Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt De La Cour Constitutionelle du --
← Retour vers "Arrêt n° 38/99 du 30mars 1999 Numéro du rôle : 1190 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 75, alinéa 2, du décret de la Communauté flamande du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, posées par La Cour d'arbitrage, composée du président L. De Grève et du juge L. François, faisant fonction (...)"
Arrêt n° 38/99 du 30mars 1999 Numéro du rôle : 1190 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 75, alinéa 2, du décret de la Communauté flamande du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, posées par La Cour d'arbitrage, composée du président L. De Grève et du juge L. François, faisant fonction (...) Arrest nr. 38/99 van 30 maart 1999 Rolnummer 1190 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 75, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, gesteld door Het Arbitragehof, samengesteld uit voorzitter L. De Grève en rechter L. François, waarnemend voo(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Arrêt n° 38/99 du 30mars 1999 Arrest nr. 38/99 van 30 maart 1999
Numéro du rôle : 1190 Rolnummer 1190
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 75, In zake : de prejudiciële vragen over artikel 75, tweede lid, van het
alinéa 2, du décret de la Communauté flamande du 12 juin 1991 relatif decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 12 juni 1991 betreffende de
aux universités dans la Communauté flamande, posées par le Conseil universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, gesteld door de Raad van
d'Etat. State.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée du président L. De Grève et du juge L. François, faisant samengesteld uit voorzitter L. De Grève en rechter L. François,
fonction de président, et des juges P. Martens, J. Delruelle, E. waarnemend voorzitter, en de rechters P. Martens, J. Delruelle, E.
Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du greffier L. Potoms, Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, bijgestaan door de griffier L.
présidée par le président L. De Grève, Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles I. Onderwerp van de prejudiciële vragen
Par arrêt n° 69.200 du 28 octobre 1997 en cause de J. De Reuck contre Bij arrest nr. 69.200 van 28 oktober 1997 in zake J. De Reuck tegen de
l'Université de Gand, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Universiteit Gent, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
Cour le 13 novembre 1997, le Conseil d'Etat a posé les questions ingekomen op 13 november 1997, heeft de Raad van State de volgende
préjudicielles suivantes : prejudiciële vragen gesteld :
« 1. L'article 75, alinéa 2, du décret du 12 juin 1991 relatif aux « 1. Schendt artikel 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991
universités dans la Communauté flamande viole-t-il l'article 24, § 5, betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap artikel 24, §
de la Constitution, en tant que cette disposition habilite sans aucune 5, van de Grondwet in zoverre die bepaling de Vlaamse regering zonder
restriction le gouvernement flamand à établir la liste des activités enige beperking machtigt om de lijst te bepalen van bezoldigde
rémunérées réputées absorber une grande partie du temps d'un membre du activiteiten die geacht worden een groot gedeelte van de tijd van een
personnel académique et ainsi être incompatibles avec une charge à lid van het academisch personeel in beslag te nemen en aldus met een
plein temps ? voltijdse opdracht onverenigbaar zijn ?
2. L'article 75, alinéa 2, du décret du 12 juin 1991 relatif aux 2. Schendt artikel 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991
universités dans la Communauté flamande viole-t-il l'égalité garantie betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, de door de
par les articles 10, 11 et 24 de la Constitution ainsi que artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet gewaarborgde gelijkheid en het
l'interdiction de discrimination, en tant que l'article précité verbod van discriminatie in zoverre in voornoemd artikel een
établit une distinction entre, d'une part, un membre du personnel onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een lid van het academisch
académique dont les autres activités rémunérées figurent sur une liste personeel wiens andere bezoldigde activiteiten voorkomen op een lijst
établie par le gouvernement flamand, de sorte que sa charge, quel que vastgesteld door de Vlaamse regering zodat zijn opdracht, ongeacht de
soit le volume de ces activités et donc même s'il n'excède pas deux omvang ervan en dus ook indien die omvang twee halve dagen per week
demi-journées par semaine, devient d'office à temps partiel et, niet overschrijdt, ambtshalve deeltijds wordt en anderzijds een lid
d'autre part, un membre du personnel académique dont les autres van het academisch personeel wiens andere bezoldigde activiteiten,
activités rémunérées, quelle qu'en soit la nature mais à condition ongeacht de aard ervan doch op voorwaarde dat ze niet op voormelde
qu'elles ne figurent pas sur la liste précitée, n'excèdent pas le lijst voorkomen, de omvang van twee halve dagen per week niet
volume de deux demi-jours par semaine, de sorte qu'il peut continuer à overschrijdt [lees : overschrijden] zodat hij zijn opdracht voltijds
exercer sa charge à plein temps ? » kan blijven uitoefenen ? »
II. Les faits et la procédure antérieure II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil
J. De Reuck, professeur à la faculté de médecine de l'Université de J. De Reuck, professor in de faculteit geneeskunde aan de Universiteit
Gand, a introduit devant le Conseil d'Etat un recours en annulation de Gent, heeft bij de Raad van State een beroep ingesteld tot
l'arrêté du conseil d'administration de cette Université, par laquelle vernietiging van het besluit van de raad van bestuur van die
sa charge de professeur est redéfinie avec effet au 1er octobre 1992 à universiteit, waarbij zijn opdracht als hoogleraar met ingang van 1
70 p.c. d'une charge à temps plein, pour cause d'incompatibilité d'une oktober 1992 is herbepaald op 70 pct. van een voltijdse opdracht,
charge à temps plein avec l'exercice d'une pratique privée. wegens de onverenigbaarheid van een voltijdse opdracht met de
uitoefening van een eigen praktijk.
La partie requérante devant la juridiction a quo soutient que, dans la De verzoekende partij voor het verwijzende rechtscollege voert aan
mesure où l'arrêté entrepris serait fondé sur l'article 75, alinéa 2, dat, in zoverre het bestreden besluit zou worden gegrond op artikel
du décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
flamande, il y a lieu de formuler des réserves concernant la universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, voorbehoud moet worden
gemaakt bij de overeenstemming van die decreetsbepaling met de
conformité de cette disposition décrétale aux articles 10, 11 et 24, § artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet en dat daarover aan het
4, de la Constitution et qu'il convient de poser à ce sujet une Hof een prejudiciële vraag moet worden gesteld.
question préjudicielle à la Cour.
Le Conseil d'Etat a décidé de poser non seulement la question susdite, De Raad van State beslist niet alleen daarover een vraag te stellen,
mais également une question concernant la conformité de cette maar ook over de overeenstemming van de voormelde decreetsbepaling met
disposition à l'article 24, § 5, de la Constitution. artikel 24, § 5, van de Grondwet.
III. La procédure devant la Cour III. De rechtspleging voor het Hof
Par arrêt n° 127/98 du 3 décembre 1998 (publié au Moniteur belge du 2 Bij arrest nr. 127/98 van 3 december 1998 (bekendgemaakt in het
mars 1999), la Cour a ordonné la réouverture des débats et a invité Belgisch Staatsblad van 2 maart 1999) heeft het Hof de heropening van
les parties à introduire un mémoire complémentaire pour le 15 janvier de debatten bevolen en de partijen uitgenodigd een aanvullende memorie in te dienen uiterlijk op 15 januari 1999.
Aanvullende memories zijn ingediend door :
- de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, bij op 14
1999 au plus tard. Des mémoires complémentaires ont été introduits par : januari 1999 ter post aangetekende brief;
- le Gouvernement flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, par
lettre recommandée à la poste le 14 janvier 1999;
- J. De Reuck, demeurant à 9052 Gand, Rijvisschepark 16, par lettre - J. De Reuck, wonende te 9052 Gent, Rijvisschepark 16, bij op 15
recommandée à la poste le 15 janvier 1999; januari 1999 ter post aangetekende brief;
- l'Université de Gand, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gand, par - de Universiteit Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, bij op
lettre recommandée à la poste le 15 janvier 1999. 15 januari 1999 ter post aangetekende brief.
Par ordonnance du 10 février 1999, la Cour a fixé l'audience au 3 mars Bij beschikking van 10 februari 1999 heeft het Hof de dag van de
1999. terechtzitting bepaald op 3 maart 1999.
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten
par lettres recommandées à la poste le 11 février 1999. bij op 11 februari 1999 ter post aangetekende brieven.
A l'audience publique du 3 mars 1999 : Op de openbare terechtzitting van 3 maart 1999 :
- ont comparu : - zijn verschenen :
. Me P. Leroy, avocat au barreau de Gand, pour J. De Reuck; . Mr. P. Leroy, advocaat bij de balie te Gent, voor J. De Reuck;
. Me P. Snel, avocat au barreau de Bruxelles, loco Me P. Devers, . Mr. P. Snel, advocaat bij de balie te Brussel, loco Mr. P. Devers,
avocat au barreau de Gand, pour l'Université de Gand; advocaat bij de balie te Gent, voor de Universiteit Gent;
. Me D. D'Hooghe, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Gouvernement . Mr. D. D'Hooghe, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Vlaamse
flamand; Regering;
- les juges-rapporteurs A. Arts et J. Delruelle ont fait rapport; - hebben de rechters-verslaggevers A. Arts en J. Delruelle verslag uitgebracht;
- les avocats précités ont été entendus; - zijn de voornoemde advocaten gehoord;
- l'affaire a été mise en délibéré. - is de zaak in beraad genomen.
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.
IV. En droit IV. In rechte
- A - - A -
A.1. Par son arrêt interlocutoire n° 127/98 du 3 décembre 1998, la A.1. Bij tussenarrest nr. 127/98 van 3 december 1998 heeft het Hof de
Cour a rouvert les débats et a invité les parties à exposer leur point debatten heropend met de vraag aan de partijen om hun standpunt te
de vue concernant l'éventuelle incidence de la disposition kennen te geven over de eventuele weerslag van de aanvullende bepaling
complémentaire de l'article 49 du décret du 15 décembre 1993 sur la van artikel 49 van het decreet van 15 december 1993 op de
constitutionnalité de la disposition litigieuse. grondwettigheid van de in het geding zijnde bepaling.
A.2.1. Le Gouvernement flamand soutient en ordre principal que ni A.2.1. De Vlaamse Regering betoogt in hoofdorde dat noch artikel 25
l'article 25 du décret du 27 janvier 1993 modifiant le décret du 12 van het decreet van 27 januari 1993 houdende wijziging van het decreet
juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, ni van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse
l'article 49 du décret du 15 décembre 1993 relatif à l'enseignement-V Gemeenschap, noch artikel 49 van het decreet van 15 december 1993
n'ont une incidence quelconque sur la constitutionnalité de l'article betreffende het onderwijs-V enige weerslag hebben op de
75 du décret sur les universités, étant donné que l'article 22, § 6, grondwettigheid van artikel 75 van het universiteitendecreet, in
de la loi du 21 juin 1985 concernant l'enseignement n'a jamais été zoverre artikel 22, § 6, van de wet van 21 juni 1985 betreffende het
abrogé. onderwijs nooit is opgeheven.
De Vlaamse Regering doet opmerken dat uit de parlementaire
Le Gouvernement flamand observe que les travaux préparatoires de la voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling blijkt dat zij een
disposition litigieuse révèlent que celle-ci « réécrit et complète » « herschrijven en aanvullen » is van artikel 21, § 4, tweede lid, van
l'article 21, § 4, alinéa 2, de la loi du 28 avril 1953 portant de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het hoger
organisation de l'enseignement universitaire par l'Etat, modifié par onderwijs in de Rijksuniversiteiten, zoals gewijzigd door artikel 22
l'article 22 de la loi du 21 juin 1985 concernant l'enseignement. En van de wet van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs. Op grond van
vertu de l'article 22, § 7, alinéa 2, de la loi du 28 avril 1953, tel artikel 22, § 7, tweede lid, van de wet van 28 april 1953, zoals
qu'il a été modifié par la loi du 21 juin 1985, le conseil gewijzigd bij de wet van 21 juni 1985, kon de raad van bestuur van een
d'administration d'une université pouvait, en outre, accorder des universiteit bovendien op individuele aanvraag afwijkingen toestaan.
dérogations suite à une demande individuelle.
Le décret sur les universités en tant que tel ne prévoit pas la Het universiteitendecreet voorziet als dusdanig niet in de
possibilité d'accorder des dérogations individuelles au régime du mogelijkheid van individuele afwijkingen op de cumulatieregeling, maar
cumul mais, selon le Gouvernement flamand, le décret n'a pas abrogé la volgens de Vlaamse Regering heeft het decreet de wet van 21 juni 1985
loi du 21 juin 1985. niet opgeheven.
Tant l'article 25 du décret du 27 janvier 1993 modifiant le décret du Zowel artikel 25 van het decreet van 27 januari 1993 houdende
12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande que wijziging van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, als artikel 49 van het
l'article 49 du décret du 15 décembre 1993 relatif à l'enseignement-V decreet van 15 december 1993 betreffende het onderwijs-V voegen aan
complètent l'article 75 du décret sur les universités par un alinéa 2, artikel 75 van het universiteitendecreet een tweede lid toe dat
qui autorise des dérogations individuelles. L'article 55 du décret individuele afwijkingen mogelijk maakt. Wel wordt door artikel 55 van
cité en dernier lieu confère, il est vrai, effet rétroactif à partir het laatstgenoemde decreet terugwerkende kracht verleend met ingang
du 1er juillet 1991. van 1 juli 1991.
Pour le Gouvernement flamand, cela ne modifie en rien la thèse
développée dans le premier mémoire selon laquelle la disposition Voor de Vlaamse Regering verandert dit niets aan de reeds in de eerste
litigieuse ne viole pas le principe de légalité inscrit à l'article memorie ontwikkelde stelling dat de betwiste bepaling geen schending
24, § 5, de la Constitution (voy. déjà à ce sujet le A.3.1 de l'arrêt uitmaakt van het legaliteitsbeginsel vervat in artikel 24, § 5, van de
n° 127/98 du 3 décembre 1998). Grondwet (zie hierover reeds A.3.1 van het arrest nr. 127/98 van 3
A.2.2. Pour ce qui concerne la seconde question préjudicielle aussi, december 1998).
le Gouvernement flamand réitère en ordre principal le point de vue qui A.2.2. Ook wat de tweede prejudiciële vraag betreft, herhaalt de
a déjà été développé dans le premier mémoire (A.3.2 de l'arrêt n° Vlaamse Regering in hoofdorde het standpunt dat reeds in de eerste
127/98 du 3 décembre 1998). memorie was uiteengezet (A.3.2 van het arrest nr. 127/98 van 3
december 1998).
A.2.3. En ordre subsidiaire, et en admettant que l'article 22, § 6, A.2.3. In ondergeschikte orde, en in zoverre men ervan zou uitgaan dat
alinéa 2, de la loi du 21 juin 1985 ait été abrogé, le Gouvernement artikel 22, § 6, tweede lid, van de wet van 21 juni 1985 is opgeheven,
flamand constate que cette réglementation a été instaurée avec effet stelt de Vlaamse Regering vast dat die regeling met terugwerkende
rétroactif par l'article 49, lu en combinaison avec l'article 55 du kracht is ingevoerd door artikel 49, gelezen in samenhang met artikel
décret du 15 décembre 1993 relatif à l'enseignement-V. 55 van het decreet van 15 december 1993 betreffende het onderwijs-V.
Le Gouvernement flamand considère que le législateur décrétal a ainsi De Vlaamse Regering neemt aan dat de decreetgever aldus alle twijfel
voulu dissiper tout doute concernant la possibilité de demander des heeft willen wegnemen over de mogelijkheid om individuele afwijkingen
dérogations individuelles. Dans cette hypothèse non plus, il n'y a pas te vragen. Ook in die hypothese is er geen inhoudelijk verschil tussen
de différence matérielle entre les membres du personnel académique
dont les « autres activités rémunérées » ne figurent pas sur une liste leden van het academisch personeel wier « andere bezoldigde
et les membres du même personnel dont les « autres activités activiteiten » niet voorkomen op een lijst en leden van dat personeel
rémunérées » figurent bien sur cette liste. La seule distinction qu'il convient de prendre en compte, aux yeux du Gouvernement flamand, est celle qui existe entre les membres du personnel académique au sujet desquels l'autorité universitaire doit juger immédiatement s'ils exercent une « autre activité rémunérée » qui représente ou non deux demi-journées par semaine et les membres du personnel académique pour lesquels l'autorité universitaire doit procéder à cette même évaluation lorsque ces membres du personnel demandent expressément une dérogation individuelle. Le Gouvernement flamand estime qu'il a déjà été démontré lors de l'argumentation en ordre principal que cette distinction est objective, adéquate et proportionnée. A.2.4. En ordre plus subsidiaire, le Gouvernement flamand soutient que la distinction entre les membres du personnel qui exercent d'« autres activités rémunérées » ne figurant pas sur une liste établie par le Gouvernement et les membres du personnel qui exercent d'« autres activités rémunérées » figurant quant à elles sur cette liste, est wier « andere bezoldigde activiteiten » wel op die lijst voorkomen. Het enige onderscheid dat volgens de Vlaamse Regering in aanmerking is te nemen, is dat tussen leden van het academisch personeel waarvan het universiteitsbestuur onmiddellijk moet oordelen of zij een « andere bezoldigde activiteit » uitoefenen die al dan niet twee halve dagen in beslag neemt en leden van het academisch personeel waarvan het universiteitsbestuur zulks moet beoordelen wanneer die personeelsleden uitdrukkelijk om een individuele afwijking vragen. De Vlaamse Regering is van oordeel dat van dit onderscheid reeds bij het betoog in hoofdorde is aangetoond dat het objectief, adequaat en evenredig is. A.2.4. In meer ondergeschikte orde betoogt de Vlaamse Regering dat het onderscheid tussen personeelsleden die « andere bezoldigde activiteiten » uitoefenen die niet op een door de Regering vastgestelde lijst voorkomen en personeelsleden die « andere bezoldigde activiteiten » uitoefenen die wel op die lijst voorkomen,
compatible avec les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, même s'il n'avait pas existé de possibilité de demander une dérogation individuelle. Dans l'optique du législateur décrétal, cette liste ne contiendrait que les activités dont il peut raisonnablement être admis, sur la base de critères généraux, que l'exercice de ces activités représente rarement, voire jamais, moins de deux demi-journées par semaine, tels des mandats politiques, certaines professions libérales et certaines charges d'enseignement complémentaires. Selon le Gouvernement flamand, le législateur décrétal n'avait pas l'intention de prévoir une réglementation distincte pour les cas exceptionnels où les activités figurant sur la liste ne représenteraient pas plus de deux demi-journées, et il n'était pas obligé de le faire : la Cour admet que le législateur appréhende une diversité de situations en faisant usage de catégories qui ne correspondent aux réalités que de manière simplificatrice et approximative. bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet, zelfs indien er geen mogelijkheid zou hebben bestaan om een individuele afwijking te vragen. In de opvatting van de decreetgever zouden op de lijst enkel activiteiten voorkomen waarvan naar algemene maatstaven redelijkerwijze aan te nemen is dat het uitoefenen ervan zelden of nooit minder dan twee halve dagen per week in beslag kan nemen, zoals politieke mandaten, bepaalde vrije beroepen en bepaalde bijkomende lesopdrachten. Volgens de Vlaamse Regering wenste de decreetgever niet te voorzien in een aparte regeling voor de uitzonderlijke gevallen waarin de activiteiten voorkomend op de lijst niet meer dan twee halve dagen in beslag zouden nemen, en was daartoe ook niet verplicht : het Hof erkent dat de wetgever ertoe gehouden kan zijn een verscheidenheid van toestanden op te vangen in categorieën die met de werkelijkheid slechts op een vereenvoudigende en benaderende wijze overeenstemmen.
A.3. J. De Reuck estime qu'il échet de prendre en compte la A.3. J. De Reuck is van oordeel dat rekening moet worden gehouden met
disposition complémentaire insérée par l'article 49 du décret du 15 de aanvullende bepaling die bij artikel 49 van het decreet van 15
décembre 1993. december 1993 is ingevoerd.
Pour ce qui est de la délégation complémentaire, la partie requérante Wat de bijkomende delegatie betreft, verwijst de verzoekende partij
devant le Conseil d'Etat s'en remet à la sagesse de la Cour. voor de Raad van State naar de wijsheid van het Hof.
A.4. Selon l'Université de Gand, il ressort d'un examen du contexte et A.4. Volgens de Universiteit Gent blijkt uit een onderzoek van de
des travaux préparatoires du décret du 15 décembre 1993 que l'article context en van de parlementaire voorbereiding van het decreet van 15
55 entendait régir l'entrée en vigueur des trois articles le précédant december 1993 dat artikel 55 de inwerkingtreding beoogde te regelen
et non celle de l'article 49.
L'Université de Gand estime qu'à défaut d'une disposition spécifique van de drie daaraan voorafgaande artikelen en niet van artikel 49 ervan.
relative à l'entrée en vigueur, l'article 49 est entré en vigueur le Volgens de Universiteit Gent is artikel 49 bij ontstentenis van enige
10 mars 1994 et que l'article 55 du décret précité n'influe dès lors specifieke bepaling betreffende de inwerkingtreding op 10 maart 1994
van kracht geworden en heeft artikel 55 van dat decreet bijgevolg geen
pas sur le statut de la susdite partie requérante dans le cadre de la invloed op de rechtspositie van de voornoemde verzoekende partij in
décision attaquée du 15 janvier 1993. het raam van de bestreden beslissing van 15 januari 1993.
- B - - B -
Quant à l'objet des questions préjudicielles Ten aanzien van het onderwerp van de prejudiciële vragen
B.1.1. Les questions préjudicielles concernent l'article 75, alinéa 2, B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 75, tweede
du décret du 12 juin 1991 « relatif aux universités dans la Communauté lid, van het decreet van 12 juni 1991 « betreffende de universiteiten
flamande » (ci-après : décret relatif aux universités). in de Vlaamse Gemeenschap » (hierna : universiteitendecreet).
Ainsi qu'il ressort de l'arrêt de renvoi, le Conseil d'Etat fait Zoals blijkt uit het verwijzende arrest wordt te dezen door de Raad
application, en l'espèce, de la version originaire de cet article, qui van State toepassing gemaakt van de oorspronkelijke versie van dat
énonce : artikel, die luidt :
« La charge d'un membre du personnel académique qui exerce une autre « Deeltijds wordt ambtshalve de opdracht van het lid van het
activité rémunérée, qui absorbe une grande partie de son temps, academisch personeel dat een andere bezoldigde activiteit uitoefent
devient d'office une charge à temps partiel. welke een groot gedeelte van zijn tijd in beslag neemt.
Sont considérées comme autres activités [rémunérées] qui absorbent une Als andere bezoldigde activiteiten die een groot gedeelte van de tijd
grande partie du temps, toutes les activités rémunérées dont le volume in beslag nemen, worden beschouwd alle bezoldigde activiteiten waarvan
dépasse deux demi-journées par semaine ou qui figurent sur une liste de omvang twee halve dagen per week overschrijdt of die voorkomen op
établie par l'Exécutif flamand. » een lijst vastgesteld door de Vlaamse Executieve. »
B.1.2. C'est la décision du 15 janvier 1993, qui a ramené la charge de B.1.2. Voor de Raad van State wordt de beslissing bestreden van 15
l'intéressé, à compter du 1er octobre 1992, à 70 p.c. d'une charge à januari 1993 waarbij de opdracht van de betrokkene met ingang van 1
temps plein, qui est attaquée devant le Conseil d'Etat. Les effets oktober 1992 is herbepaald op 70 pct. van een voltijdse opdracht. De
juridiques de la décision entreprise se situent au cours de l'année rechtsgevolgen van de bestreden beslissing zijn gesitueerd tijdens het
académique 1992-1993. academiejaar 1992-1993.
B.1.3. Ne sont pas pris en considération, les alinéas 1er et 2 de B.1.3. Buiten beschouwing blijven het eerste en het tweede lid van
l'article 75 du décret relatif aux universités, tels qu'ils ont été artikel 75 van het universiteitendecreet, zoals ze met ingang van 1
remplacés comme suit, à partir du 1er octobre 1993, par l'article 25 oktober 1993 door artikel 25 van het decreet van 27 januari 1993 «
du décret du 27 janvier 1993 « modifiant le décret du 12 juin 1991 houdende wijziging van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de
relatif aux universités dans la Communauté flamande [...] » : universiteiten [...] », werden vervangen als volgt :
« La charge d'un membre du personnel académique qui exerce une autre « Deeltijds wordt ambtshalve de opdracht van het lid van het
activité professionnelle ou une autre activité rémunérée qui absorbe academisch personeel dat een andere beroepsactiviteit of een andere
une grande partie de son temps, devient d'office une charge à temps bezoldigde activiteit uitoefent welke een groot gedeelte van zijn tijd
partiel. in beslag neemt.
Sont considérées comme autres activités professionnelles ou rémunérées Als andere beroepsactiviteiten of bezoldigde activiteiten die een
qui absorbent une grande partie du temps, toutes les activités dont le groot gedeelte van de tijd in beslag nemen, worden beschouwd alle
volume dépasse deux demi-journées par semaine ou qui figurent sur une activiteiten waarvan de omvang twee halve dagen per week overschrijdt
liste établie par l'Exécutif flamand, éventuellement complétée par les of die voorkomen op een lijst vastgesteld door de Vlaamse Executieve,
autorités universitaires. » eventueel aangevuld door het universiteitsbestuur. »
B.1.4. L'arrêt de renvoi fait également abstraction de l'article 49 du B.1.4. In het verwijzende arrest is eveneens abstractie gemaakt van
décret du 15 décembre 1993 relatif à l'enseignement-V, lequel dispose artikel 49 van het decreet van 15 december 1993 betreffende het
: onderwijs-V, dat bepaalt :
« L'article 75, deuxième alinéa, du décret du 12 juin 1991 relatif aux « Artikel 75, tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende
universités dans la Communauté flamande, modifié par le décret du 27 de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap gewijzigd bij het decreet
janvier 1993, est complété comme suit : van 27 januari 1993 wordt aangevuld als volgt :
` Le Gouvernement flamand peut, lors de [la] détermination de la ' De Vlaamse regering kan bij het vaststellen van de lijst tevens de
liste, fixer également les conditions et la procédure auxquelles les voorwaarden en de procedure vastleggen waaronder het
autorités universitaires peuvent accorder, par une décision motivée, universiteitsbestuur bij met redenen omklede beslissing individueel
une dérogation individuelle à un membre du personnel académique qui een afwijking kan toestaan aan een lid van het academisch personeel
exerce une activité déterminée figurant dans cette liste '. » dat een bepaalde activiteit uitoefent die voorkomt op die lijst. ' »
L'article 55 de ce décret dispose : Artikel 55 van dat decreet bepaalt :
« Les articles 49, 50 et 51 produisent leurs effets à partir du 1er « De artikelen 49, 50 en 51 hebben uitwerking met ingang van 1 juli
juillet 1991. » 1991. »
Par son arrêt interlocutoire n° 127/98 du 3 décembre 1998, la Cour a Bij zijn tussenarrest nr. 127/98 van 3 december 1998 heeft het Hof de
rouvert les débats et a posé la question de savoir s'il fallait ou non debatten heropend met de vraag of al dan niet rekening moet worden
tenir compte de cette disposition complémentaire. gehouden met die aanvullende bepaling.
B.1.5. Il n'y a pas lieu, en l'espèce, de prendre en compte l'article B.1.5. Artikel 49 van het decreet van 15 december 1993 moet te dezen
49 du décret du 15 décembre 1993. L'article 55 du décret dispose, il buiten beschouwing worden gelaten. Weliswaar bepaalt artikel 55 van
est vrai, que les articles 49, 50 et 51 produisent leurs effets à het decreet dat de artikelen 49, 50 en 51 ervan uitwerking hebben met
partir du 1er juillet 1991. Mais l'article 49 dispose lui-même que ingang van 1 juli 1991. Maar artikel 49 zelf bepaalt dat artikel 75,
l'article 75, alinéa 2, du décret du 12 juin 1991 « modifié par le tweede lid, van het decreet van 12 juni 1991 « gewijzigd bij het
décret du 27 janvier 1993 » est complété. Ce complément porte donc, decreet van 27 januari 1993 » wordt aangevuld. Die aanvulling heeft
non sur l'article 75, alinéa 2, originaire tel qu'il est appliqué par dus betrekking, niet op het oorspronkelijke artikel 75, tweede lid,
la juridiction a quo, mais sur cet article tel qu'il est remplacé par zoals dat door het verwijzende rechtscollege wordt toegepast, maar op
l'article 25 du décret du 27 janvier 1993. Par ailleurs, l'on dat artikel zoals vervangen door artikel 25 van het decreet van 27
januari 1993. Overigens valt niet in te zien waarom het
n'aperçoit pas pourquoi l'article 75, alinéa 2, originaire aurait été oorspronkelijke artikel 75, tweede lid, zou zijn aangevuld met een
complété par une disposition rétroagissant jusqu'à une période qui est bepaling die terugwerkt tot een tijdstip dat zelfs voorafgaat aan de
même antérieure à l'entrée en vigueur de la disposition complétée. inwerkingtreding van de aan te vullen bepaling.
Dans ce qui suit, il ne sera donc pas tenu compte de l'article 49 du In wat volgt zal derhalve geen rekening worden gehouden met artikel 49
décret du 15 décembre 1993. van het decreet van 15 december 1993.
B.1.6. Le Gouvernement flamand soutient dans son mémoire déposé après B.1.6. De Vlaamse Regering betoogt in haar memorie na het heropenen
la réouverture des débats « qu'aucune disposition du décret relatif der debatten « dat geen enkele bepaling van het Universiteitendecreet
aux universités n'abroge l'article 22, § 6, du décret du 21 juin 1985 art. 22, § 6 van het decreet van 21 juni 1985 opheft » en dat « de
» et que « la possibilité pour les membres du personnel qui exercent
d'` autres activités rémunérées ' figurant sur une liste établie par mogelijkheid voor personeelsleden die ' andere bezoldigde activiteiten
un arrêté royal, puis par un arrêté du Gouvernement flamand, de ' uitoefenen die voorkomen op een bij K.B., nadien bij Besluit van de
demander, en vertu de cette disposition législative, des dérogations Vlaamse Regering vastgestelde lijst om, krachtens deze wetsbepaling,
individuelles aux autorités universitaires a par conséquent toujours individuele afwijkingen te vragen aan het Universiteitsbestuur [...]
existé ». bijgevolg altijd [is] blijven bestaan ».
Manifestement, le Gouvernement flamand vise non le paragraphe 6 mais Kennelijk bedoelt de Vlaamse Regering niet paragraaf 6 maar wel
le paragraphe 7 de l'article 22 de la loi du 28 avril 1953, tel qu'il paragraaf 7 van artikel 22 van de wet van 28 april 1953, zoals
a été remplacé par l'article 22 de la loi du 21 juin 1985, qui dispose : « Le conseil d'administration n'est pas tenu de se limiter à la liste figurant dans l'arrêté royal. Le complément éventuel doit être motivé et ensuite communiqué par le commissaire du gouvernement au ministre qui a l'enseignement universitaire dans ses attributions. Le conseil d'administration peut, en outre, accorder des dérogations sur requête individuelle. La décision ainsi que la requête à laquelle elle se rapporte doivent pouvoir être consultées par chaque membre du personnel enseignant. Les dérogations octroyées doivent être motivées et ensuite communiquées par le commissaire du gouvernement au ministre qui a vervangen door artikel 22 van de wet van 21 juni 1985, dat bepaalt : « De raad van beheer dient zich niet te beperken tot deze in het koninklijk besluit opgenomen lijst. De eventuele aanvulling moet gemotiveerd zijn en vervolgens medegedeeld worden door de regeringscommissaris aan de Minister die bevoegd is voor het universitaire onderwijs. De raad van beheer kan bovendien op individuele aanvraag afwijkingen toestaan. De beslissing alsmede de aanvraag waarop zij betrekking heeft, moeten ter inzage liggen van ieder lid van het onderwijzend personeel. De toegestane afwijkingen moeten gemotiveerd zijn en vervolgens medegedeeld worden door de regeringscommissaris aan de Minister die
l'enseignement universitaire dans ses attributions. » bevoegd is voor het universitair onderwijs. »
Bij het Hof zijn te dezen prejudiciële vragen aanhangig gemaakt
La Cour est en l'espèce saisie de questions préjudicielles concernant betreffende artikel 75, tweede lid, van het universiteitendecreet van
l'article 75, alinéa 2, du décret relatif aux universités du 12 juin 12 juni 1991. De partijen vermogen niet de inhoud van de gestelde
1991. Les parties ne sont pas autorisées à modifier ou à faire
modifier le contenu des questions posées. vragen te wijzigen of te laten wijzigen.
Quant à la première question préjudicielle Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag
B.2. La question porte sur la compatibilité de l'article 75, alinéa 2, B.2. De vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 75, tweede lid,
du décret relatif aux universités avec l'article 24, § 5, de la Constitution. van het universiteitendecreet met artikel 24, § 5, van de Grondwet.
B.3. L'article 75, alinéa 1er, de ce décret dispose que la charge à B.3. Artikel 75, eerste lid, van dat decreet bepaalt dat de voltijdse
temps plein d'un membre du personnel académique est d'office remplacée opdracht van een lid van het academisch personeel van rechtswege wordt
par une charge à temps partiel lorsqu'il exerce une activité gereduceerd tot een deeltijdse opdracht wanneer dat lid een
accessoire « qui absorbe une grande partie de son temps ». Selon nevenactiviteit uitoefent die « een groot gedeelte van zijn tijd in
beslag neemt ». Volgens het in het geding zijnde artikel 75, tweede
l'article 75, alinéa 2, litigieux, - dans la version prise en compte lid, - in de versie waarmee het verwijzende rechtscollege rekening
par la juridiction a quo - sont visées « les activités rémunérées dont houdt - zijn daarmee bedoeld « bezoldigde activiteiten waarvan de
le volume dépasse deux demi-journées par semaine ou qui figurent sur omvang twee halve dagen per week overschrijdt of die voorkomen op een
une liste établie par l'Exécutif flamand ». lijst vastgesteld door de Vlaamse Executieve ».
Il s'agit de savoir s'il est compatible avec le principe de légalité Vraag is of het bestaanbaar is met het in artikel 24, § 5, van de
inscrit à l'article 24, § 5, de la Constitution que le Gouvernement Grondwet vervatte legaliteitsbeginsel dat aan de Vlaamse Regering
flamand soit habilité à fixer une liste d'activités en manière telle machtiging wordt verleend om een lijst op te stellen van activiteiten,
que les membres du personnel académique occupés à temps plein qui derwijze dat voltijdse leden van het academisch personeel die
exercent de telles activités voient leur charge réduite d'office à une dergelijke activiteiten uitoefenen van rechtswege terugvallen op een
charge à temps partiel. deeltijdse opdracht.
B.4.1. L'article 24, § 5, de la Constitution dispose que B.4.1. Artikel 24, § 5, van de Grondwet bepaalt dat de inrichting,
l'organisation, la reconnaissance ou le subventionnement de erkenning of subsidiëring van het onderwijs door de gemeenschap wordt
l'enseignement par la communauté sont réglés par la loi ou le décret. geregeld door de wet of het decreet.
B.4.2. Cette disposition traduit la volonté du Constituant de réserver B.4.2. Die bepaling drukt de wil uit van de Grondwetgever om aan de
au législateur compétent le soin de régler les aspects essentiels de bevoegde wetgever de zorg voor te behouden een regeling te treffen
l'enseignement en ce qui concerne son organisation, sa reconnaissance voor de essentiële aspecten van het onderwijs wat de inrichting,
et son subventionnement, mais elle n'interdit pas que des délégations erkenning of subsidiëring ervan betreft, doch verbiedt niet dat onder
soient données en la matière, sous certaines conditions, à d'autres autorités. bepaalde voorwaarden opdrachten aan andere overheden worden gegeven.
La répartition de l'enseignement universitaire en charges à temps De indeling van het universitair onderwijs in voltijdse,
plein et charges à temps partiel relève du domaine de l'organisation respectievelijk deeltijdse opdrachten is een onderdeel van de
de cet enseignement auquel sont applicables les garanties de l'article inrichting van dat onderwijs en valt derhalve onder de waarborg van
24, § 5, de la Constitution. artikel 24, § 5, van de Grondwet.
B.4.3. L'article 24, § 5, exige que les délégations données par le B.4.3. Artikel 24, § 5, vereist dat de door de decreetgever verleende
législateur décrétal ne portent que sur la mise en oeuvre des opdrachten slechts op de tenuitvoerlegging van de door de decreetgever
principes qu'il a lui-même adoptés. Un gouvernement de communauté ne zelf vastgestelde beginselen betrekking hebben. Een
saurait combler l'imprécision de ces principes ou affiner des options gemeenschapsregering kan de onnauwkeurigheid van die beginselen niet
insuffisamment détaillées. opvangen of onvoldoende omstandige beleidskeuzes niet verfijnen.
B.5. A l'article 75, le législateur décrétal ne s'est pas limité à B.5. In artikel 75 heeft de decreetgever zich niet ertoe beperkt te
disposer que les membres du personnel académique qui exercent une bepalen dat de leden van het academisch personeel met een
activité accessoire absorbant une « grande partie » de leur temps nevenactiviteit die « een groot gedeelte » van hun tijd in beslag
voient d'office leur charge réduite à une charge à temps partiel. Il a neemt, van rechtswege terugvallen op een deeltijdse opdracht. Hij
précisé à l'alinéa 2 que sont visées les activités dépassant deux heeft in het tweede lid gepreciseerd dat activiteiten zijn bedoeld die
demi-journées par semaine. Ce faisant, il a lui-même défini le principe sur la base duquel une charge à temps plein se distingue d'une charge à temps partiel. Il ne peut être exigé du législateur décrétal d'énumérer exhaustivement les diverses activités accessoires dont le volume peut être réputé dépasser deux demi-journées par semaine. Le législateur décrétal ne viole pas l'article 24, § 5, de la Constitution en chargeant le Gouvernement flamand d'établir une liste de telles activités. Toutefois, cette délégation ne peut être interprétée en ce sens que le Gouvernement serait habilité à reprendre dans sa liste des activités meer dan twee halve dagen per week in beslag nemen. Aldus heeft hij zelf het beginsel bepaald op grond waarvan een voltijdse opdracht te onderscheiden is van een deeltijdse. Van de decreetgever mag niet worden vereist dat hij de verscheidenheid aan nevenactiviteiten waarvan de omvang geacht kan worden twee halve dagen per week te overschrijden, exhaustief opsomt. Het is niet in strijd met artikel 24, § 5, van de Grondwet dat de decreetgever de Vlaamse Regering heeft gemachtigd om een lijst van dergelijke activiteiten vast te stellen. Die delegatie kan evenwel niet zo worden begrepen dat de regering gemachtigd wordt om in de lijst activiteiten op te nemen die redelijkerwijze niet kunnen worden geacht meer dan twee halve dagen in
qui ne sauraient raisonnablement être réputées absorber plus de deux beslag te nemen. De parlementaire voorbereiding van de in het geding
demi-journées. D'ailleurs, les travaux préparatoires de la disposition zijnde bepaling bevestigt trouwens dat de lijst ambtshalve aan dat
en cause confirment que la liste des activités doit d'office répondre criterium moet beantwoorden (Parl. St., Vlaamse Raad, 1990-1991, nr.
à ce critère (Doc., Conseil flamand, 1990-1991, n° 502-1, p. 128). Le 502-1, p. 128). In voorkomend geval staat het aan de gewone,
cas échéant, il appartiendra respectivement aux juridictions respectievelijk administratieve rechtscolleges om te beoordelen of de
ordinaires et administratives d'apprécier si le volume de l'activité omvang van de activiteit die op zulk een lijst voorkomt in
qui figure sur une telle liste peut raisonnablement être réputé ne pas redelijkheid kan worden geacht twee halve dagen per week niet te
dépasser deux demi-journées par semaine. overschrijden.
B.6. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. B.6. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Quant à la deuxième question préjudicielle Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag
B.7. La question porte sur la compatibilité de l'article 75, alinéa 2, B.7. De vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 75, tweede lid,
du décret relatif aux universités avec les articles 10, 11 et 24 de la Constitution. N'est pas en cause en tant que telle, la distinction qui découle de la disposition litigieuse entre les membres du personnel académique ayant une charge à temps plein et les membres ayant une charge à temps partiel selon qu'ils exercent des activités accessoires représentant ou non plus de deux demi-journées par semaine. Ce qui est par contre évoqué, c'est la différence de traitement entre les membres du personnel académique qui exercent des activités accessoires selon que celles-ci figurent ou non sur la liste des activités établie par le Gouvernement flamand. B.8. La partie requérante devant le Conseil d'Etat semble considérer que la disposition litigieuse habilite le Gouvernement flamand à établir de façon discrétionnaire une liste des activités dont l'exercice serait incompatible avec une charge académique à temps plein, outre les activités dont le volume dépasse deux demi-journées par semaine. L'examen de la première question préjudicielle a toutefois déjà fait apparaître que la disposition litigieuse ne peut être interprétée en ce sens que le Gouvernement flamand serait habilité à déterminer, sans prendre en considération le critère des deux demi-journées par semaine, quelles activités accessoires donnent lieu à une redéfinition d'une charge académique à temps plein en une charge à temps partiel. La disposition litigieuse ne peut donc être interprétée comme créant la distinction dénoncée par la partie requérante devant le Conseil d'Etat. B.9. Même si la disposition en cause peut avoir pour effet que la charge d'un membre du personnel académique soit considérée comme charge à temps partiel parce que celui-ci exerce une activité accessoire figurant sur la liste établie par le Gouvernement flamand, alors même que cette activité accessoire ne couvre, dans ce cas individuel, pas plus de deux demi-journées par semaine, cette circonstance n'est pas contraire au principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination. Le législateur décrétal, qui entendait tracer une ligne de démarcation nette en vertu de laquelle des charges académiques étaient considérées comme charges à temps plein ou à temps partiel, pouvait estimer que certains types d'activités accessoires dépassent normalement deux demi-journées par semaine et habiliter le Gouvernement flamand à en établir la liste. Il n'est pas manifestement disproportionné que le législateur décrétal ait tenu compte en l'espèce de l'éventail d'activités accessoires qui peuvent s'exercer de façon flexible. Ainsi que la Cour l'a rappelé au B.5, il appartient aux juridictions van het universiteitendecreet met de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet. Als dusdanig staat niet ter discussie het onderscheid dat uit de in het geding zijnde bepaling voortvloeit tussen leden van het academisch personeel met een voltijdse opdracht en leden met een deeltijdse opdracht al naargelang zij nevenactiviteiten hebben die al dan niet meer dan twee halve dagen per week in beslag nemen. Wat wel in het geding wordt gebracht, is het verschil in behandeling tussen leden van het academisch personeel die nevenactiviteiten uitoefenen, al naargelang die nevenactiviteiten al dan niet voorkomen op de lijst van activiteiten opgesteld door de Vlaamse Regering. B.8. De verzoekende partij voor de Raad van State lijkt ervan uit te gaan dat de betwiste bepaling de Vlaamse Regering ertoe machtigt om discretionair een lijst vast te stellen met de activiteiten waarvan de uitoefening onverenigbaar zou zijn met een voltijdse academische opdracht, naast de activiteiten waarvan de omvang twee halve dagen per week overschrijdt. Bij het onderzoek naar aanleiding van de eerste prejudiciële vraag is evenwel reeds gebleken dat de betwiste bepaling niet zo mag worden begrepen dat de Vlaamse Regering gemachtigd zou zijn om, zonder het criterium van de twee halve dagen per week in acht te nemen, te bepalen welke nevenactiviteiten aanleiding geven tot een herleiding van een voltijdse academische opdracht tot een deeltijdse. De betwiste bepaling mag derhalve niet zo worden geïnterpreteerd dat zij het onderscheid zou genereren zoals dat door de verzoekende partij voor de Raad van State wordt aangeklaagd. B.9. Ook al kan de in het geding zijnde bepaling tot gevolg hebben dat de opdracht van een lid van het academisch personeel als deeltijds wordt beschouwd omdat hij een nevenactiviteit uitoefent die voorkomt op de lijst vastgesteld door de Vlaamse Regering, zelfs wanneer die nevenactiviteit in dat individuele geval niet meer dan twee halve dagen per week in beslag neemt, dan nog is zulks niet in strijd met het grondwettelijke beginsel van de gelijkheid en de niet-discriminatie. De decreetgever, die beoogde een duidelijke scheidslijn te trekken op grond waarvan academische opdrachten voltijds dan wel deeltijds zijn, vermocht ervan uit te gaan dat bepaalde soorten van nevenactiviteiten normalerwijze twee halve dagen per week overschrijden en de Vlaamse Regering te machtigen de lijst ervan op te stellen. Het is niet kennelijk onevenredig dat de decreetgever te dezen rekening heeft gehouden met de waaier van nevenactiviteiten waarvan de uitoefening op flexibele wijze kan geschieden.
ordinaires et administratives de vérifier le cas échéant si les Zoals het Hof in B.5 in herinnering heeft gebracht, komt het de gewone
activités figurant sur la liste peuvent raisonnablement être réputées en administratieve rechtscolleges toe om desgewenst na te gaan of de
représenter plus de deux demi-journées par semaine. op de lijst voorkomende activiteiten redelijkerwijze geacht kunnen
worden meer dan twee halve dagen per week in beslag te nemen.
B.10. Il résulte de ce qui précède que la deuxième question B.10. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de tweede prejudiciële vraag
préjudicielle appelle une réponse négative. ontkennend moet worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 75, alinéa 2, du décret de la Communauté flamande du 12 juin Artikel 75, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van
1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, dans sa 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap,
version antérieure au décret modificatif du 27 janvier 1993 et au in de versie vóór het wijzigende decreet van 27 januari 1993 en het
décret du 15 décembre 1993, ne viole pas les articles 10, 11 et 24 de decreet van 15 december 1993, schendt niet de artikelen 10, 11 en 24
la Constitution. van de Grondwet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 mars 1999. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 maart 1999.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
L. Potoms. L. De Grève. L. Potoms. L. De Grève.
^