Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt De La Cour Constitutionelle du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 31 octobre 1997 en cause de G. Willendyk contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 novembre « Dans la mesure où l'article 32bis du C.I.R. rend imposable les indemnités versées en réparation d(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 31 octobre 1997 en cause de G. Willendyk contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 novembre « Dans la mesure où l'article 32bis du C.I.R. rend imposable les indemnités versées en réparation d(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyk tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die met toepassing van de wetgevi(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
sur la Cour d'arbitrage januari 1989 op het Arbitragehof
Par arrêt du 31 octobre 1997 en cause de G. Willendyk contre l'Etat Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyk tegen de Belgische
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
le 21 novembre 1997, la cour d'appel de Bruxelles a posé la question ingekomen op 21 november 1997, heeft het Hof van Beroep te Brussel de
préjudicielle suivante : « Dans la mesure où l'article 32bis du C.I.R. rend imposable les indemnités versées en réparation d'une incapacité permanente en application de la législation sur les accidents du travail, sans qu'il y ait perte de revenus dans le chef de la victime, cette disposition n'est-elle pas contraire aux articles 10 et 172 de la Constitution, dès lors que les mêmes indemnités, si elles étaient obtenues par un redevable autre qu'un travailleur ou étaient versées directement par le tiers responsable de l'accident, ne seraient pas imposables et alors que, d'autre part, la victime d'un accident de travail ou sur le chemin du travail ne peut pas opter entre l'application de la loi sur les accidents du travail et l'action de droit commun, bien que ce soit en définitive le tiers responsable (ou son assureur) qui supporte la charge du paiement des indemnités ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1200 du rôle de la Cour. Le greffier, volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die met toepassing van de wetgeving op de arbeidsongevallen worden gestort tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, niet in strijd met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, aangezien dezelfde vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden zijn en terwijl, anderzijds, het slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1200 van de rol van het Hof. De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^