← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt du 17 mars 1999 en cause du ministère public et du ministère des Finances contre J. Jansen et M.
Van Neer, dont l'expédition est parvenue au gr - d'enquêteur qui, en plus des recherches, effectue aussi unilatéralement et de
manière non contrad(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 17 mars 1999 en cause du ministère public et du ministère des Finances contre J. Jansen et M. Van Neer, dont l'expédition est parvenue au gr - d'enquêteur qui, en plus des recherches, effectue aussi unilatéralement et de manière non contrad(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 17 maart 1999 in zake het openbaar ministerie et het Ministerie van Financiën tegen J. Jansen en M. Van Neer, waarvan de expeditie - onderzoeker, die naast de opsporing ook eenzijdig, niet tegensprekelijk, het scheikundig labo-ond(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par arrêt du 17 mars 1999 en cause du ministère public et du ministère | Bij arrest van 17 maart 1999 in zake het openbaar ministerie et het |
| des Finances contre J. Jansen et M. Van Neer, dont l'expédition est | Ministerie van Financiën tegen J. Jansen en M. Van Neer, waarvan de |
| parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 mars 1999, la Cour | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 maart |
| d'appel d'Anvers a posé une question préjudicielle visant à savoir « | 1999, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de prejudiciële vraag |
| si les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de la loi | gesteld « of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de |
| générale (coordonnée par arrêté royal) du 18 juillet 1977 relative aux | Algemene Wet van (coördinatie bij koninklijk besluit van) 18 juli 1977 |
| douanes et accises violent les articles 10 et 11 de la Constitution au | inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| motif que, contrairement à l'action publique et à la procédure pénale | schenden omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake Douane en |
| en général, l'action publique et la procédure en matière de douanes et | Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de |
| strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen | |
| accises ne garantissent pas d'indépendance au prévenu-administré | aan de verdachte-geadministreerde, gezien de Administratie der Douanen |
| puisque l'Administration des douanes et accises fait office : | en Accijnzen fungeert als : |
| - d'enquêteur qui, en plus des recherches, effectue aussi | - onderzoeker, die naast de opsporing ook eenzijdig, niet |
| unilatéralement et de manière non contradictoire l'examen chimique de | tegensprekelijk, het scheikundig labo-onderzoek en het boekhoudkundig |
| laboratoire et l'enquête comptable dont les résultats sont de nature à | onderzoek uitvoert, waarvan de resultaten van aard zijn dat de |
| établir ou à supprimer la prévention; | tenlastelegging staat of valt; |
| - de partie poursuivante et | - vervolgende partij en |
| - surabondamment d'intéressée, bénéficiaire de droits à acquitter par | - ten overvloede, belanghebbende, begunstigde van de rechten te |
| la partie poursuivie ». | kwijten door de vervolgde partij ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1645 du rôle de la Cour et a | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1645 van de rol van het Hof en |
| été jointe aux affaires portant les numéros 1447 et 1623 du rôle. | werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 1447 en 1623. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |