Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 29 augustus 2011

Ministeriële omzendbrief van 17 augustus 2011 betreffende de veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen van meer dan 2,5 ton, van de aanhangwagens met een totaal gewicht van meer dan 3,5 ton, van de opleggers, evenals van de container Aan de dames en heren Provinciegouverneurs, Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur,

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2011000550
pub.
29/08/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Ministeriële omzendbrief van 17 augustus 2011Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 17/08/2011 pub. 07/12/2011 numac 2011000748 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen van meer dan 2,5 ton, van de aanhangwagens met een totaal gewicht van meer dan 3,5 ton, van de opleggers, evenals van de containers die bestemd zijn voor de openbare brandweerdiensten. - Duitse vertaling sluiten betreffende de veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen van meer dan 2,5 ton, van de aanhangwagens met een totaal gewicht van meer dan 3,5 ton, van de opleggers, evenals van de containers die bestemd zijn voor de openbare brandweerdiensten Aan de dames en heren Provinciegouverneurs, Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerdienst beschikken en vervangt de omzendbrief van 9 maart 2007. De enige wijziging betreft de introductie van het nieuwe eenvormige 112-logo dat op de voertuigen moet worden aangebracht. Gegeven de opdrachten die de brandweer uitoefent, is het essentieel dat hun materieel van ver zichtbaar is in alle omstandigheden. Deze zichtbaarheid is noodzakelijk om de veiligheid te verzekeren zowel van het eigen personeel als van de burgers.

Mijn administratie heeft technische normen ontwikkeld om deze doelstelling te realiseren. Het vaststellen van deze normen laat eveneens toe om de uniformiteit te verzekeren van de markeringen die gebruikt worden door de verschillende brandweerkorpsen van het land. 1. Kleur van de voertuigen, van de aanhangwagens, van de opleggers en van de containers 1.1 Algemeen Het zichtbare gedeelte van het koetswerk is aan de buitenkant geschilderd met rode verf RAL 3020.

De bumper aan de voorkant van het voertuig is wit geschilderd (RAL 9010 of equivalent).

De wielvelgen zijn geschilderd in metaalgrijs (RAL 9006 of equivalent), behalve als ze uit roestvrij metaal zijn. 1.2 Uitzonderingen Als het voertuig, de aanhangwagen, de oplegger of de container kasten bevat die gesloten worden aan de hand van buitenluiken in geanodiseerd aluminium, moeten die luiken niet geschilderd zijn.

De buitenkanten van de tankwagens mogen wit geschilderd worden als zij geen integraal deel uitmaken van het koetswerk van de voertuigen. 2. Identificatielogo's 2.1 Voorstelling Zie figuur 1.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Algemeen h=350 mm; 3/5 h=210 mm; 2/5 h=140 mm; 1/2 h=175 mm. 2.2 Kenmerken 2.2.1 Kleuren van het logo ? De parallellogrammen aan de onderkant zijn in retroreflecterend geel RAL 1016 (zwavelgeel) of zeer gelijkend aan RAL 1016. ? De parallellogrammen aan de bovenkant zijn in retroreflecterend blauw RAL 5017 (verkeersblauw) of zeer gelijkend aan RAL 5017. 2.2.2 De hellingshoek van de gekleurde parallellogrammen die het logo vormen, bedraagt 60° ten opzichte van de horizontale lijn. 2.2.3 Als het beschikbare koetswerkoppervlak niet groot genoeg is om een logo met een h van 350 mm te plaatsen, mag h kleiner zijn, maar de volgende regel moet nageleefd worden : h = 0,4 * H (" + 10 %) waarbij - h minimum 150 mm bedraagt - H de hoogte is van het beschikbare koetswerkoppervlak waarop het logo geplaatst moet worden. 2.2.4 Opmerkingen : Voor het aanbrengen van het logo, hangt het aantal gekleurde parallellogrammen af van de beschikbare koetswerklengte.

Het logo bestaat uit minstens twee gele retroreflecterende parallellogrammen waartussen twee blauwe retroreflecterende parallellogrammen vervlochten zijn.

Sommige parallellogrammen kunnen ingekort worden naargelang van de beschikbare plaats op het koetswerk. 3. Veiligheids- en identificatiemarkeringen van de voertuigen, van de aanhangwagens, van de opleggers en van de containers Op de voertuigen, de aanhangwagens, de opleggers, evenals de containers van de openbare brandweerdiensten staan de volgende markeringen : 3.1 Markering van de voertuigen 3.1.1 Voorkant van de voertuigen Elk voertuig heeft een identificatiemarkering aan de voorkant.

Deze markering bestaat uit de volgende elementen : ? Het opschrift "BRANDWEER" (in het Frans POMPIERS of in het Duits FEUERWEHR) in witte niet-retroreflecterende letters van het lettertype Helvetica met een hoogte tussen 70 en 150 mm.

Dit opschrift is in spiegelschrift zodat het gelezen kan worden via de achteruitkijkspiegel. ? Langs weerszijden van het opschrift "BRANDWEER" (in het Frans POMPIERS of in het Duits FEUERWEHR) wordt een niet-retroreflecterend logo, zoals beschreven in figuur 1, geplaatst.

De parallellogrammen zijn zo gericht dat de pijl van figuur 1 naar het opschrift « BRANDWEER » (in het Frans POMPIERS of in het Duits FEUERWEHR) wijst.

Deze logo's bestaan elk uit minstens een parallellogram van elke kleur.

Op de voorkant van het voertuig mag geen enkel retroreflecterend materiaal gebruikt worden. 3.1.2 Achterkant van de voertuigen 3.1.2.1 Algemene regels die van toepassing zijn als het beschikbare koetswerkoppervlak op de achterkant van de voertuigen groot genoeg is a) Een rode contourmarkering (1) die de omtrek van de voertuigen aangeeft, wordt aangebracht onder de vorm van doorlopende retroreflecterende stoken van 50 à 60 mm breed of onderbroken stroken van 50 à 60 mm breed en samengesteld uit retroreflecterende segmenten van 50 à 60 mm lang en met een tussenruimte van 2 à 10 mm.b) Binnen de contourmarkering wordt een retroreflecterende markering in de vorm van visgraten met alternerende rode en witte stroken aangebracht op het centrale deel van de achterkant van het voertuig. De punten van de visgraten wijzen naar de bovenkant van het voertuig.

Deze markering in de vorm van visgraten heeft een oppervlakte van ten minste 1 m2. Het totale oppervlak van deze markering houdt rekening met het bij het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten toegestane totale oppervlak. (2) 3.1.2.2 Uitzonderingen a) Als het beschikbare koetswerkoppervlak op de achterkant van de voertuigen niet groot genoeg is voor het aanbrengen van een contourmarkering, wordt er enkel een rode retroreflecterende markering onder de vorm van doorlopende of onderbroken horizontale stroken, zoals bepaald in punt 3.1.2.1.a, aangebracht op het bovenste en het onderste deel van de achterkant van de voertuigen. b) Als het beschikbare koetswerkoppervlak niet groot genoeg is om retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken, zoals bepaald in punt 3.1.2.1.a, aan te brengen, mogen er doorlopende of onderbroken stroken van 20 tot 30 mm breed gebruikt worden. c) Als het horizontale deel van de contourmarkering aangebracht moet worden op horizontale latten van een luik en als de breedte van die latten niet groot genoeg is om retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken, zoals bepaald in punt 3.1.2.1.a, aan te brengen, worden er retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 20 tot 30 mm breed aangebracht op twee parallelle en aangrenzende latten van het luik, wat overeenstemt met stroken van 50 tot 60 mm. d) Als de achterkant van het voertuig in het midden een luik met latten bevat, moet de op het centrale deel van de achterkant van het voertuig aan te brengen retroreflecterende markering in de vorm van visgraten met alternerende rode en witte stroken, niet aangebracht worden. 3.1.3 Zijkanten van de voertuigen a) Op de zijkanten van de voertuigen worden contourmarkeringen aangebracht (3). Deze markeringen bestaan uit witte retroreflecterende doorlopende stroken van 50 à 60 mm breed of onderbroken stroken van 50 à 60 mm breed en gevormd door witte retroreflecterende segmenten van 50 à 60 mm lang en met een tussenruimte van 2 à 10 mm, die de omtrek van de voertuigen aangeven. Deze markeringen worden aangebracht langs de zijdelingse omtrek van zowel de cabine als van de superstructuur achter de cabine van de voertuigen (zie figuur 2).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) Als het beschikbare koetswerkoppervlak niet groot genoeg is om retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 50 à 60 mm breed, zoals bepaald in punt 3.1.3.a, aan te brengen, mogen retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 20 à 30 mm breed gebruikt worden. 3.1.3.1 Zijkanten van de cabine : Het in figuur 1 beschreven logo wordt aangebracht op de zijdeuren aan de voorkant van de cabine van de voertuigen, binnen de contourmarkering en naar voor en naar beneden wijzend.

Bij een dubbele cabine kan datzelfde logo van figuur 1 herhaald worden op de zijdeuren aan de achterkant van de cabine, binnen de contourmarkering. 3.1.3.2 Zijkanten van de superstructuur achter de cabine : a) Als de beschikbare koetswerkoppervlakken groot genoeg zijn, kan het in figuur 1 beschreven logo aangebracht worden op de superstructuur achter de cabine van de voertuigen, binnen de contourmarkering en naar voor en naar beneden wijzend.Het totale oppervlak van deze markering houdt rekening met het bij het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten toegestane totale oppervlak (4). b) Als de beschikbare plaats op het koetswerk groot genoeg is, worden het telefoonnummer van het eenvormig oproepnummer 112 en de telefoonhoorn duidelijk aangebracht in rode (RAL3020) retroreflecterende cijfers op een witte rechthoekige met afgeronde hoeken retroreflecterende achtergrond, op de twee zijkanten van het voertuig, indien mogelijk in de achterste bovenhoeken, alsook op de twee zijkanten van de cabine, binnen de contourmarkering, onderaan aan het uiteinde van de cabine.De hoogte van de cijfers van het nummer 112 bedraagt ten minste 100 mm. Het 112-logo mag geen, indien mogelijk, andere retroreflecterende markering bedekken. Het aan te brengen officiële 112-logo is hieronder weergegeven :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c) Als het horizontale deel van de contourmarkering aangebracht moet worden op horizontale latten van een luik en als de breedte van die latten niet groot genoeg is om er retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken, zoals bepaald in punt 3.1.3.a, op aan te brengen, worden er doorlopende of onderbroken stroken van 20 tot 30 mm breed aangebracht op twee parallelle en aangrenzende latten van het luik, wat overeenstemt met stroken van 50 tot 60 mm. 3.2 Markering van de containers, van de aanhangwagens en van de opleggers 3.2.1 Voor- en achterkant van de containers Op de voor- en achterkant van de containers staan de reglementaire retroreflecterende markeringen voor containers die op de openbare weg geplaatst worden, zoals voorzien in het ministerieel besluit van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/05/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999014134 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg sluiten (5). Die markeringen bestaan uit afwisselende rode en witte strepen van ten minste 100 mm breed die met de verticale as van de container een hoek van 45° vormen. 3.2.2 Achterkant van de aanhangwagens en van de opleggers De in punt 3.1.2 bedoelde regels zijn van toepassing. 3.2.3 Zijkanten van de containers, van de aanhangwagens en van de opleggers 3.2.3.1 Algemeen Op de zijkanten van de containers, van de aanhangwagens en van de opleggers worden retroreflecterende contourmarkeringen aangebracht (6).

Deze markeringen bestaan uit retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken, zoals bepaald in punt 3.1.3.a, die de omtrek van de containers, van de aanhangwagens en van de opleggers aangeven (zie figuur 2).

Als de beschikbare plaats op het koetswerk groot genoeg is, worden het telefoonnummer van het eenvormig oproepnummer 112 en de telefoonhoorn duidelijk aangebracht in rode (RAL3020) retroreflecterende cijfers op een witte rechthoekige met afgeronde hoeken retroreflecterende achtergrond, op de twee zijkanten van het voertuig, indien mogelijk in de achterste bovenhoeken, binnen de contourmarkering. De hoogte van de cijfers van het nummer 112 bedraagt ten minste 100 mm. Het 112-logo mag geen, indien mogelijk, andere retroreflecterende markering bedekken (zie figuur 3). 3.2.3.2 Uitzonderingen a) Als het beschikbare koetswerkoppervlak niet groot genoeg is om retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken, zoals bepaald in punt 3.1.3.a, aan te brengen, mogen er onderbroken retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 20 tot 30 mm breed gebruikt worden. b) Als het horizontale deel van de contourmarkering aangebracht moet worden op horizontale latten van een luik en als de breedte van die latten niet groot genoeg is om retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 50 à 60 mm breed, zoals bepaald in punt 3.1.3.a, aan te brengen, worden er retroreflecterende doorlopende of onderbroken stroken van 20 tot 30 mm breed aangebracht op twee parallelle en aangrenzende latten van het luik, wat overeenstemt met stroken van 50 tot 60 mm. c) Als de beschikbare koetswerkoppervlakken groot genoeg zijn, kan het in figuur 1 beschreven logo aangebracht worden binnen de contourmarkering en naar voor en naar beneden wijzend.Het totale oppervlak van dit logo houdt rekening met het bij koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten toegestane totale oppervlak (7). 4. Bijkomende identificaties Als de beschikbare oppervlakken groot genoeg zijn, kunnen de naam en het embleem of het logo van de publiekrechtelijke rechtspersoon van wie de openbare brandweerdienst afhangt, binnen de contourmarkering aangebracht worden op de deuren van de cabines van de voertuigen of op andere zijkanten van de koetswerken van de voertuigen, aanhangwagens, opleggers of containers. Bovendien is het toegestaan om de volgende teksten binnen de contourmarkeringen op de zijkanten van de voertuigen, aanhangwagens, opleggers of containers te plaatsen : - De tekst « BRANDWEER (in het Frans SERVICE INCENDIE of in het Duits FEUERWEHR) ». Deze tekst mag eventueel geïntegreerd zijn in het logo of het embleem van de brandweerdienst - Een functionele omschrijving van het voertuig (bv. snelle hulpwagen) - Een volgnummer Deze teksten worden in witte retroreflecterende letters van het lettertype Helvetica van maximum 100 mm hoog weergegeven. 5. Samenvattende tabel

Verplicht

Facultatie

Uitzondering

Kleur van de voertuigen, aanhangwagens, opleggers en containers :


Koetswerk : geschilderd in rood RAL 3020

x


Bumper voorkant van het voertuig : wit geschilderd

x


Stalen wielvelgen : geschilderd in metaalgrijs

x


Wielvelgen, indien in roestvrij metaal : niet geschilderd

x

Buitenluiken, indien in geanodiseerd aluminium : niet geschilderd

x

Niet geïntegreerde tanken van de tankwagens : wit geschilderd

x

Veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen :


Voorkant voertuigen : geen retroreflecterende markeringen

x


Voorkant voertuigen : opschrift "brandweer" in spiegelschrift, in witte letters

x


Een identificatielogo, aan weerszijden van het opschrift « brandweer »

x


Achterkant voertuigen, indien het beschikbaar oppervlak groot genoeg is : contourmarkering die de omtrek aangeeft met rode doorlopende of onderbroken retroreflecterende stroken

x


Achterkant voertuigen, indien het beschikbaar oppervlak groot genoeg is : aan binnenzijde en in het centrum van de contourmarkering, visgraten met alternerende rode en witte retroreflecterende stroken

x


Achterkant voertuigen, indien het beschikbaar oppervlak niet groot genoeg is voor contourmarkering : enkel horizontale contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken rode retroreflecterende stroken

x

Achterkant voertuigen, indien luik met latten in het centrum van de contourmarkering : de visgraten met alternerende retroflecterende rode en witte strepen moeten niet aangebracht worden

x

Zijkanten cabine voertuigen : contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken witte retroreflecterende stroken

x


Zijkanten cabine voertuigen : identificatielogo op deuren aan de voorkant

x


Zijkanten cabine voertuigen : identificatielogo op deuren aan de achterkant van de dubbele cabine

x


Zijkanten superstructuur voertuigen : contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken witte retroreflecterende stroken

x


Zijkanten superstructuur voertuigen : aanbrengen van het identificatielogo

x


Zijkanten superstructuur voertuigen, indien het beschikbaar oppervlak groot genoeg is : aanbrengen van het 112-nummer

x


Veiligheids- en identificatiemarkeringen van de aanhangwagens, van de opleggers en van de containers :


Voor- en achterkant van de containers : reglementaire markering voor containers die op de openbare weg geplaatst worden

x


Achterkant van de aanhangwagens en opleggers, indien het beschikbaar oppervlak groot genoeg is : contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken rode retroreflecterende stroken

x


Achterkant van de aanhangwagens en opleggers, indien beschikbaar oppervlak groot genoeg : binnen de contourmarkering en in het centrum ervan, visgraten met alternerende retroreflecterende rode en witte stroken

x


Achterkant van de aanhangwagens en opleggers, indien beschikbaar oppervlak niet groot genoeg is voor contourmarkering : enkel horizontale contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken rode retroreflecterende stroken

x

Achterkant van de aanhangwagens en opleggers, indien in het centrum van de contourmarkering een luik met latten is : de visgraten met alternerende rode en witte retroreflecterende stroken moeten niet aangebracht worden

x

Zijkanten : contourmarkering onder de vorm van doorlopende of onderbroken witte retroreflecterende stroken

x


Zijkanten, indien beschikbare oppervlakken groot genoeg : aanbrengen van het 112-nummer

x


Zijkanten : aanbrengen van het identificatielogo binnen de contourmarkering

x


Bijkomende identificaties :


Op de zijkanten van de voertuigen, containers, aanhangwagens en opleggers, binnen de contourmarkering en als de oppervlakken van het koetswerk groot genoeg zijn : de naam en het embleem van de publiekrechtelijke rechtspersoon van wie de openbare brandweerdienst afhangt, de tekst « BRANDWEER », een functionele omschrijving van het voertuig, een volgnummer

x


6.Slotbepalingen De ministeriële omzendbrief van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 09/03/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007000282 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen van meer dan 2,5 ton, van de aanhangwagens met een totaal gewicht van meer dan 3,5 ton, van de opleggers, evenals van de containers die bestemd zijn voor de openbare brandweerdiensten sluiten betreffende de veiligheids- en identificatiemarkering van de voertuigen van meer dan 2,5 ton, van de aanhangwagens met een totaal gewicht van meer dan 3,5 ton, van de opleggers, evenals van de containers die bestemd zijn voor de openbare brandweerdiensten, wordt opgeheven.

Deze omzendbrief is van toepassing op de voertuigen, containers, aanhangwagens en opleggers die vanaf de datum van de publicatie van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad door de openbare brandweerdiensten besteld worden.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2003, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, in het bijzonder bijlage 18.(De tekst is de vertaling van het Reglement nr. 104 in werking getreden op 13 januari 2000, opgenomen in de toevoeging 103 van de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen, ondertekend op 20 maart 1958 te Genève, Belgisch Staatsblad 24 februari 1961.) (2) Idem.(3) Idem.(4) Idem.(5) Art.8, 8.1 van het ministerieel besluit van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/05/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999014134 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg sluiten betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. (6) Koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2003, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, in het bijzonder bijlage 18. (7) Idem.

^