← Retour vers "Arrêt n° 81/98 du 7 juillet 1998 Numéro du rôle : 1209 En cause : la question préjudicielle
concernant les articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de
Louvain. La Cour d'arbitrage, composée des après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I.
Objet de la question préjudicielle Par jug(...)"
Arrêt n° 81/98 du 7 juillet 1998 Numéro du rôle : 1209 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Louvain. La Cour d'arbitrage, composée des après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par jug(...) | Arrest nr. 81/98 van 7 juli 1998 Rolnummer 1209 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven. Het Arbitragehof, samengesteld uit wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij vonnis van 1(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 81/98 du 7 juillet 1998 | Arrest nr. 81/98 van 7 juli 1998 |
Numéro du rôle : 1209 | Rolnummer 1209 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 620 et | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 |
621 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de | van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste |
Louvain. | aanleg te Leuven. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de |
Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe et R. Henneuse, assistée du | rechters H. Boel, L. François, G. De Baets, E. Cerexhe en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 19 novembre 1997 en cause de M. Donneux et A. Janssens | Bij vonnis van 19 november 1997 in zake M. Donneux en A. Janssens |
contre E. Peeters et J. Peeters, dont l'expédition est parvenue au | tegen E. Peeters en J. Peeters, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 8 décembre 1997, le Tribunal de première instance | het Hof is ingekomen op 8 december 1997, heeft de Rechtbank van eerste |
de Louvain a posé la question préjudicielle suivante : | aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent-ils les articles | « Schenden de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de |
10 et 11 de la Constitution belge en ce que, pour déterminer le | artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet doordat zij, om de aanleg |
ressort, ils autorisent le cumul de la demande principale avec la | te bepalen, toestaan dat de hoofdvordering wordt samengevoegd met de |
demande reconventionnelle, mais interdisent le cumul de la demande | tegenvordering, maar verbieden dat de hoofdvordering wordt |
principale avec la demande en intervention, lorsque les demandes | samengevoegd met de vordering tot tussenkomst, wanneer de |
respectives trouvent leur origine dans le même fait ? » | onderscheiden vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
1. Le 28 janvier 1993 a eu lieu à Louvain un accident de roulage | 1. Op 28 januari 1993 deed zich een verkeersongeval voor te Leuven |
impliquant, d'une part, un véhicule conduit par A. Janssens, qui était | tussen, enerzijds, een wagen bestuurd door A. Janssens die eigendom |
la propriété de son mari M. Donneux, et, d'autre part, un véhicule | was van haar echtgenoot M. Donneux, en, anderzijds, een wagen bestuurd |
conduit par E. Peeters, qui était la propriété de son père J. Peeters. | door E. Peeters die eigendom was van zijn vader J. Peeters. |
Par citation du 21 juin 1994 devant le juge de paix, M. Donneux a | M. Donneux vorderde bij dagvaarding van 21 juni 1994 voor de |
demandé la condamnation de E. Peeters au paiement de 26 379 francs en | vrederechter de veroordeling van E. Peeters tot betaling van 26 379 |
principal. A. Janssens est intervenue volontairement dans cette | frank in hoofdsom. A. Janssens kwam als bestuurster van het voertuig |
procédure, en qualité de conductrice du véhicule. J. Peeters est | vrijwillig tussen in dat geding. J. Peeters kwam eveneens vrijwillig |
également intervenu volontairement et a introduit une demande | tussen en stelde een tussenvordering in strekkende tot de veroordeling |
incidente tendant à la condamnation de A. Janssens au paiement de 24 | van A. Janssens tot betaling van 24 972 frank in hoofdsom naar |
972 francs en principal, suite à l'accident de roulage. | aanleiding van het verkeersongeval. |
Par jugement du 29 février 1996 de la Justice de paix du premier | Bij vonnis van 29 februari 1996 van het Vredegerecht van het eerste |
canton de Louvain, la responsabilité de A. Janssens dans l'accident de | kanton te Leuven werd de verantwoordelijkheid van A. Janssens voor het |
roulage a été retenue et cette dernière a été condamnée à payer à J. | ongeval vastgesteld en werd zij ertoe veroordeeld aan J. Peeters een |
Peeters un dédommagement de 24 972 francs, à majorer des intérêts | schadevergoeding te betalen ten belope van 24 972 frank, te |
compensatoires à compter du 28 janvier 1993, des intérêts judiciaires | vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 28 januari 1993, de |
et des frais. | gerechtelijke interesten en de kosten. |
2. M. Donneux et A. Janssens ont fait appel de ce jugement, le 25 | 2. M. Donneux en A. Janssens stelden tegen dat vonnis op 25 april 1996 |
avril 1996, devant le Tribunal de première instance de Louvain. Ils | hoger beroep in bij de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven. Zij |
demandent en ordre principal que E. Peeters soit condamné à payer à M. | vorderden in hoofdorde dat E. Peeters zou worden veroordeeld tot |
Donneux la somme de 26 379 francs, majorée des intérêts compensatoires | betaling aan M. Donneux van een bedrag van 26 379 frank, te |
depuis le 28 janvier 1993 et des intérêts judiciaires jusqu'au jour du | vermeerderen met de vergoedende interesten vanaf 28 januari 1993 en |
paiement intégral. | met de gerechtelijke interesten tot de dag van de algehele betaling. |
3. Par jugement du 21 mai 1997, le Tribunal a considéré que les règles | 3. Bij vonnis van 21 mei 1997 oordeelde de Rechtbank dat de regels |
en matière d'admissibilité et de recevabilité d'un appel sont d'ordre | inzake de toelaatbaarheid en ontvankelijkheid van een hoger beroep van |
public et qu'elles doivent dès lors être examinées d'office et, le cas | openbare orde zijn en derhalve ambtshalve door de rechtbank onderzocht |
échéant, être soulevées par le tribunal. La recevabilité de l'appel | en eventueel opgeworpen dienen te worden. De ontvankelijkheid van het |
dirigé contre une décision statuant sur une demande en intervention | hoger beroep tegen een beslissing over een vordering tot tussenkomst, |
tendant à faire prononcer une condamnation doit s'apprécier sans faire | strekkende tot het uitspreken van een veroordeling, moet worden |
référence à la demande principale. Pour déterminer le ressort, les | beoordeeld zonder te verwijzen naar de hoofdvordering. Voor het |
montants réclamés dans la demande principale originaire et dans la | bepalen van de aanleg mogen de gevorderde bedragen van de |
demande en intervention volontaire ne peuvent être cumulés. Ils | oorspronkelijke hoofdvordering en de vordering op vrijwillige |
doivent être considérés séparément, contrairement à ce qui se fait | tussenkomst niet worden samengevoegd. Zij dienen, anders dan voor een |
pour une demande principale et une demande reconventionnelle. Compte | hoofd- en tegenvordering, afzonderlijk te worden beoordeeld. Gelet op |
tenu du montant de la demande principale aussi bien que de celui de la demande en intervention volontaire, la question de la recevabilité de l'appel se posait. Le Tribunal a ordonné la réouverture des débats en vue de permettre aux parties de développer leur argumentation sur ce point. 4. Les appelants renvoient à l'arrêt de la Cour du 18 mars 1997 et déclarent, sur la base de celui-ci, que l'appel est bien recevable. Ils demandent en ordre subsidiaire qu'une question préjudicielle soit posée. Dans la décision de renvoi, le Tribunal considère que, dans l'arrêt précité, la Cour limite expressément sa réponse au cas dans lequel une personne lésée intente une action directe contre l'assureur, dont l'assuré intervient volontairement pour réclamer une indemnisation portant sur le même fait. L'affaire présente n'est toutefois pas identique, de sorte que l'arrêt en question ne peut pas être appliqué purement et simplement. En effet, il n'est en l'espèce nullement question d'une action formée contre une entreprise d'assurances sur la | het bedrag van zowel de hoofdvordering als van de vordering op vrijwillige tussenkomst rees de vraag of het hoger beroep ontvankelijk was. De Rechtbank beval de heropening van de debatten om de partijen ertoe in staat te stellen hun argumentatie ter zake te ontwikkelen. 4. De appellanten verwezen naar het arrest van het Hof van 18 maart 1997 en stelden dat op basis hiervan het hoger beroep wel ontvankelijk was. In ondergeschikte orde vroegen zij dat een prejudiciële vraag zou worden gesteld. De Rechtbank overweegt in de verwijzingsbeslissing dat het Hof in voormeld arrest zijn antwoord uitdrukkelijk beperkt tot de zaak waarbij een benadeelde een rechtstreekse vordering instelt tegen de verzekeraar, waarvan de verzekerde vrijwillig tussenkomt om schadevergoeding te vorderen met betrekking tot hetzelfde feit. De voorliggende zaak is echter niet dezelfde, zodat het arrest niet zonder meer kan worden toegepast. In casu is er immers geen sprake van een vordering tegen een verzekeringsmaatschappij op basis van het |
base du droit d'action directe de la personne lésée, mais bien d'une | rechtstreekse vorderingsrecht van de benadeelde, maar van een |
demande en intervention volontaire formée par une personne lésée | vordering op vrijwillige tussenkomst door een benadeelde tegen een |
contre un défendeur en intervention volontaire. Etant donné que les | verweerder op vrijwillige tussenkomst. Aangezien de rechtbanken geen |
tribunaux ne peuvent donner à un arrêt de la Cour une interprétation | extensieve interpretatie kunnen geven aan de arresten van het Hof en |
extensive et qu'on ne saurait affirmer que les articles 620 et 621 du | evenmin kan worden gesteld dat de artikelen 620 en 621 van het |
Code judiciaire ne violent manifestement pas les articles 10 et 11 de | Gerechtelijk Wetboek in de voorliggende casus de artikelen 10 en 11 |
la Constitution dans le cas d'espèce, le Tribunal décide de poser la | van de Grondwet klaarblijkelijk niet zouden schenden, besluit de |
question préjudicielle précitée, étant donné que la réponse à celle-ci | Rechtbank de voormelde prejudiciële vraag te stellen, nu het antwoord |
est nécessaire à la solution du litige concernant la recevabilité de | noodzakelijk is om het geschil aangaande de ontvankelijkheid van het |
l'appel. | hoger beroep te beslechten. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 8 décembre 1997, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 8 december 1997 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 8 janvier 1998. | 77 van de organieke wet bij op 8 januari 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 20 janvier 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1998. |
Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a | De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie |
introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 23 février 1998. | ingediend bij op 23 februari 1998 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnance du 27 mai 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 8 décembre | Bij beschikking van 27 mei 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen |
1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 8 december 1998. |
Par ordonnance du 27 mai 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van 27 mei 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 24 juin 1998. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 24 juni 1998. |
Cette dernière ordonnance a été notifiée au Conseil des ministres | Van die laatste beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en |
ainsi qu'à son avocat, par lettres recommandées à la poste le 28 mai | zijn advocaat bij op 28 mei 1998 ter post aangetekende brieven. |
1998. A l'audience publique du 24 juin 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 24 juni 1998 : |
- a comparu Me W. Timmermans loco Me P. Traest, avocats au barreau de | - is verschenen : Mr. W. Timmermans loco Mr. P. Traest, advocaten bij |
Bruxelles, pour le Conseil des ministres; | de balie te Brussel, voor de Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs H. Boel et E. Cerexhe ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers H. Boel en E. Cerexhe verslag |
uitgebracht; | |
- l'avocat précité a été entendu; | - is de voornoemde advocaat gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire du Conseil des ministres | Memorie van de Ministerraad |
A.1. Dans son arrêt n° 15/97 du 18 mars 1997, la Cour a considéré | A.1. Het Hof heeft in zijn arrest nr. 15/97 van 18 maart 1997 |
qu'il résulte de la lecture conjointe des articles 617, 620 et 621 du | geoordeeld dat uit de combinatie van de artikelen 617, 620 en 621 van |
Code judiciaire qu'il existe, concernant la détermination du montant | het Gerechtelijk Wetboek volgt dat er ten aanzien van de vaststelling |
du dernier ressort, une différence entre les situations de deux | van het bedrag van de laatste aanleg een verschil bestaat tussen de |
catégories de parties demanderesses sur incident : les parties | situaties van twee categorieën aanleggende partijen op tussenvordering |
demanderesses sur reconvention et les parties intervenantes. Le | : de aanleggers op tegenvordering en de tussenkomende partij. Het |
montant de la demande reconventionnelle et celui de la demande | bedrag van de tegenvordering wordt samengevoegd met dat van de |
originaire sont cumulés lorsque la demande reconventionnelle dérive | oorspronkelijke vordering, wanneer de tegenvordering ontstaat uit het |
soit du contrat ou du fait qui sert de fondement à l'action | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
originaire, soit du caractère vexatoire ou téméraire de cette demande, | grondslag ligt of uit de tergende of roekeloze aard van die vordering. |
cependant que le montant d'une demande en intervention tendant à la | Daarentegen wordt het bedrag van een vordering tot tussenkomst |
prononciation d'une condamnation ne s'additionne pas au montant de la | strekkende tot het uitspreken van een veroordeling niet samengeteld |
demande originaire même si elle dérive du contrat ou du fait qui sert | met het bedrag van de oorspronkelijke vordering, zelfs indien zij |
de fondement à la demande principale. | ontstaat uit het contract of het feit dat aan de oorspronkelijke |
vordering ten grondslag ligt. | |
L'article 14 du Code judiciaire définit la demande reconventionnelle | Artikel 14 van het Gerechtelijk Wetboek definieert de tegenvordering |
comme étant la demande incidente formée par le défendeur et qui tend à | als de tussenvordering die de verweerder instelt om tegen de eiser een |
faire prononcer une condamnation à charge du demandeur. L'article 15 | veroordeling te doen uitspreken. Artikel 15 van dat Wetboek bepaalt |
de ce Code précise que l'intervention est une procédure par laquelle | dat de tussenkomst een rechtspleging is waarbij een derde persoon |
un tiers devient partie à la cause et qui tend, soit à la sauvegarde | partij wordt in het geding en die ertoe strekt, hetzij de belangen van |
des intérêts de l'intervenant ou de l'une des parties en cause, soit à | de tussenkomende partij of van een der partijen in het geding te |
faire prononcer une condamnation ou ordonner une garantie. Le Code | beschermen, hetzij een veroordeling te doen uitspreken of vrijwaring |
judiciaire établit donc une distinction objective entre la demande | te doen bevelen. Aldus voorziet het Gerechtelijk Wetboek in een |
reconventionnelle et l'intervention, tenant compte de la qualité des personnes en cause, selon qu'elles sont ou non parties à la demande initiale. Cette distinction objective n'est toutefois pas présente lorsque la loi permet à une personne lésée d'agir directement contre l'assureur de celui qu'elle estime responsable de son dommage et que celui-ci intervient à la cause pour réclamer au demandeur originaire l'indemnisation de son propre dommage. Cette intervention présente en effet une telle similitude avec une demande reconventionnelle qu'il n'est pas raisonnablement justifié de la traiter différemment d'une telle demande. | objectief onderscheid tussen de tegenvordering en de tussenkomst naargelang de personen in het geding al dan niet partij zijn bij de inleidende vordering. Dat objectieve onderscheid is evenwel niet aanwezig in het geval waarin de wet een benadeelde persoon toestaat om rechtstreeks in rechte te treden tegen de verzekeraar van diegene die hij aansprakelijk acht voor de door hem geleden schade en laatstgenoemde in het geding tussenkomt om van de oorspronkelijke eiser de vergoeding van zijn eigen schade te eisen. Die tussenkomst vertoont immers zulk een gelijkenis met een tegenvordering dat het niet in redelijkheid verantwoord is ze ten opzichte van een dergelijke vordering verschillend te behandelen. |
A.2. La Cour a expressément limité l'applicabilité du dispositif de | A.2. Het Hof heeft de toepasselijkheid van het dictum van vermeld |
l'arrêt précité à la situation dans laquelle une personne agit contre | arrest uitdrukkelijk beperkt tot de situatie waarbij een persoon in |
l'assureur de la personne qu'elle estime responsable. En pareil cas, | rechte optreedt tegen de verzekeraar van de persoon die hij |
la demande en intervention de l'assuré présente une telle similitude avec une demande reconventionnelle que tout traitement différent est exclu. Il existe en effet un lien procédural étroit entre l'assureur et l'assuré. Bien que la demande originaire fût dirigée contre l'assureur, elle est directement basée sur une faute alléguée de l'assuré. La personne lésée aurait tout aussi bien pu citer à la fois l'assuré et l'assureur, étant donné qu'ils répondent de la même faute. A.3. Bien que les faits ayant donné lieu à l'instance principale ne soient pas connus, on peut déduire du jugement de renvoi qu'aucune compagnie d'assurances n'est impliquée dans le litige, de sorte que l'arrêt précité ne trouve pas à s'appliquer ici. A.4. En principe, le caractère objectif de la distinction entre partie défenderesse et partie intervenante ne se trouve pas modifié par la circonstance que les demandes trouvent leur origine dans un même fait. La justification de la distinction repose sur la nécessité d'aboutir à une unité processuelle entre parties adverses, à savoir les parties qui ont des prétentions l'une vis-à-vis de l'autre, c'est-à-dire qui formulent chacune des exigences réciproques, indépendamment du fait ou du contrat qui est à l'origine de leurs demandes. La distinction précitée est en outre raisonnablement justifiée, compte tenu du but de la mesure litigieuse, qui est d'assurer l'unité processuelle entre parties adverses, c'est-à-dire ayant formulé mutuellement des prétentions l'une vis-à-vis de l'autre, tout en répondant au critère d'économie processuelle et d'égalité de chances des parties. L'égalité entre parties au procès ne peut être poursuivie et garantie qu'entre parties se trouvant dans la même situation procédurale. Ce n'est pas le cas lorsqu'il y a une demande en intervention, même si celle-ci se fonde sur un même fait ou contrat, puisqu'il ne s'agit pas alors de « parties qui s'opposent l'une l'autre en relation demandeur-défendeur », mais de « deux parties ressortissant sous deux différentes relations procédurales dans une même procédure ». | aansprakelijk acht. In een dergelijk geval vertoont de vordering tot tussenkomst van de verzekerde een zulkdanige gelijkenis met een tegenvordering dat enige verschillende behandeling uitgesloten is. Er bestaat immers een sterke procedurele band tussen de verzekeraar en de verzekerde. Hoewel de oorspronkelijke eis gericht was tegen de verzekeraar, is zij rechtstreeks gebaseerd op een beweerde fout van de verzekerde. De schadelijder had evengoed de verzekerde en de verzekeraar allebei kunnen dagvaarden aangezien zij instaan voor dezelfde schuld. A.3. Hoewel de feiten in het bodemgeschil niet bekend zijn, kan uit het verwijzingsvonnis worden afgeleid dat er geen verzekeringsmaatschappij bij het geschil betrokken is, zodat voornoemd arrest in dit geval geen toepassing vindt. A.4. In beginsel wordt het objectieve karakter van het onderscheid tussen de verwerende partij en de tussenkomende partij niet gewijzigd door de omstandigheid dat de vorderingen hun oorsprong vinden in eenzelfde feit. De rechtvaardiging van het onderscheid berust op de noodzaak te komen tot een eenheid in de procesvoering tussen de partijen die tegenover elkaar staan, te weten de partijen die ten opzichte van elkaar bepaalde aanspraken maken, dat wil zeggen het wederzijds formuleren van eisen, onafhankelijk van het feit of van het contract dat aan de oorsprong ligt van hun vorderingen. Het genoemde onderscheid is bovendien redelijk verantwoord, rekening houdend met het doel van de betwiste maatregel dat erin bestaat de eenheid in de procesvoering tussen tegenpartijen te verzekeren, dat wil zeggen het wederzijds formuleren van eisen, daarbij beantwoordend aan het criterium van procedurele economie en gelijkheid van kansen van de partijen. De gelijkheid tussen de procespartijen kan slechts worden nagestreefd en gewaarborgd tussen partijen die zich in dezelfde procedurele situatie bevinden. Dat is niet het geval wanneer er een vordering tot tussenkomst is, zelfs indien die gegrond is op eenzelfde contract of eenzelfde feit, vermits het niet gaat om « partijen die ten opzichte van elkaar in de relatie eiser-verweerder staan », maar om « twee partijen die twee verschillende procedurele relaties hebben binnen eenzelfde procedure ». Onder voorbehoud van de situatie die zich voordeed in het arrest van |
Exception faite pour la situation rencontrée dans l'arrêt du 18 mars 1997, ces catégories ne peuvent être traitées de la même manière. Au contraire, les traiter de la même manière reviendrait à traiter de façon égale des situations différentes. Il n'y a pas de méconnaissance du principe de proportionnalité. Le moyen utilisé pour atteindre le but de l'unité processuelle et de l'égalité des chances entre parties se trouvant dans la même situation processuelle et se fondant pour leurs prétentions mutuelles sur une même base juridique ou factuelle ne porte en rien préjudice à la partie défenderesse sur intervention qui pourra elle aussi, vis-à-vis de son adversaire processuel, le cas échéant tomber sous l'application | 18 maart 1997, mogen die categorieën niet op eenzelfde manier worden behandeld. Integendeel, hen op dezelfde manier behandelen zou erop neerkomen dat verschillende situaties gelijk worden behandeld. Er is geen schending van het evenredigheidsbeginsel. Het middel dat is aangewend om het doel te bereiken van eenheid in de procesvoering en gelijkheid van kansen tussen de partijen die zich in dezelfde processituatie bevinden en zich voor hun wederzijdse eisen op eenzelfde juridische of feitelijke grond baseren, berokkent geenszins nadeel aan de verwerende partij op tussenkomst die, ten aanzien van haar tegenstander in het proces, in voorkomend geval ook onder de |
de l'article 620 du Code judiciaire lorsqu'elle formule une demande | toepassing van artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek zal kunnen |
reconventionnelle. | vallen wanneer zij een tegenvordering formuleert. |
La question préjudicielle appelle une réponse négative. | De prejudiciële vraag moet negatief worden beantwoord. |
- B - | - B - |
B.1. Le Tribunal de première instance de Louvain interroge la Cour sur | B.1. De Rechtbank van eerste aanleg te Leuven stelt het Hof de vraag |
la compatibilité des articles 620 et 621 du Code judiciaire avec les | naar de bestaanbaarheid van de artikelen 620 en 621 van het |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, pour déterminer le | Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in |
zoverre zij, om de aanleg te bepalen, toestaan dat het bedrag van de | |
ressort, ils autorisent le cumul du montant de la demande principale | tegenvordering wordt samengeteld met dat van de hoofdvordering, doch |
avec celui de la demande reconventionnelle mais interdisent le cumul | verbieden dat het bedrag van de vordering tot tussenkomst met dat van |
du montant de la demande principale avec celui de la demande en | de hoofdvordering wordt samengeteld, wanneer de onderscheiden |
intervention, lorsque les demandes respectives trouvent leur origine | vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit. |
dans le même fait. B.2. L'article 616 du Code judiciaire dispose : | B.2. Artikel 616 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Tout jugement peut être frappé d'appel, sauf si la loi en dispose | « Tegen ieder vonnis kan hoger beroep worden ingesteld, tenzij de wet |
autrement. » | anders bepaalt. » |
B.3. En vertu de l'article 617 du même Code, les jugements du juge de | B.3. Krachtens artikel 617 van hetzelfde Wetboek worden de vonnissen |
paix sont rendus en dernier ressort « lorsqu'il est statué sur une | van de vrederechter gewezen in laatste aanleg wanneer « uitspraak |
demande dont le montant ne dépasse pas 50 000 francs. » | wordt gedaan over een vordering waarvan het bedrag 50 000 frank niet |
overschrijdt. » | |
B.4. Selon l'article 560 du même Code : | B.4. Artikel 560 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Lorsqu'un ou plusieurs demandeurs agissent contre un ou plusieurs | « Wanneer een of meer eisers optreden tegen een of meer verweerders, |
défendeurs, la somme totale réclamée fixe la compétence, sans égard à | wordt de bevoegdheid bepaald door de totale gevorderde som, ongeacht |
la part de chacun d'eux dans cette somme. » | ieders aandeel daarin. » |
L'article 618 du Code judiciaire rend cette disposition applicable à | Die bepaling wordt, bij artikel 618 van het Gerechtelijk Wetboek, |
la détermination du ressort. | toepasselijk gemaakt op het vaststellen van de aanleg. |
B.5. La règle exprimée à l'article 560 n'est toutefois pas applicable | B.5. De in artikel 560 vervatte regel is evenwel niet van toepassing |
en cas d'intervention volontaire. L'article 621 dispose en effet : | in geval van vrijwillige tussenkomst. Artikel 621 bepaalt immers : |
« A l'exception des décisions rendues sur les demandes | « Met uitzondering van de beslissingen inzake tegenvorderingen en |
reconventionnelles et sur les demandes en intervention tendant à la | vorderingen tot tussenkomst strekkend tot het uitspreken van een |
prononciation d'une condamnation, les jugements rendus sur incidents | veroordeling, wordt met betrekking tot de ontvankelijkheid van het |
et les jugements d'instruction suivent pour la recevabilité de l'appel | hoger beroep tegen de vonnissen op tussengeschil en tegen de |
le sort de la demande principale. » | onderzoeksvonnissen gehandeld zoals inzake de hoofdvorderingen. » |
Le Code judiciaire prévoit cependant une dérogation à l'égard de | Het Gerechtelijk Wetboek voorziet evenwel in een afwijking ten aanzien |
certaines demandes reconventionnelles. L'article 620 dispose en effet | van sommige tegenvorderingen. Artikel 620 bepaalt immers : |
: « Lorsque la demande reconventionnelle dérive soit du contrat ou du | « Wanneer de tegenvordering ontstaat uit het contract of het feit dat |
fait qui sert de fondement à l'action originaire, soit du caractère | aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, ofwel uit |
vexatoire ou téméraire de cette demande, le ressort se détermine en | de tergende of roekeloze aard van deze vordering, wordt de aanleg |
cumulant le montant de la demande principale et le montant de la | bepaald door samenvoeging van het bedrag van de hoofdvordering en het |
demande reconventionnelle. » | bedrag van de tegenvordering. » |
B.6. Il résulte de ce qui précède que pour déterminer le ressort, le | B.6. Uit wat voorafgaat volgt dat, om de aanleg te bepalen, het bedrag |
montant de la demande de l'intervenant volontaire ne peut être cumulé | van de vordering van de vrijwillig tussenkomende partij niet mag |
avec celui de la demande principale, même lorsque les demandes | worden samengeteld met dat van de hoofdvordering, ook niet wanneer de |
respectives trouvent leur origine dans le même fait. | onderscheiden vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit. |
B.7. La lecture conjointe des articles 617, 620 et 621 du Code | B.7. Uit de combinatie van de artikelen 617, 620 en 621 van het |
judiciaire conduit à la constatation qu'il existe, concernant la | |
détermination du montant du dernier ressort, une différence entre les | Gerechtelijk Wetboek volgt dat er ten aanzien van de vaststelling van |
situations de deux catégories de parties demanderesses sur incident : | het bedrag van de laatste aanleg een verschil bestaat tussen de |
les parties demanderesses sur reconvention et les parties | situaties van twee categorieën aanleggende partijen op tussenvordering |
intervenantes. Le montant de la demande reconventionnelle et celui de | : de aanleggers op tegenvordering en de tussenkomende partijen. Het |
la demande originaire sont cumulés lorsque la demande | bedrag van de tegenvordering wordt samengevoegd met dat van de |
reconventionnelle dérive soit du contrat ou du fait qui sert de | oorspronkelijke vordering, wanneer de tegenvordering ontstaat uit het |
fondement à l'action originaire, soit du caractère vexatoire ou | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
téméraire de cette demande, cependant que le montant d'une demande en | grondslag ligt of uit de tergende of roekeloze aard van die vordering, |
terwijl het bedrag van een vordering tot tussenkomst strekkend tot het | |
intervention tendant à la prononciation d'une condamnation ne | uitspreken van een veroordeling niet wordt samengeteld met het bedrag |
s'additionne pas au montant de la demande originaire même si elle | van de oorspronkelijke vordering, zelfs indien zij ontstaat uit het |
dérive du contrat ou du fait qui sert de fondement à la demande | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
originaire. | grondslag ligt. |
B.8. L'article 14 du Code judiciaire définit la demande | B.8. Artikel 14 van het Gerechtelijk Wetboek definieert de |
reconventionnelle comme étant la demande incidente formée par le | |
défendeur et qui tend à faire prononcer une condamnation à charge du | tegenvordering als de tussenvordering die de verweerder instelt om |
demandeur. L'article 15 de ce Code précise que l'intervention est une procédure par laquelle un tiers devient partie à la cause et qui tend, soit à la sauvegarde des intérêts de l'intervenant ou de l'une des parties en cause, soit à faire prononcer une condamnation ou ordonner une garantie. Une distinction objective est ainsi faite, déjà dans les dispositions préliminaires du Code judiciaire, entre la demande reconventionnelle et l'intervention, tenant compte de la qualité des personnes en cause, selon qu'elles sont ou non parties à la demande initiale. Il convient de vérifier si le critère objectif de distinction est pertinent lorsque les demandes respectives trouvent leur origine dans le même fait. B.9.1. Tant les décisions sur demandes reconventionnelles que les décisions relatives aux demandes d'intervention tendant à faire prononcer une condamnation sont considérées comme des exceptions à la règle selon laquelle les jugements rendus sur incidents suivent pour la recevabilité de l'appel le sort de la demande principale. B.9.2. En ce qui concerne des demandes incidentes qui dérivent du fait | tegen de eiser een veroordeling te doen uitspreken. Artikel 15 van dat Wetboek bepaalt dat de tussenkomst een rechtspleging is waarbij een derde persoon partij wordt in het geding en die ertoe strekt, hetzij de belangen van de tussenkomende partij of van een der partijen in het geding te beschermen, hetzij een veroordeling te doen uitspreken of vrijwaring te doen bevelen. Aldus wordt reeds in de voorafgaande bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek een objectief onderscheid gemaakt tussen de tegenvordering en de tussenkomst, rekening houdend met de hoedanigheid van de personen in het rechtsgeding naargelang zij al dan niet partij zijn bij de inleidende vordering. Er dient te worden onderzocht of het objectief criterium van onderscheid wel relevant is ingeval de onderscheiden vorderingen hun oorzaak vinden in hetzelfde feit. B.9.1. Zowel de beslissingen op tegenvorderingen als de beslissingen inzake vorderingen tot tussenkomst strekkende tot het uitspreken van een veroordeling worden beschouwd als uitzonderingen op de regel volgens welke, met betrekking tot de ontvankelijkheid van het hoger beroep tegen vonnissen op tussengeschil, wordt gehandeld zoals inzake de hoofdvorderingen. B.9.2. Ten aanzien van de tussenvorderingen die ontstaan uit het feit dat aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, |
qui sert de fondement à l'action originaire, l'article 620 du Code | voorziet artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek in een mogelijkheid |
judiciaire prévoit une possibilité d'aller en appel, en cumulant, pour | om hoger beroep in te stellen door, wat de aanleg betreft, de bedragen |
la détermination du ressort, les montants de la demande principale et | van de hoofdvordering en de tussenvordering wel samen te tellen |
de la demande incidente lorsque celle-ci consiste en une demande | wanneer die tussenvordering een tegenvordering betreft, maar niet |
reconventionnelle, mais non lorsqu'il s'agit d'une demande en | wanneer het een vordering tot tussenkomst strekkend tot het verkrijgen |
intervention tendant à faire prononcer une condamnation. | van een veroordeling betreft. |
B.9.3. Selon le Conseil des ministres, le législateur a justifié cette | B.9.3. Volgens de Ministerraad heeft de wetgever die uitzondering |
exception en raison de l'unité de la procédure entre les mêmes parties | verantwoord omwille van de eenheid in de procesvoering tussen dezelfde |
concernant des demandes réciproques qui trouvent leur origine dans le | partijen met betrekking tot wederzijdse vorderingen die hun oorzaak |
même fait. | vinden in hetzelfde feit. |
L'unité de la procédure invoquée par le Conseil des ministres justifie | De eenheid van procesvoering die de Ministerraad aanvoert biedt wel |
qu'il soit dérogé, à l'article 620 du Code judiciaire, aux règles | een verantwoording voor het feit dat in artikel 620 van het |
Gerechtelijk Wetboek wordt afgeweken van de regels bepaald in artikel | |
établies à l'article 621 de ce Code et que les montants de la demande | 621 van dat Wetboek en dat de bedragen van hoofdvordering en |
principale et de la demande incidente soient cumulés pour la | tussenvordering voor het bepalen van de aanleg worden samengeteld |
détermination du ressort lorsqu'un même fait est à l'origine de ces | wanneer aan die vorderingen eenzelfde feit ten grondslag ligt, maar |
demandes, mais elle n'explique pas pourquoi cette mesure s'applique | zij verklaart niet waarom die maatregel wel geldt ten aanzien van een |
aux demandes reconventionnelles émanant du défendeur originaire et non | tegenvordering vanwege de oorspronkelijke verweerder en niet ten |
aux demandes incidentes émanant d'un tiers. | aanzien van een tussenvordering uitgaande van een derde. |
En effet, les demandes en intervention émanant d'un tiers peuvent | Ook de vorderingen tot tussenkomst van een derde kunnen immers |
également dériver du fait qui est à la base de la demande originaire. | ontstaan zijn uit het feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten |
En tant qu'elles s'appuient sur le même fait, ces demandes en | grondslag ligt. Voor zover zij steunen op hetzelfde feit, vertonen die |
intervention présentent la même unité de procédure que celle qui | vorderingen tot tussenkomst dezelfde eenheid van procesvoering die aan |
justifie la mesure prescrite à l'article 620 du Code judiciaire. | het in artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde ten grondslag |
La qualité de partie défenderesse originaire ou de partie intervenante | ligt. De hoedanigheid van oorspronkelijk verwerende dan wel tussenkomende |
qui constitue en l'espèce le critère de distinction est sans | partij, die te dezen het criterium van onderscheid uitmaakt, is niet |
pertinence pour l'objet de l'exception établie à l'article 620 du Code judiciaire. | pertinent voor het doel van de in artikel 620 van het Gerechtelijk |
Il s'ensuit que la différence de traitement entre les parties à la | Wetboek bepaalde uitzondering. |
cause, qui résulte de l'article 620 du Code judiciaire, n'est pas | Hieruit volgt dat het uit artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek |
justifiée en ce qu'il est fait une distinction entre les demandes | voortspruitende verschil in behandeling tussen partijen in een geding |
reconventionnelles et les demandes incidentes qui dérivent du même | niet verantwoord is in zoverre een onderscheid wordt gemaakt tussen |
tegenvorderingen en tussenvorderingen die zijn ontstaan uit eenzelfde | |
fait qui sert de fondement à l'action originaire. | feit dat aan de oorspronkelijke vordering ten grondslag ligt. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent les articles 10 et | De artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek schenden de |
11 de la Constitution en ce qu'ils autorisent, pour la détermination | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, om de aanleg te |
du ressort, le cumul du montant de la demande principale avec celui de | bepalen, toestaan dat het bedrag van de hoofdvordering wordt |
la demande reconventionnelle, mais interdisent le cumul du montant de | samengevoegd met dat van de tegenvordering, maar verbieden dat het |
la demande principale avec celui de la demande en intervention lorsque | bedrag van de hoofdvordering wordt samengevoegd met dat van de |
les demandes respectives trouvent leur origine dans le même fait. | vordering tot tussenkomst, wanneer de onderscheiden vorderingen hun |
oorzaak vinden in hetzelfde feit. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 7 juillet 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 juli 1998. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
L. De Grève. | L. De Grève. |