← Retour vers "Arrêt n° 55/98 du 20 mai 1998 Numéro du rôle : 1187 En cause : la question préjudicielle
concernant l'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La
Cour d'arbitrage, composée des prési après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question
préjudicielle Par ar(...)"
Arrêt n° 55/98 du 20 mai 1998 Numéro du rôle : 1187 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitrage, composée des prési après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...) | Arrest nr. 55/98 van 20 mei 1998 Rolnummer 1187 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, samengesteld uit de wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest nr. 6(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 55/98 du 20 mai 1998 | Arrest nr. 55/98 van 20 mei 1998 |
Numéro du rôle : 1187 | Rolnummer 1187 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 19, alinéa | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, derde lid, van |
3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad |
d'Etat. | van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du | rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt n° 69.285 du 30 octobre 1997 en cause de l'a.s.b.l. Syndicat | Bij arrest nr. 69.285 van 30 oktober 1997 in zake de v.z.w. Nationaal |
national des militaires contre la Commission de contrôle de la | Syndicaat der Militairen tegen de Controlecommissie inzake de |
représentativité des organisations syndicales des militaires et l'Etat | representativiteit van de syndicale organisaties van de militairen en |
de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 7 | ingekomen op 7 november 1997, heeft de Raad van State de volgende |
novembre 1997, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | « Houdt artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
méconnaît-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | van State een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en rechtspleging in het bodemgeschil |
Le 18 août 1997, l'a.s.b.l. Syndicat national des militaires a | Op 18 augustus 1997 heeft de v.z.w. Nationaal Syndicaat der Militairen |
introduit devant le Conseil d'Etat une demande de suspension de | voor de Raad van State een vordering ingesteld tot schorsing van de |
l'exécution de décisions prises par la Commission de contrôle de la | tenuitvoerlegging van beslissingen van de Controlecommissie inzake de |
représentativité des organisations syndicales des militaires. Le même | representativiteit van de syndicale organisaties van de militairen. Op |
jour, la même association introduisait une demande d'annulation des | dezelfde dag heeft dezelfde vereniging een beroep tot vernietiging van |
mêmes décisions. | dezelfde beslissingen ingesteld. |
Par son arrêt précité du 30 octobre 1997, le président faisant | Bij zijn voormeld arrest van 30 oktober 1997 heeft de waarnemend |
fonction de la VIIIème chambre des référés du Conseil d'Etat rejetait | voorzitter van de achtste kamer in kort geding van de Raad van State |
la demande de suspension. | de vordering tot schorsing verworpen. |
Il constatait toutefois que la partie requérante, pour ne pas retarder la solution de l'affaire en suspension, avait été représentée à l'audience par un avocat inscrit au tableau de l'Ordre tout en contestant qu'elle ne puisse se faire représenter devant le Conseil d'Etat par un avocat stagiaire. Elle demandait qu'une question préjudicielle soit posée à la Cour d'arbitrage. Estimant que la réponse à cette question déterminerait la procédure en annulation devant le Conseil d'Etat et, plus particulièrement, si un avocat stagiaire pourrait représenter la partie requérante devant lui, le président de la VIIIème chambre a posé la question préjudicielle précitée. III. La procédure devant la Cour Par ordonnance du 7 novembre 1997, le président en exercice a désigné | Hij heeft evenwel vastgesteld dat de verzoekende partij, om de beslechting van de schorsingszaak niet te vertragen, op de terechtzitting was vertegenwoordigd door een advocaat die is ingeschreven op het tableau van de Orde en terzelfder tijd betwistte dat zij zich voor de Raad van State niet kon laten vertegenwoordigen door een stagedoend advocaat. Zij vorderde dat hierover een prejudiciële vraag zou worden gesteld aan het Arbitragehof. Van oordeel zijnde dat het antwoord op die vraag doorslaggevend zou zijn voor de afloop van de vernietigingsprocedure voor de Raad van State en meer bepaald voor de vraag of een stagedoend advocaat de verzoekende partij voor de Raad van State zou kunnen vertegenwoordigen, heeft de voorzitter van de achtste kamer de voormelde prejudiciële vraag gesteld. III. De rechtspleging voor het Hof Bij beschikking van 7 november 1997 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 3 décembre 1997. | 77 van de organieke wet bij op 3 december 1997 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 17 décembre 1997. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1997. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- l'a.s.b.l. Syndicat national des militaires, dont le siège est | - de v.z.w. Nationaal Syndicaat der Militairen, waarvan de |
établi à 1030 Bruxelles, avenue Milcamps 77, par lettre recommandée à | maatschappelijke zetel is gevestigd te 1030 Brussel, Milcampslaan 77, |
la poste le 11 décembre 1997; | bij op 11 december 1997 ter post aangetekende brief; |
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 19 januari 1998 |
lettre recommandée à la poste le 19 janvier 1998. | ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 23 janvier 1998. | organieke wet bij op 23 januari 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'a.s.b.l. Syndicat national des militaires a introduit un mémoire en | De v.z.w. Nationaal Syndicaat der Militairen heeft een memorie van |
réponse, par lettre recommandée à la poste le 26 janvier 1998. | antwoord ingediend bij op 26 januari 1998 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnance du 25 mars 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van 25 maart 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 22 avril 1998. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 22 april 1998. |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 26 mars 1998. | bij op 26 maart 1998 ter post aangetekende brieven. |
Par ordonnance du 29 avril 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 7 novembre | Bij beschikking van 29 april 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen |
1998 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 7 november 1998. |
A l'audience publique du 22 avril 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 22 april 1998 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me M. Forges et Me P. Vande Casteele, avocats au barreau de | . Mr. M. Forges en Mr. P. Vande Casteele, advocaten bij de balie te |
Bruxelles, pour l'a.s.b.l. Syndicat national des militaires; | Brussel, voor de v.z.w. Nationaal Syndicaat der Militairen; |
. Me M. Mahieu, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Conseil des | . Mr. M. Mahieu, advocaat bij de balie te Brussel, voor de |
ministres; | Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs P. Martens et G. De Baets ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire de la partie requérante devant le Conseil d'Etat | Memorie van de verzoekende partij voor de Raad van State |
A.1. Les exigences du procès équitable, et notamment le respect du | A.1. De vereisten van een eerlijk proces, en met name de inachtneming |
principe de l'égalité des armes, qui ressortit à l'ordre public, | van het beginsel van gelijke wapens, dat van openbare orde is, houdt |
impliquent que chaque partie puisse présenter sa cause dans des | in dat elke partij haar zaak kan voorleggen in omstandigheden die haar |
conditions qui ne la placent pas dans une situation de désavantage par | niet in een nadelige situatie plaatsen ten opzichte van haar |
rapport à son adversaire. | tegenstrever. |
A.2. Devant toutes les juridictions, seuls les avocats ont en principe | A.2. Voor alle rechtscolleges hebben in beginsel alleen de advocaten |
le droit de plaider (article 440 du Code judiciaire). | het recht om te pleiten (artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek). |
L'accès à la profession d'avocat présuppose l'obtention d'un diplôme | De toegang tot het beroep van advocaat vooronderstelt het behalen van |
de licencié en droit et la prestation du serment d'avocat. | het diploma van licentiaat in de rechten en het afleggen van de eed |
Les cours de droit sont organisés de manière telle qu'il ne peut être | van advocaat. De cursussen in de rechten zijn zo georganiseerd dat niet kan worden |
prétendu que les avocats stagiaires ne justifieraient pas d'une | betoogd dat de stagedoende advocaten niet zouden doen blijken van een |
formation académique en droit public et en droit administratif. | academische vorming in het publiek en administratief recht. |
A.3. L'article 6.3.c) de la Convention européenne des droits de | A.3. Artikel 6.3.c) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
l'homme consacre le droit de « se défendre [soi-même] ou [d']avoir l'assistance d'un défenseur de son choix ». Le principe général du libre choix de l'avocat concerne tant l'assistance que la représentation et ce principe ressortit à l'ordre public. A.4. Les litiges déférés à la censure du Conseil d'Etat ne présentent pas une spécificité telle qu'il puisse être admis que les parties, qui peuvent d'ailleurs se présenter elles-mêmes, ne puissent y faire choix d'un avocat qui n'est pas encore inscrit au tableau de l'Ordre, alors que cet avocat peut comparaître devant toute autre juridiction. A.5. La discrimination est d'autant plus évidente que les parties adverses peuvent être représentées par des fonctionnaires, choisis librement par le ministre compétent, sans aucune exigence quant à la possession d'un diplôme de licencié en droit ni quant à une ancienneté minimale en tant qu'agent. | Mens verankert het recht « zichzelf te verdedigen of de bijstand te hebben van een raadsman naar zijn keuze ». Het algemene beginsel van de vrije keuze van de advocaat heeft zowel betrekking op de bijstand als op de vertegenwoordiging, en dat beginsel is van openbare orde. A.4. De gedingen die voor de Raad van State worden gebracht, zijn niet dermate specifiek dat zou kunnen worden aangenomen dat de partijen, die overigens zichzelf kunnen vertegenwoordigen, er geen advocaat zouden kunnen kiezen die nog niet is ingeschreven op het tableau van de Orde, terwijl die advocaat voor ieder ander rechtscollege wel kan verschijnen. A.5. De discriminatie is des te meer voor de hand liggend, daar de tegenpartijen kunnen worden vertegenwoordigd door vrij door de bevoegde minister gekozen ambtenaren, zonder dat enige andere eis is gesteld met betrekking tot het bezit van een diploma van licentiaat in de rechten, noch met betrekking tot een minimumanciënniteit als ambtenaar. |
A.6. La loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage n'exclut pas les avocats stagiaires et ne limite donc pas le choix des requérants. Lorsque le Conseil d'Etat interroge la Cour d'arbitrage sur l'exclusion des avocats stagiaires, ce qui est le cas dans la présente affaire, l'avocat stagiaire désigné par la partie requérante peut d'ailleurs plaider devant la Cour. A.7. Les avocats stagiaires ne sont pas exclus du prétoire à Strasbourg. A.8. L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, qui exclut indifféremment tous les avocats inscrits en | A.6. De bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof sluit de stagedoende advocaten niet uit en beperkt dus niet de keuze van de verzoekende partijen. Wanneer de Raad van State aan het Arbitragehof een vraag stelt over de uitsluiting van stagedoende advocaten, wat in de onderhavige zaak het geval is, kan de door de verzoekende partij aangewezen stagedoende advocaat overigens wel pleiten voor het Hof. A.7. De stagedoende advocaten zijn niet uitgesloten van pleitrecht in Straatsburg. A.8. Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat zonder onderscheid alle advocaten uitsluit die in België op de lijst van de stagiairs zijn ingeschreven, schendt de |
Belgique sur la liste des stagiaires, méconnaît les articles 10 et 11 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
de la Constitution. | Memorie van de Ministerraad |
Mémoire du Conseil des ministres | |
A.9. Il existe une différence objective entre l'avocat stagiaire et | A.9. Er bestaat een objectief verschil tussen de stagedoende advocaat |
l'avocat inscrit au tableau de l'Ordre : le premier, au début de son | en de advocaat die op het tableau van de Orde is ingeschreven : |
stage, n'est pourvu d'aucune expérience professionnelle; il doit | eerstgenoemde heeft, bij de aanvang van zijn stage, geen enkele |
satisfaire à un certain nombre d'obligations du stage qui lui | beroepservaring; hij moet een aantal stageverplichtingen vervullen |
permettront d'acquérir l'expérience et les connaissances pratiques | waarmee hij de ervaring en de praktische kennis zal kunnen verwerven |
nécessaires à l'exercice de la profession. Il n'est donc pas a priori | die noodzakelijk zijn om het beroep uit te oefenen. Het is dus niet a |
discriminatoire de traiter différemment des catégories objectivement | priori discriminerend objectief onderscheiden categorieën verschillend |
distinctes. | te behandelen. |
A.10. La distinction critiquée a été adoptée par le législateur, en | A.10. Het betwiste onderscheid werd door de wetgever aangenomen, eerst |
1952 d'abord, en 1982 ensuite. Il pourrait se concevoir que le | in 1952, vervolgens in 1982. Het is niet denkbeeldig dat de wetgever |
législateur, tout en admettant la comparution personnelle des parties, | terzelfder tijd de persoonlijke verschijning van de partijen, zonder |
sans avocat, devant le Conseil d'Etat, ait voulu que, lorsque les | advocaat, voor de Raad van State heeft toegestaan en heeft gewild dat, |
parties comparaissent par avocat, cette intervention soit assortie | wanneer de partijen in de persoon van een advocaat verschijnen, aan |
d'une garantie minimale de qualité. La seule exigence de | die verschijning een minimale waarborg van kwaliteit zou zijn |
l'accomplissement des trois années de stage ne pouvait être considérée comme manifestement disproportionnée par rapport à l'objectif ainsi poursuivi. A.11. Depuis lors, divers facteurs permettent de reconsidérer le caractère raisonnable de la distinction critiquée, notamment l'évolution législative récente qui permet à tous les avocats, y compris stagiaires, de plaider à la Cour d'arbitrage et, en matière pénale, à la Cour de cassation. A.12. La justification d'une telle différence de traitement peut être reconsidérée. La distinction ne parait pas conserver aujourd'hui la justification qui pouvait encore être la sienne à l'époque de sa dernière consécration législative. A.13. Le Conseil des ministres déclare donc s'en référer à la sagesse de la Cour. | gekoppeld. De enige eis van het voltooien van de drie jaren stage kon niet klaarblijkelijk onevenredig worden bevonden met de aldus nagestreefde doelstelling. A.11. Sindsdien kan het redelijke karakter van het betwiste onderscheid opnieuw worden beoordeeld op grond van diverse factoren, met name de recente ontwikkeling op wetgevend vlak waardoor alle advocaten, ook de stagiairs, voor het Arbitragehof en, in strafzaken, voor het Hof van Cassatie mogen pleiten. A.12. De verantwoording voor een dergelijk verschil in behandeling kan opnieuw worden beoordeeld. Het onderscheid lijkt thans niet meer de verantwoording te hebben die het nog kon hebben gehad toen het laatstelijk door de wetgever werd bevestigd. A.13. De Ministerraad verklaart dan ook zich te gedragen naar de wijsheid van het Hof. |
Mémoire en réponse de la requérante devant le Conseil d'Etat | Memorie van antwoord van de verzoekster voor de Raad van State |
A.14. L'objet de la question dépasse les limites assignées par le | A.14. Het onderwerp van de vraag reikt verder dan de door de |
Conseil des ministres : il y a lieu d'apprécier la légitimité de | Ministerraad gestelde perken : er bestaat aanleiding toe de |
l'exclusion des avocats stagiaires, tant pour assister une partie que | legitimiteit van de uitsluiting van de stagedoende advocaten, zowel om |
een partij bij te staan als om haar te vertegenwoordigen, te | |
pour la représenter. | beoordelen. |
A.15. Le Conseil des ministres relève la préoccupation qu'avait eue le | A.15. De Ministerraad maakt gewag van de zorg die de wetgever van 1939 |
législateur, en 1939, de « prévoir la présence de membres du barreau | had gehad « te voorzien in de aanwezigheid van leden van de balie ten |
face aux auditeurs et aux commissaires du Gouvernement ». Face aux auditeurs, il n'y a pas de commissaire du gouvernement mais uniquement des agents représentant l'Etat. Ces agents ne sont soumis à aucune condition particulière. L'argument selon lequel il s'agissait d'empêcher les parties requérantes de faire appel à un avocat stagiaire n'est pas pertinent, l'avocat stagiaire n'étant pas moins qualifié qu'un agent de l'Etat. A.16. Il est donc permis de dire que la distinction critiquée n'a jamais pu avoir de justification admissible. On ne peut partager la conclusion du Conseil des ministres selon laquelle la condition | overstaan van de auditeurs en de regeringscommissarissen ». Ten overstaan van de auditeurs is er geen regeringscommissaris, maar zijn er enkel ambtenaren die de Staat vertegenwoordigen. Die ambtenaren zijn aan geen enkele bijzondere voorwaarde onderworpen. Het argument dat het de bedoeling was de verzoekende partijen te beletten een beroep te doen op een stagedoend advocaat is niet relevant, vermits de stagedoende advocaat niet minder gekwalificeerd is dan een rijksambtenaar. A.16. Het is dus toegestaan te zeggen dat het betwiste onderscheid nooit een aanvaardbare verantwoording kon hebben gehad. De conclusie van de Ministerraad volgens welke de voorwaarde die de wetgever in |
retenue par le législateur en 1952 et en 1982 était admissible à | 1952 en in 1982 heeft gesteld, toentertijd aanvaardbaar was, kan niet |
l'époque. | worden gevolgd. |
- B - | - B - |
B.1. L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil | B.1. Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
d'Etat dispose : | van State bepaalt : |
« Les parties peuvent se faire représenter ou assister par des avocats inscrits au tableau de l'Ordre des avocats ainsi que, selon les dispositions du Code judiciaire, par toute personne établie dans un Etat membre des Communautés européennes et y habilitée, depuis trois ans au moins, à exercer la profession d'avocat. [...] » Cette disposition est interprétée par le Conseil d'Etat comme établissant une exigence de recevabilité. Sa méconnaissance entraîne, d'office, l'irrecevabilité de la requête signée par un avocat stagiaire et celui-ci ne peut plaider à l'audience. | « De partijen mogen zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door advocaten die ingeschreven zijn op de tabel van de Orde der Advocaten, alsook, volgens de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, door personen die in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen gevestigd zijn en er ten minste sedert drie jaar gerechtigd zijn om het beroep van advocaat uit te oefenen. [...] » Die bepaling wordt door de Raad van State aldus opgevat dat zij een vereiste van ontvankelijkheid instelt. De miskenning ervan leidt ambtshalve tot de onontvankelijkheid van het verzoekschrift dat is ondertekend door een stagedoend advocaat, en het is laatstgenoemde niet toegestaan op de terechtzitting te pleiten. |
B.2. La loi du 23 décembre 1946 portant création d'un Conseil d'Etat | B.2. De wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van |
ne permettait aux parties de s'y faire représenter que par des avocats | State bood de partijen enkel de mogelijkheid zich er te laten |
vertegenwoordigen door advocaten van Belgische nationaliteit die tien | |
de nationalité belge ayant dix années d'inscription au tableau de | jaar waren ingeschreven op het tableau van de Orde van advocaten. Die |
l'Ordre des avocats. Cette exigence avait pour objectif « d'avoir, en | eis had tot doel « inzake geschillen van bestuur, advocaten te hebben |
matière de contentieux administratif, des avocats qui se | die er zich een specialiteit zullen van maken en het auditoraat en de |
spécialiseront et aideront l'auditorat et le Conseil à construire la | Raad zullen behulpzaam zijn bij het opbouwen der bestuurlijke |
jurisprudence administrative ». Elle devait permettre d'opérer « un | rechtspraak ». Die eis diende de mogelijkheid te verschaffen « een |
filtrage » et d'éviter que la nouvelle juridiction ne soit « encombrée | schifting » te doen teneinde het nieuwe rechtscollege « niet te |
par des revendications sans fondement juridique ou dont l'objet | overlasten met eisen zonder juridische grond of waarvan het voorwerp |
sortirait de sa compétence ». La proposition de créer un barreau | niet ot de bevoegdheid van de Raad hoort ». Het voorstel een |
spécial ayant le monopole de la plaidoirie fut rejetée (Doc. parl., | bijzondere balie in het leven te roepen die over het pleitmonopolie |
Sénat, S.E. 1939, n° 80, p. 59). | zou beschikken werd verworpen (Gedr. St., Senaat, B.Z. 1939, nr. 80, |
B.3. La loi du 11 juin 1952, qui a modifié la loi du 23 décembre 1946, | p. 62). B.3. De wet van 11 juni 1952, die de wet van 23 december 1946 heeft |
a abrogé cette disposition, le législateur estimant qu'elle n'avait | gewijzigd, heeft die bepaling opgeheven, op grond van de overweging |
plus de raison d'être, puisque la jurisprudence du Conseil d'Etat a | van de wetgever dat zij geen bestaansreden meer had, vermits de |
défini les conditions dans lesquelles les recours doivent être | rechtspraak van de Raad van State de voorwaarden waarop de beroepen |
introduits et qu'il n'était pas justifié de maintenir une restriction | moeten worden ingesteld heeft bepaald en het niet verantwoord was een |
que n'appliquent ni les cours d'appel ni même la Cour de cassation | beperking te handhaven die noch de hoven van beroep, noch zelfs het |
(Doc. parl., Sénat, 1950-1951, n° 387, p. 2; Sénat, 1951-1952, n° 181, | Hof van Cassatie toepassen (Gedr. St., Senaat, 1950-1951, nr. 387, p. |
p. 2). | 2; Senaat, 1951-1952, nr. 181, p. 2). |
Le ministre de l'Intérieur introduisit un amendement, qui fut adopté, | De Minister van Binnenlandse Zaken diende een amendement in, dat werd |
étendant le droit de représentation et d'assistance devant le Conseil | aangenomen, en dat het recht tot vertegenwoordiging en bijstand voor |
d'Etat « à tous les avocats dès le moment qu'ils sont inscrits au | de Raad van State uitbreidde tot « al de advocaten van het ogenblik |
tableau de l'Ordre (donc après trois années de stage) ». (Doc. parl., | dat ze opgenomen zijn op de tabel van de Orde (dus na drie jaar stage) |
Chambre, 1951-1952, n° 414, p. 2) | » (Gedr. St., Kamer, 1951-1952, nr. 414, p. 2). |
B.4. La loi du 6 mai 1982 modifiant les lois sur le Conseil d'Etat | B.4. De wet van 6 mei 1982 tot wijziging van de wetten op de Raad van |
avait pour objet essentiel d'en modifier les cadres et de tenir compte | State had in wezen tot doel de formaties te wijzigen en rekening te |
du droit communautaire en matière de libre prestation de services. | houden met het Europees gemeenschapsrecht op het stuk van de vrijheid |
Elle a étendu aux avocats européens la condition d'ancienneté de trois | van dienstverlening. Zij heeft de Europese advocaten onderworpen aan |
ans, c'est-à-dire la durée minimale du stage pour les avocats belges, | de anciënniteitsvoorwaarde van drie jaar, zijnde de minimale stageduur |
sans remettre en cause le principe de cette exigence. | voor de Belgische advocaten, zonder het beginsel van die eis opnieuw |
in het geding te brengen. | |
B.5. Si le Code judiciaire impose certaines obligations aux | B.5. Weliswaar legt het Gerechtelijk Wetboek bepaalde verplichtingen |
stagiaires, il n'établit aucune distinction à leur détriment en ce qui | op aan de stagiairs, maar het maakt geen enkel onderscheid in hun |
concerne l'exercice de la profession, « sans préjudice des | nadeel op het stuk van de uitoefening van het beroep, « onverminderd |
dispositions particulières relatives à la Cour de cassation et au | de bijzondere bepalingen betreffende het Hof van Cassatie en de Raad |
Conseil d'Etat » (article 439 du Code judiciaire). | van State » (artikel 439 van het Gerechtelijk Wetboek). |
L'article 478 du Code judiciaire, selon lequel, en matière civile, | Artikel 478 van het Gerechtelijk Wetboek, volgens hetwelk voor het Hof |
seuls les avocats nommés à cette fin et qui portent le titre d'avocats | van Cassatie in burgerlijke zaken alleen de advocaten kunnen optreden |
à la Cour de cassation peuvent postuler et conclure devant elle, | en conclusies nemen die daartoe benoemd zijn en de titel van advocaat |
constitue une exception qui exclut tous les autres avocats. Seul | bij het Hof van Cassatie voeren, is een uitzondering die alle andere |
l'article 19 des lois coordonnées prévoit une exception qui exclut les | advocaten uitsluit. Enkel artikel 19 van de gecoördineerde wetten op |
de Raad van State voorziet in een uitzondering die alleen de | |
seuls avocats stagiaires. | stagedoende advocaten uitsluit. |
B.6. L'exception prévue dans la seule matière du contentieux confié au | B.6. De uitzondering waarin is voorzien in de enkele aangelegenheid |
Conseil d'Etat n'est pas justifiée. Les programmes des études | van het aan de Raad van State toevertrouwde contentieux, is niet |
universitaires de droit contiennent une formation adéquate en droit | verantwoord. De universitaire curricula in de rechten verschaffen een |
administratif. Rien ne permet de prétendre que les avocats stagiaires | adequate vorming in administratief recht. Niets leidt ertoe te stellen |
défendraient des « revendications sans fondement juridique » comme l'avait craint le législateur en 1946. Enfin, l'exigence d'une ancienneté de trois ans est sans rapport avec le souhait, exprimé également en 1946, de voir traiter le contentieux administratif par des avocats spécialisés. B.7. Il s'ensuit que la disposition en cause établit une différence de traitement injustifiée entre deux catégories d'avocats et restreint sans raison admissible le droit des justiciables de choisir librement leur conseil. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : | dat de stagedoende advocaten « eisen zonder juridische grond » zouden verdedigen, zoals de wetgever in 1946 had gevreesd. Tot slot staat de eis van een anciënniteit van drie jaar niet in verhouding tot de wens, die ook in 1946 tot uitdrukking is gebracht, dat het administratief contentieux door gespecialiseerde advocaten zou worden behandeld. B.7. Hieruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roept tussen twee categorieën van advocaten en zonder aanvaardbare reden het recht van de rechtzoekenden beperkt om vrij hun raadsman te kiezen. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : |
L'article 19, alinéa 3, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | Artikel 19, derde lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | State schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 mai 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 mei 1998. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |