Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt De La Cour Constitutionelle du --
← Retour vers "Arrêt n° 60/99 du 9 juin 1999 Numéro du rôle : 1301 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 68 du Code des droits de succession, posée par le Tribunal de première instance de Marche-en-Famenne. La Cour d'arbitrage, com après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ju(...)"
Arrêt n° 60/99 du 9 juin 1999 Numéro du rôle : 1301 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 68 du Code des droits de succession, posée par le Tribunal de première instance de Marche-en-Famenne. La Cour d'arbitrage, com après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ju(...) Arrest nr. 60/99 van 9 juni 1999 Rolnummer 1301 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 68 van het Wetboek der successierechten, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Marche-en-Famenne. Het Arbitragehof, samengestel wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij vonnis van 2(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Arrêt n° 60/99 du 9 juin 1999 Arrest nr. 60/99 van 9 juni 1999
Numéro du rôle : 1301 Rolnummer 1301
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 68 du Code In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 68 van het Wetboek
des droits de succession, posée par le Tribunal de première instance der successierechten, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te
de Marche-en-Famenne. Marche-en-Famenne.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de
Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M.
de la référendaire B. Renauld, faisant fonction de greffier, présidée Bossuyt, bijgestaan door referendaris B. Renauld, waarnemend griffier,
par le président M. Melchior, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle I. Onderwerp van de prejudiciële vraag
Par jugement du 23 février 1998 en cause de G. Martens et autres Bij vonnis van 23 februari 1998 in zake G. Martens en anderen tegen de
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof
Cour d'arbitrage le 3 mars 1998, le Tribunal de première instance de is ingekomen op 3 maart 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te
Marche-en-Famenne a posé la question préjudicielle suivante : Marche-en-Famenne de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 68 du Code des droits de succession viole-t-il les règles « Schendt artikel 68 van het Wetboek der successierechten de in de
établies par les articles 10 et 11 de la Constitution en disposant artikelen 10 en 11 van de Grondwet vastgestelde regels door te bepalen
qu'en cas de répudiation d'une disposition testamentaire, le droit dû dat in geval van verwerping van een uiterste wilsbeschikking, het
par les personnes qui en profitent, ne peut être inférieur à celui recht verschuldigd door de personen die daarvan het voordeel genieten,
qu'aurait dû acquitter le renonçant, même s'il n'y a pas eu niet lager mag zijn dan het recht dat de verwerper had moeten betalen,
renonciation fictive ? » zelfs als er geen fictieve verwerping is geweest ? »
II. Les faits et la procédure antérieure II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil
J. Cousin décède en ayant désigné, par voie testamentaire, trois J. Cousin overlijdt nadat hij, bij wege van testament, drie algemene
légataires universels, lesquels renoncent toutefois à la succession.
Les héritiers légaux s'étant vu réclamer, en application de l'article legatarissen had aangewezen, die echter afstand doen van de nalatenschap.
68 du Code des droits de succession, des droits majorés de plus de six Aangezien van de wettelijke erfgenamen, met toepassing van artikel 68
millions par rapport à ceux qu'ils auraient dû acquitter s'ils avaient van het Wetboek der successierechten, rechten werden gevorderd die
verhoogd zijn met meer dan zes miljoen in vergelijking met die welke
zij zouden hebben moeten betalen indien zij de nalatenschap
reçu directement la succession, lesdits héritiers, demandeurs devant rechtstreeks hadden ontvangen, betwisten de genoemde erfgenamen, als
le juge a quo, contestent la compatibilité avec le principe d'égalité eisers voor de verwijzende rechter, de bestaanbaarheid van het
de l'article 68 précité et demandent que la Cour soit interrogée à voormelde artikel 68 met het gelijkheidsbeginsel en verzoeken zij dat
titre préjudiciel sur ce point. het Hof bij wege van prejudiciële vraag hieromtrent zou worden
ondervraagd.
III. La procédure devant la Cour III. De rechtspleging voor het Hof
Par ordonnance du 3 mars 1998, le président en exercice a désigné les Bij beschikking van 3 maart 1998 heeft de voorzitter in functie de
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was
des articles 71 ou 72 de la loi organique. om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 10 mars 1998. 77 van de organieke wet bij op 10 maart 1998 ter post aangetekende brieven.
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is
Moniteur belge du 25 mars 1998. bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 maart 1998.
Des mémoires ont été introduits par : Memories zijn ingediend door :
- G. Martens, demeurant à 1301 Bierges, avenue des Tarins 8, A. - G. Martens, wonende te 1301 Bierges, avenue des Tarins 8, A.
Martens, demeurant à 9921 Lovendegem, Kasteellaan 8, T. Martens, Martens, wonende te 9921 Lovendegem, Kasteellaan 8, T. Martens,
demeurant à 1030 Bruxelles, rue de Bériot 36, R. Martens, demeurant à wonende te 1030 Brussel, de Bériotstraat 36, R. Martens, wonende te
4300 Bleret, rue Amédée de Lantremange 1, S. Dartois, demeurant à 4000 4300 Bleret, rue Amédée de Lantremange 1, S. Dartois, wonende te 4000
Liège, rue de Sélys 28, et V. Beer, demeurant à 4000 Rocourt, rue du Luik, rue de Sélys 28, en V. Beer, wonende te 4000 Rocourt, rue du
Cheval Blanc 78, par lettre recommandée à la poste le 8 avril 1998; Cheval Blanc 78, bij op 8 april 1998 ter post aangetekende brief;
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 24 april 1998
lettre recommandée à la poste le 24 avril 1998. ter post aangetekende brief.
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de
organique, par lettres recommandées à la poste le 30 avril 1998. organieke wet bij op 30 april 1998 ter post aangetekende brieven.
G. Martens et autres ont introduit un mémoire en réponse par lettre G. Martens en anderen hebben een memorie van antwoord ingediend bij op
recommandée à la poste le 25 mai 1998. 25 mei 1998 ter post aangetekende brief.
Par ordonnances du 30 juin 1998 et du 24 février 1999, la Cour a Bij beschikkingen van 30 juni 1998 en 24 februari 1999 heeft het Hof
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot
prorogé respectivement jusqu'aux 3 mars 1999 et 3 septembre 1999 le respectievelijk 3 maart 1999 en 3 september 1999.
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu.
Par ordonnance du 10 février 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état Bij beschikking van 10 februari 1999 heeft het Hof de zaak in
et fixé l'audience au 17 mars 1999. gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 17
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats maart 1999. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten
par lettres recommandées à la poste le 11 février 1999. bij op 11 februari 1999 ter post aangetekende brieven.
A l'audience publique du 17 mars 1999 : Op de openbare terechtzitting van 17 maart 1999 :
- ont comparu : - zijn verschenen :
. Me D. Delangre loco Me G. Rivière, avocats au barreau de Tournai, . Mr. D. Delangre loco Mr. G. Rivière, advocaten bij de balie te
pour G. Martens et autres; Doornik, voor G. Martens en anderen;
. Me G. Gauthier, avocat au barreau de Dinant, pour le Conseil des . Mr. G. Gauthier, advocaat bij de balie te Dinant, voor de
ministres; Ministerraad;
- les juges-rapporteurs R. Henneuse et M. Bossuyt ont fait rapport; - hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en M. Bossuyt verslag uitgebracht;
- les avocats précités ont été entendus; - zijn de voornoemde advocaten gehoord;
- l'affaire a été mise en délibéré. - is de zaak in beraad genomen.
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.
IV. En droit IV. In rechte
- A - - A -
Position des demandeurs devant le juge a quo (G. Martens et autres) Standpunt van de eisers voor de verwijzende rechter (G. Martens en
A.1.1. L'article 68 du Code des droits de succession différencie deux anderen) A.1.1. Artikel 68 van het Wetboek der successierechten maakt een
catégories d'héritiers légaux - ceux qui recueillent directement la succession d'un défunt et ceux qui ne la recueillent qu'après renonciation d'autres héritiers appelés en premier lieu - alors qu'ils sont pourtant comparables au regard du Code civil, plus précisément de son article 785. En effet, dès lors que, en vertu de cette disposition, l'héritier renonçant est censé n'avoir jamais été héritier, ceux qui profitent de cette renonciation sont censés avoir été héritiers dès l'origine et ce au même titre que les héritiers qui ont recueilli directement une succession. A.1.2. La raison d'être de l'article 68, comme des dispositions antérieures dont cet article s'inspire, était de prévenir, en la rendant inutile, la fraude consistant à renoncer fictivement à la succession pour diminuer le montant de l'impôt; il s'agissait donc de lutter contre la collusion éventuelle entre le renonçant et les héritiers profitant de cette renonciation. Si la mesure apparaît justifiée lorsque la volonté d'éluder délibérément l'impôt est établie, il n'en va pas de même en l'absence d'une telle volonté, en particulier lorsque, comme en l'espèce, il n'existe aucun lien familial ni relationnel entre les légataires onderscheid tussen twee categorieën van wettelijke erfgenamen - diegenen die de nalatenschap van een overledene rechtstreeks verkrijgen en diegenen die ze slechts na verwerping door andere, in de eerste plaats opgeroepen erfgenamen verkrijgen - terwijl zij ten aanzien van het Burgerlijk Wetboek, meer in het bijzonder ten aanzien van artikel 785 ervan, nochtans vergelijkbaar zijn. Aangezien, krachtens die bepaling, de verwerpende erfgenaam immers wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest, worden diegenen welke die verwerping genieten geacht vanaf het begin erfgenamen te zijn geweest en zulks op dezelfde wijze als de erfgenamen die rechtstreeks een nalatenschap hebben verkregen. A.1.2. De bestaansreden van artikel 68 was, zoals die van eerdere bepalingen waarop dat artikel is geïnspireerd, de fraude te voorkomen door ze nutteloos te maken, die erin bestaat fictief afstand te doen van de nalatenschap om het bedrag van de belasting te verminderen; het ging er dus om de mogelijke heimelijke verstandhouding tussen de verwerper en de erfgenamen welke die verwerping genieten te bestrijden. Hoewel de maatregel verantwoord blijkt wanneer de wil om de belasting opzettelijk te ontduiken vaststaat, is dat niet zo wanneer een
universels et les héritiers ayant finalement reçu la succession. C'est dergelijke wil ontbreekt, in het bijzonder wanneer, zoals te dezen, er
donc à tort, au regard de l'objectif poursuivi, que l'article 68 en geen enkele familiale noch relationele band bestaat tussen de algemene
cause traite, de façon indifférenciée, les héritiers fraudeurs et ceux legatarissen en de erfgenamen die uiteindelijk de nalatenschap hebben
qui ne le sont pas. En ce qu'est ainsi établie une présomption de
fraude et de collusion, sans qu'aucune preuve contraire ne soit gekregen. Het is dus ten onrechte, ten aanzien van de nagestreefde
admise, l'article 68 viole le principe de proportionnalité. doelstelling, dat het in het geding zijnde artikel 68 de frauderende
A.2. Dans leur mémoire en réponse, les demandeurs devant le juge a quo erfgenamen en diegenen die niet frauderen op ongedifferentieerde wijze
analysent chacun des objectifs allégués par le Conseil des ministres à behandelt. In zoverre aldus een vermoeden van fraude en heimelijke
l'appui de l'article 68 en cause, à savoir la prévention des fraudes, d'une part, et la sauvegarde des droits du Trésor, d'autre part. Quant au premier de ces objectifs, il est relevé que le Conseil des ministres lui-même admet que toutes les renonciations ne sont pas nécessairement frauduleuses : dès lors, présumer de façon irréfragable l'existence d'une telle fraude est une mesure manifestement disproportionnée au but poursuivi. Quant à l'objectif financier, la mesure en cause s'analyse comme un enrichissement sans cause, dès lors qu'elle aboutit à conserver des sommes auxquelles le fisc n'a pas droit tant en considération des effets qu'attache la loi civile à la renonciation qu'en considération de l'impôt dû par les héritiers en cas de succession directe, non précédée d'une renonciation par d'autres. Position du Conseil des ministres A.3. Les droits de succession s'analysent comme un impôt frappant la transmission des biens des personnes décédées à leurs héritiers; il s'agit à la fois d'une dette de la succession et d'une dette des héritiers. Cette dette est fixée au jour du décès, sans qu'elle puisse dès lors être influencée par des événements extérieurs et sans que la volonté extérieure de qui que ce soit puisse y porter atteinte. verstandhouding vaststaat, zonder dat geen enkel bewijs van het tegendeel wordt aangenomen, schendt artikel 68 het evenredigheidsbeginsel. A.2. In hun memorie van antwoord analyseren de eisers voor de verwijzende rechter elk van de doelstellingen die door de Ministerraad zijn aangevoerd ter staving van het in het geding zijnde artikel 68, namelijk het voorkomen van fraude, enerzijds, en het vrijwaren van de rechten van de Schatkist, anderzijds. Ten aanzien van de eerste van die doelstellingen wordt opgemerkt dat de Ministerraad zelf aanneemt dat niet alle verwerpingen noodzakelijkerwijze frauduleus zijn : op onweerlegbare wijze vermoeden dat een dergelijke fraude bestaat is bijgevolg een maatregel die kennelijk onevenredig is ten aanzien van het nagestreefde doel. Wat de financiële doelstelling betreft, wordt de in het geding zijnde maatregel beschouwd als een verrijking zonder enige grond, aangezien hij ertoe leidt sommen te behouden waarop de fiscus geen recht heeft, zowel rekening houdend met de gevolgen die de burgerlijke wet aan de verwerping verbindt als rekening houdend met de door de erfgenamen verschuldigde belasting in geval van een rechtstreekse erfopvolging, waaraan geen verwerping door anderen voorafgaat. Standpunt van de Ministerraad A.3. De successierechten worden beschouwd als een belasting op de overdracht van de goederen van de overleden personen aan hun erfgenamen; het gaat tegelijkertijd om een schuld van de nalatenschap en een schuld van de erfgenamen. Die schuld wordt bepaald op de dag van het overlijden, zonder dat zij beïnvloed kan worden door externe gebeurtenissen en zonder dat de externe wil van wie dan ook afbreuk eraan kan doen.
A.4. Selon le Conseil des ministres, ce sont les conséquences civiles A.4. Volgens de Ministerraad zijn het de burgerlijke gevolgen van de
de la renonciation qui expliquent l'article 68, en ce que celle-ci verwerping die artikel 68 verklaren, in zoverre die verwerping
agit avec effet rétroactif, le renonçant étant censé n'avoir jamais terugwerkende kracht heeft, aangezien de verwerper geacht wordt nooit
été héritier (articles 785 et 786 du Code civil). La mesure en cause s'explique par le souci, non seulement de conserver au Trésor le droit tel qu'il existait au moment de l'ouverture de la succession, mais également par celui d'empêcher que les renonciations y portent atteinte. D'une part, en rendant inutile une éventuelle renonciation fictive, le législateur a entendu dissuader toute fraude éventuelle. D'autre part, même en l'absence de fraude, la mesure en cause aboutit à ne pas priver l'Etat d'une recette fiscale. Il est d'ailleurs relevé par le mémoire que n'est faite « aucune différence de traitement entre ceux qui renoncent frauduleusement et ceux qui renoncent sans objectif fiscal », une telle distinction ne permettant erfgenaam te zijn geweest (artikelen 785 en 786 van het Burgerlijk Wetboek). De in het geding zijnde maatregel wordt niet alleen verklaard door de zorg voor de Schatkist het recht in stand te houden zoals dat bestond op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap, maar ook door de zorg om te verhinderen dat de verwerpingen er afbreuk aan doen. Enerzijds, heeft de wetgever, doordat hij een mogelijke fictieve verwerping nutteloos heeft gemaakt, elke mogelijke fraude willen ontmoedigen. Anderzijds, leidt de in het geding zijnde maatregel, zelfs bij ontstentenis van fraude, ertoe dat de Staat niet van een fiscale ontvangst wordt beroofd. Er wordt overigens in de memorie opgemerkt dat « geen enkel verschil in behandeling wordt gemaakt tussen diegenen die op frauduleuze wijze afstand doen en diegenen die zonder fiscale doelstelling afstand doen », waarbij een dergelijk onderscheid het niet mogelijk maakt « de eerste door hem nagestreefde
pas d'« atteindre le premier objectif (financier) poursuivi par lui ». (financiële) doelstelling te bereiken ».
- B - - B -
La question préjudicielle et la disposition en cause De prejudiciële vraag en de in het geding zijnde bepaling
B.1.1. La question préjudicielle posée par le Tribunal de première B.1.1. De prejudiciële vraag gesteld door de Rechtbank van eerste
instance de Marche-en-Famenne porte sur l'article 68 du Code des aanleg te Marche-en-Famenne heeft betrekking op artikel 68 van het
droits de succession. Wetboek der successierechten.
Aux termes de cette disposition : Die bepaling luidt :
« En cas de répudiation d'une part ab intestat, d'une disposition « In geval van verwerping van een intestaat-aandeel, van een uiterste
testamentaire ou d'une institution contractuelle, le droit dû par les personnes qui en profitent ne peut être inférieur à celui qu'aurait dû acquitter le renonçant. La renonciation faite par un successeur du chef de son auteur, relativement à une succession ouverte au profit de ce dernier, ne peut porter préjudice à l'Etat. » B.1.2. Il ressort du litige soumis au juge a quo comme des termes de la question préjudicielle que celle-ci vise l'hypothèse d'une renonciation au bénéfice d'une disposition testamentaire; elle porte dès lors sur le seul alinéa 1er de l'article 68, auquel la Cour limitera en conséquence son examen. Quant au fond wilbeschikking, of van een contractueele erfstelling, mag het recht, verschuldigd door de personen die daarvan het voordeel genieten, niet lager zijn dan het recht, dat de verwerper had moeten betalen. De verwerping door een erfopvolger bij plaatsvervulling van zijn ouder, betreffende eene nalatenschap opengevallen ten behoeve van laatst bedoelde, mag den Staat geen nadeel aanbrengen. » B.1.2. Uit het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil alsmede uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat die vraag het geval beoogt van een verwerping van het voordeel van een uiterste wilsbeschikking; het heeft bijgevolg betrekking op het enkele eerste lid van artikel 68, waartoe het Hof bijgevolg zijn toetsing zal beperken. Ten gronde
B.2. Sur la base des articles 785 et 786 du Code civil, l'héritier qui B.2. Op grond van de artikelen 785 en 786 van het Burgerlijk Wetboek
renonce est censé n'avoir jamais été héritier. L'effet rétroactif wordt de erfgenaam die de nalatenschap verwerpt geacht nooit erfgenaam
ainsi donné à la renonciation a pour effet que le renonçant perd la te zijn geweest. De aldus aan de verwerping gegeven terugwerkende
kracht heeft tot gevolg dat hij die verwerpt de hoedanigheid verliest
qualité d'« héritier/successeur » et que les héritiers qui, par suite van « erfgenaam/erfopvolger » en dat de erfgenamen die, naar
d'une telle renonciation, recueillent la succession, sont réputés aanleiding van een dergelijke verwerping, de erfenis ontvangen, geacht
avoir hérité ab initio. La même règle s'applique en cas de répudiation worden ab initio te hebben geërfd. Dezelfde regel geldt bij de
des legs (article 1043 du Code civil). verwerping van legaten (artikel 1043 van het Burgerlijk Wetboek).
B.3. Pour l'application de la législation fiscale également, celui qui B.3. Ook voor de toepassing van de fiscale wetgeving wordt diegene die
renonce est censé n'avoir jamais rien reçu de la succession, de sorte verwerpt geacht nooit iets uit de nalatenschap te hebben ontvangen
qu'il est exonéré de ses obligations fiscales par suite de la zodat hij ten gevolge van de verwerping ontslagen is van zijn fiscale
renonciation. La renonciation a toutefois pour effet de modifier la verplichtingen. De verwerping heeft echter een verandering in de
dévolution de l'héritage, ce qui, en application des règles devolutie van de erfenis tot gevolg, die, met toepassing van de
d'imposition contenues dans le Code des droits de succession, peut heffingsregels vervat in het Wetboek der successierechten, tot een
conduire à une diminution de l'impôt et donc à une perte de ressources belastingverlaging en dus tot een inkomstenverlies voor de Schatkist
pour le Trésor. C'est cet effet que le législateur a entendu prévenir. kan leiden. Het is dit gevolg dat de wetgever heeft willen voorkomen.
B.4. L'article 68, alinéa 1er, du Code des droits de succession B.4. Artikel 68, eerste lid, van het Wetboek der successierechten
bepaalt dat bij verwerping van een intestaataandeel, van een uiterste
dispose qu'en cas de répudiation d'une part ab intestat, d'une wilsbeschikking of van een contractuele erfstelling, de
disposition testamentaire ou d'une institution contractuelle, les successierechten die verschuldigd zijn door de personen die daarvan
droits de succession dus par les personnes qui en profitent ne peuvent het voordeel genieten, niet lager mogen zijn dan het recht dat de
être inférieurs au droit qu'aurait dû acquitter le renonçant. verwerper had moeten betalen.
B.5. Le juge a quo demande à la Cour si la disposition litigieuse B.5. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde
viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat ze ook
s'applique également lorsqu'il n'y a pas eu de renonciation « fictive ». C'est à tort que la renonciation négociée est qualifiée de fictive ou de frauduleuse. Elle est réelle et produit les effets que le Code civil y attache; elle n'est pas illicite par le seul fait qu'elle n'est pas désintéressée. B.6. Comme le font apparaître les faits de la cause devant le juge a quo, la disposition en cause peut avoir pour effet que les successeurs doivent payer davantage de droits de succession s'ils héritent après une répudiation que s'ils avaient directement hérité, sans distinguer selon que cette répudiation a été ou non négociée. Cette règle est liée aux circonstances différentes dans lesquelles ils viennent à la succession. Dans un cas, les héritiers viennent directement à la succession sur la base des règles contenues dans le van toepassing is als er geen « fictieve » verwerping is geweest. Ten onrechte wordt de onderhandelde verwerping als fictief of frauduleus gekwalificeerd. Zij is reëel en brengt de gevolgen met zich mee die het Burgerlijk Wetboek eraan verbindt; zij is niet onwettig vanwege het enkele feit dat zij niet belangeloos is. B.6. Zoals blijkt uit de feiten van de zaak voor de verwijzende rechter, kan de in het geding zijnde bepaling ertoe leiden dat de erfopvolgers meer erfenisrechten moeten betalen wanneer ze erven na verwerping dan wanneer ze rechtstreeks zouden hebben geërfd, zonder onderscheid naargelang die verwerping al dan niet onderhandeld is. Die regel hangt samen met de verschillende omstandigheden waarin ze tot de erfenis komen. In het ene geval komen de erfgenamen rechtstreeks tot de erfenis op grond van de regels vervat in het
Code civil et de la volonté du testateur. Dans l'autre cas, exclus en Burgerlijk Wetboek en de wil van de erflater. In het andere geval
tout ou en partie de la succession par la volonté du défunt, ils ne komen ze, uitgesloten van het geheel of een deel van de erfenis door
viennent à l'héritage, ou leur part héréditaire n'est majorée, de wil van de overledene, slechts tot de erfenis, of wordt hun erfdeel
qu'après qu'un autre successeur, désigné par le testament ou par les slechts verhoogd, nadat een andere erfopvolger, aangewezen door het
règles de succession « ab intestat », a renoncé à sa part d'héritage. testament of door de intestaaterfopvolging, zijn erfdeel heeft
Il existe une différence objective entre les deux situations. verworpen. Tussen beide situaties bestaat er een objectief verschil.
En raison de l'avantage que retirent de la renonciation les Gezien het voordeel dat de erfopvolgers ten gevolge van de verwerping
successeurs dans le deuxième cas, il n'est ni dépourvu de pertinence, in het tweede geval genieten, is het noch irrelevant, noch onevenredig
ni disproportionné que les droits de succession mis à leur charge ne dat de successierechten te hunnen laste niet lager mogen zijn, ook al
puissent être inférieurs, même si la renonciation n'était pas was de verwerping niet onderhandeld, dan wat ze zouden zijn geweest in
négociée, à ce qu'ils auraient été en l'absence de renonciation. afwezigheid van verwerping.
B.7. Il y a lieu de répondre par la négative à la question B.7. Er dient ontkennend op de prejudiciële vraag te worden
préjudicielle. geantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 68, alinéa 1er, du Code des droits de succession ne viole Artikel 68, eerste lid, van het Wetboek der successierechten schendt
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 juin 1999. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 juni 1999.
Le greffier f.f., De wnd. griffier,
B. Renauld. B. Renauld.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^