← Retour vers "Arrêt n° 12/99 du 28 janvier 1999 Numéro du rôle : 1300 En cause : le recours en
annulation du décret de la Communauté française du 14 juillet 1997 portant statut de la Radio-Télévision
belge de la Communauté française , introduit par A(...) La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 12/99 du 28 janvier 1999 Numéro du rôle : 1300 En cause : le recours en annulation du décret de la Communauté française du 14 juillet 1997 portant statut de la Radio-Télévision belge de la Communauté française , introduit par A(...) La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 12/99 van 28 januari 1999 Rolnummer 1300 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française », ing(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 12/99 du 28 janvier 1999 | Arrest nr. 12/99 van 28 januari 1999 |
Numéro du rôle : 1300 | Rolnummer 1300 |
En cause : le recours en annulation du décret de la Communauté | In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van de Franse |
française du 14 juillet 1997 portant statut de la Radio-Télévision | Gemeenschap van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « |
belge de la Communauté française (RTBF), introduit par A. Menu. | Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) », ingesteld door A. Menu. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du | rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, |
référendaire R. Moerenhout, faisant fonction de greffier, présidée par | bijgestaan door referendaris R. Moerenhout, waarnemend griffier, onder |
le président M. Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours | I. Onderwerp van het beroep |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 27 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 februari |
février 1998 et parvenue au greffe le 2 mars 1998, A. Menu, faisant | 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 |
élection de domicile au siège de la Cité de la Radio-Télévision, | maart 1998, heeft A. Menu, die keuze van woonplaats doet op de zetel |
boulevard Auguste Reyers 52, 1044 Bruxelles, a introduit un recours en | van de « Cité de la Radio-Télévision », Auguste Reyerslaan 52, 1044 |
Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de | |
annulation du décret de la Communauté française du 14 juillet 1997 | Franse Gemeenschap van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « |
portant statut de la Radio-Télévision belge de la Communauté française | Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) » |
(RTBF) (publié au Moniteur belge du 28 août 1997). | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1997). |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par ordonnance du 2 mars 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 2 maart 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
Le recours a été notifié conformément à l'article 76 de la loi | Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 27 mars 1998. | organieke wet bij op 27 maart 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 1er avril 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1998. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- le Gouvernement de la Communauté française, place Surlet de Chokier | - de Franse Gemeenschapsregering, Surlet de Chokierplein 15-17, 1000 |
15-17, 1000 Bruxelles, par lettre recommandée à la poste le 13 mai | Brussel, bij op 13 mei 1998 ter post aangetekende brief; |
1998; - le Gouvernement wallon, rue Mazy 25-27, 5100 Namur, par lettre | - de Waalse Regering, rue Mazy 25-27, 5100 Namen, bij op 13 mei 1998 |
recommandée à la poste le 13 mai 1998. | ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettre recommandée à la poste le 28 mai 1998. | organieke wet bij op 28 mei 1998 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires en réponse ont été introduits par : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- le Gouvernement wallon, par lettre recommandée à la poste le 18 juin 1998; | - de Waalse Regering, bij op 18 juni 1998 ter post aangetekende brief; |
- le requérant, par lettre recommandée à la poste le 26 juin 1998. | - de verzoeker, bij op 26 juni 1998 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnance du 30 juin 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 27 février | Bij beschikking van 30 juni 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen |
1999 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 27 februari 1999. |
Par ordonnance du 16 décembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en | Bij beschikking van 16 december 1998 heeft het Hof de zaak in |
état et fixé l'audience au 13 janvier 1999. | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 13 |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | januari 1999. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 17 décembre 1998. | bij op 17 december 1998 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 13 janvier 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 13 januari 1999 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me M. Detry, avocat au barreau de Bruxelles, pour A. Menu; | . Mr. M. Detry, advocaat bij de balie te Brussel, voor A. Menu; |
. Me P. Levert, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Gouvernement | . Mr. P. Levert, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Franse |
de la Communauté française et pour le Gouvernement wallon; | Gemeenschapsregering en de Waalse Regering; |
- les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
Quant à l'intérêt du requérant | Ten aanzien van het belang van de verzoeker |
A.1. Le requérant est agent statutaire de la R.T.B.F. et par ailleurs | A.1. De verzoeker is statutair ambtenaar bij de R.T.B.F. en bovendien |
délégué syndical de la Centrale générale des services publics, | vakbondsafgevaardigde van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, |
een representatieve vakbondsorganisatie. Hij is van mening dat de | |
organisation syndicale représentative. Il estime que les dispositions | bestreden bepalingen in zijn nadeel de bepalingen wijzigen van het |
entreprises modifient en sa défaveur les dispositions du statut qui | statuut dat op hem van toepassing is en dat zij een discriminerend |
lui est applicable et qu'elles créent une situation discriminatoire | onderscheid in het leven roepen tussen de personeelsleden van de |
entre les membres du personnel de la R.T.B.F. et les membres du | R.T.B.F. en de personeelsleden van de openbare diensten van de Franse |
personnel de la fonction publique de la Communauté française. Les | Gemeenschap. De bestreden bepalingen, die tot gevolg hebben dat de |
dispositions entreprises, qui ont pour effet d'autoriser la R.T.B.F. à | R.T.B.F. ertoe wordt gemachtigd contractueel personeel aan te werven |
engager du personnel contractuel dans des conditions autres et plus | onder andere en ruimere voorwaarden dan die welke zijn bedoeld in het |
étendues que celles prévues par l'arrêté du 26 septembre 1994 fixant | besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes, |
les principes généraux, offrent à la R.T.B.F. la possibilité de le placer dans une situation qui lui porte préjudice sur le plan personnel, professionnel et statutaire. A.2. Le Gouvernement de la Communauté française et le Gouvernement wallon estiment que le requérant n'a pas qualité ni intérêt à agir. Il ressort tout d'abord de l'exposé des moyens que l'objet du recours doit être limité à l'article 29, § 1er, du décret entrepris. Ensuite, l'intérêt du requérant est hypothétique et aléatoire. Puisqu'il est agent statutaire, on peut s'interroger sur l'intérêt qu'il a à critiquer le recours à l'engagement de personnel contractuel. Par ailleurs, la disposition entreprise est une disposition d'habilitation et, en l'absence de mesures d'exécution dont la censure échappe à la Cour, elle ne saurait faire grief au requérant. L'intérêt direct du requérant est également contesté. Il n'est pas concerné par les quatre hypothèses qui permettent le recours à du personnel contractuel. | bieden de R.T.B.F. de mogelijkheid hem in een situatie te plaatsen die hem op persoonlijk, professioneel en statutair vlak nadeel berokkent. A.2. De Franse Gemeenschapsregering en de Waalse Regering zijn van mening dat de verzoeker niet de hoedanigheid noch het belang heeft om in rechte te treden. Uit de uiteenzetting van de middelen blijkt in de eerste plaats dat het onderwerp van het beroep moet worden beperkt tot artikel 29, § 1, van het bestreden decreet. Vervolgens is het belang van de verzoeker hypothetisch en aleatorisch. Vermits hij statutair ambtenaar is, kan men zich de vraag stellen of hij er belang bij heeft de aanwerving van contractueel personeel te bekritiseren. Bovendien is de bestreden bepaling een machtigingsbepaling en, bij ontstentenis van uitvoeringsmaatregelen die het Hof niet vermag te beoordelen, zou zij de verzoeker niet kunnen grieven. Het rechtstreekse belang van de verzoeker wordt eveneens betwist. Hij is niet betrokken bij de vier gevallen die het mogelijk maken een beroep te doen op contractueel personeel. |
L'intérêt fonctionnel tiré de la qualité de délégué syndical ne peut | Het functionele belang dat wordt afgeleid uit de hoedanigheid van |
enfin être admis : le requérant n'est recevable à l'invoquer que pour | vakbondsafgevaardigde ten slotte kan niet worden aangenomen : de |
autant qu'il soit porté atteinte aux prérogatives qui s'attachent à | verzoeker kan zich slechts op ontvankelijke wijze daarop beroepen voor |
cette qualité de délégué syndical. | zover afbreuk wordt gedaan aan de prerogatieven welke aan die |
A.3. Dans son mémoire en réponse, le requérant souligne que la | hoedanigheid van vakbondsafgevaardigde zijn verbonden. |
jurisprudence de la Cour lui impose uniquement de démontrer qu'il | A.3. In zijn memorie van antwoord onderstreept de verzoeker dat de |
pourrait être affecté de manière directe et défavorable. Tel est le cas dans la présente affaire puisqu'il pourrait se trouver, dans ses relations de travail, en concurrence ou dans un lien de subordination avec du personnel contractuel qui n'aurait pas pu être engagé sur la base des dispositions légalement applicables. Il a par ailleurs invoqué sa qualité de délégué syndical, de manière surabondante. Il entend à cet égard agir pour défendre les intérêts moraux et professionnels des membres affiliés à son organisation et le statut public de l'organisme dans lequel il est nommé, ainsi que de son personnel. Quant à la recevabilité du mémoire en intervention de la Région wallonne A.4. Le requérant soutient que le mémoire en intervention déposé par la Région wallonne doit être écarté des débats parce que l'autorité régionale ne justifie pas de l'intérêt requis par l'article 87, § 2, | rechtspraak van het Hof hem uitsluitend de verplichting oplegt aan te tonen dat hij op rechtstreekse en ongunstige wijze zou kunnen worden geraakt. Zulks is te dezen het geval vermits hij zich, in zijn arbeidsbetrekkingen, in een concurrentiepositie of in een verhouding van ondergeschiktheid zou kunnen bevinden ten opzichte van contractueel personeel dat niet zou kunnen zijn aangeworven op basis van de wettelijk toepasbare bepalingen. Hij heeft overigens zijn hoedanigheid van vakbondsafgevaardigde ten overvloede aangevoerd. In dat opzicht wenst hij in rechte te treden ter verdediging van de morele en professionele belangen van de leden die bij zijn organisatie zijn aangesloten en van het openbaar statuut van de instelling waarin hij is benoemd, alsmede van het personeel ervan. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de memorie van tussenkomst van het Waalse Gewest A.4. De verzoeker betoogt dat de memorie van tussenkomst ingediend door het Waalse Gewest uit de debatten moet worden geweerd omdat de gewestelijke overheid niet doet blijken van het in artikel 87, § 2, |
de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. Les | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vereiste |
seules autorités en cause dans cette affaire sont la Communauté | belang. De enkele in het geding zijnde overheden in deze zaak zijn de |
française et l'Etat fédéral. Aucun argument ou moyen développé ne | Franse Gemeenschap en de federale Staat. Uit geen enkel argument of |
laisse apparaître que l'affaire pourrait avoir des répercussions, | uiteengezet middel blijkt dat de zaak gevolgen, al was het maar in |
fussent-elles jurisprudentielles, à l'égard de la Région wallonne. | verband met de rechtspraak, zou kunnen hebben ten aanzien van het |
Celle-ci n'expose d'ailleurs nullement en quoi elle aurait intérêt à | Waalse Gewest. Dat Gewest zet bovendien geenszins uiteen hoe het |
intervenir en la cause. | belang zou hebben bij een tussenkomst in de zaak. |
Quant aux moyens | Ten aanzien van de middelen |
A.5. Le premier moyen est pris de la violation des règles établies par | A.5. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de regels die |
la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les | door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de |
compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions. | onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten. |
Le requérant invoque un second moyen, pris de la violation des | De verzoeker voert een tweede middel aan, dat is afgeleid uit de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que l'article 29 établit | schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat artikel 29 |
entre les membres du personnel de la R.T.B.F. et les membres du | voor de personeelsleden van de R.T.B.F. en de personeelsleden van de |
personnel de la Communauté française et des personnes morales de droit | Franse Gemeenschap en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan |
public qui en dépendent un mode d'engagement différent sans | afhangen, zonder objectieve en redelijke verantwoording een |
justification objective et raisonnable. | verschillende wijze van aanwerving vaststelt. |
- B - | - B - |
Quant à l'étendue du recours | Ten aanzien van de omvang van het beroep |
B.1. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale | B.1. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les moyens de la requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces dispositions. Ces exigences se justifient, d'une part, par l'obligation, pour la Cour, d'examiner dès la réception du recours s'il n'est pas manifestement irrecevable ou manifestement non fondé ou si la Cour n'est pas manifestement incompétente pour en connaître, d'autre part, par l'obligation, pour les parties qui désirent répondre aux arguments des requérants, de le faire par un seul mémoire et dans les délais fixés à peine d'irrecevabilité. Le requérant demande l'annulation du décret de la Communauté française | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden geschonden zijn, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. Die vereisten worden verantwoord, enerzijds, door de verplichting voor het Hof om dadelijk na de ontvangst van het beroep te onderzoeken of het niet klaarblijkelijk niet-ontvankelijk of klaarblijkelijk ongegrond is ofwel of het Hof niet klaarblijkelijk onbevoegd is om er kennis van te nemen, en, anderzijds, door de verplichting voor de partijen die op de argumenten van de verzoekers wensen te antwoorden, om dit te doen bij een enkele memorie en binnen de op straffe van niet-ontvankelijkheid vastgestelde termijnen. De verzoeker vordert de vernietiging van het decreet van de Franse |
du 14 juillet 1997 portant statut de la Radio-Télévision belge de la | Gemeenschap van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « |
Communauté française. La Cour constate toutefois que les moyens sont | Radio-Télévision belge de la Communauté française ». Het Hof stelt |
exclusivement dirigés contre l'article 29, § 1er, du décret. Le | echter vast dat de middelen uitsluitend tegen artikel 29, § 1, van het |
recours est dès lors limité à cette disposition. | decreet zijn gericht. Het beroep is bijgevolg beperkt tot die |
Quant à la recevabilité du mémoire du Gouvernement wallon | bepaling. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de memorie van de Waalse |
B.2.1. Le requérant soutient que le mémoire en intervention déposé par | Regering B.2.1. De verzoeker betoogt dat de door het Waalse Gewest neergelegde |
la Région wallonne doit être écarté des débats parce que l'autorité | memorie van tussenkomst uit de debatten moet worden geweerd omdat de |
régionale ne justifie pas de l'intérêt requis par l'article 87, § 2, | gewestelijke overheid niet van het bij artikel 87, § 2, van de |
de la loi spéciale du 6 janvier 1989. | bijzondere wet van 6 januari 1989 vereiste belang doet blijken. |
B.2.2. Aux termes de l'article 85 de la loi spéciale du 6 janvier | B.2.2. Luidens artikel 85 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
1989, le Conseil des ministres, les gouvernements, les présidents des | kunnen de Ministerraad, de regeringen, de voorzitters van de |
assemblées législatives et les personnes destinataires des | wetgevende vergaderingen en de personen aan wie de kennisgevingen |
notifications en vertu des articles 76, 77 et 78 de cette loi spéciale | worden gedaan krachtens de artikelen 76, 77 en 78 van die bijzondere |
peuvent adresser un mémoire à la Cour. Contrairement à l'article 87 de | wet, bij het Hof een memorie indienen. In tegenstelling tot artikel 87 |
la loi spéciale du 6 janvier 1989, cette disposition n'impose pas à | van de bijzondere wet van 6 januari 1989, legt die bepaling aan die |
ces personnes de justifier d'un intérêt. | personen niet de verplichting op van een belang te doen blijken. |
Le mémoire du Gouvernement wallon est dès lors recevable. | De memorie van de Waalse Regering is bijgevolg ontvankelijk. |
Quant à la recevabilité du recours | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep |
B.3.1. L'article 29, § 1er, du décret de la Communauté française du 14 | B.3.1. Artikel 29, § 1, van het decreet van de Franse Gemeenschap van |
juillet 1997 dispose : | 14 juli 1997 bepaalt : |
« L'entreprise peut avoir recours à du personnel contractuel, afin : | « Het bedrijf kan een beroep doen op contractueel personeel om : |
1° de répondre à des besoins exceptionnels et temporaires en | 1° in te spelen op uitzonderlijke en tijdelijke behoeften inzake |
personnel, qu'il s'agisse soit de la mise en oeuvre d'actions limitées | personeel, of het om het voeren van in tijd beperkte acties, of om een |
dans le temps, soit d'un surcroît extraordinaire de travail; | buitengewone werkoverlast gaat; |
2° d'exécuter des tâches nécessitant une connaissance ou une | 2° opdrachten te verrichten die een bepaalde kennis of ervaring met |
expérience de haute qualification, d'accomplir des tâches ou de | hoge kwalificatie vergen, om opdrachten te verrichten of in te spelen |
répondre à des besoins spécifiques; | op specifieke behoeften; |
3° de remplacer les membres du personnel statutaire ou contractuel pendant des périodes d'absence temporaire, partielle ou totale; 4° d'accomplir des tâches auxiliaires. » B.3.2. Le Gouvernement de la Communauté française et le Gouvernement wallon estiment que le requérant n'a ni qualité ni intérêt à agir. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage imposent à toute personne physique ou morale qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme entreprise. B.3.3. Le requérant invoque sa qualité d'agent statutaire de la R.T.B.F. et sa qualité de délégué syndical de la Centrale syndicale des services publics, organisation syndicale représentative. B.3.4. En sa qualité d'agent statutaire de la R.T.B.F., il ne justifie pas de l'intérêt requis, étant donné que son statut juridique personnel ne saurait être affecté défavorablement par une disposition qui permet le recrutement de personnel contractuel et qui ne porte pas atteinte à la situation des agents statutaires. En sa qualité de délégué syndical de la Centrale générale des services publics, le requérant ne justifie pas davantage de l'intérêt requis étant donné que la disposition entreprise n'affecte pas les prérogatives liées à l'exercice de sa fonction syndicale. B.3.5. Le recours en annulation est dès lors irrecevable. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 janvier 1999. Le greffier f.f., R. Moerenhout. Le président, | 3° statutaire of contractuele personeelsleden te vervangen gedurende periodes van totale of gedeeltelijke tijdelijke afwezigheid; 4° bijkomende opdrachten te verrichten. » B.3.2. De Franse Gemeenschapsregering en de Waalse Regering zijn van mening dat de verzoeker noch de hoedanigheid, noch het belang heeft om in rechte te treden. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. B.3.3. De verzoeker voert zijn hoedanigheid van statutair ambtenaar bij de R.T.B.F. aan alsmede die van vakbondsafgevaardigde van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, een representatieve vakorganisatie. B.3.4. In zijn hoedanigheid van statutair ambtenaar van de R.T.B.F. doet hij niet blijken van het vereiste belang, aangezien zijn persoonlijke rechtspositie niet ongunstig zou kunnen worden geraakt door een bepaling die de aanwerving van contractueel personeel mogelijk maakt en die geen afbreuk doet aan de situatie van de statutaire ambtenaren. In zijn hoedanigheid van vakbondsafgevaardigde van de Algemene Centrale der Openbare Diensten, doet de verzoeker evenmin blijken van het vereiste belang, aangezien de bestreden bepaling niet raakt aan de prerogatieven die aan de uitoefening van zijn vakbondsfunctie zijn verbonden. B.3.5. Het beroep tot vernietiging is bijgevolg onontvankelijk. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 januari 1999. De wnd. griffier, R. Moerenhout. De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |