998 le délai pour introduire un mémoire. | termijn voor het indienen van een memorie verlengd tot 30 september |
1998. Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | 77 van de organieke wet bij op 17 juli 1998 ter post aangetekende |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 17 juillet 1998; | brieven; bij dezelfde brieven is kennisgegeven van de beschikking van 17 juli 1998. |
l'ordonnance du 17 juillet 1998 a été notifiée par les mêmes lettres. | |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 25 août 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1998. |
Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a | De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie |
introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 28 septembre 1998. | ingediend bij op 28 september 1998 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnances des 26 novembre 1998 et 26 mai 1999, la Cour a prorogé | Bij beschikkingen van 26 november 1998 en 26 mei 1999 heeft het Hof de |
termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
respectivement jusqu'aux 29 juin 1999 et 29 décembre 1999 le délai | respectievelijk 29 juni 1999 en 29 december 1999. |
dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Par ordonnance du 5 mai 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van 5 mei 1999 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 26 mai 1999. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 mei 1999. |
Cette ordonnance a été notifiée au Conseil des ministres ainsi qu'à | Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en zijn |
son avocat, par lettres recommandées à la poste le 6 mai 1999. | advocaat bij op 6 mei 1999 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 26 mai 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 26 mei 1999 : |
- a comparu Me W. Timmermans loco Me P. Traest, avocats au barreau de | - is verschenen : Mr. W. Timmermans loco P. Traest, advocaten bij de |
Bruxelles, pour le Conseil des ministres; | balie te Brussel, voor de Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs G. De Baets et P. Martens ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers G. De Baets en P. Martens verslag uitgebracht; |
- l'avocat précité a été entendu; | - is voornoemde advocaat gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
A.1. Après avoir rappelé les principes qui régissent l'intervention | A.1. Na de beginselen met betrekking tot de tussenkomst van derden in |
des tiers dans le procès pénal et s'être rallié à l'interprétation | het strafproces te hebben herhaald en zich te hebben aangesloten bij |
donnée par le juge a quo aux dispositions en cause, le Conseil des | de interpretatie van de betrokken bepalingen door de verwijzende |
ministres constate tout d'abord que la différence de traitement | rechter, stelt de Ministerraad allereerst vast dat het verschil in |
concernant la possibilité d'intervention repose sur une base | behandeling inzake de mogelijkheid tot tussenkomst steunt op een |
objective, à savoir que le procès se déroule devant le juge pénal ou devant le juge civil. | objectieve grondslag, namelijk het feit of het proces plaatsvindt voor |
A.2.1. La différence de traitement, selon que l'intervention est | de strafrechter dan wel voor de burgerlijke rechter. |
demandée devant le juge civil ou devant le juge pénal, est | A.2.1. Het verschil in behandeling naargelang de tussenkomst voor de |
raisonnablement justifiée, compte tenu de l'objectif du législateur, | burgerlijke rechter of voor de strafrechter wordt gevorderd, is |
qui est de confier aux juridictions répressives le soin de sanctionner | redelijk verantwoord gelet op de bedoeling van de wetgever om de |
une infraction à l'ordre social par une peine ou une mesure et de | sanctie van een inbreuk op de maatschappelijke orde door middel van |
permettre aussi à cette occasion une réparation rapide et complète du | een straf of een maatregel toe te vertrouwen aan de strafgerechten en |
dommage résultant de cette infraction. | om hierbij ook een snel en volledig herstel van de schade die deze |
Il faut, pour réaliser cet objectif, que les tribunaux répressifs ne | inbreuk teweeg heeft gebracht, te bewerkstelligen. |
soient pas surchargés par tous les problèmes éventuels de nature | Om aan die doelstelling tegemoet te kunnen komen, is vereist dat de |
strafrechtbanken niet overbelast worden met alle mogelijke problemen | |
civile, afin de ne pas mettre en péril la spécialisation des | van burgerrechtelijke aard om zo de specialisatie van de |
juridictions répressives, raison pour laquelle le juge pénal n'est | strafgerechten niet in het gedrang te brengen, reden waarom de |
compétent en matière civile qu'à titre exceptionnel (voy. aussi Cour | strafrechter slechts bij wijze van uitzondering bevoegd is ten aanzien |
d'arbitrage, n° 8/96). | van de burgerlijke vordering (zie ook Arbitragehof, nr. 8/96). |
A.2.2. Le Conseil des ministres souligne que les exceptions à | A.2.2. De Ministerraad wijst erop dat de uitzonderingen op de |
l'impossibilité d'intervention devant le juge pénal, telles qu'elles | onmogelijkheid tot tussenkomst voor de strafrechter, zoals geregeld |
sont réglées par les articles 811 à 814 du Code judiciaire pour les | door de artikelen 811 tot 814 van het Gerechtelijk Wetboek voor de |
interventions devant le juge civil, sont énumérées limitativement et | tussenkomst voor de burgerlijke rechter, limitatief zijn opgesomd en |
sont nées d'une nécessité fondée sur des intérêts supérieurs à | gegroeid zijn uit noodzaak, op grond van belangen die het belang van |
l'intérêt de la spécialisation des juridictions pénales. | de specialisatie van de strafgerechten overstijgen. |
D'une part, l'intervention dans un procès pénal est tout de même | Enerzijds, wordt de tussenkomst in het strafproces toch toegestaan als |
autorisée si elle est prévue par une loi particulière, comme dans le | een bijzondere wet zelf hierin voorziet, zoals de mogelijke - |
cas de l'éventuelle intervention - volontaire ou forcée - de | vrijwillige of gedwongen - tussenkomst van de verzekeraar burgerlijke |
l'assureur de la responsabilité civile dans le procès pénal, laquelle | aansprakelijkheid in het strafproces, die overigens logisch |
résulte du reste logiquement de la loi du 1er juillet 1956 qui a instauré l'obligation légale généralisée d'assurance en matière de véhicules automoteurs, possibilité légale qui a été étendue dans l'intervalle à tous les assureurs. D'autre part, la jurisprudence considère que l'intervention devant le juge pénal est également permise, dans des circonstances exceptionnelles, lorsque la loi autorise le juge pénal à prononcer une condamnation, une sanction ou une autre mesure à charge d'un tiers qui n'a pas été convoqué préalablement, par exemple lorsque le juge peut prononcer la confiscation d'une chose appartenant à un tiers, lorsqu'une mesure de restauration en matière d'urbanisme peut être ordonnée à charge d'un tiers ou lorsque peut être ordonnée la fermeture d'un établissement. Un simple intérêt à l'action en intervention ne suffit pas ici pour mettre en péril la spécialisation des juridictions répressives : il doit réellement être question de la possibilité d'une condamnation, d'une sanction ou d'une autre mesure. Dans ces cas, l'intervention d'un tiers dans des affaires pénales est acceptée sur la base du | voortvloeit uit de wet van 1 juli 1956 die een veralgemeende wettelijke verzekeringsplicht inzake het gebruik van motorvoertuigen invoerde, wettelijke mogelijkheid die inmiddels werd uitgebreid tot alle verzekeraars. Anderzijds, is de tussenkomst voor de strafrechter in de rechtspraak ook geoorloofd bevonden wanneer de wet, in uitzonderlijke gevallen, de strafrechter toestaat een veroordeling, een sanctie of een andere maatregel uit te spreken ten laste van een derde die niet voorafgaandelijk werd opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer de rechter de verbeurdverklaring kan uitspreken van een zaak die een derde toebehoort, wanneer een herstelmaatregel inzake stedenbouw kan worden bevolen ten laste van een derde of wanneer de sluiting van een inrichting kan worden gelast. Een louter belang bij de vordering tot tussenkomst volstaat hier niet om de specialisatie van de strafgerechten in het gedrang te brengen : er moet daadwerkelijk sprake zijn van de mogelijkheid tot een veroordeling, een sanctie of een andere maatregel. In die gevallen wordt de tussenkomst van een derde in strafzaken aanvaard op grond van het essentiële beginsel van het recht van verdediging. |
principe essentiel des droits de la défense. | A.3. De Ministerraad besluit dat bij de vordering tot tussenkomst en |
A.3. Le Conseil des ministres conclut que la nécessité de déroger à | gemeenverklaring de noodzaak om van het algemeen verbod van |
l'interdiction générale d'intervention fait défaut dans le cas d'une | tussenkomst af te wijken, niet aanwezig is. De onmogelijkheid om een |
action en intervention et en déclaration de jugement commun. | uitspraak van de strafrechter gemeen te laten verklaren aan een derde, |
L'impossibilité de faire déclarer le jugement du juge répressif commun | heeft niet tot gevolg dat de verdedigingsmiddelen van de verdachte |
à un tiers n'a pas pour conséquence d'entraver les moyens de défense | betreffende de strafvordering of de burgerlijke vordering worden |
de l'inculpé en ce qui concerne l'action pénale ou l'action civile. En | gehinderd. Het staat hem immers vrij om de derde als getuige op te |
effet, il lui est loisible d'appeler le tiers en tant que témoin au | roepen in het strafproces en om nadien in een burgerrechtelijk geding |
procès pénal et de faire constater ensuite la responsabilité de ce | de verantwoordelijkheid van de derde te laten vaststellen. Het |
tiers dans un procès civil. La différence de traitement critiquée peut | bekritiseerde verschil in behandeling kan redelijkerwijze worden |
raisonnablement être considérée comme n'étant pas disproportionnée à | beschouwd als niet onevenredig met het door de wetgever nagestreefde |
l'objectif que poursuit le législateur. | doel. |
- B | - B - |
B.1. La question préjudicielle traite de la compatibilité des articles | B.1. De prejudiciële vraag stelt de bestaanbaarheid van de artikelen |
63, 67, 152, 153 et 182 du Code d'instruction criminelle avec les | 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van Strafvordering met de |
articles 10 et 11 de la Constitution, en tant que ces dispositions | artikelen 10 en 11 van de Grondwet aan de orde, in zoverre die |
impliquent qu'un tiers ne peut être cité en intervention et en | |
jugement commun devant le juge pénal que moyennant une disposition | |
législative particulière, contrairement à ce qui peut se faire devant | bepalingen impliceren dat, anders dan voor de burgerlijke rechter op |
le juge civil sur la base des articles 811 et suivants du Code judiciaire. Compte tenu des motifs qui s'y rapportent, la question préjudicielle porte exclusivement sur la constatation qu'une partie citée devant le juge pénal et qui estime qu'une faute ou que la responsabilité d'un tiers est en cause ne peut, à défaut d'une disposition législative, appeler ce tiers à la cause pénale et devra, le cas échéant, entamer, après la clôture de la procédure pénale, une procédure civile distincte aux fins d'entendre éventuellement constater la responsabilité de ce tiers, tandis que le défendeur dans une procédure | grond van de artikelen 811 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, een derde slechts tot tussenkomst en gemeenverklaring voor de strafrechter mag worden gedagvaard mits een bijzondere wetsbepaling. De prejudiciële vraag heeft, gelet op de daarmee samenhangende motieven, uitsluitend betrekking op de vaststelling dat een voor de strafrechter gedaagde partij die van oordeel is dat een fout of de aansprakelijkheid van een derde betrokken is, die derde, bij gebrek aan wettelijke bepaling, niet in het strafproces kan betrekken en in voorkomend geval na afloop van de strafrechtspleging een afzonderlijk burgerrechtelijk geding zal moeten voeren om eventueel de verantwoordelijkheid van de derde te horen vaststellen, terwijl de |
civile a toujours la possibilité, sur la base des articles 811 et | gedaagde in een burgerlijke procedure, op grond van de artikelen 811 |
suivants du Code judiciaire, de citer ce tiers en intervention et en | en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, steeds de mogelijkheid heeft |
jugement commun. | om die derde tot tussenkomst en gemeenverklaring te dagvaarden. |
B.2. L'article 2 du Code judiciaire dispose que les règles énoncées | B.2. Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de in dat |
dans ce Code s'appliquent à toutes les procédures, sauf lorsque | Wetboek gestelde regels van toepassing zijn op alle rechtsplegingen, |
celles-ci sont régies par des dispositions légales non expressément | behoudens wanneer deze geregeld worden door niet uitdrukkelijk |
abrogées ou par des principes de droit dont l'application n'est pas | opgeheven wetsbepalingen of door rechtsbeginselen waarvan de |
compatible avec celle des dispositions dudit Code. | toepassing niet bestaanbaar is met de toepassing van de bepalingen van |
La différence de traitement évoquée dans la question préjudicielle, | dat Wetboek. Het in de prejudiciële vraag opgeworpen verschil in behandeling tussen |
entre le prévenu dans une procédure pénale et une partie dans une | de beklaagde in een strafrechtspleging en een partij in een |
burgerlijke procedure vloeit voort uit de omstandigheid dat artikel | |
procédure civile, provient de ce que l'article 812 du Code judiciaire, | 812 van het Gerechtelijk Wetboek, dat betrekking heeft op de |
qui traite de l'intervention d'un tiers dans une procédure, ne peut | |
s'appliquer dans un procès pénal, parce que les articles 63, 67, 152, | tussenkomst van een derde in een rechtspleging, niet kan gelden in het |
153 et 182 du Code d'instruction criminelle désignent de manière limitative les personnes qui peuvent intervenir devant les juridictions pénales. Conformément à une jurisprudence constante, admise tant par le juge a quo que par le Conseil des ministres, l'intervention volontaire ou forcée d'un tiers devant les juridictions pénales sur la base des articles précités n'est dès lors pas possible, sauf disposition dérogatoire d'une loi particulière et lorsque la loi autorise le juge pénal à prononcer une condamnation, une sanction ou une autre mesure à charge de ce tiers, parce que le principe même du droit de défense serait menacé si ce tiers n'était pas autorisé à faire valoir sa défense sur ce point. B.3.1. La différence de traitement entre les parties au procès pénal et les parties dans une procédure civile, en ce que seules ces dernières peuvent citer des tiers en intervention, excepté les cas mentionnés au B.2, repose sur un critère objectif, à savoir la différence de nature entre les procédures pénale et civile. B.3.2. Cette différence de traitement des deux catégories de personnes est conforme aux objectifs poursuivis dans l'un et l'autre cas par le législateur : la procédure pénale est organisée afin de faire juger pénalement par un juge les atteintes à l'ordre public que constituent les infractions et afin de permettre au même juge de statuer sur des intérêts privés, mais uniquement en ce qui concerne le dommage causé par ces infractions, sans que le jugement pénal soit inutilement retardé. Le législateur a pu considérer qu'il ne convenait pas de permettre, en outre, que des interventions puissent se faire, en dehors des cas expressément prévus par la loi. Il a pu estimer qu'autoriser l'intervention dans toutes les hypothèses où elle est admise en procédure civile risquerait d'encombrer les juridictions pénales de litiges n'ayant pas un lien suffisant avec le jugement des faits reprochés à l'inculpé. | strafproces, omdat de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van Strafvordering op limitatieve wijze de personen aanwijzen die als partij mogen optreden voor de strafgerechten. Luidens een vaste rechtspraak, waarbij zowel de verwijzende rechter als de Ministerraad zich aansluiten, is de vrijwillige of gedwongen tussenkomst van een derde voor de strafgerechten op grond van voormelde artikelen derhalve niet mogelijk, behoudens afwijkende bepaling uit een bijzondere wet en wanneer de wet de strafrechter toestaat ten laste van die derde een veroordeling, een sanctie of een andere maatregel uit te spreken, omdat het beginsel van het recht van verdediging zelf in het gedrang zou komen indien het die derde niet zou zijn toegestaan hiertegen zijn verweer te laten gelden. B.3.1. Het verschil in behandeling tussen de partijen in het strafproces en de partijen in een burgerlijke procedure, doordat, behoudens in de in B.2 vermelde gevallen, alleen laatstgenoemden derden tot tussenkomst kunnen dagvaarden, berust op een objectief criterium, namelijk het verschil in aard van de rechtspleging in burgerlijke en in strafzaken. B.3.2. Dat verschil in behandeling van beide categorieën van personen is in overeenstemming met de doelstellingen die in elk van beide gevallen door de wetgever worden nagestreefd : de strafrechtspleging wordt georganiseerd teneinde de inbreuken op de openbare orde die de misdrijven uitmaken strafrechtelijk te doen beoordelen door een rechter en teneinde diezelfde rechter in de mogelijkheid te stellen uitspraak te doen over privé-belangen, maar enkel met betrekking tot de schade die door die misdrijven wordt veroorzaakt, zonder de uitspraak op strafgebied nodeloos te vertragen. De wetgever vermocht te oordelen dat het niet paste daarnaast tussenkomsten mogelijk te maken, buiten de gevallen waarin de wet uitdrukkelijk voorziet. Hij vermocht van mening te zijn dat het toestaan van een interventie in alle gevallen waarin ze is toegestaan in de burgerlijke rechtspleging, het risico zou inhouden dat strafgerechten zouden worden overstelpt met geschillen die geen voldoende band hebben met de beoordeling van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten. |
B.3.3. En tant que les articles 63, 67, 152, 153 et 182 du Code | B.3.3. In zoverre de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek |
d'instruction criminelle sont interprétés comme excluant | van Strafvordering worden geïnterpreteerd in die zin dat zij in alle |
l'intervention d'un tiers devant le juge pénal dans tous les cas | andere gevallen dan die welke zijn bedoeld in B.2 de tussenkomst van |
autres que ceux visés au B.2, la mesure n'est pas disproportionnée par | een derde voor de strafrechter uitsluiten, is die maatregel niet |
rapport aux objectifs que ces dispositions doivent atteindre. | onevenredig met de doelstellingen die door die bepalingen moeten |
worden bereikt. | |
En effet, les parties devant le juge pénal, et en l'espèce | De partijen voor de strafrechter, en te dezen inzonderheid de |
spécialement l'inculpé, disposent de moyens suffisants pour | verdachte, beschikken immers over voldoende middelen om hun rechten |
sauvegarder leurs droits devant le juge pénal. | voor de strafrechter te vrijwaren. |
Le prévenu peut, en application de l'article 182 du Code d'instruction | De beklaagde kan, met toepassing van artikel 182 van het Wetboek van |
criminelle, citer directement les personnes auxquelles il entend voir | Strafvordering, een rechtstreekse dagvaarding richten tegen de |
imputer la responsabilité d'une infraction. | personen die hij aansprakelijk wil zien verklaren voor een misdrijf. |
Si, comme dans l'affaire soumise au juge a quo, un prévenu soutient | Indien, zoals in de zaak die aan de verwijzende rechter is voorgelegd, |
que le comportement d'un tiers l'a entraîné dans une erreur | een beklaagde beweert dat het gedrag van een derde hem in |
invincible, il peut user des modes de preuves légalement admissibles | onoverwinnelijke dwaling heeft gebracht, kan hij gebruik maken van de |
wettelijk toegestane bewijsmiddelen om dat aan te tonen, onder meer | |
pour le démontrer, notamment en sollicitant l'audition de témoins, en | door het verhoor van getuigen te vragen, met toepassing van de |
application des articles 153 et 190 du Code d'instruction criminelle. | artikelen 153 en 190 van het Wetboek van Strafvordering. |
La circonstance que le prévenu doive, après que le juge pénal s'est | De omstandigheid dat de beklaagde na de uitspraak van de strafrechter, |
prononcé, s'adresser au juge civil en vue d'obtenir réparation du | zich tot de burgerlijke rechter dient te wenden om vergoeding te |
dommage qu'il a lui-même subi en raison de la faute d'un tiers | verkrijgen van de schade die hijzelf heeft geleden ten gevolge van een |
alourdit la procédure, mais le souci d'éviter un tel inconvénient ne | fout van een derde, verzwaart de rechtsgang, maar de bezorgdheid om |
peut l'emporter sur la poursuite des objectifs mentionnés en B.3.2 et, | een dergelijk nadeel te vermijden kan niet opwegen tegen het nastreven |
en particulier, sur la nécessité de ne pas distraire les juridictions | van de in B.3.2 vermelde doelstellingen en, inzonderheid, tegen de |
pénales de leur mission principale. | noodzaak de strafgerechten niet van hun hoofdopdracht af te leiden. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 63, 67, 152, 153 et 182 du Code d'instruction criminelle | De artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van |
et les articles 811 à 814 du Code judiciaire, interprétés en ce sens | Strafvordering en de artikelen 811 tot 814 van het Gerechtelijk |
qu'un tiers ne peut être cité en intervention et en jugement commun | Wetboek, aldus geïnterpreteerd dat een derde niet tot tussenkomst en |
devant le juge pénal que moyennant une disposition législative | gemeenverklaring kan worden gedagvaard voor de strafrechter behalve op |
particulière ou lorsque la loi autorise exceptionnellement le juge | grond van een bijzondere wetsbepaling of wanneer de wet bij |
pénal à prononcer en même temps à charge de ce tiers une condamnation, | uitzondering de strafrechter toestaat ten laste van die derde |
tegelijkertijd een veroordeling, een sanctie of een andere maatregel | |
une sanction ou une autre mesure, ne violent pas les articles 10 et 11 | uit te spreken, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
de la Constitution. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 juin 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 juni 1999. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
L. De Grève. | L. De Grève. |