← Retour vers "Arrêt n° 34/99 du 17 mars 1999 Numéro du rôle : 1306 En cause : la question préjudicielle
relative à l'article 136 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. La
Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grèv après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de
la question préjudicielle Par ar(...)"
Arrêt n° 34/99 du 17 mars 1999 Numéro du rôle : 1306 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 136 du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grèv après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...) | Arrest nr. 34/99 van 17 maart 1999 Rolnummer 1306 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grè wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 3(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 34/99 du 17 mars 1999 | Arrest nr. 34/99 van 17 maart 1999 |
Numéro du rôle : 1306 | Rolnummer 1306 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 136 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 136 van het |
d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. | Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de |
Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée | rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. |
du greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, | Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 3 mars 1998 en cause de E. De Fonseca contre J. | Bij arrest van 3 maart 1998 in zake E. De Fonseca tegen J. Verplancke, |
Verplancke, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
d'arbitrage le 12 mars 1998, la Cour de cassation a posé la question | 12 maart 1998, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële |
préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
« L'article 136 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les | « Schendt artikel 136 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 |
articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il impose de | van de Grondwet in zoverre het oplegt de burgerlijke partij, die in |
condamner toujours et dans toutes les circonstances la partie civile | haar verzet tegen een beschikking van de raadkamer tot |
qui succombe dans son opposition faite à une ordonnance de la chambre | buitenvervolgingstelling in het ongelijk wordt gesteld, steeds, en in |
du conseil prononçant le non-lieu, alors que d'autres parties au | alle omstandigheden, tot schadevergoeding te veroordelen, daar waar |
procès utilisant des recours légaux contre des décisions judiciaires | andere procespartijen die wettelijke rechtsmiddelen aanwenden tegen |
ne peuvent être condamnées à des dommages-intérêts que lorsqu'il est | rechterlijke beslissingen slechts tot schadevergoeding veroordeeld |
constaté que le recours a été utilisé de manière fautive, [ou] | kunnen worden wanneer vastgesteld wordt dat het rechtsmiddel foutief, |
vexatoire et téméraire ? » | respectievelijk tergend en roekeloos werd aangewend ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
Le 4 juin 1994, E. De Fonseca s'est constitué partie civile auprès du | E. De Fonseca heeft zich op 4 juni 1994 bij de onderzoeksrechter te |
juge d'instruction de Bruges contre J. Verplancke, agent de | Brugge burgerlijke partij gesteld tegen J. Verplancke, |
police-brigadier, du chef de faux en écritures, à savoir un | politieagent-brigadier, uit hoofde van valsheid in geschriften, |
procès-verbal. | namelijk een proces-verbaal. |
Le 6 juin 1995, la chambre du conseil du Tribunal correctionnel a | Op 6 juni 1995 besliste de raadkamer van de Correctionele Rechtbank |
prononcé le non-lieu dans le chef de J. Verplancke. | tot buitenvervolgingstelling van J. Verplancke. |
E. De Fonseca a interjeté appel de cette décision. Le 1er décembre | Tegen die beslissing werd door E. De Fonseca hoger beroep ingesteld. |
1995, la chambre des mises en accusation de la Cour d'appel de Gand a | Op 1 december 1995 belastte de kamer van inbeschuldigingstelling van |
chargé le juge d'instruction d'un devoir complémentaire en raison du | het Hof van Beroep te Gent de onderzoeksrechter met een aanvullende |
caractère incomplet de l'instruction. | onderzoeksopdracht vanwege de onvolledigheid van het onderzoek. |
Par arrêt du 14 juin 1996, la Cour d'appel de Gand a considéré que le | Bij arrest van 14 juni 1996 oordeelde het Hof van Beroep te Gent dat |
complément d'instruction n'avait pas révélé suffisamment de charges et | het bijkomend onderzoek onvoldoende bezwaren aan het licht had |
a rejeté l'appel de E. De Fonseca. Celui-ci a été condamné, par | gebracht en werd het hoger beroep van E. De Fonseca afgewezen. Hij |
application de l'article 136 du Code d'instruction criminelle, à | werd met toepassing van artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering |
tot een schadevergoeding van 20.000 frank veroordeeld. Het verzoek van | |
20.000 francs de dommages-intérêts. La demande de E. De Fonseca visant | E. De Fonseca om betreffende de voormelde bepaling een prejudiciële |
à faire poser une question préjudicielle à la Cour d'arbitrage | vraag te stellen aan het Arbitragehof werd door het Hof van Beroep |
concernant la disposition précitée a été rejetée par la Cour d'appel. | afgewezen. Tegen het arrest van het Hof van Beroep heeft E. De Fonseca een |
E. De Fonseca s'est pourvu en cassation contre l'arrêt de la Cour | voorziening in cassatie ingesteld. Daarbij verzoekt E. De Fonseca |
d'appel. Il demande à nouveau que soit posée une question | opnieuw om het stellen van een prejudiciële vraag, waartoe het Hof van |
préjudicielle, ce que la Cour de cassation est tenue de faire en vertu | Cassatie op grond van de bijzondere wet op het Arbitragehof verplicht |
de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage. | is. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 12 mars 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 12 maart 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 31 mars 1998, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi | Op 31 maart 1998 hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. |
spéciale précitée, les juges-rapporteurs M. Bossuyt et R. Henneuse ont | Henneuse, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de voormelde |
fait rapport devant la Cour de ce qu'ils pourraient être amenés à | bijzondere wet, voor het Hof verslag uitgebracht en geoordeeld dat zij |
proposer à la Cour de mettre fin à la procédure, par un arrêt de | ertoe kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de procedure |
réponse immédiate. | door een arrest van onmiddellijk antwoord af te doen. |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties | Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de |
dans l'instance principale, conformément à l'article 72, alinéa 2, de | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het |
la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 3 avril 1998. | bodemgeschil bij op 3 april 1998 ter post aangetekende brieven kennisgegeven. |
E. De Fonseca, Camiel Lemonnierlaan 11, 8300 Knokke-Heist, a introduit | E. De Fonseca, Camiel Lemonnierlaan 11, 8300 Knokke-Heist, heeft bij |
un mémoire justificatif par lettre recommandée à la poste le 17 avril | op 17 april 1998 ter post aangetekende brief een memorie met |
1998. | verantwoording ingediend. |
Par ordonnance du 6 mai 1998, la Cour a décidé de poursuivre l'examen | Bij beschikking van 6 mei 1998 heeft het Hof beslist de zaak |
de l'affaire suivant la procédure ordinaire. | overeenkomstig de gewone procedure voort te zetten. |
Cette ordonnance ainsi que la décision de renvoi ont été notifiées | Van die beschikking alsook van de verwijzingsbeslissing is |
conformément à l'article 77 de la loi organique, par lettres | kennisgegeven overeenkomstig artikel 77 van de organieke wet bij op 8 |
recommandées à la poste le 8 mai 1998. | mei 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 20 mai 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 mei 1998. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 12 mei 1998 ter |
lettre recommandée à la poste le 12 mai 1998; | post aangetekende brief; |
- E. De Fonseca, par lettre recommandée à la poste le 27 mai 1998. | - E. De Fonseca, bij op 27 mei 1998 ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 6 juillet 1998. | organieke wet bij op 6 juli 1998 ter post aangetekende brieven. |
E. De Fonseca a introduit un mémoire en réponse par lettre recommandée à la poste le 13 juillet 1998. | E. De Fonseca heeft een memorie van antwoord ingediend bij op 13 juli 1998 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnances du 30 juin 1998 et du 24 février 1999, la Cour a | Bij beschikkingen van 30 juni 1998 en 24 februari 1999 heeft het Hof |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
prorogé respectivement jusqu'aux 12 mars 1999 et 12 septembre 1999 le | respectievelijk 12 maart 1999 en 12 september 1999. |
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Par ordonnance du 13 janvier 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état | Bij beschikking van 13 januari 1999 heeft het Hof de zaak in |
et fixé l'audience au 10 février 1999. | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 10 |
februari 1999. | |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 14 janvier 1999. | bij op 14 januari 1999 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 10 février 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 10 februari 1999 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me P. Van Orshoven, avocat au barreau de Bruxelles, loco Me A. Lust, | . Mr. P. Van Orshoven, advocaat bij de balie te Brussel, loco Mr. A. |
avocat au barreau de Bruges, pour E. De Fonseca; | Lust, advocaat bij de balie te Brugge, voor E. De Fonseca; |
. Me J. Laenens, avocat au barreau d'Anvers, pour le Conseil des | . Mr. J. Laenens, advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de |
ministres; | Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs M. Bossuyt et R. Henneuse ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. Henneuse verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire du Conseil des ministres | Memorie van de Ministerraad |
A.1.1. Le Conseil des ministres souligne en premier lieu que l'article | A.1.1. De Ministerraad wijst in eerste instantie erop dat artikel 136 |
136 du Code d'instruction criminelle a été remplacé par la loi du 12 | van het Wetboek van Strafvordering werd vervangen door de wet van 12 |
mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de | maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium |
l'information et de l'instruction. | van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. |
A.1.2. Pour la réponse qu'il convient de donner à la question | A.1.2. Voor de beantwoording van de prejudiciële vraag wijst de |
préjudicielle, le Conseil des ministres renvoie à la jurisprudence de | Ministerraad naar de rechtspraak van het Hof, meer specifiek naar de |
la Cour, plus spécifiquement aux arrêts nos 43/95 du 6 juin 1995 et | arresten nrs. 43/95 van 6 juni 1995 en 76/95 van 9 november 1995. De |
76/95 du 9 novembre 1995. La question préjudicielle porte aujourd'hui | prejudiciële vraag handelt thans over een verschil in behandeling |
sur une différence de traitement entre, d'une part, la partie civile | tussen de burgerlijke partij, enerzijds, en « andere procespartijen |
et, d'autre part, « d'autres parties au procès utilisant des recours | die wettelijke rechtsmiddelen aanwenden tegen rechterlijke |
légaux contre des décisions judiciaires ». Le Conseil des ministres | beslissingen », anderzijds. De Ministerraad wijst erop dat de eiser in |
souligne que le demandeur en cassation a manifestement perdu de vue | cassatie blijkbaar uit het oog heeft verloren dat overeenkomstig |
que, conformément à l'article 135 du Code d'instruction criminelle, | artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering enkel de procureur des |
seuls le procureur du Roi et la partie civile peuvent interjeter appel | Konings en de burgerlijke partij hoger beroep kunnen instellen tegen |
des ordonnances rendues par la chambre du conseil qui entravent la | de beschikkingen van de raadkamer die het voortzetten van de |
poursuite de l'action publique. Dans la mesure où la question | strafvervolging in de weg staan. Voor zover de prejudiciële vraag moet |
préjudicielle doit être lue en ce sens qu'elle porte sur une | worden begrepen als handelend over een verschil in behandeling tussen |
différence de traitement entre l'appel visé aux articles 135 et 136 du | het hoger beroep bedoeld in de artikelen 135 en 136 van het Wetboek |
Code d'instruction criminelle et d'autres « recours légaux contre des | van Strafvordering en andere « wettelijke rechtsmiddelen tegen |
décisions judiciaires », le Conseil des ministres estime qu'il existe | rechterlijke beslissingen » oordeelt de Ministerraad dat daarvoor een |
une justification objective et raisonnable pour établir cette | objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. |
distinction. A.1.3. La sanction sévère prévue à l'article 136 du Code d'instruction | A.1.3. De strenge sanctie van artikel 136 van het Wetboek van |
criminelle se justifie par la circonstance que la voie de recours en | Strafvordering is verantwoord door het feit dat het bedoelde |
question constitue une exception manifeste à la règle selon laquelle | rechtsmiddel een manifeste uitzondering vormt op de regel volgens |
seul le ministère public peut requérir l'application de la loi pénale. | welke enkel het openbaar ministerie de toepassing van de strafwet kan |
L'appel interjeté à tort par la partie civile nuit toujours à | vorderen. Het ten onrechte ingesteld hoger beroep vanwege de |
l'inculpé étant donné que l'instruction est prolongée pour des motifs | burgerlijke partij schaadt de verdachte altijd doordat het onderzoek |
étrangers à l'intérêt général. C'est pour cette raison que le | wordt verlengd om redenen die geen verband houden met het algemeen |
législateur a opté pour une condamnation aux dommages-intérêts | belang. Daarom opteerde de wetgever voor een veroordeling tot |
indépendamment du caractère fautif de l'opposition formée contre le | schadevergoeding ongeacht het foutief karakter van het verzet tegen de |
non-lieu. | buitenvervolgingstelling. |
Mémoire de E. De Fonseca | Memorie van E. De Fonseca |
A.2.1. E. De Fonseca examine en premier lieu la motivation des arrêts | A.2.1. E. De Fonseca gaat in de eerste plaats in op de motivering van |
antérieurs de la Cour dans lesquels il fut considéré, lors de l'examen | de vroegere arresten van het Hof waarin bij de beoordeling van artikel |
de l'article 136 du Code d'instruction criminelle, que cette | 136 van het Wetboek van Strafvordering erop werd gewezen dat die |
disposition constituait une exception à la règle selon laquelle le | bepaling een uitzondering vormt op de regel volgens welke het openbaar |
ministère public requiert l'application de la loi pénale. La victime | ministerie de toepassing van de strafwet vordert. Het slachtoffer |
n'exerce pas l'action publique, ni ne requiert l'application de la loi | oefent de strafvordering niet uit, noch vordert het de toepassing van |
pénale. Le but consiste uniquement à offrir à la victime la | de strafwet. De bedoeling is enkel het slachtoffer de mogelijkheid te |
possibilité d'enclencher l'action publique en cas d'inactivité du | bieden de strafvordering in beweging te zetten bij inactiviteit van |
ministère public et à obliger de la sorte le juge d'instruction à | het openbaar ministerie en aldus de onderzoeksrechter te verplichten |
examiner l'affaire. | de zaak te onderzoeken. |
A.2.2. E. De Fonseca soutient ensuite que tant la législation que la | A.2.2. Vervolgens betoogt E. De Fonseca dat, zowel op wetgevend vlak |
doctrine révèlent que, de manière générale, l'action en justice n'est | als in de rechtsleer, blijkt dat algemeen het optreden in rechte |
considérée comme fautive que lorsqu'elle est vexatoire ou téméraire, | slechts als foutief wordt aangemerkt wanneer het tergend en roekeloos |
c'est-à-dire si elle est l'expression d'un manque de réflexion dont | is, dit wil zeggen de uitingsvorm van een lichtvaardigheid waarvan elk |
s'abstiendrait tout individu prévoyant et prudent dans les mêmes | voorzichtig en behoedzaam mens zich in dezelfde omstandigheden zou |
circonstances. Pour ce qui est des dispositions législatives, il est | onthouden. Wat de wettelijke bepalingen betreft, wordt concreet |
concrètement renvoyé à l'article 1382 du Code civil et aux articles | verwezen naar artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek en naar de |
563, dernier alinéa, et 1072bis du Code judiciaire. | artikelen 563, laatste lid, en 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek. |
A.2.3. La partie intervenante nuance ensuite la portée de la question | A.2.3. De tussenkomende partij nuanceert voorts de draagwijdte van de |
préjudicielle, dont la formulation peut être source de malentendus. | prejudiciële vraag, waarvan de formulering aanleiding kan zijn tot |
Elle souligne que la question vise à interroger la Cour sur le point | misverstanden. Zij wijst erop dat de bedoeling voorligt het Hof te |
de savoir si les articles 10 et 11 de la Constitution sont violés en | ondervragen over het feit of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
ce que l'article 136 du Code d'instruction criminelle permet de | zijn geschonden doordat artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering |
sanctionner toujours et dans toutes les circonstances la partie | steeds, en in alle omstandigheden, toestaat de burgerlijke partij te |
civile, et donc également lorsque le recours n'est pas fautif, | |
c'est-à-dire ni téméraire ni vexatoire. Le but n'était pas de comparer | bestraffen, en dus ook wanneer het beroep niet foutief, dit wil zeggen |
l'article 136 du Code d'instruction criminelle avec l'article 1072bis | niet tergend en roekeloos is. Het was niet de bedoeling artikel 136 |
van het Wetboek van Strafvordering te vergelijken met artikel 1072bis | |
du Code judiciaire. | van het Gerechtelijk Wetboek. |
A.2.4. L'article 136 du Code d'instruction criminelle établit une | A.2.4. Artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering stelt een |
distinction entre la victime qui conteste une décision d'une | onderscheid in tussen het slachtoffer dat opkomt tegen een beslissing |
juridiction d'instruction et la victime qui conteste une décision du juge pénal ou du juge civil lorsque le recours n'est pas fautif, c'est-à-dire ni téméraire ni vexatoire. La seule circonstance que, dans la première hypothèse, l'appel prolonge l'action publique ne saurait justifier cette différence de traitement lorsque l'appel n'est pas téméraire et n'entend pas causer un préjudice. La condamnation automatique au paiement de dommages-intérêts peut avoir pour effet que l'inaction du parquet soit de facto institutionnalisée et que la victime soit à ce point découragée qu'elle renonce prématurément à défendre utilement ses intérêts. Une protection juridictionnelle effective et une procédure à armes égales s'y opposent. | van een onderzoeksgerecht en het slachtoffer dat opkomt tegen een beslissing van de strafrechter of de burgerlijke rechter, wanneer de vordering niet foutief, dit wil zeggen niet tergend en roekeloos is. Het enkele feit dat in het eerste geval door het hoger beroep de openbare vordering wordt aangehouden, kan dat verschil in behandeling niet rechtvaardigen wanneer het beroep niet lichtvaardig is ingesteld en zonder het oogmerk om te schaden. De automatische veroordeling tot schadevergoeding kan met zich meebrengen dat de facto de inactiviteit van het parket wordt geïnstitutionaliseerd en kan het slachtoffer zodanig ontmoedigen dat hij voortijdig ervan afziet om terdege voor zijn belangen op te komen. Een effectieve jurisdictionele bescherming en een procedure met gelijke wapens verzetten zich hiertegen. |
- B | - B |
B.1.1. Par arrêt du 3 mars 1998, la Cour de cassation a posé la | B.1.1. Bij arrest van 3 maart 1998 heeft het Hof van Cassatie de |
question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 136 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les | « Schendt artikel 136 Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 |
articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu'il impose de | van de Grondwet in zoverre het oplegt de burgerlijke partij, die in |
condamner toujours et dans toutes les circonstances la partie civile | haar verzet tegen een beschikking van de raadkamer tot |
qui succombe dans son opposition faite à une ordonnance de la chambre | buitenvervolgingstelling in het ongelijk wordt gesteld, steeds, en in |
du conseil prononçant le non-lieu, alors que d'autres parties au | alle omstandigheden, tot schadevergoeding te veroordelen, daar waar |
procès utilisant des recours légaux contre des décisions judiciaires | andere procespartijen die wettelijke rechtsmiddelen aanwenden tegen |
ne peuvent être condamnées à des dommages-intérêts que lorsqu'il est | rechterlijke beslissingen slechts tot schadevergoeding veroordeeld |
constaté que le recours a été utilisé de manière fautive, [ou] | kunnen worden wanneer vastgesteld wordt dat het rechtsmiddel foutief, |
vexatoire et téméraire ? » | respectievelijk tergend en roekeloos werd aangewend ? » |
B.1.2. Postérieurement à l'envoi de la décision de renvoi par la Cour | B.1.2. Na de toezending van de verwijzingsbeslissing door het Hof van |
de cassation, les articles 135 et 136 du Code d'instruction criminelle | Cassatie werden de artikelen 135 en 136 van het Wetboek van |
ont été modifiés par la loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration | Strafvordering bij de wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de |
de la procédure pénale au stade de l'information et de l'instruction. | strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het |
Cette modification législative n'a toutefois aucun effet sur la | gerechtelijk onderzoek vervangen. Die wetswijziging heeft evenwel geen |
réponse à apporter à la question posée par la Cour de cassation. | gevolgen voor de beantwoording van de vraag zoals ze door het Hof van |
Cassatie werd gesteld. | |
B.2.1. La question préjudicielle compare la situation de la partie | B.2.1. De prejudiciële vraag vergelijkt de situatie van de burgerlijke |
civile qui interjette appel d'une ordonnance de la chambre du conseil | partij die beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer met |
avec celle « d'autres parties au procès utilisant des recours légaux | de situatie van « andere procespartijen die wettelijke rechtsmiddelen |
contre des décisions judiciaires », mais elle ne mentionne pas | aanwenden tegen rechterlijke beslissingen », doch vermeldt niet |
explicitement à quelles dispositions est comparé l'article 136 du Code d'instruction criminelle. L'article 1072bis du Code judiciaire punit l'appel principal téméraire ou vexatoire. En vertu de cette disposition, l'intimé peut demander des dommages-intérêts en cas de rejet total de l'appel principal. Le juge peut en outre infliger d'office une amende civile en réparation du préjudice causé à l'administration de la justice du fait de l'intentement de l'appel. Des dommages-intérêts peuvent également être réclamés pour d'autres | uitdrukkelijk met welke bepalingen artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering wordt vergeleken. De bestraffing van het tergend en roekeloos hoofdberoep wordt geregeld door artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek. Op grond van die bepaling kan een schadevergoeding worden gevorderd door de geïntimeerde bij volledige afwijzing van het hoofdberoep. Tevens kan de rechter ambtshalve een burgerlijke geldboete opleggen wegens het nadeel dat door het instellen van hoger beroep wordt berokkend aan de rechtsbedeling. Daarnaast kan voor andere vormen van misbruik van hoger beroep schadevergoeding worden gevorderd op grond van de algemene regeling |
formes d'appel abusif, sur la base du régime général de l'article 1382 | van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek. |
du Code civil. B.2.2. L'intentement de l'appel est parfaitement légitime lorsque la | B.2.2. Het instellen van hoger beroep is volkomen rechtmatig wanneer |
voie de recours vise à sauvegarder un intérêt digne de protection, | het rechtsmiddel strekt tot vrijwaring van een beschermenswaardig |
notamment la réformation ou l'annulation, fondée sur des griefs | belang, met name de hervorming of vernietiging van een nadelige |
sérieux, d'une décision judiciaire préjudiciable. Seul l'abus | rechterlijke uitspraak, op grond van ernstige grieven. Alleen |
manifeste de la faculté de s'adresser au juge d'appel, par exemple en | kennelijk misbruik van de mogelijkheid om zich tot de beroepsrechter |
cas de recours inconsidéré ou manifestement dilatoire, peut donner | te wenden, bijvoorbeeld wanneer het beroep lichtzinnig wordt ingesteld |
lieu à une condamnation aux dommages-intérêts. | of met een zuiver dilatoir oogmerk, kan tot veroordeling tot |
schadevergoeding aanleiding geven. | |
B.3.1. En vertu de l'article 135 du Code d'instruction criminelle (tel | B.3.1. Krachtens artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering (zoals |
qu'il était en vigueur avant sa modification par la loi du 12 mars | het bestond vóór de wijziging door de wet van 12 maart 1998) kunnen de |
1998), le procureur du Roi et la partie civile peuvent interjeter | procureur des Konings en de burgerlijke partij hoger beroep instellen |
appel, devant la chambre des mises en accusation, des ordonnances | voor de kamer van inbeschuldigingstelling tegen de beschikkingen van |
rendues par la chambre du conseil qui entravent la poursuite de | de raadkamer die het voortzetten van de strafvordering in de weg |
l'action publique. | staan. |
L'article 136 du Code d'instruction criminelle (tel qu'il était en | Artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering (zoals het bestond vóór |
vigueur avant sa modification par la loi du 12 mars 1998) énonce pour | de wijziging door de wet van 12 maart 1998) bepaalt zijnerzijds : |
sa part : « La partie civile qui succombera dans son opposition sera condamnée | « De burgerlijke partij die op haar verzet in het ongelijk wordt |
aux dommages-intérêts envers l'inculpé. » | gesteld, wordt tot schadevergoeding jegens de verdachte veroordeeld. » |
B.3.2. Sur la base de cette disposition, la partie civile qui succombe | B.3.2. Op grond van die bepaling moet de burgerlijke partij die op |
dans son appel doit être condamnée aux dommages-intérêts envers | haar hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, tot schadevergoeding |
l'inculpé. Contrairement à ce que prévoient l'article 1072bis du Code | jegens de verdachte worden veroordeeld. In tegenstelling tot de |
judiciaire et les règles de droit commun en matière de responsabilité, | regeling vervat in artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek en de |
cette condamnation ne requiert pas que le juge établisse que l'appel | gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregeling, vereist die veroordeling |
est téméraire et vexatoire ou a été intenté fautivement. | niet dat de rechter vaststelt dat het beroep tergend en roekeloos is |
B.3.3. La voie de recours ouverte à la partie civile par l'article 135 du Code d'instruction criminelle est une exception à la règle selon laquelle l'action publique est exercée par le ministère public. L'appel interjeté par la partie civile a un effet identique à celui de l'appel du ministère public, puisque la chambre des mises en accusation ne se prononce pas sur l'action civile, mais bien sur l'action publique. Le législateur a pu redouter que les parties civiles n'abusent de leur droit d'appel et ne nuisent à l'inculpé en prolongeant l'instruction, pour des motifs étrangers à l'intérêt général, par une opposition intempestive. La mesure critiquée est la | of foutief werd aangewend. B.3.3. Het rechtsmiddel dat krachtens artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering voor de burgerlijke partij openstaat is een uitzondering op de regel volgens welke het openbaar ministerie de toepassing van de strafwet vordert. Het gevolg van het hoger beroep van de burgerlijke partij is identiek met dat van het hoger beroep van het openbaar ministerie, vermits de kamer van inbeschuldigingstelling zich niet uitspreekt over de burgerlijke vordering, doch wel over de strafvordering. De wetgever vermocht te vrezen dat burgerlijke partijen misbruik zouden maken van hun recht van hoger beroep en de verdachte zouden schaden door het onderzoek te verlengen, om redenen die geen verband houden met het algemeen belang, door ongepast verzet. |
contrepartie du droit exceptionnel donné à la partie civile de | Tegenover de bestreden maatregel staat het uitzonderlijk recht van de |
prolonger l'action publique. | burgerlijke partij om de strafvordering aan te houden. |
B.3.4. Dans ce cas, les circonstances dans lesquelles la voie de | B.3.4. De omstandigheden waarin in dat geval het rechtsmiddel van |
recours de l'appel peut être utilisée diffèrent objectivement de | hoger beroep kan worden aangewend verschillen op objectieve wijze van |
celles dans lesquelles cette même voie de recours peut être utilisée | die waarin dat rechtsmiddel tegen andere rechterlijke beslissingen |
contre d'autres décisions judiciaires. C'est précisément parce que la | wordt aangewend. Juist omdat de burgerlijke partij zich door haar |
partie civile, par son opposition à l'ordonnance de la chambre du | verzet tegen de beschikking van de raadkamer op het gebied van de |
conseil, se meut dans la sphère de l'action publique que le | strafvordering beweegt, kon de wetgever legitiem strenger zijn en |
législateur a légitimement pu être plus sévère et considérer que la | oordelen dat de burgerlijke partij tot schadevergoeding moet worden |
partie civile qui succombe dans son opposition doit être condamnée aux | veroordeeld wanneer zij op haar verzet in het ongelijk wordt gesteld. |
dommages-intérêts. Il a de cette manière voulu protéger l'inculpé et | Op die wijze heeft hij de verdachte willen beschermen en de |
mettre la partie civile en garde contre l'usage injustifié de la voie | burgerlijke partij willen waarschuwen tegen het onverantwoord |
de recours de l'appel. | aanwenden van het rechtsmiddel van het hoger beroep. |
B.3.5. La mesure ne limite pas de manière excessive les droits des | B.3.5. De maatregel beperkt niet op buitensporige wijze de rechten van |
parties civiles : celles-ci ont la faculté de porter leurs demandes | burgerlijke partijen : die kunnen hun vorderingen voor de burgerlijke |
devant le juge civil. La sanction n'est pas disproportionnée : la | rechter brengen. De sanctie is niet onevenredig : de kamer van |
chambre des mises en accusation a la possibilité, en fonction des | inbeschuldigingstelling heeft de mogelijkheid, afhankelijk van de |
circonstances, d'allouer à l'inculpé un montant symbolique. La | omstandigheden, de verdachte een symbolisch bedrag toe te kennen. De |
procédure n'exclut pas tout débat : rien n'empêche la partie civile de | procedure sluit niet ieder debat uit : niets belet de burgerlijke |
plaider, à titre subsidiaire, sur le montant des dommages et intérêts | partij, subsidiair, te pleiten over de omvang van de schadevergoeding |
dont elle est menacée. | waarmee zij wordt bedreigd. |
B.3.6. La question appelle une réponse négative. | B.3.6. De vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 136 du Code d'instruction criminelle, tel qu'il était en | Artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering, zoals het van kracht |
vigueur avant sa modification par la loi du 12 mars 1998, ne viole pas | was vóór de wijziging door de wet van 12 maart 1998, schendt niet de |
les articles 10 et 11 de la Constitution, en imposant de condamner | artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te verplichten dat de |
toujours et dans toutes les circonstances la partie civile qui | burgerlijke partij die in haar verzet tegen een beschikking van de |
succombe dans son opposition faite à une ordonnance de la chambre du | raadkamer tot buitenvervolgingstelling in het ongelijk wordt gesteld, |
conseil prononçant le non-lieu, alors que d'autres parties au procès | steeds, en in alle omstandigheden, tot schadevergoeding wordt |
utilisant des recours légaux contre des décisions judiciaires ne | veroordeeld, terwijl andere procespartijen die wettelijke |
rechtsmiddelen aanwenden tegen rechterlijke beslissingen slechts tot | |
peuvent être condamnées à des dommages-intérêts que lorsqu'il est | schadevergoeding veroordeeld kunnen worden wanneer vastgesteld wordt |
constaté que le recours a été utilisé de manière fautive, ou vexatoire | dat het rechtsmiddel foutief, respectievelijk tergend en roekeloos |
et téméraire. | werd aangewend. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mars 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 maart 1999. |
Le greffier, Le président, | De griffier, De voorzitter, |
L. Potoms. L. De Grève. | L. Potoms. L. De Grève. |