← Retour vers "Arrêt n° 11/99 du 28 janvier 1999 Numéro du rôle : 1458 En cause : la question préjudicielle
concernant l'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La
Cour d'arbitrage, composée des p après en avoir délibéré, rend l'arrêt
suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...)"
Arrêt n° 11/99 du 28 janvier 1999 Numéro du rôle : 1458 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitrage, composée des p après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...) | Arrest nr. 11/99 van 28 januari 1999 Rolnummer 1458 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, samengesteld uit wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest nr. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 11/99 du 28 janvier 1999 | Arrest nr. 11/99 van 28 januari 1999 |
Numéro du rôle : 1458 | Rolnummer 1458 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, derde lid, van |
3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad |
d'Etat. | van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Boel, L. François, G. De Baets, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du | rechters H. Boel, L. François, G. De Baets, R. Henneuse en M. Bossuyt, |
référendaire R. Moerenhout, faisant fonction de greffier, présidée par | bijgestaan door referendaris R. Moerenhout, waarnemend griffier, onder |
le président M. Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt n° 76.331 du 13 octobre 1998 en cause de M. Lukasa et M. | Bij arrest nr. 76.331 van 13 oktober 1998 in zake M. Lukasa en M. |
Songa contre l'Etat belge, représenté par le ministre de l'Intérieur, | Songa tegen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van |
Binnenlandse Zaken, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 novembre | ingekomen op 4 november 1998, heeft de Raad van State de volgende |
1998, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | « Houdt artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
méconnaît-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | van State een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
II. La procédure devant la Cour | II. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 4 novembre 1998, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 4 november 1998 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 26 novembre 1998, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi spéciale précitée, les juges-rapporteurs R. Henneuse et M. Bossuyt ont fait rapport devant la Cour de ce qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour de mettre fin à la procédure par un arrêt de réponse immédiate. Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties dans l'instance principale conformément à l'article 72, alinéa 2, de la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 26 novembre 1998. Aucune de ces parties n'a introduit un mémoire justificatif. Par lettre du 9 décembre 1998, les parties requérantes devant le Conseil d'Etat ont fait savoir à la Cour qu'elles partageaient les conclusions des juges-rapporteurs. | Op 26 november 1998 hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en M. Bossuyt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de voormelde bijzondere wet, voor het Hof verslag uitgebracht en gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de procedure door een arrest van onmiddellijk antwoord af te doen. Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het bodemgeschil kennisgegeven bij op 26 november 1998 ter post aangetekende brieven. Geen enkele van die partijen heeft een memorie met verantwoording ingediend. Met brief van 9 december 1998 hebben de verzoekende partijen voor de Raad van State het Hof laten weten dat zij de conclusies van de rechters-verslaggevers deelden. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. Objet de la disposition en cause | III. Onderwerp van de in het geding zijnde bepaling |
L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
dispose : | State bepaalt : |
« Les parties peuvent se faire représenter ou assister par des avocats | « De partijen mogen zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door |
advocaten die ingeschreven zijn op de tabel van de Orde der Advocaten | |
inscrits au tableau de l'Ordre des avocats ainsi que, selon les | alsook, volgens de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, door |
dispositions du Code judiciaire, par toute personne établie dans un | personen die in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen |
Etat membre des Communautés européennes et y habilitée, depuis trois | gevestigd zijn en er ten minste sedert drie jaar gerechtigd zijn om |
ans au moins, à exercer la profession d'avocat. [...] » | het beroep van advocaat uit te oefenen. [...] » |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Conclusions des juges-rapporteurs | Conclusies van de rechters-verslaggevers |
A.1. Dans leurs conclusions, les juges-rapporteurs estiment, après | A.1. In hun conclusies zijn de rechters-verslaggevers, na raadpleging |
consultation du dossier, qu'ils pourraient être amenés à proposer à la | van het dossier, van oordeel dat zij ertoe zouden kunnen worden |
Cour, par application de l'article 72 de la loi spéciale du 6 janvier | gebracht het Hof voor te stellen, met toepassing van artikel 72 van de |
1989, de mettre fin à l'examen de la question préjudicielle par un | bijzondere wet van 6 januari 1989, de prejudiciële vraag af te doen |
arrêt de réponse immédiate. | met een arrest van onmiddellijk antwoord. |
A.2. Les parties requérantes devant le Conseil d'Etat, par courrier du | A.2. De verzoekende partijen voor de Raad van State hebben per brief |
9 décembre 1998, ont informé la Cour qu'elles partageaient les | van 9 december 1998 het Hof ervan op de hoogte gebracht dat zij de |
conclusions précitées des juges-rapporteurs. | voormelde conclusies van de rechters-verslaggevers deelden. |
- B - | - B - |
B.1. La question préjudicielle est identique à celle à laquelle la | B.1. De prejudiciële vraag is identiek met die welke het Hof heeft |
Cour a répondu dans son arrêt n° 55/98 du 20 mai 1998. | beantwoord in zijn arrest nr. 55/98 van 20 mei 1998. |
La Cour n'estime pas qu'il y ait lieu de donner une autre réponse à la | Het Hof oordeelt dat het geen ander antwoord dient te geven op de |
présente question. | onderhavige vraag. |
B.2. L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil | B.2. Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
d'Etat est interprété par cette haute juridiction comme établissant | van State wordt door dit hoge rechtscollege aldus opgevat dat het een |
vereiste van ontvankelijkheid instelt. De miskenning ervan leidt | |
une exigence de recevabilité. Sa méconnaissance entraîne, d'office, | ambtshalve tot de onontvankelijkheid van het verzoekschrift dat is |
l'irrecevabilité de la requête signée par un avocat stagiaire et | ondertekend door een stagedoend advocaat, en het is laatstgenoemde |
celui-ci ne peut plaider à l'audience. | niet toegestaan op de terechtzitting te pleiten. |
B.3. La loi du 23 décembre 1946 portant création d'un Conseil d'Etat | B.3. De wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van |
ne permettait aux parties de s'y faire représenter que par des avocats | State bood de partijen enkel de mogelijkheid zich er te laten |
vertegenwoordigen door advocaten van Belgische nationaliteit die | |
de nationalité belge ayant au moins dix années d'inscription au | minstens tien jaar zijn ingeschreven op het tableau van de Orde van |
tableau de l'Ordre des avocats. L'objectif de cette exigence était « | advocaten. Het doel van die eis was « inzake geschillen van bestuur, |
d'avoir, en matière de contentieux administratif, des avocats qui se | advocaten te hebben die er zich een specialiteit zullen van maken en |
spécialiseront et aideront l'auditorat et le Conseil à construire la | het auditoraat en de Raad zullen behulpzaam zijn bij het opbouwen der |
jurisprudence administrative ». Elle devait permettre d'opérer « un | bestuurlijke rechtspraak ». Die eis diende de mogelijkheid te |
filtrage » et d'éviter que la nouvelle juridiction ne soit « encombrée | verschaffen « een schifting » te doen teneinde het nieuwe |
par des revendications sans fondement juridique ou dont l'objet | rechtscollege « niet te overlasten met eisen zonder juridische grond |
sortirait de sa compétence ». La proposition de créer un barreau | of waarvan het voorwerp niet tot de bevoegdheid van de Raad hoort ». |
spécial ayant le monopole de la plaidoirie fut rejetée (Doc. parl., | Het voorstel een bijzondere balie in het leven te roepen die over het |
pleitmonopolie zou beschikken werd verworpen (Gedr. St., Senaat, B.Z. | |
Sénat, S.E. 1939, n° 80, p. 59). | 1939, nr. 80, p. 62). |
B.4. La loi du 11 juin 1952, qui a modifié la loi du 23 décembre 1946, | B.4. De wet van 11 juni 1952, die de wet van 23 december 1946 heeft |
a abrogé cette disposition, le législateur estimant qu'elle n'avait | gewijzigd, heeft die bepaling opgeheven, op grond van de overweging |
plus de raison d'être, puisque la jurisprudence du Conseil d'Etat a | van de wetgever dat zij geen bestaansreden meer had, vermits de |
défini les conditions dans lesquelles les recours doivent être | rechtspraak van de Raad van State de voorwaarden waarop de beroepen |
introduits et qu'il n'était pas justifié de maintenir une restriction | moeten worden ingesteld heeft bepaald en het niet verantwoord was een |
que n'appliquent ni les cours d'appel ni même la Cour de cassation | beperking te handhaven die noch de hoven van beroep, noch zelfs het |
(Doc. parl., Sénat, 1950-1951, n° 387, p. 2; Sénat, 1951-1952, n° 181, | Hof van Cassatie toepassen (Gedr. St., Senaat, 1950-1951, nr. 387, p. |
p. 2). | 2; Senaat, 1951-1952, nr. 181, p. 2). |
Le ministre de l'Intérieur introduisit un amendement, qui fut adopté, | De Minister van Binnenlandse Zaken diende een amendement in, dat werd |
étendant le droit de représentation et d'assistance devant le Conseil | aangenomen, en dat het recht tot vertegenwoordiging en bijstand voor |
d'Etat « à tous les avocats dès le moment qu'ils sont inscrits au | de Raad van State uitbreidde tot « al de advocaten van het ogenblik |
tableau de l'Ordre (donc après trois années de stage) ». (Doc. parl., | dat ze opgenomen zijn op de tabel van de Orde (dus na drie jaar stage) |
Chambre, 1951-1952, n° 414, p. 2) | » (Gedr. St., Kamer, 1951-1952, nr. 414, p. 2). |
B.5. La loi du 6 mai 1982 modifiant les lois sur le Conseil d'Etat | B.5. De wet van 6 mei 1982 tot wijziging van de wetten op de Raad van |
avait pour objet essentiel d'en modifier les cadres et de tenir compte | State had in wezen tot doel de formaties te wijzigen en rekening te |
du droit communautaire en matière de libre prestation de services. | houden met het Europees gemeenschapsrecht op het stuk van de vrijheid |
Elle a étendu aux avocats européens la condition d'ancienneté de trois | van dienstverlening. Zij heeft de Europese advocaten onderworpen aan |
ans, c'est-à-dire la durée minimale du stage pour les avocats belges, | de anciënniteitsvoorwaarde van drie jaar, zijnde de minimale stageduur |
sans remettre en cause le principe de cette exigence. | voor de Belgische advocaten, zonder het beginsel van die eis opnieuw |
in het geding te brengen. | |
B.6. Si le Code judiciaire impose certaines obligations aux | B.6. Weliswaar legt het Gerechtelijk Wetboek bepaalde verplichtingen |
stagiaires, il n'établit aucune distinction à leur détriment en ce qui | op aan de stagiairs, maar het maakt geen enkel onderscheid in hun |
concerne l'exercice de la profession, « sans préjudice des | nadeel op het stuk van de uitoefening van het beroep, « onverminderd |
dispositions particulières relatives à la Cour de cassation et au | de bijzondere bepalingen betreffende het Hof van Cassatie en de Raad |
Conseil d'Etat » (article 439 du Code judiciaire). | van State » (artikel 439 van het Gerechtelijk Wetboek). |
L'article 478 du Code judiciaire, selon lequel, en matière civile, | Artikel 478 van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk voor het Hof |
seuls les avocats portant le titre d'avocats à la Cour de cassation | van Cassatie in burgerlijke zaken alleen de advocaten die de titel van |
peuvent postuler et conclure devant elle, constitue une exception qui | advocaat bij het Hof van Cassatie voeren, kunnen optreden en |
exclut tous les autres avocats. Seule l'exception contenue dans | conclusies nemen, is een uitzondering die alle andere advocaten |
l'article 19 des lois coordonnées exclut uniquement les avocats | uitsluit. Enkel de uitzondering vervat in artikel 19 van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State sluit alleen de stagedoende | |
stagiaires. | advocaten uit. |
B.7. L'exception prévue dans la seule matière du contentieux confié au | B.7. De uitzondering waarin is voorzien in de enkele aangelegenheid |
Conseil d'Etat n'est pas justifiée. Les programmes des études | van het aan de Raad van State toevertrouwde contentieux, is niet |
universitaires de droit contiennent une formation adéquate en droit | verantwoord. De universitaire curricula in de rechten verschaffen een |
administratif. Rien ne permet de prétendre que les avocats stagiaires | adequate vorming in administratief recht. Niets leidt ertoe te stellen |
défendraient des « revendications sans fondement juridique » comme l'avait craint le législateur en 1946. Enfin, l'exigence d'une ancienneté de trois ans est sans rapport avec le souhait, exprimé également en 1946, de voir traiter le contentieux administratif par des avocats spécialisés. B.8. Il s'ensuit que la disposition en cause établit une différence de traitement injustifiée entre deux catégories d'avocats et restreint sans raison admissible le droit des justiciables de choisir librement leur conseil. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : | dat de stagedoende advocaten « eisen zonder juridische grond » zouden verdedigen, zoals de wetgever in 1946 had gevreesd. Tot slot, staat de eis van een anciënniteit van drie jaar niet in verhouding tot de wens, die ook in 1946 tot uitdrukking is gebracht, dat het administratief contentieux door gespecialiseerde advocaten zou worden behandeld. B.8. Hieruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roept tussen twee categorieën van advocaten en zonder aanvaardbare reden het recht van de rechtzoekenden beperkt om vrij hun raadsman te kiezen. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : |
L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | State schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 janvier 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 januari 1999. |
Le greffier f.f., | De wnd. griffier, |
R. Moerenhout. | R. Moerenhout. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |