← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. - Numéro
1358 du rôle de la Cour Par arrêt du 9 juin 1998 en cause de la s.a. Lorraine contre G. Oliestelder,
dont l'expédition est parvenue au greffe « Les articles 68 et 135 du Code d'instruction criminelle
lus dans leur contexte violent-ils les ar(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. - Numéro 1358 du rôle de la Cour Par arrêt du 9 juin 1998 en cause de la s.a. Lorraine contre G. Oliestelder, dont l'expédition est parvenue au greffe « Les articles 68 et 135 du Code d'instruction criminelle lus dans leur contexte violent-ils les ar(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. - Nummer 1358 van de rol van het Hof Bij arrest van 9 juni 1998 in zake de n.v. Lorraine tegen G. Oliestelder, waarvan de expeditie ter griffie v « Schenden de artikelen 68 en 135 van het Wetboek van Strafvordering, in context gelezen, de artike(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage. - Numéro 1358 du rôle de la Cour | januari 1989 op het Arbitragehof. - Nummer 1358 van de rol van het Hof |
| Par arrêt du 9 juin 1998 en cause de la s.a. Lorraine contre G. | Bij arrest van 9 juni 1998 in zake de n.v. Lorraine tegen G. |
| Oliestelder, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Oliestelder, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
| d'arbitrage le 19 juin 1998, la Cour de cassation a posé la question | ingekomen op 19 juni 1998, heeft het Hof van Cassatie de volgende |
| préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 68 et 135 du Code d'instruction criminelle lus dans | « Schenden de artikelen 68 en 135 van het Wetboek van Strafvordering, |
| leur contexte violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en | in context gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre |
| tant que la partie civile qui n'est pas domiciliée dans | de burgerlijke partij die niet woont in het gerechtelijk |
| l'arrondissement judiciaire où se fait l'instruction et qui n'a pas | arrondissement van het onderzoek en die geen woonplaats heeft gekozen |
| élu domicile dans cet arrondissement ne peut interjeter un appel | in dit arrondissement, slechts op ontvankelijke wijze hoger beroep kan |
| recevable que dans le délai de vingt-quatre heures à compter de | instellen binnen de termijn van vierentwintig uur vanaf de |
| l'ordonnance, alors que la partie civile qui est domiciliée ou qui a | beschikking, dan wanneer een burgerlijke partij die woont of keuze van |
| élu domicile dans l'arrondissement judiciaire où se fait l'instruction | woonplaats heeft gedaan in het gerechtelijk arrondissement van het |
| dispose du même délai à compter du jour où l'ordonnance lui est | onderzoek over dezelfde termijn beschikt vanaf de dag waarop de |
| signifiée ? » | beschikking haar is betekend ? » |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 1358 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1358 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |