← Retour vers "Arrêt n° 92/99 du 15 juillet 1999 Numéro du rôle : 1689 En cause : les questions préjudicielles
relatives à l'article 59, alinéas 2 et 3, de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature,
tel qu'il a été inséré par le décret de l La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève,
et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 92/99 du 15 juillet 1999 Numéro du rôle : 1689 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 59, alinéas 2 et 3, de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, tel qu'il a été inséré par le décret de l La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 92/99 van 15 juli 1999 Rolnummer 1689 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, zoals ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 11 april Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 92/99 du 15 juillet 1999 | Arrest nr. 92/99 van 15 juli 1999 |
Numéro du rôle : 1689 | Rolnummer 1689 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 59, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 59, tweede en |
alinéas 2 et 3, de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la | derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, zoals |
nature, tel qu'il a été inséré par le décret de la Région wallonne du | |
11 avril 1984, posées par le Tribunal correctionnel de Namur. | ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 1984, |
gesteld door de Correctionele Rechtbank te Namen. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du | rechters P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts en M. Bossuyt, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par jugement du 21 mai 1999 en cause du procureur du Roi contre J. | Bij vonnis van 21 mei 1999 in zake de Procureur des Konings tegen J. |
Kluyskens et L. Kinet, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Kluyskens en L. Kinet, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 31 mai 1999, le Tribunal correctionnel de Namur a | Arbitragehof is ingekomen op 31 mei 1999, heeft de Correctionele |
posé les questions préjudicielles suivantes : | Rechtbank te Namen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Les alinéas 2 et 3 de l'article 59 de la loi sur la conservation | « 1. Zijn het tweede en het derde lid van artikel 59 van de wet op het |
natuurbehoud, ingevoegd bij het decreet van de Waalse Gewestraad van | |
de la nature introduits par le décret du conseil régional wallon du 11 | 11 april 1984, ongrondwettig doordat zij de regels schenden die de |
avril 1984 sont-ils inconstitutionnels en ce qu'ils violent les règles | onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de |
déterminant les compétences respectives de l'Etat, des communautés et | gewesten bepalen welke op het ogenblik van de aanneming van het |
des régions qui étaient en vigueur au moment de son adoption ? | decreet van kracht waren ? |
2. En ce qu'il réserve un traitement différent aux personnes | 2. Schendt artikel 59, derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het |
simplement soupçonnées d'avoir commis des infractions à la loi sur la | natuurbehoud de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de |
conservation de la nature de celui préconisé par les règles des | personen die louter worden verdacht van inbreuken op de wet op het |
natuurbehoud verschillend behandelt ten opzichte van hetgeen is | |
articles 87 et 89bis du Code d'instruction criminelle, l'article 59, | vooropgesteld in de regels van de artikelen 87 en 89bis van het |
alinéa 3 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature | |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | Wetboek van Strafvordering ? » |
II. La procédure devant la Cour | II. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 31 mai 1999, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 31 mei 1999 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 10 juin 1999, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi | Op 10 juni 1999 hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. |
spéciale précitée, les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont | Arts, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de voormelde |
fait rapport devant la Cour de ce qu'ils pourraient être amenés à | bijzondere wet voor het Hof verslag uitgebracht en gesteld dat zij |
proposer à la Cour de mettre fin à la procédure par un arrêt de | ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de |
réponse immédiate. | procedure af te doen met een arrest van onmiddellijk antwoord. |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties | Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de |
dans l'instance principale conformément à l'article 72, alinéa 2, de | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het |
la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 11 juin 1999. | bodemgeschil kennisgegeven bij op 11 juni 1999 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires justificatifs ont été introduits par : | Memories met verantwoording zijn ingediend door : |
- J. Kluyskens, demeurant à 5020 Namur, Bois de Neverlée 2, par lettre | - J. Kluyskens, wonende te 5020 Namen, Bois de Neverlée 2, bij op 25 |
recommandée à la poste le 25 juin 1999; | juni 1999 ter post aangetekende brief; |
- L. Kinet, demeurant à 5330 Assesse, rue de la Chavée 2, par lettre | - L. Kinet, wonende te 5330 Assesse, rue de la Chavée 2, bij op 25 |
recommandée à la poste le 25 juin 1999. | juni 1999 ter post aangetekende brief. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoires justificatifs des parties Kluyskens et Kinet | Memories met verantwoording van de partijen Kluyskens en Kinet |
A.1. J. Kluyskens rappelle la jurisprudence de la Cour quant aux | A.1. J. Kluyskens herinnert aan de rechtspraak van het Hof met |
règles répartitrices de compétences qu'il faut prendre en | betrekking tot de bevoegdheidverdelende regels waarmee rekening moet |
considération pour contrôler la disposition en cause. Il rappelle | worden gehouden om de in het geding zijnde bepaling te toetsen. Hij |
également la jurisprudence de la Cour relative aux matières réservées | herinnert eveneens aan de rechtspraak van het Hof met betrekking tot |
et conclut que la première question préjudicielle appelle une réponse | de voorbehouden aangelegenheden en besluit dat de eerste prejudiciële |
positive. | vraag bevestigend moet worden beantwoord. |
Concernant la seconde question préjudicielle, il rappelle la règle de | Wat de tweede prejudiciële vraag betreft, herinnert hij aan de regel |
l'inviolabilité du domicile, telle qu'elle est garantie par l'article | van de onschendbaarheid van de woning, zoals die is gewaarborgd door |
15 de la Constitution et par l'article 8 de la Convention européenne | artikel 15 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor |
des droits de l'homme. Il considère que toute dérogation à cette règle | de Rechten van de Mens. Hij gaat ervan uit dat iedere afwijking van |
doit faire l'objet de garanties précises édictées de manière claire au | die regel gepaard moet gaan met precieze waarborgen die duidelijk zijn |
bénéfice de celui qui se voit imposer par la contrainte une violation | bepaald ten gunste van diegene van wie de woningprivacy onder dwang |
de l'intimité de son habitation par des tiers. Il rappelle qu'en | door derden wordt geschonden. Hij herinnert eraan dat in België de |
Belgique, la dérogation de principe au respect de ce droit fondamental | afwijking van de inachtneming van dat fundamentele recht in beginsel |
est régie par les articles 87 et suivants du Code d'instruction | is geregeld bij de artikelen 87 en volgende van het Wetboek van |
criminelle et que la sanction doit être la nullité de la perquisition | Strafvordering, en dat de sanctie de nietigheid van de huiszoeking en |
et de tous les actes qui en découlent. Il estime que le régime | van alle rechtshandelingen die eruit voortvloeien moet zijn. Hij is |
exceptionnel prévu par l'article 59, alinéa 3, de la loi du 12 juillet | van mening dat de uitzonderlijke regeling bepaald bij artikel 59, |
1973 sur la conservation de la nature établit sans justification admissible une différence de traitement entre une personne simplement soupçonnée d'avoir enfreint cette loi et une personne inculpée selon le droit commun de la procédure pénale, quant aux garanties relatives à la protection de l'inviolabilité du domicile. Il estime donc que la deuxième question préjudicielle appelle également une réponse positive de la Cour. A.2. L. Kinet estime que c'est à juste titre que les juges-rapporteurs pensent que la première question préjudicielle pourrait appeler une réponse positive. Il n'appartenait en effet pas au législateur régional mais bien au législateur fédéral seul de régler les cas où des visites domiciliaires peuvent être ordonnées et les formes selon lesquelles celles-ci peuvent être réalisées. Concernant la seconde question préjudicielle, il estime que, même si la disposition en cause est déclarée inconstitutionnelle pour | derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud zonder aanvaardbare verantwoording aanleiding geeft tot een verschil in behandeling tussen een persoon die louter ervan wordt verdacht die wet te hebben overtreden en een persoon die volgens het gemene recht van de strafprocedure is beschuldigd, wat de waarborgen betreft inzake de bescherming van de onschendbaarheid van de woning. Hij is dus van mening dat de tweede prejudiciële vraag door het Hof eveneens bevestigend moet worden beantwoord. A.2. L. Kinet deelt de mening van de rechters-verslaggevers dat de eerste prejudiciële vraag eventueel bevestigend zou worden beantwoord. Het kwam immers niet de gewestwetgever maar alleen de federale wetgever toe de gevallen te regelen waarin huiszoekingen kunnen worden bevolen en de vormen waarin die kunnen plaatshebben. Wat de tweede prejudiciële vraag betreft, is hij van mening dat, ook al wordt de in het geding zijnde bepaling ongrondwettig verklaard omdat zij de bevoegdheidverdelende regels miskent, het toch belangrijk |
méconnaissance des règles répartitrices de compétences, il y a intérêt | is het antwoord van het Hof op de tweede vraag te kennen om te |
à connaître la réponse de la Cour pour éviter de retomber dans les | vermijden dat in de toekomst dezelfde fouten zouden worden begaan. Het |
mêmes erreurs dans l'avenir. L'intérêt général requiert aussi une | is eveneens in het algemene belang dat die vraag, die door de |
réponse à cette question posée légitimement par le Tribunal | Correctionele Rechtbank te Namen rechtmatig is gesteld, moet worden |
correctionnel de Namur. « En l'absence de réponse, le législateur | beantwoord. « Bij ontstentenis van een antwoord zou de federale |
fédéral pourrait reprendre à son compte la règle édictée actuellement | wetgever de regel die op dit ogenblik door de gewestwetgever is |
par le législateur régional, ce qui amènerait dans l'avenir d'autres | bepaald, voor zijn rekening kunnen overnemen, wat andere rechtbanken |
tribunaux à poser la même question à laquelle il n'aurait pas été | in de toekomst ertoe zou brengen dezelfde vraag te stellen waarop in |
répondu en la présente cause. » | deze zaak niet zou zijn geantwoord. » |
L. Kinet estime aussi qu'il y aurait une discrimination entre les | L. Kinet is eveneens van mening dat er sprake zou zijn van |
justiciables qui auraient l'occasion de faire valoir leurs moyens | discriminatie tussen de rechtsonderhorigen die de kans zouden hebben |
devant la Cour d'arbitrage quant à cette seconde question | om, wat die tweede prejudiciële vraag betreft, hun middelen voor het |
préjudicielle et les justiciables concernés par cette affaire-ci qui | Arbitragehof te doen gelden, en de rechtsonderhorigen die in deze zaak |
n'auraient pas cette possibilité. | zijn verwikkeld en die deze mogelijkheid niet zouden hebben. |
« Enfin, même s'il y a de fortes chances pour que la Cour réponde | « Ten slotte, ook al zal het Hof hoogstwaarschijnlijk de eerste |
positivement à la première question préjudicielle, elle n'y a pas | prejudiciële vraag bevestigend beantwoorden, toch heeft het die nog |
encore apporté réponse, de sorte que l'on peut imaginer qu'elle y | niet beantwoord, zodat men zich kan voorstellen dat het die vraag |
apporte, peut-être, une réponse négative. En ce cas, un arrêt de | misschien ontkennend beantwoordt. In dat geval zou een arrest van |
réponse immédiate à la deuxième question préjudicielle, conformément à | onmiddellijk antwoord op de tweede prejudiciële vraag, overeenkomstig |
l'article 72 de la loi spéciale, aboutirait à ce que, même en cas de | artikel 72 van de bijzondere wet, ertoe leiden dat, zelfs indien het |
réponse négative à la première question, il ne soit plus possible | antwoord op de eerste vraag ontkennend is, het niet meer mogelijk is |
d'examiner la deuxième. » | de tweede te onderzoeken. » |
- B - | - B - |
Quant aux dispositions en cause | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen |
B.1. L'article 59 de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de | B.1. Artikel 59 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, zoals |
la nature, tel qu'il a été inséré par le décret de la Région wallonne du 11 avril 1984, dispose : | ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 1984, bepaalt : |
« Sans préjudice des attributions des officiers de police judiciaire, | « Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke |
l'Exécutif (actuellement le Gouvernement wallon) peut désigner les | politie kan de Executieve (thans de Waalse Regering) ambtenaren |
agents compétents pour veiller à l'application de la présente loi en | aanwijzen die bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op de toepassing |
région wallonne, à l'exception de l'article 5, alinéa 1er, et des | van deze wet in het Waalse Gewest, met uitzondering van artikel 5, |
arrêtés d'exécution de cet alinéa. | eerste lid, en de besluiten ter uitvoering van dit lid. |
Les procès-verbaux établis par ces agents font foi jusqu'à preuve du | De door deze ambtenaren opgemaakte processen-verbaal hebben |
contraire; une copie en est signifiée, dans les quinze jours de la constatation, aux auteurs de l'infraction. Ils ont, dans l'exercice de leurs fonctions, libre accès aux usines, magasins, dépôts, bureaux, bateaux, bâtiments d'entreprise, étables, entrepôts, gares, wagons, véhicules et aux entreprises situées en plein air. Ils ne peuvent visiter les lieux servant à l'habitation qu'avec l'autorisation du juge du tribunal de police et uniquement de 5 h du matin à 9 h du soir. La même autorisation est requise pour la visite des lieux non accessibles au public avant 5 h du matin et après 9 h du soir. » Sur la première question préjudicielle B.2. Les dispositions en cause doivent être contrôlées au regard des règles établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions, telles qu'elles étaient d'application au moment de l'adoption du décret précité. Quant aux matières réservées à la loi par la Constitution | bewijskracht tot het tegenbewijs is geleverd; een afschrift daarvan wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling aan de overtreders betekend. In de uitoefening van hun opdracht mogen zij fabrieken, magazijnen, bergplaatsen, burelen, boten, bedrijfsgebouwen, stallen, stapelhuizen, stations, wagons, voertuigen en de in open lucht gelegen bedrijven betreden. Zij mogen de plaatsen die tot woning dienen slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank en dan enkel van vijf uur 's morgens tot negen uur 's avonds. Dat verlof is eveneens vereist voor het bezoeken van de niet voor het publiek toegankelijke plaatsen vóór vijf uur 's morgens en na negen uur 's avonds. » Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.2. De in het geding zijnde bepalingen moeten worden getoetst aan de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, zoals die van toepassing waren op het tijdstip waarop voormeld decreet werd aangenomen. Wat de door de Grondwet aan de wet voorbehouden aangelegenheden betreft |
B.3. Les articles 3ter (actuellement 38), 59bis (actuellement 127 à | B.3. De artikelen 3ter (thans 38), 59bis (thans 127 tot 129) en |
129) et 107quater (actuellement 39) de la Constitution et les articles | 107quater (thans 39) van de Grondwet en de artikelen 4 tot 11 van de |
4 à 11 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
ont conféré au législateur décrétal le pouvoir de régler par décret un | hebben de decreetgever de bevoegdheid verleend een aantal |
certain nombre de matières. Ainsi, au moment où le décret précité du | aangelegenheden bij decreet te regelen. Aldus wees, op het tijdstip |
11 avril 1984 fut adopté, l'article 6, § 1er, III, 2°, de cette même | dat voormeld decreet van 11 april 1984 werd aangenomen, artikel 6, § |
loi spéciale attribuait aux régions « la protection et la conservation | 1, III, 2, van diezelfde bijzondere wet « de natuurbescherming en het |
de la nature, à l'exception de l'importation, de l'exportation et du | natuurbehoud, met uitzondering van de in-, uit- en doorvoer van |
transit des espèces végétales non indigènes, ainsi que des espèces | uitheemse plantensoorten evenals van uitheemse diersoorten en hun |
krengen » aan de gewesten toe. | |
animales non indigènes et de leurs dépouilles ». | B.4. Voordat het bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 werd |
B.4. L'article 19, § 1er, de la loi spéciale du 8 août 1980, avant sa | gewijzigd, bepaalde artikel 19, § 1, van de bijzondere wet van 8 |
modification par la loi spéciale du 16 juillet 1993, disposait | augustus 1980 evenwel : « Het decreet regelt de aangelegenheden |
cependant que « le décret règle les matières visées aux articles 4 à | bedoeld in de artikelen 4 tot 11, onverminderd de bevoegdheden die |
11, sans préjudice des compétences que la Constitution réserve à la | door de Grondwet aan de wet zijn voorbehouden ». |
loi ». Il en résultait que, sauf les cas où une habilitation spéciale et | Daaruit vloeide voort dat, behoudens de gevallen waarin een bijzondere |
expresse avait été donnée par les lois spéciales ou ordinaires de | en uitdrukkelijke machtiging was verleend bij de bijzondere of gewone |
réformes institutionnelles, le décret ne pouvait régler les matières | wetten tot hervorming der instellingen, het decreet de eraan |
qui lui avaient été attribuées qu'à la condition de n'empiéter en | toegewezen aangelegenheden slechts vermocht te regelen op voorwaarde |
aucune façon sur les compétences réservées à la loi par la | dat het geenszins inbreuk zou maken op bij de Grondwet aan de wet |
Constitution. | voorbehouden bevoegdheden. |
Antérieurement à la modification de l'article 19, § 1er, de la loi | Vóór de wijziging, bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, van artikel |
spéciale du 8 août 1980 par la loi spéciale du 16 juillet 1993, la | 19, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 kon de mogelijkheid |
possibilité donnée aux Conseils par l'article 10 de la loi spéciale du | die de Raden bij artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, |
8 août 1980, modifié par la loi spéciale du 8 août 1988, consistant en | gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, was geboden en |
ce que leurs décrets puissent contenir des dispositions de droit | die erin bestond dat hun decreten, indien dit noodzakelijk was voor |
relatives à des matières pour lesquelles ils ne sont pas compétents, | het uitoefenen van de gemeenschaps- of gewestbevoegdheden, |
si cela s'avère nécessaire pour l'exercice des compétences | rechtsbepalingen konden bevatten in aangelegenheden waarvoor zij niet |
communautaires ou régionales, ne pouvait s'appliquer à des compétences | bevoegd waren, geen toepassing vinden op bevoegdheden die de Grondwet |
que la Constitution réserve à la loi. | aan de wet voorbehield. |
Quant à la compétence en matière pénale | Wat de bevoegdheid in strafzaken betreft |
B.5. L'article 7 (actuellement 12) de la Constitution réserve au | B.5. Artikel 7 (thans 12) van de Grondwet behoudt de federale wetgever |
législateur fédéral le soin de déterminer les cas dans lesquels une | de zorg voor tot het bepalen van de gevallen waarin vervolging kan |
poursuite peut avoir lieu et de régler la forme de cette poursuite. | plaatshebben en tot het regelen van de vorm van die vervolging. |
L'article 9 (actuellement 14) de la Constitution dispose par ailleurs | Artikel 9 (thans 14) van de Grondwet bepaalt dat « geen straf kan |
worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». | |
que « nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la | De gemeenschappen en de gewesten mochten in die voorbehouden |
loi ». Les communautés et les régions ne pouvaient donc intervenir dans ces | aangelegenheden slechts optreden mits zij daartoe gemachtigd waren |
matières réservées que moyennant l'habilitation précisée sub B.4. | zoals aangeduid onder B.4. |
L'article 11 de la loi spéciale du 8 août 1980 constituait une telle | Artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 behelsde een |
habilitation; il disposait : | dergelijke machtiging; het bepaalde : |
« Dans les limites des compétences des Régions et des Communautés, les | « Binnen de grenzen van de bevoegdheden van de Gewesten en de |
décrets peuvent ériger en infraction les manquements à leurs | Gemeenschappen kunnen de decreten de niet-naleving van hun bepalingen |
dispositions et établir les peines punissant ces manquements | strafbaar stellen en de straffen wegens die niet-naleving bepalen |
conformément au Livre Ier du Code pénal, à l'exception des peines | overeenkomstig Boek I van het Strafwetboek, met uitzondering van de |
criminelles fixées à l'article 7 de ce Code. » | criminele straffen bepaald in artikel 7 van dat Wetboek. » |
L'article 11 ne permettait cependant pas au législateur décrétal de | Dat artikel 11 stond de decreetgever evenwel niet toe af te wijken van |
déroger aux dispositions du livre Ier du Code pénal. Les communautés | de bepalingen van boek I van het Strafwetboek. De gemeenschappen en de |
et les régions ne pouvaient dès lors recourir à l'article 100 du Code pénal, même si cette disposition est intégrée dans le livre Ier dudit Code. Le législateur spécial voulait que les règles contenues dans le livre Ier restent uniformes et que les communautés et les régions n'y dérogent pas. Il précisait dès lors expressément que l'ensemble des matières comprises dans le livre Ier du Code pénal relevaient de la compétence du législateur national. Il n'appartenait pas au législateur décrétal de régler ces matières, quand bien même il n'eût fait que reproduire les dispositions nationales existantes. B.6. Le législateur régional, qui était compétent pour confier à des | gewesten konden derhalve geen beroep doen op artikel 100 van het Strafwetboek, ook al is die bepaling ondergebracht in boek I ervan. De bijzondere wetgever wilde de in boek I vervatte regels uniform houden en de gemeenschappen en gewesten niet toestaan ervan af te wijken. Hij heeft dan ook uitdrukkelijk gesteld dat het geheel van de aangelegenheden vervat in boek I van het Strafwetboek tot de bevoegdheid van de nationale wetgever behoorde. Het stond niet aan de decreetgever die aangelegenheden te regelen, zelfs al zou hij de bestaande nationale bepalingen slechts hebben overgenomen. B.6. De gewestwetgever, die bevoegd was om ambtenaren die onder het |
fonctionnaires relevant de la région des missions de surveillance du | gewest ressorteren met opdrachten van toezicht op de gewestelijke |
respect des normes régionales, était également compétent pour | normen te belasten, was eveneens bevoegd om de wijze te bepalen waarop |
déterminer la manière dont ces fonctionnaires sont tenus de rapporter | die ambtenaren hun bevindingen dienen te rapporteren. |
leurs constatations. Il en allait autrement du règlement de la force probante des | Anders was het gesteld met de regeling van de bewijswaarde van de |
procès-verbaux. Ce règlement intéresse la charge de la preuve en | processen-verbaal. Die regeling betreft de bewijslast in strafzaken en |
matière pénale et fait partie de la détermination des formes de la | maakt deel uit van de vaststelling van de vorm van de vervolging, |
poursuite, matière que l'article 7 (actuellement 12) de la | aangelegenheid die bij artikel 7 (thans 12) van de Grondwet aan de |
Constitution a réservée au législateur fédéral et qui échappait à la | federale wetgever werd voorbehouden en die buiten de toepassingssfeer |
sphère d'application de l'article 11 ancien de la loi spéciale. | van het vroegere artikel 11 van de bijzondere wet viel. |
L'article 59, alinéa 2, de la loi du 12 juillet 1973 sur la | Artikel 59, tweede lid, van de wet van 12 juli 1973 op het |
conservation de la nature, inséré par le décret de la Région wallonne | natuurbehoud, zoals ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest |
du 11 avril 1984, viole donc les règles répartitrices de compétences | van 11 april 1984, schendt dus de bevoegheidverdelende regels in |
dans la mesure où il règle la force probante des procès-verbaux | zoverre het de bewijswaarde regelt van de processen-verbaal opgemaakt |
établis par les agents désignés par l'Exécutif wallon. | door de ambtenaren die door de Waalse Executieve zijn aangewezen. |
Quant à la compétence en matière de visite domiciliaire | Wat de bevoegdheid inzake huiszoekingen betreft |
B.7. L'article 10 (actuellement 15) de la Constitution dispose : | B.7. Artikel 10 (thans 15) van de Grondwet bepaalt : |
« Le domicile est inviolable; aucune visite domiciliaire ne peut avoir | « De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in |
lieu que dans les cas prévus par la loi et dans la forme qu'elle prescrit. » | de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft. » |
Aux termes de cet article, c'est donc au législateur fédéral et à lui | Naar luid van dat artikel is dus alleen de federale wetgever bevoegd |
seul que revient la compétence de régler les cas où des visites | om de gevallen te regelen waarin huiszoekingen - in de zin van artikel |
domiciliaires - au sens de l'article 10 de la Constitution - peuvent | 10 van de Grondwet - kunnen worden bevolen, en de vorm waarin zij kunnen plaatshebben. |
être ordonnées et la forme selon laquelle elles peuvent être | De gemeenschappen en de gewesten mochten in die voorbehouden |
réalisées. Les communautés et les régions ne pouvaient donc intervenir dans ces | aangelegenheden slechts optreden mits zij daartoe gemachtigd waren |
matières réservées que moyennant l'habilitation précisée sub B.4. | zoals aangegeven onder B.4. |
L'article 59, alinéa 3, de la loi du 12 juillet 1973 sur la | Artikel 59, derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het |
conservation de la nature, inséré par le décret de la Région wallonne | natuurbehoud, zoals ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest |
du 11 avril 1984, viole dès lors les règles qui déterminent les | van 11 april 1984, schendt bijgevolg de regels die de onderscheiden |
compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions. | bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten bepalen. |
Sur la deuxième question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.8. Dès lors que la première question préjudicielle appelle une | B.8. Aangezien de eerste prejudiciële vraag bevestigend moet worden |
réponse positive, la deuxième question préjudicielle devient sans objet. | beantwoord, heeft de tweede prejudiciële vraag geen voorwerp meer. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 59, alinéa 2, de la loi du 12 juillet 1973 sur la | - Artikel 59, tweede lid, van de wet van 12 juli 1973 op het |
conservation de la nature, inséré par le décret de la Région wallonne | |
du 11 avril 1984, viole les règles établies par la Constitution ou en | natuurbehoud, ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 11 |
vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de | april 1984, schendt de regels die door of krachtens de Grondwet zijn |
l'Etat, des communautés et des régions, dans la mesure où il règle la | vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheden van de |
Staat, de gemeenschappen en de gewesten, in zoverre het de | |
force probante des procès-verbaux établis par les agents désignés par | bewijswaarde regelt van de processen-verbaal die zijn opgemaakt door |
l'Exécutif wallon. | de ambtenaren die door de Waalse Executieve zijn aangewezen. |
- L'article 59, alinéa 3, de la loi du 12 juillet 1973 sur la | - Artikel 59, derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het |
conservation de la nature, inséré par le décret de la Région wallonne | |
du 11 avril 1984, viole les règles établies par la Constitution ou en | natuurbehoud, ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 11 |
vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de | april 1984, schendt de regels die door of krachtens de Grondwet zijn |
vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheden van de | |
l'Etat, des communautés et des régions, dans la mesure où les lieux | Staat, de gemeenschappen en de gewesten, in zoverre de bij dat artikel |
visés à cet article constituent un domicile au sens de l'article 10 | bedoelde plaatsen tot woning dienen in de zin van artikel 10 (thans |
(actuellement 15) de la Constitution. | 15) van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 juillet 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 juli 1999. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |