← Retour vers "Arrêt n° 119/98 du 18 novembre 1998 Numéro du rôle : 1367 En cause : les questions
préjudicielles relatives à l'article 76, § 1 er , du Code de la taxe sur la valeur
ajoutée, posées par le Tribunal de première instance de Vervie La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 119/98 du 18 novembre 1998 Numéro du rôle : 1367 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 76, § 1 er , du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, posées par le Tribunal de première instance de Vervie La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 119/98 van 18 november 1998 Rolnummer 1367 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 76, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Verviers. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. Martens, G. De Baets,(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 119/98 du 18 novembre 1998 | Arrest nr. 119/98 van 18 november 1998 |
Numéro du rôle : 1367 | Rolnummer 1367 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 76, § 1er, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 76, § 1, van het |
du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, posées par le Tribunal de | Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door de |
première instance de Verviers. | Rechtbank van eerste aanleg te Verviers. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du | rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par jugement du 26 juin 1998 en cause de la s.p.r.l. Avimex Magnétique | Bij vonnis van 26 juni 1998 in zake van de b.v.b.a. Avimex Magnétique |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof |
Cour le 1er juillet 1998, le Tribunal de première instance de Verviers | is ingekomen op 1 juli 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
a posé les questions préjudicielles suivantes : | Verviers de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 76, § 1er, alinéa 3, du Code de la taxe sur la valeur | « 1. Is artikel 76, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting |
ajoutée, modifié par la loi du 28 décembre 1992, interprété comme autorisant le Roi à prévoir qu'en cas de présomptions sérieuses d'inexactitudes dans les déclarations TVA d'un assujetti, laissant entrevoir une dette d'impôt non encore établie, l'administration de la TVA, de l'enregistrement et des domaines peut procéder à la retenue d'un crédit de TVA restituable, valant saisie-arrêt conservatoire entre ses mains, sans disposer d'un titre exécutoire et sans y être préalablement autorisée par le juge des saisies, alors que ce titre ou cette autorisation préalable sont indispensables en droit commun, | over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning toestaat te bepalen dat in geval van ernstige vermoedens van onjuistheden in de B.T.W.-aangiften van een belastingplichtige die een nog niet vastgestelde belastingschuld laten uitschijnen, de Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen kan overgaan tot de inhouding van een voor terugbetaling in aanmerking komend B.T.W.-krediet, geldend als bewarend beslag onder derden te haren voordele, zonder over een uitvoerbare titel te beschikken en zonder voorafgaandelijk door de beslagrechter ertoe gemachtigd te zijn, terwijl die titel of die voorafgaande machtiging naar gemeen recht onontbeerlijk zijn, strijdig |
est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? |
2. Si la réponse à la première question est négative, la même | 2. Is, indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, dezelfde |
disposition légale, interprétée comme autorisant le Roi, dans le même | wettelijke bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij de Koning |
cas, à instaurer une présomption irréfragable de célérité, qui ne | toestaat, in hetzelfde geval, een onweerlegbaar vermoeden van |
permet dès lors pas à l'assujetti d'apporter la preuve contraire sous | spoedeisendheid in te voeren, waardoor het bijgevolg voor de |
le contrôle juridictionnel du juge des saisies et qui refuse ainsi à | belastingplichtige niet mogelijk is het tegenbewijs te leveren onder |
ce dernier le droit de prononcer la mainlevée de la saisie en | de jurisdictionele controle van de beslagrechter en waarbij |
l'absence de célérité, alors que celle-ci est la condition | laatstgenoemde aldus het recht wordt ontzegd de opheffing van het |
beslag uit te spreken bij ontstentenis van spoedeisendheid, terwijl | |
fondamentale de la saisie conservatoire en droit commun, est-elle | dat spoedeisend karakter de fundamentele voorwaarde is voor het |
contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? | bewarend beslag naar gemeen recht, strijdig met de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet ? | |
3. Si la réponse à la première question est négative, la même | 3. Is, indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, dezelfde |
disposition légale, interprétée comme autorisant le Roi, dans le même | wettelijke bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij de Koning |
cas, à refuser au juge des saisies le droit de prononcer la mainlevée | toestaat, in hetzelfde geval, de beslagrechter het recht te ontzeggen |
de opheffing van het beslag uit te spreken wanneer uit de debatten en | |
de la saisie s'il ressort des débats et des éléments soumis à son | uit de hem ter beoordeling voorgelegde elementen blijkt dat de |
appréciation que l'administration fiscale ne dispose pas d'une créance | belastingadministratie niet over een zekere, vaststaande en opeisbare |
certaine, liquide et exigible, alors qu'il s'agit là d'une condition | schuldvordering beschikt, terwijl zulks een grondvoorwaarde is voor |
de fond de la saisie soumise au contrôle du juge des saisies en droit | het beslag onderworpen aan de controle van de beslagrechter naar |
commun, est-elle contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? | gemeen recht, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? |
4. Si les réponses aux première et troisième questions sont négatives, | 4. Is, indien de eerste en de derde vraag ontkennend worden |
la même disposition légale, interprétée comme autorisant le Roi, dans | beantwoord, dezelfde wettelijke bepaling, in die zin geïnterpreteerd |
dat zij de Koning toestaat, in hetzelfde geval, de beslagrechter het | |
recht te ontzeggen de opheffing van het beslag uit te spreken, zelfs | |
le même cas, à refuser au juge des saisies le droit de prononcer la | indien de belastingplichtige bewijselementen aanvoert die het mogelijk |
mainlevée de la saisie, même si l'assujetti apporte des éléments de | maken op het eerste gezicht te besluiten tot de onjuistheid van de |
preuve permettant de conclure à première vue à l'inexactitude des | vaststellingen vermeld in de door de belastingadministratie opgemaakte |
constatations figurant aux procès-verbaux dressés par l'administration | processen-verbaal of zelfs indien een uitgesproken maar nog niet |
fiscale ou même si une décision de justice, prononcée mais non | definitieve gerechtelijke beslissing het niet-bestaan van de |
définitive, a établi l'inexistence de la dette d'impôt, alors que le | belastingschuld heeft vastgesteld, terwijl het gemeen recht de |
droit commun autoriserait la mainlevée dans ces circonstances, | opheffing in die omstandigheden zou toestaan, strijdig met de |
est-elle contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? | artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? |
5. Si les réponses aux première et troisième questions sont négatives, | 5. Is, indien de eerste en de derde vraag ontkennend worden |
la même disposition légale, interprétée comme autorisant le Roi à | beantwoord, dezelfde wettelijke bepaling, in die zin geïnterpreteerd |
prévoir, dans le même cas, que l'administration de la TVA, de | dat zij de Koning toestaat, in hetzelfde geval, te bepalen dat de |
Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen kan overgaan tot | |
de inhouding van een voor terugbetaling in aanmerking komend | |
l'enregistrement et des domaines peut procéder à la retenue d'un | B.T.W.-krediet, geldend als bewarend beslag onder derden te haren |
crédit de TVA restituable, valant saisie-arrêt conservatoire entre ses | voordele, zonder haar evenwel de verplichting op te leggen hetzij een |
mains, sans lui imposer pour autant, soit de décerner une contrainte - | dwangbevel uit te vaardigen - dat voor de privé-persoon een beroep ten |
qui ouvrirait au particulier un recours au fond - soit de donner | gronde mogelijk zou maken - hetzij opheffing te verlenen, binnen een |
mainlevée, dans un délai raisonnable sous le contrôle du juge des | redelijke termijn, onder de controle van de beslagrechter, die een |
saisies qui pourrait sanctionner un éventuel abus de droit, est-elle | eventueel rechtsmisbruik zou kunnen censureren, strijdig met de |
contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? » | artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par ordonnance du 1er juillet 1998, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 1 juli 1998 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 15 juillet 1998, les juges-rapporteurs P. Martens et G. De Baets | Op 15 juli 1998 hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De |
ont informé la Cour qu'ils estimaient qu'il pourrait être mis fin à | Baets het Hof ervan in kennis gesteld dat zij van oordeel waren dat |
l'examen des questions préjudicielles précitées par un arrêt de | een einde zou kunnen worden gemaakt aan het onderzoek van de voormelde |
réponse immédiate, tel qu'il est visé à l'article 72, in fine, de la | prejudiciële vragen bij een arrest van onmiddellijk antwoord, zoals |
loi spéciale du 6 janvier 1989. | dat is bedoeld in artikel 72, in fine, van de bijzondere wet van 6 |
Ces conclusions se fondaient sur le fait que la disposition | januari 1989. Die conclusies waren gebaseerd op het feit dat de in het geding zijnde |
législative en cause était la même que celle qui avait fait l'objet de | wetsbepaling dezelfde was als die welke het voorwerp had uitgemaakt |
l'arrêt n° 78/98 du 7 juillet 1998 de la Cour et que, comme dans cette | van het arrest nr. 78/98 van 7 juli 1998 van het Hof en dat, zoals in |
affaire, les questions préjudicielles posées dans la présente cause | die zaak, de in de onderhavige zaak gestelde prejudiciële vragen het |
posent le problème de la différence, quant à l'étendue du contrôle du | probleem opwerpen van het verschil, wat de omvang van de toetsing door |
juge des saisies, entre la législation relative à la retenue en | de beslagrechter betreft, tussen de wetgeving in verband met de |
matière de T.V.A. et celle concernant la saisie-arrêt conservatoire de | inhouding inzake B.T.W. en die betreffende het bewarend beslag onder |
droit commun. | derden naar gemeen recht. |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties | Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de |
dans l'instance principale conformément à l'article 72, alinéa 2, de | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het |
la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 30 juillet | bodemgeschil kennisgegeven bij op 30 juli 1998 ter post aangetekende |
1998. | brieven. |
L'Etat belge a introduit un mémoire justificatif par lettre | De Belgische Staat heeft bij op 14 augustus 1998 ter post aangetekende |
recommandée à la poste le 14 août 1998. | brief een memorie met verantwoording ingediend. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
A.1. La demanderesse devant le juge a quo a fait savoir à la Cour | A.1. De eiseres voor de verwijzende rechter heeft het Hof laten weten |
qu'elle n'avait pas l'intention de déposer un mémoire justificatif. | dat zij niet de bedoeling had een memorie met verantwoording neer te leggen. |
A.2. Dans son mémoire justificatif, l'Etat belge considère que les | A.2. De Belgische Staat oordeelt in zijn memorie met verantwoording |
conclusions des juges-rapporteurs peuvent être adoptées en ce qu'elles | dat de conclusies van de rechters-verslaggevers kunnen worden |
rapprochent les quatre dernières questions préjudicielles posées dans | aangenomen in zoverre zij de laatste vier prejudiciële vragen die in |
la présente affaire portant le numéro 1367 du rôle et celles qui ont | deze zaak met rolnummer 1367 zijn gesteld in verband brengen met die |
welke het voorwerp hebben uitgemaakt van het arrest nr. 78/98, maar | |
fait l'objet de l'arrêt n° 78/98, mais il soutient en revanche que la | stelt daarentegen dat de eerste prejudiciële vraag in onderhavige |
première question préjudicielle dans la présente affaire, qui concerne | zaak, die op ruimere wijze betrekking heeft op de ontstentenis van |
de manière plus large l'absence d'obligation de saisine préalable du | verplichting van voorafgaande aanhangigmaking bij de beslagrechter, in |
juge des saisies, contrairement au droit commun, n'a pas été tranchée | tegenstelling tot het gemeen recht, niet door het Hof is beslecht. De |
par la Cour. Les arrêts nos 11/97 et 35/97 de la Cour, qui déclarent | arresten nrs. 11/97 en 35/97 van het Hof, waarbij de ontstentenis van |
discriminatoire l'absence de saisine préalable d'un juge dans le cadre | voorafgaande aanhangigmaking bij een rechter in het kader van de |
des saisies-arrêts simplifiées en matière d'impôt sur les revenus, ne | vereenvoudigde derdenbeslagen inzake inkomstenbelasting discriminerend |
critiqueraient cette mesure qu'en tant que le tiers-saisi, invité à | wordt verklaard, zouden die maatregel slechts bekritiseren in zoverre |
acquitter les impôts du débiteur fiscal en cas de carence de sa part, | de derde-beslagene die wordt verzocht de belastingen van de |
est étranger à la relation entre l'administration et le contribuable; | belastingschuldenaar te betalen ingeval laatstgenoemde in gebreke |
blijft, vreemd is aan de verhouding tussen de administratie en de | |
a contrario, la Cour laisserait entendre dans ces arrêts que l'absence | belastingplichtige; het Hof zou a contrario in die arresten te kennen |
de saisine préalable du juge par le fisc pourrait se justifier dans le | geven dat de ontstentenis van voorafgaande aanhangigmaking bij de |
rechter door de fiscus zou kunnen worden verantwoord in het kader van | |
cadre de la relation entre celui-ci et le contribuable. | de verhouding tussen laatstgenoemde en de belastingplichtige. |
- B - | - B - |
Quant aux quatre dernières questions posées par le juge a quo | Ten aanzien van de laatste vier door de verwijzende rechter gestelde |
B.1.1. Les quatre dernières questions préjudicielles posées dans la | vragen B.1.1. De laatste vier prejudiciële vragen die in deze zaak zijn |
présente affaire visent à faire contrôler par la Cour la compatibilité | gesteld strekken ertoe door het Hof de verenigbaarheid met de |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution des différences | artikelen 10 en 11 van de Grondwet te laten toetsen van de volgende |
suivantes, quant à l'étendue du contrôle du juge des saisies, | verschillen, ten aanzien van de omvang van de toetsing door de |
beslagrechter, voortvloeiende uit de vergelijking tussen, enerzijds, | |
résultant de la comparaison entre, d'une part, l'article 76, § 1er, | artikel 76, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de |
alinéa 3, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, interprété comme | toegevoegde waarde, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning ertoe |
habilitant le Roi à adopter l'article 8.1, § 3, de l'arrêté royal n° 4 | machtigt artikel 8.1, § 3, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 |
du 29 décembre 1969, inséré par l'article 7 de l'arrêté royal du 14 | december 1969, ingevoegd bij artikel 7 van het koninklijk besluit van |
14 april 1993, aan te nemen, en anderzijds, het gemeen recht van het | |
avril 1993, et, d'autre part, le droit commun de la saisie-arrêt | bewarend beslag onder derden zoals dat voortvloeit uit de artikelen |
conservatoire tel qu'il résulte des articles 1413 et suivants du Code | 1413 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek : |
judiciaire : 1° La condition de célérité, qui doit être vérifiée par le juge en | 1° De voorwaarde van spoed, die in het gemeen recht door de rechter |
droit commun, est présumée en matière de T.V.A. (deuxième question). | moet worden onderzocht, wordt vermoed inzake B.T.W. (tweede vraag). |
2° La condition du caractère certain, liquide et exigible de la | 2° De voorwaarde van het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van |
créance en cause, qui doit être vérifiée par le juge en droit commun, | de in het geding zijnde schuldvordering, dat in het gemeen recht door |
est présumée en matière de T.V.A. (troisième question). | de rechter moet worden onderzocht, wordt vermoed inzake B.T.W. (derde |
3° La preuve, apportée par le débiteur fiscal, de l'inexactitude des | vraag). 3° Het door de belastingschuldenaar geleverde bewijs van de |
constatations figurant aux procès-verbaux de l'administration fiscale | onjuistheid van de vaststellingen in de processen-verbaal van de |
ou la production d'une décision de justice établissant l'inexistence | belastingadministratie of de voorlegging van een gerechtelijke |
d'une dette d'impôt ne peuvent entraîner la mainlevée de la retenue en matière de T.V.A., alors que des circonstances comparables entraîneraient une pareille mainlevée d'une saisie-arrêt en droit commun par le juge des saisies (quatrième question). 4° La législation en matière de retenue de T.V.A. n'impose pas au fisc de décerner une contrainte, qui ouvrirait un recours au fond, et ne prévoit pas de mainlevée dans un délai raisonnable sous le contrôle du juge des saisies, qui serait ainsi habilité à sanctionner un éventuel abus de droit (cinquième question). B.1.2. Comme dans l'affaire portant le numéro 1134 du rôle ayant donné | beslissing waaruit blijkt dat er geen belastingschuld is, kunnen niet de opheffing van de inhouding inzake B.T.W. teweegbrengen, terwijl vergelijkbare omstandigheden een dergelijke opheffing van een derdenbeslag in het gemeen recht door de beslagrechter zouden teweegbrengen (vierde vraag). 4° De wetgeving inzake B.T.W.-inhouding legt de fiscus niet de verplichting op een dwangbevel uit te vaardigen, dat een beroep ten gronde mogelijk zou maken, en voorziet niet in de opheffing binnen een redelijke termijn onder het toezicht van de beslagrechter, die aldus ertoe gemachtigd zou worden een mogelijk rechtsmisbruik te bestraffen (vijfde vraag). B.1.2. Zoals in de zaak met rolnummer 1134, die aanleiding heeft |
lieu à l'arrêt n° 78/98, ces quatre questions reviennent à interroger | gegeven tot het arrest nr. 78/98, komen die vier vragen erop neer dat |
la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la | het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 |
Constitution des limitations apportées par le régime de la T.V.A. à | en 11 van de Grondwet van de beperkingen die door de B.T.W.-regeling |
l'effectivité du contrôle juridictionnel en matière de saisie-arrêt | zijn gesteld aan de effectiviteit van de jurisdictionele toetsing |
conservatoire. | inzake bewarend beslag onder derden. |
B.1.3. Comme l'admet l'Etat belge dans son mémoire justificatif, la | B.1.3. Zoals de Belgische Staat in zijn memorie met verantwoording |
Cour peut répondre à ces quatre questions comme il a été répondu à | aanneemt, kan het Hof die vier vragen beantwoorden zoals is geantwoord |
celles qui ont fait l'objet de l'arrêt n° 78/98. | op de vragen die het voorwerp hebben uitgemaakt van het arrest nr. |
B.2. L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., tel qu'il a été | 78/98. B.2. Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, zoals het is gewijzigd |
modifié par l'article 86 de la loi du 28 décembre 1992, dispose : | bij artikel 86 van de wet van 28 december 1992, bepaalt : |
« Lorsque le montant des déductions prévues par les articles 45 à 48 excède à la fin de l'année civile le montant des taxes dues par l'assujetti qui est établi en Belgique, qui a en Belgique un établissement stable ou qui, en vertu de l'article 55, a fait agréer en Belgique un représentant responsable, l'excédent est restitué, aux conditions fixées par le Roi, dans les trois mois sur demande expresse de l'assujetti. Le Roi peut prévoir la restitution de l'excédent avant la fin de l'année civile dans les cas qu'Il détermine et aux conditions qu'Il fixe. En ce qui concerne les conditions visées aux alinéas 1er et 2, le Roi peut prévoir, au profit de l'administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, une retenue valant saisie-arrêt | « Wanneer het bedrag van de belasting die ingevolge de artikelen 45 tot 48 voor aftrek in aanmerking komt, aan het einde van het kalenderjaar meer bedraagt dan de belasting die verschuldigd is door de belastingplichtige die in België is gevestigd, in België een vaste inrichting heeft of die, overeenkomstig artikel 55, in België een aansprakelijke vertegenwoordiger heeft doen erkennen, dan wordt, onder de voorwaarden bepaald door de Koning, het verschil teruggegeven binnen drie maanden op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige. De Koning kan bepalen dat het overschot, in de door Hem te bepalen gevallen en onder de door Hem te stellen voorwaarden, vóór het einde van het kalenderjaar wordt teruggegeven. Met betrekking tot de in het eerste en tweede lid bedoelde voorwaarden kan de Koning ten voordele van de Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen, een inhouding voorzien die geldt als bewarend |
conservatoire au sens de l'article 1445 du Code judiciaire. » | beslag onder derden in de zin van artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek. » |
L'article 1445 du Code judiciaire dispose : | Artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Tout créancier peut, en vertu de titres authentiques ou privés, | « Iedere schuldeiser kan, op grond van authentieke of onderhandse |
saisir-arrêter par huissier de justice, à titre conservatoire, entre | stukken, bij gerechtsdeurwaarder, onder een derde, bewarend beslag |
les mains d'un tiers, les sommes et effets que celui-ci doit à son | leggen op de bedragen of zaken die deze aan zijn schuldenaar |
débiteur. | verschuldigd is. |
En cas d'inaction de son débiteur, le créancier peut, par application | Bij stilzitten van zijn schuldenaar kan de schuldeiser, met toepassing |
de l'article 1166 du Code civil, former la même procédure. | van artikel 1166 van het Burgerlijk wetboek, dezelfde procedure |
L'acte de saisie contient le texte des articles 1451 à 1456 et | voeren. De akte van beslag bevat de tekst van de artikelen 1451 tot 1456 en de |
l'avertissement au tiers saisi qu'il devra se conformer à ces | waarschuwing aan de derde-beslagene dat hij zich naar de bepalingen |
dispositions. » | ervan moet gedragen. » |
Des motifs de son jugement, il ressort que le juge a quo se réfère à | Uit de motivering van zijn vonnis blijkt dat de verwijzende rechter |
l'article 8.1, § 3, alinéa 4, de l'arrêté royal n° 4 du 29 décembre | refereert aan artikel 8.1, § 3, vierde lid, van het koninklijk besluit |
1969 relatif aux restitutions en matière de taxe sur la valeur | nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake |
belasting over de toegevoegde waarde, zoals het is gewijzigd bij het | |
ajoutée, tel qu'il a été modifié par l'arrêté royal du 14 avril 1993 | koninklijk besluit van 14 april 1993, genomen ter uitvoering van het |
pris en exécution de l'article 76, § 1er, précité. | voormelde artikel 76, § 1. |
Cet article dispose : | Dat artikel bepaalt : |
« Si la dette d'impôt visée à l'alinéa 1er ne constitue pas une | « Indien de in het eerste lid bedoelde belastingschuld in het voordeel |
créance certaine, liquide et exigible, en tout ou en partie, au profit | van de administratie geen schuldvordering vormt die geheel of |
de l'administration, ce qui est notamment le cas lorsqu'elle est | gedeeltelijk zeker, opeisbaar en vaststaand is, wat onder meer het |
contestée ou lorsqu'elle a donné lieu à une contrainte visée à | geval is wanneer ze wordt betwist of aanleiding heeft gegeven tot een |
l'article 85 du Code dont l'exécution est interrompue par l'opposition | dwangbevel bedoeld in artikel 85 van het Wetboek, waarvan de |
prévue à l'article 89 du Code, le crédit d'impôt est retenu à | tenuitvoerlegging werd gestuit door het verzet bedoeld in artikel 89 |
van het Wetboek, wordt het belastingkrediet tot het beloop van de | |
concurrence de la créance de l'administration. Cette retenue vaut | schuldvordering van de administratie ingehouden. Deze inhouding geldt |
saisie-arrêt conservatoire jusqu'à ce que le litige soit | als bewarend beslag onder derden tot het geschil definitief wordt |
définitivement terminé, soit au plan administratif, soit par un | beëindigd op administratieve wijze of bij wijze van een in kracht van |
jugement ou un arrêt coulé en force de chose jugée. Pour la mise en | gewijsde gegaan vonnis of arrest. Voor de toepassing van deze |
oeuvre de cette retenue, la condition exigée par l'article 1413 du | inhouding wordt de voorwaarde vereist door artikel 1413 van het |
Code judiciaire est censée être remplie. » | Gerechtelijk Wetboek geacht te zijn vervuld. » |
Les créanciers titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A., | De schuldeisers die houder zijn van een belastingkrediet inzake |
par ailleurs débiteurs d'une dette fiscale vis-à-vis de l'Etat, font | B.T.W., overigens schuldenaars van een fiscale schuld ten aanzien van |
l'objet d'un traitement différent puisque le crédit d'impôt peut être | de Staat, worden verschillend behandeld, vermits het belastingkrediet |
retenu à concurrence de leur dette, selon une procédure qui déroge aux | kan worden ingehouden tot beloop van hun schuld, volgens een procedure |
articles 1413 et 1415 du Code judiciaire. | die afwijkt van de artikelen 1413 en 1415 van het Gerechtelijk Wetboek. |
Ces articles disposent : | Die artikelen bepalen : |
« Art. 1413.Tout créancier peut, dans les cas qui requièrent |
« Art. 1413.Iedere schuldeiser kan in spoedeisende gevallen aan de |
célérité, demander au juge l'autorisation de saisir conservatoirement | rechter toelating vragen om op de voor beslag vatbare goederen van |
les biens saisissables qui appartiennent à son débiteur. » | zijn schuldenaar bewarend beslag te leggen. » |
« Art. 1415.La saisie conservatoire ne peut être autorisée que pour |
« Art. 1415.Verlof om bewarend beslag te leggen mag niet worden |
une créance certaine et exigible, liquide ou susceptible d'une | verleend dan wegens een schuldvordering die zeker en opeisbaar is, en |
estimation provisoire. | die vaststaande is of vatbaar voor een voorlopige raming. |
B.3. La Cour ne peut se prononcer sur le caractère justifié ou non | B.3. Het Hof vermag zich enkel uit te spreken over het ten aanzien van |
d'une différence de traitement au regard des articles 10 et 11 de la | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet verantwoorde |
Constitution que si cette différence est imputable à une norme | karakter van een verschil in behandeling als dat verschil aan een norm |
législative. A cet égard, il y a lieu de relever que lorsqu'un | met wetgevend karakter kan worden toegeschreven. In dat verband moet |
législateur délègue, il faut supposer, sauf indication contraire, | worden opgemerkt dat, wanneer een wetgever een machtiging verleent, |
aangenomen dient te worden - behoudens aanwijzingen in | |
qu'il n'entend habiliter le délégué qu'à faire de son pouvoir un usage | tegenovergestelde zin - dat hij de gemachtigde enkel de bevoegdheid |
verleent om die machtiging aan te wenden in overeenstemming met de | |
conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
La Cour analysera la mesure exprimée dans l'article 8.1, § 3, alinéa | Het Hof zal de in artikel 8.1, § 3, vierde lid, van het voormelde |
4, de l'arrêté royal précité, non afin de se prononcer sur la | koninklijk besluit tot uitdrukking gebrachte maatregel analyseren, |
constitutionnalité d'un arrêté royal, ce qui n'est pas de sa compétence, mais seulement en se plaçant, conformément aux termes de la question préjudicielle, dans l'hypothèse où l'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A. doit s'interpréter comme autorisant le Roi à prendre cette mesure. B.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. | niet om zich uit te spreken over de grondwettigheid van een koninklijk besluit, wat niet tot zijn bevoegdheid behoort, maar uitsluitend door het geval te beschouwen waarin, overeenkomstig de bewoordingen van de prejudiciële vraag, artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek in die zin dient te worden geïnterpreteerd dat het de Koning ertoe machtigt die maatregel te nemen. B.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.5. Dès lors que le produit de l'impôt ne peut être affecté qu'à la | B.5. Aangezien de opbrengst van de belasting enkel mag worden |
satisfaction de l'intérêt général et à la mise en oeuvre, par les | aangewend voor de behartiging van het algemeen belang en voor de |
pouvoirs publics, de leurs engagements vis-à-vis de la collectivité, | inwerkingstelling door de overheid van haar verbintenissen ten aanzien |
il doit être admis que les mesures conservatoires des intérêts de | van de collectiviteit, moet worden aangenomen dat de bewarende |
l'Etat puissent déroger à certaines règles du droit commun. Le | maatregelen ten gunste van de Staat mogen afwijken van sommige regels |
législateur fiscal peut donc déroger à des dispositions du Code | van het gemeen recht. De fiscale wetgever vermag dus van bepalingen |
judiciaire sans pour autant méconnaître nécessairement les règles | van het Gerechtelijk Wetboek af te wijken zonder daarom |
d'égalité et de non-discrimination. | noodzakelijkerwijze de regels van gelijkheid en niet-discriminatie te miskennen. |
B.6. La Cour doit cependant vérifier si, compte tenu de ses effets, la | B.6. Het Hof moet evenwel nagaan of, rekening houdend met de gevolgen |
mesure en cause n'est pas disproportionnée à l'objectif poursuivi. | ervan, de in het geding zijnde maatregel niet onevenredig is ten |
opzichte van het nagestreefde doel. | |
B.7. Il résulte des travaux préparatoires de l'article 76, § 1er, du | B.7. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 76, § 1, van het |
Code de la T.V.A. que le législateur s'est soucié de protéger les | B.T.W.-Wetboek blijkt dat de wetgever ernaar heeft gestreefd de |
intérêts du Trésor et de prévenir la fraude et l'évasion fiscale « | belangen van de Schatkist te vrijwaren en de fraude en |
sans toutefois léser les droits de l'assujetti. A cette fin, le | belastingontwijking te voorkomen, « zonder evenwel de rechten van de |
Gouvernement est d'avis que la meilleure solution est d'accorder à | belastingplichtige te schaden. De Regering is van oordeel dat dit het |
cette retenue la valeur d'une saisie conservatoire à exercer dans les | best kan geschieden door aan deze inhouding de waarde te geven van een |
bewarend beslag onder derden dat uitgeoefend zou worden overeenkomstig | |
limites et dans les conditions à déterminer par le Roi. Pour ce qui ne | de regelen en onder de voorwaarden die door de Koning te bepalen zijn. |
serait pas déterminé de façon spécifique par le Roi, il y aurait alors | Wat niet specifiek door de Koning bepaald wordt, zou uiteraard |
application du Code judiciaire ou des autres dispositions légales | overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek of andere wetsbepalingen die |
applicables vis-à-vis de l'Etat » (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° | specifiek van toepassing zijn op de Staat, dienen te gebeuren » (Gedr. |
684/2, p. 10; Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 684/4, p. 54). | St., Kamer, 1992-1993, nr. 684/2, p. 10; Gedr. St., Kamer, 1992-1993, nr. 684/4, p. 54). |
B.8. S'il est légitime que le législateur se soucie de prévenir la | B.8. Al is het gewettigd dat de wetgever ernaar streeft de fiscale |
fraude fiscale et de protéger les intérêts du Trésor, par souci de | fraude te voorkomen en de belangen van de Schatkist te vrijwaren, |
justice et pour remplir au mieux les tâches d'intérêt général dont il | vanuit de zorg voor gerechtigheid en om de taken van algemeen belang |
a la charge, il convient toutefois que les mesures prises n'aillent | waarmee hij is belast zo goed mogelijk te vervullen, toch dient hij |
pas au-delà de ce qui est nécessaire à cette fin. Le contrôle de la | ervoor te zorgen dat de genomen maatregelen niet verder gaan dan |
hetgeen daartoe noodzakelijk is. De door het Hof uitgeoefende toetsing | |
Cour est plus strict si des principes fondamentaux sont en cause. | is strikter wanneer fundamentele beginselen in het geding zijn. |
B.9. Selon le juge qui pose la question préjudicielle, l'article 76, § | B.9. Volgens de verwijzende rechter zou artikel 76, § 1, slechts een |
1er, ne permettrait qu'un contrôle formel du juge des saisies; en | formele toetsing door de beslagrechter mogelijk maken; door aan de |
n'imposant pas au fisc de décerner une contrainte ou de donner | fiscus niet de verplichting op te leggen een dwangbevel uit te |
mainlevée de la saisie dans un délai raisonnable sous le contrôle du | vaardigen of opheffing van het beslag te verlenen binnen een redelijke |
juge des saisies, cette disposition rendrait impossible l'exercice | termijn onder het toezicht van de beslagrechter, zou die bepaling de |
d'un recours juridictionnel. La Cour doit donc vérifier si les | uitoefening van een jurisdictioneel beroep onmogelijk maken. Het Hof |
dérogations au droit commun des saisies n'ont pas pour effet de priver | moet dus nagaan of de afwijkingen van het gemeen beslagrecht niet tot |
les contribuables concernés de la garantie essentielle que constitue | gevolg hebben dat de betrokken belastingplichtigen de essentiële |
le contrôle juridictionnel effectif portant sur la régularité et la | waarborg wordt ontzegd die bestaat in de daadwerkelijke |
validité de la retenue d'une dette d'impôt dans une procédure de | jurisdictionele controle betreffende de regelmatigheid en de |
geldigheid van de inhouding van een belastingschuld in een | |
saisie. | beslagprocedure. |
A cet égard, il faut relever que, en vertu de l'alinéa 10 de l'article | In dat verband dient erop te worden gewezen dat, krachtens het tiende |
8.1, § 3, de l'arrêté royal du 29 décembre 1969 précité, « l'assujetti | lid van artikel 8.1, § 3, van het voormelde koninklijk besluit van 29 |
peut uniquement faire opposition à la retenue visée aux alinéas 4 et 5 | december 1969, « de belastingplichtige [...] enkel verzet [kan] doen |
tegen de inhouding bedoeld in het vierde en het vijfde lid door | |
en faisant application de l'article 1420 du Code judiciaire. | toepassing te maken van artikel 1420 van het Gerechtelijk Wetboek. De |
Néanmoins, le juge des saisies ne peut pas ordonner la mainlevée de la | beslagrechter kan evenwel de opheffing van het beslag niet gelasten |
saisie aussi longtemps que la preuve administrée par les | zolang het door de processen-verbaal, bedoeld in het zesde lid, |
procès-verbaux visés à l'alinéa 6 n'est pas réfutée, aussi longtemps | geleverde bewijs niet is weerlegd, zolang de gegevens overeenkomstig |
que les données issues de l'échange de renseignements entre les Etats | de procedures van de door de Europese Gemeenschappen uitgevaardigde |
membres de la Communauté ne sont pas obtenues ou pendant le temps | reglementering inzake het uitwisselen van inlichtingen tussen de |
d'une information du parquet ou d'une instruction du juge | Lid-Staten van de Gemeenschap niet werden bekomen of gedurende een |
opsporingsonderzoek van het Parket of een gerechtelijk onderzoek van | |
d'instruction ». | de onderzoeksrechter ». |
Il en résulte que le juge des saisies ne peut se prononcer que sur la | Hieruit vloeit voort dat de beslagrechter zich enkel kan uitspreken |
régularité formelle de la procédure de retenue et non sur les | over de formele regelmatigheid van de inhoudingsprocedure en niet over |
conditions de fond de celle-ci. Dès lors que le pouvoir d'appréciation | de grondvoorwaarden ervan. Aangezien de beoordelingsbevoegdheid van de |
du juge des saisies quant à l'existence de la condition de célérité | beslagrechter ten aanzien van het bestaan van de voorwaarde van spoed |
posée à l'article 1413 du Code judiciaire et quant au caractère | gesteld in artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek en ten aanzien |
van het zekere, vaststaande en opeisbare karakter van de | |
certain, liquide et exigible de la créance de l'administration fiscale | schuldvordering van de belastingadministratie uitgesloten is, |
est exclu, qu'en outre, selon l'alinéa 4 de l'article 8.1, § 3, de | bovendien volgens het vierde lid van artikel 8.1, § 3, van het besluit |
l'arrêté, les effets de la retenue persistent tant que n'intervient | de gevolgen van de inhouding blijven bestaan zolang geen in kracht van |
gewijsde gegaan vonnis of arrest is gewezen, zelfs al staat vast dat | |
pas un jugement ou un arrêt passé en force de chose jugée, même si | er geen belastingschuld is, en ten slotte aan de fiscus niet de |
l'inexistence de la dette d'impôt est établie, et qu'enfin, il n'est | verplichting wordt opgelegd een dwangbevel uit te vaardigen of de |
pas imposé au fisc de décerner une contrainte ou de donner mainlevée | opheffing van het beslag te verlenen binnen een redelijke termijn |
de la saisie dans un délai raisonnable sous le contrôle du juge des | onder het toezicht van de beslagrechter, worden de door de maatregel |
saisies, les personnes visées par la mesure sont atteintes de manière | beoogde personen op onevenredige wijze geraakt in hun recht op een |
disproportionnée dans leur droit à un contrôle juridictionnel | daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht. |
effectif. L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., modifié par la loi du 28 | Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 |
décembre 1992, interprété comme autorisant le Roi à prescrire une | december 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning toestaat |
een inhouding van belastingkredieten geldend als bewarend beslag onder | |
retenue des crédits d'impôt valant saisie-arrêt conservatoire, la | derden voor te schrijven, waarbij de voorwaarde vereist door artikel |
condition requise par l'article 1413 du Code judiciaire étant censée | 1413 van het Gerechtelijk Wetboek wordt geacht vervuld te zijn, zelfs |
remplie même quand la dette d'impôt ne constitue pas une créance | wanneer de belastingschuld geen schuldvordering is overeenkomstig |
conforme à l'article 1415 de ce Code, viole les articles 10 et 11 de | artikel 1415 van dat Wetboek, schendt de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution en ce qu'il aboutit à priver les personnes faisant | Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat de personen die het voorwerp |
l'objet d'une retenue de tout contrôle juridictionnel effectif sur la | van een inhouding uitmaken, iedere daadwerkelijke rechterlijke |
régularité et la validité de la retenue. | toetsing van de regelmatigheid en de geldigheid van de inhouding wordt |
B.10. La Cour constate cependant que l'article 76, § 1er, lui-même, en | ontzegd. B.10. Het Hof stelt evenwel vast dat, op zich, artikel 76, § 1, derde |
son alinéa 3, se borne à permettre au Roi de prévoir « au profit de | lid, zich ertoe beperkt de Koning toe te staan « ten voordele van de |
l'administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, | Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen, een inhouding |
une retenue valant saisie-arrêt conservatoire au sens de l'article | [te] voorzien die geldt als bewarend beslag onder derden in de zin van |
1445 du Code judiciaire ». | artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek ». |
Die tekst kan ook in die zin worden geïnterpreteerd dat hij de Koning | |
Ce texte peut aussi être interprété comme n'autorisant pas le Roi à | niet toestaat dermate van het gemeen recht inzake bewarend beslag |
déroger à ce point au droit commun en matière de saisie-arrêt | onder derden af te wijken dat Hij de personen die het voorwerp |
conservatoire qu'Il puisse priver les personnes qui font l'objet d'une | uitmaken van een inhouding ieder daadwerkelijk jurisdictioneel |
retenue de tout contrôle juridictionnel effectif quant à la régularité | toezicht op de regelmatigheid en de geldigheid van die inhouding zou |
et à la validité de cette retenue. Dans cette interprétation, | vermogen te ontzeggen. In die interpretatie schendt artikel 76, § 1, |
l'article 76, § 1er, ne viole pas les articles 10 et 11 de la | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Constitution. Quant à la première question posée par le juge a quo | Ten aanzien van de eerste door de verwijzende rechter gestelde vraag |
B.11. En vertu de l'article 26, § 2, alinéa 3, 1° et 2°, de la loi | B.11. Krachtens artikel 26, § 2, derde lid, 1° en 2°, van de |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les juridictions | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, zijn de |
ne sont en principe pas tenues de poser une question préjudicielle à | rechtscolleges in beginsel niet ertoe gehouden aan het Hof een |
la Cour d'arbitrage : | prejudiciële vraag te stellen : |
« 1° lorsque la Cour a déjà statué sur une question [...] ayant le | « 1° wanneer het Arbitragehof reeds uitspraak heeft gedaan op een |
même objet; » | vraag [...] met hetzelfde onderwerp; » |
« 2° lorsqu'elle estime que la réponse à la question préjudicielle | « 2° wanneer het rechtscollege meent dat het antwoord op de |
n'est pas indispensable pour rendre sa décision; » | prejudiciële vraag niet onontbeerlijk is om uitspraak te doen; » |
B.12. Etant donné que, par son arrêt n° 78/98, rendu le 7 juillet | B.12. Aangezien het Hof bij zijn arrest nr. 78/98, gewezen op 7 juli |
1998, dont le juge des saisies ne pouvait avoir connaissance lorsqu'il | 1998, waarvan de beslagrechter geen kennis kon hebben gehad toen hij |
a interrogé la Cour par son jugement du 26 juin 1998, la Cour a | bij zijn vonnis van 26 juni 1998 het Hof ondervroeg, heeft geantwoord |
op prejudiciële vragen die, zoals in deze zaak, betrekking hadden op | |
répondu à des questions préjudicielles portant, comme dans la présente | de voorwaarden waarin het jurisdictionele toezicht wordt uitgeoefend |
affaire, sur les conditions dans lesquelles s'exerce le contrôle | in het afwijkende stelsel van het derdenbeslag dat bij artikel 76, § |
juridictionnel dans le régime dérogatoire de la saisie-arrêt autorisé | 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde |
par l'article 76, § 1er, alinéa 3, du Code de la taxe sur la valeur | waarde wordt toegestaan, staat het aan de verwijzende rechter, bij de |
ajoutée, il appartient au juge a quo, à la lecture de la réponse | lezing van het door het Hof gegeven antwoord op de hiervoor behandelde |
donnée par la Cour aux questions préjudicielles traitées ci-avant, | prejudiciële vragen, te oordelen of hij, rekening houdend met de |
d'apprécier s'il ne se trouve pas, compte tenu des circonstances de | omstandigheden van de zaak, niet te maken heeft met een geval waarin |
l'espèce, dans un cas d'application de l'article 26, § 2, alinéa 3, 1° | artikel 26, § 2, derde lid, 1° en 2°, van de bijzondere wet van 6 |
et 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, | januari 1989 op het Arbitragehof toepassing dient te vinden, wat de |
pour ce qui concerne la première question préjudicielle. | eerste prejudiciële vraag betreft. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour, | het Hof |
1° en ce qui concerne les deuxième, troisième, quatrième et cinquième questions préjudicielles : | 1) wat de tweede, derde, vierde en vijfde prejudiciële vraag betreft : |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., modifié par la loi du 28 | Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 |
décembre 1992, interprété comme autorisant le Roi à prévoir, au profit | december 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning toestaat, |
de l'Administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, | ten voordele van de Administratie van de B.T.W., registratie en |
une retenue des crédits d'impôt valant saisie-arrêt conservatoire, la | domeinen, te voorzien in een inhouding van belastingkredieten geldend |
als bewarend beslag onder derden, waarbij de voorwaarde vereist door | |
condition requise par l'article 1413 du Code judiciaire étant censée | artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek wordt geacht vervuld te |
remplie même quand la dette fiscale n'a pas les caractères requis par | zijn, zelfs wanneer de belastingschuld niet de kenmerken vertoont |
l'article 1415 de ce Code, viole les articles 10 et 11 de la | vereist door artikel 1415 van dat Wetboek, schendt de artikelen 10 en |
11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat aan de personen die | |
Constitution en ce qu'il aboutit à priver les personnes faisant | het voorwerp van een inhouding uitmaken, iedere daadwerkelijke |
l'objet d'une retenue de tout contrôle juridictionnel effectif sur la | rechterlijke toetsing van de regelmatigheid en geldigheid van de inhouding wordt ontzegd. |
régularité et la validité de la retenue. | In die zin geïnterpreteerd dat het de Koning niet toestaat de personen |
Interprété comme n'autorisant pas le Roi à priver les personnes qui | die het voorwerp uitmaken van een inhouding van een belastingkrediet, |
font l'objet d'une retenue de crédit d'impôt, valant saisie-arrêt | geldend als bewarend beslag onder derden, iedere daadwerkelijke |
conservatoire, de tout contrôle juridictionnel effectif quant à la | rechterlijke toetsing van de regelmatigheid en geldigheid van die |
régularité et à la validité de cette retenue, l'article 76, § 1er, du | inhouding te ontzeggen, schendt artikel 76, § 1, van het |
Code de la T.V.A ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | B.T.W.-Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
2° en ce qui concerne la première question préjudicielle : | 2) wat de eerste prejudiciële vraag betreft : |
renvoie la cause au juge a quo. | zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 18 novembre 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 18 november 1998. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |