← Retour vers "Arrêt n° 97/98 du 24 septembre 1998 Numéro du rôle : 1344 En cause : la question
préjudicielle relative aux articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première
instance de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée d après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant
: I. Objet de la question préjudicielle Par jug(...)"
Arrêt n° 97/98 du 24 septembre 1998 Numéro du rôle : 1344 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Bruxelles. La Cour d'arbitrage, composée d après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par jug(...) | Arrest nr. 97/98 van 24 september 1998 Rolnummer 1344 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Arbitragehof, samengeste wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij vonnis van 2(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 97/98 du 24 septembre 1998 | Arrest nr. 97/98 van 24 september 1998 |
Numéro du rôle : 1344 | Rolnummer 1344 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 620 et 621 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 |
du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de | van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste |
Bruxelles. | aanleg te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe et R. Henneuse, assistée du | rechters H. Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 2 juin 1998 en cause de M. Redotte contre la Société | Bij vonnis van 2 juni 1998 in zake M. Redotte tegen de Maatschappij |
des transports intercommunaux de Bruxelles, dont l'expédition est | voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour le 8 juin 1998, le Tribunal de première | griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 1998, heeft de Rechtbank |
instance de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent-ils les articles | « Schenden de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de |
10 et 11 de la Constitution belge en ce que, pour déterminer le | artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet doordat zij, om de aanleg |
ressort, il autorisent le cumul de la demande principale avec la | te bepalen, toestaan dat de hoofdvordering wordt samengevoegd met de |
demande reconventionnelle mais excluent le cumul de la demande | tegenvordering, maar uitsluiten dat de hoofdvordering wordt |
principale avec la demande en intervention formée par un tiers lésé | samengevoegd met de vordering tot tussenkomst ingesteld door een derde |
afin de réclamer au demandeur l'indemnisation de son préjudice subi à | benadeelde persoon teneinde van de eiser de vergoeding te vorderen van |
la suite d'un même fait générateur de dommages ? » | de schade die hij als gevolg van eenzelfde oorzakelijk feit heeft geleden ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
1. Le 29 octobre 1992, un accident de roulage survient entre M. | 1. Op 29 oktober 1992 heeft zich een verkeersongeval voorgedaan tussen |
Redotte, un bus de la Société des transports intercommunaux de | M. Redotte, een bus van de Maatschappij voor het Intercommunaal |
Bruxelles (S.T.I.B.) et le conducteur d'un troisième véhicule, M. | Vervoer te Brussel (M.I.V.B.) en de bestuurder van een derde voertuig, |
Adib, qui est percuté par M. Redotte. M. Redotte introduit une action | M. Adib, die door M. Redotte is aangereden. M. Redotte stelt een |
en dommages et intérêts contre la S.T.I.B. et contre M. Adib. Cette | vordering tot schadevergoeding in tegen de M.I.V.B. en tegen M. Adib. |
demande est rejetée par le juge de paix de Jette au motif que ce n'est | Die vordering wordt door de vrederechter te Jette verworpen om reden |
pas la manoeuvre du bus qui est à l'origine de l'accident mais bien | dat het niet het manoeuvre van de bus is dat aan de oorsprong van het |
l'imprudence, l'inattention ou la vitesse trop élevée dans le chef du | ongeval ligt maar wel de onvoorzichtigheid, de onoplettendheid of de |
demandeur lui-même. Le demandeur est débouté et condamné à payer les | overdreven snelheid van de eiser zelf. De eiser wordt afgewezen en |
dommages et intérêts demandés par M. Adib, qui s'était porté demandeur | veroordeeld tot het betalen van de schadevergoeding gevorderd door M. |
Adib, die een vordering tot tussenkomst had ingesteld. | |
en intervention. | 2. M. Redotte gaat tegen dat vonnis in hoger beroep en maakt de zaak |
2. M. Redotte fait appel de ce jugement et saisit le Tribunal de | aanhangig bij de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. De M.I.V.B. |
première instance de Bruxelles. La S.T.I.B. soulève l'irrecevabilité | werpt de onontvankelijkheid van het hoger beroep op om reden dat in |
de l'appel au motif qu'en cas de demande en intervention, les montants | geval van vordering tot tussenkomst de bedragen van die vordering en |
de celle-ci et de la demande principale ne se cumulent pas. | van de hoofdvordering niet worden samengevoegd. De appellant vordert |
L'appelant, en revanche, demande à son bénéfice l'application de | daarentegen, te zijnen voordele, de toepassing van het arrest nr. |
l'arrêt de la Cour n° 15/97 du 18 mars 1997 par lequel celle-ci a dit | 15/97 van het Hof van 18 maart 1997 waarin het Hof voor recht heeft |
pour droit que « les articles 620 et 621 du Code judiciaire violaient | gezegd dat « de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluaient que | [...] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet [schenden], doordat zij |
soient cumulés, pour la détermination du ressort, le montant de la | uitsluiten dat, om de aanleg te bepalen, het bedrag van de vordering |
die een benadeeld persoon richt tegen de verzekeraar van diegene die | |
demande dirigée par une personne lésée contre l'assureur de celui | hij voor de door hem geleden schade aansprakelijk acht, zonder de |
qu'elle estime responsable de son dommage, sans mettre l'assuré à la | verzekerde bij de zaak te betrekken, wordt samengeteld met het bedrag |
cause, et le montant de la demande en intervention dirigée par | van de vordering tot tussenkomst die laatstgenoemde tegen de |
celui-ci contre le demandeur originaire, alors que cette demande | oorspronkelijke eiser richt, terwijl die tussenvordering een gevolg is |
incidente dérive du fait qui sert de fondement à l'action originaire | van het feit dat tot grondslag van de oorspronkelijke vordering dient |
». | ». |
3. Estimant que les faits de la cause qui lui sont soumis ne sont pas | 3. De Rechtbank van eerste aanleg, die van oordeel is dat de feiten |
les mêmes que dans l'affaire précitée, le Tribunal de première | van de zaak die haar worden voorgelegd, niet dezelfde zijn als in de |
instance considère qu'il ne peut appliquer automatiquement l'arrêt de | voormelde zaak, is de mening toegedaan dat zij het arrest van het Hof |
la Cour et pose donc la question précitée. | niet automatisch kan toepassen en stelt dus de voormelde vraag. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 8 juin 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 8 juni 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Le 8 juillet 1998, les juges-rapporteurs E. Cerexhe et H. Boel ont | Op 8 juli 1998 hebben de rechters-verslaggevers E. Cerexhe en H. Boel, |
informé la Cour, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi | met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de organieke wet, het |
organique, qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour de | Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden |
rendre un arrêt de réponse immédiate. | gebracht aan het Hof voor te stellen een arrest van onmiddellijk |
antwoord te wijzen. | |
Les conclusions des juges-rapporteurs ont été notifiées aux parties | Overeenkomstig artikel 72, tweede lid, van de organieke wet is van de |
dans l'instance principale conformément à l'article 72, alinéa 2, de | conclusies van de rechters-verslaggevers aan de partijen in het |
la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 8 juillet | bodemgeschil kennisgegeven bij op 8 juli 1998 ter post aangetekende |
1998. | brieven. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Les juges-rapporteurs ont estimé qu'ils pourraient être amenés à | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat zij ertoe zouden |
proposer à la Cour, en application de l'article 72 de la loi spéciale | kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de zaak af te doen |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, de mettre fin à l'examen de | met een arrest van onmiddellijk antwoord, met toepassing van artikel |
l'affaire par un arrêt de réponse immédiate. | 72 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Ni la S.T.I.B. ni M. Adib n'ont souhaité formuler de remarque | Noch de M.I.V.B., noch M. Adib wensten bijzondere opmerkingen te |
particulière dans les mémoires justificatifs respectifs qu'ils ont | formuleren in de respectieve memories met verantwoording die zij |
introduits. | hebben ingediend. |
- B - | - B - |
B.1. La question préjudicielle est la même que celle à laquelle la | B.1. De prejudiciële vraag is dezelfde als die waarop het Hof heeft |
Cour a répondu par son arrêt n° 81/98 du 7 juillet 1998. | geantwoord met zijn arrest nr. 81/98 van 7 juli 1998. |
La Cour estime qu'il y a lieu de répondre à la présente question de la | Het Hof is van oordeel dat deze vraag op dezelfde manier dient te |
même manière que dans l'arrêt précité. | worden beantwoord als in het voormelde arrest. |
B.2. L'article 616 du Code judiciaire dispose : | B.2. Artikel 616 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Tout jugement peut être frappé d'appel, sauf si la loi en dispose | « Tegen ieder vonnis kan hoger beroep worden ingesteld, tenzij de wet |
autrement. » | anders bepaalt. » |
B.3. En vertu de l'article 617 du même Code, les jugements du juge de | B.3. Krachtens artikel 617 van hetzelfde Wetboek worden de vonnissen |
paix sont rendus en dernier ressort « lorsqu'il est statué sur une | van de vrederechter gewezen in laatste aanleg wanneer « uitspraak |
demande dont le montant ne dépasse pas 50.000 francs. » | wordt gedaan over een vordering waarvan het bedrag 50.000 frank niet overschrijdt. » |
B.4. Selon l'article 560 du même Code : | B.4. Artikel 560 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Lorsqu'un ou plusieurs demandeurs agissent contre un ou plusieurs | « Wanneer een of meer eisers optreden tegen een of meer verweerders, |
défendeurs, la somme totale réclamée fixe la compétence, sans égard à | wordt de bevoegdheid bepaald door de totale gevorderde som, ongeacht |
la part de chacun d'eux dans cette somme. » | ieders aandeel daarin. » |
L'article 618 du Code judiciaire rend cette disposition applicable à | Die bepaling wordt, bij artikel 618 van het Gerechtelijk Wetboek, |
la détermination du ressort. | toepasselijk gemaakt op het vaststellen van de aanleg. |
B.5. La règle exprimée à l'article 560 n'est toutefois pas applicable | B.5. De in artikel 560 vervatte regel is evenwel niet van toepassing |
en cas d'intervention volontaire. L'article 621 dispose en effet : | in geval van vrijwillige tussenkomst. Artikel 621 bepaalt immers : |
« A l'exception des décisions rendues sur les demandes | « Met uitzondering van de beslissingen inzake tegenvorderingen en |
reconventionnelles et sur les demandes en intervention tendant à la | vorderingen tot tussenkomst strekkend tot het uitspreken van een |
prononciation d'une condamnation, les jugements rendus sur incidents | veroordeling, wordt met betrekking tot de ontvankelijkheid van het |
et les jugements d'instruction suivent pour la recevabilité de l'appel | hoger beroep tegen de vonnissen op tussengeschil en tegen de |
le sort de la demande principale. » | onderzoeksvonnissen gehandeld zoals inzake de hoofdvorderingen. » |
Le Code judiciaire prévoit cependant une dérogation à l'égard de | Het Gerechtelijk Wetboek voorziet evenwel in een afwijking ten aanzien |
certaines demandes reconventionnelles. L'article 620 dispose en effet | van sommige tegenvorderingen. Artikel 620 bepaalt immers : |
: « Lorsque la demande reconventionnelle dérive soit du contrat ou du | « Wanneer de tegenvordering ontstaat uit het contract of het feit dat |
fait qui sert de fondement à l'action originaire, soit du caractère | aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, ofwel uit |
vexatoire ou téméraire de cette demande, le ressort se détermine en | de tergende of roekeloze aard van deze vordering, wordt de aanleg |
cumulant le montant de la demande principale et le montant de la | bepaald door samenvoeging van het bedrag van de hoofdvordering en het |
demande reconventionnelle. » | bedrag van de tegenvordering. » |
B.6. Il résulte de ce qui précède que pour déterminer le ressort, le | B.6. Uit wat voorafgaat volgt dat, om de aanleg te bepalen, het bedrag |
montant de la demande de l'intervenant volontaire ne peut être cumulé | van de vordering van de vrijwillig tussenkomende partij niet mag |
avec celui de la demande principale, même lorsque les demandes | worden samengeteld met dat van de hoofdvordering, ook niet wanneer de |
respectives trouvent leur origine dans le même fait. | onderscheiden vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit. |
B.7. La lecture conjointe des articles 617, 620 et 621 du Code | B.7. Uit de combinatie van de artikelen 617, 620 en 621 van het |
judiciaire conduit à la constatation qu'il existe, concernant la | |
détermination du montant du dernier ressort, une différence entre les | Gerechtelijk Wetboek volgt dat er ten aanzien van de vaststelling van |
situations de deux catégories de parties demanderesses sur incident : | het bedrag van de laatste aanleg een verschil bestaat tussen de |
les parties demanderesses sur reconvention et les parties | situaties van twee categorieën aanleggende partijen op tussenvordering |
intervenantes. Le montant de la demande reconventionnelle et celui de | : de aanleggers op tegenvordering en de tussenkomende partijen. Het |
la demande originaire sont cumulés lorsque la demande | bedrag van de tegenvordering wordt samengevoegd met dat van de |
reconventionnelle dérive soit du contrat ou du fait qui sert de | oorspronkelijke vordering, wanneer de tegenvordering ontstaat uit het |
fondement à l'action originaire, soit du caractère vexatoire ou | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
téméraire de cette demande, cependant que le montant d'une demande en | grondslag ligt of uit de tergende of roekeloze aard van die vordering, |
terwijl het bedrag van een vordering tot tussenkomst strekkend tot het | |
intervention tendant à la prononciation d'une condamnation ne | uitspreken van een veroordeling niet wordt samengeteld met het bedrag |
s'additionne pas au montant de la demande originaire même si elle | van de oorspronkelijke vordering, zelfs indien zij ontstaat uit het |
dérive du contrat ou du fait qui sert de fondement à la demande | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
originaire. | grondslag ligt. |
B.8. L'article 14 du Code judiciaire définit la demande | B.8. Artikel 14 van het Gerechtelijk Wetboek definieert de |
reconventionnelle comme étant la demande incidente formée par le | |
défendeur et qui tend à faire prononcer une condamnation à charge du | tegenvordering als de tussenvordering die de verweerder instelt om |
demandeur. L'article 15 de ce Code précise que l'intervention est une procédure par laquelle un tiers devient partie à la cause et qui tend, soit à la sauvegarde des intérêts de l'intervenant ou de l'une des parties en cause, soit à faire prononcer une condamnation ou ordonner une garantie. Une distinction objective est ainsi faite, déjà dans les dispositions préliminaires du Code judiciaire, entre la demande reconventionnelle et l'intervention, tenant compte de la qualité des personnes en cause, selon qu'elles sont ou non parties à la demande initiale. Il convient de vérifier si le critère objectif de distinction est pertinent lorsque les demandes respectives trouvent leur origine dans le même fait. B.9.1. Tant les décisions sur demandes reconventionnelles que les décisions relatives aux demandes d'intervention tendant à faire prononcer une condamnation sont considérées comme des exceptions à la règle selon laquelle les jugements rendus sur incidents suivent pour la recevabilité de l'appel le sort de la demande principale. B.9.2. En ce qui concerne des demandes incidentes qui dérivent du fait | tegen de eiser een veroordeling te doen uitspreken. Artikel 15 van dat Wetboek bepaalt dat de tussenkomst een rechtspleging is waarbij een derde persoon partij wordt in het geding en die ertoe strekt, hetzij de belangen van de tussenkomende partij of van een der partijen in het geding te beschermen, hetzij een veroordeling te doen uitspreken of vrijwaring te doen bevelen. Aldus wordt reeds in de voorafgaande bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek een objectief onderscheid gemaakt tussen de tegenvordering en de tussenkomst, rekening houdend met de hoedanigheid van de personen in het rechtsgeding naargelang zij al dan niet partij zijn bij de inleidende vordering. Er dient te worden onderzocht of het objectief criterium van onderscheid wel relevant is ingeval de onderscheiden vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit. B.9.1. Zowel de beslissingen op tegenvorderingen als de beslissingen inzake vorderingen tot tussenkomst strekkende tot het uitspreken van een veroordeling worden beschouwd als uitzonderingen op de regel volgens welke, met betrekking tot de ontvankelijkheid van het hoger beroep tegen vonnissen op tussengeschil, wordt gehandeld zoals inzake de hoofdvorderingen. B.9.2. Ten aanzien van de tussenvorderingen die ontstaan uit het feit dat aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, |
qui sert de fondement à l'action originaire, l'article 620 du Code | voorziet artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek in een mogelijkheid |
judiciaire prévoit une possibilité d'aller en appel, en cumulant, pour | om hoger beroep in te stellen door, wat de aanleg betreft, de bedragen |
la détermination du ressort, les montants de la demande principale et | van de hoofdvordering en de tussenvordering wel samen te tellen |
de la demande incidente lorsque celle-ci consiste en une demande | wanneer die tussenvordering een tegenvordering betreft, maar niet |
reconventionnelle, mais non lorsqu'il s'agit d'une demande en | wanneer het een vordering tot tussenkomst strekkend tot het verkrijgen |
intervention tendant à faire prononcer une condamnation. | van een veroordeling betreft. |
B.9.3. Selon le Conseil des ministres, le législateur a justifié cette | B.9.3. Volgens de Ministerraad heeft de wetgever die uitzondering |
exception en raison de l'unité de la procédure entre les mêmes parties | verantwoord omwille van de eenheid in de procesvoering tussen dezelfde |
concernant des demandes réciproques qui trouvent leur origine dans le | partijen met betrekking tot wederzijdse vorderingen die hun oorzaak |
même fait. | vinden in hetzelfde feit. |
L'unité de la procédure invoquée par le Conseil des ministres justifie | De eenheid van procesvoering die de Ministerraad aanvoert biedt wel |
qu'il soit dérogé, à l'article 620 du Code judiciaire, aux règles | een verantwoording voor het feit dat in artikel 620 van het |
Gerechtelijk Wetboek wordt afgeweken van de regels bepaald in artikel | |
établies à l'article 621 de ce Code et que les montants de la demande | 621 van dat Wetboek en dat de bedragen van hoofdvordering en |
principale et de la demande incidente soient cumulés pour la | tussenvordering voor het bepalen van de aanleg worden samengeteld |
détermination du ressort lorsqu'un même fait est à l'origine de ces | wanneer aan die vorderingen eenzelfde feit ten grondslag ligt, maar |
demandes, mais elle n'explique pas pourquoi cette mesure s'applique | zij verklaart niet waarom die maatregel wel geldt ten aanzien van een |
aux demandes reconventionnelles émanant du défendeur originaire et non | tegenvordering vanwege de oorspronkelijke verweerder en niet ten |
aux demandes incidentes émanant d'un tiers. | aanzien van een tussenvordering uitgaande van een derde. |
En effet, les demandes en intervention émanant d'un tiers peuvent | Ook de vorderingen tot tussenkomst van een derde kunnen immers |
également dériver du fait qui est à la base de la demande originaire. | ontstaan zijn uit het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
En tant qu'elles s'appuient sur le même fait, ces demandes en | grondslag ligt. Voor zover zij steunen op hetzelfde feit, vertonen die |
intervention présentent la même unité de procédure que celle qui | vorderingen tot tussenkomst dezelfde eenheid van procesvoering die aan |
justifie la mesure prescrite à l'article 620 du Code judiciaire. | het in artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde ten grondslag |
La qualité de partie défenderesse originaire ou de partie intervenante | ligt. De hoedanigheid van oorspronkelijk verwerende dan wel tussenkomende |
qui constitue en l'espèce le critère de distinction est sans | partij, die te dezen het criterium van onderscheid uitmaakt, is niet |
pertinence pour l'objet de l'exception établie à l'article 620 du Code judiciaire. | pertinent voor het doel van de in artikel 620 van het Gerechtelijk |
Il s'ensuit que la différence de traitement entre les parties à la | Wetboek bepaalde uitzondering. |
cause, qui résulte de l'article 620 du Code judiciaire, n'est pas | Hieruit volgt dat het uit artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek |
justifiée en ce qu'il est fait une distinction entre les demandes | voortspruitende verschil in behandeling tussen partijen in een geding |
reconventionnelles et les demandes incidentes qui dérivent du même | niet verantwoord is in zoverre een onderscheid wordt gemaakt tussen |
tegenvorderingen en tussenvorderingen die zijn ontstaan uit eenzelfde | |
fait servant de fondement à l'action originaire. | feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten grondslag ligt. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent les articles 10 et | De artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek schenden de |
11 de la Constitution en ce qu'ils autorisent, pour la détermination | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, om de aanleg te |
du ressort, le cumul du montant de la demande principale avec celui de | bepalen, toestaan dat het bedrag van de hoofdvordering wordt |
la demande reconventionnelle, mais interdisent le cumul du montant de | samengevoegd met dat van de tegenvordering, maar verbieden dat het |
la demande principale avec celui de la demande en intervention lorsque | bedrag van de hoofdvordering wordt samengevoegd met dat van de |
les demandes respectives trouvent leur origine dans le même fait. | vordering tot tussenkomst, wanneer de onderscheiden vorderingen hun |
oorzaak vinden in hetzelfde feit. | |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 septembre 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 september 1998. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior |