Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 mei 2022
gepubliceerd op 15 juni 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2022203291
pub.
15/06/2022
prom.
29/05/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel om diverse wijzigingen aan te brengen aan de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het verblijf in België voor de gerechtigden van de inkomensgarantie voor ouderen (hierna: de IGO) gecontroleerd wordt.

Opzet van het koninklijk besluit Krachtens het artikel 42, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen is de IGO slechts betaalbaar voor zover de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats in België heeft en er bestendig en daadwerkelijk verblijft.

Met het oog op de betaling van de IGO wordt een verblijf van maximum 29, al dan niet opeenvolgende, dagen per kalenderjaar in het buitenland gelijkgesteld met een bestendig en daadwerkelijk verblijf in België. De kalenderdag van vertrek vanop het Belgisch grondgebied en de kalenderdag van terugkeer uit het buitenland naar het Belgisch grondgebied tellen hiervoor niet mee. In uitzonderlijke gevallen kan van deze 29 dagen afgeweken worden.

Het niet respecteren van de verplichting om in België te verblijven kan de schorsing van de betaling van de IGO van de gerechtigde tot gevolg hebben.

De controle van dit verblijf in België gebeurt door de Federale Pensioendienst (hierna: de FPD) en dit volgens de controleprocedure voorzien in artikel 42, § 4, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten.

Bepaalde categorieën van gerechtigden zijn, behalve in geval van bedrieglijke handelingen, onjuiste of onvolledige verklaringen of vermoeden van fraude, uitgesloten van deze controleprocedure omwille van hun leeftijd of hun precaire situatie.

Elke gerechtigde is bovendien verplicht om aan de FPD elk vertrek naar het buitenland voor meer dan 2 opeenvolgende kalenderdagen vooraf te melden. Het niet respecteren van deze verplichting kan eveneens een sanctie tot gevolg hebben. Deze sanctie staat los van het al dan niet overschrijden van het aantal dagen waarin de gerechtigde in het buitenland mag verblijven.

Het voorliggend besluit voorziet niet alleen wijzigingen in de controleprocedure zelf en in de categorieën van gerechtigden die uitgesloten worden van deze controleprocedure, maar ook op het vlak van de meldingsplicht door de gerechtigde bij vertrek naar het buitenland. a) Hervorming van de controleprocedure: Momenteel wordt het naleven van de verblijfsvoorwaarde gecontroleerd door afgifte in de handen van de gerechtigde van een controledocument, na verificatie van zijn identiteit.Indien de gerechtigde bij de derde poging tot afgifte binnen een termijn van 21 kalenderdagen na de eerste poging nog steeds afwezig is, dan dient hij binnen 5 werkdagen een door zijn gemeentebestuur behoorlijk ingevuld verblijfsbewijs op te sturen naar de FPD. Doet hij dit niet, dan wordt verondersteld dat de gerechtigde niet meer in België verblijft en wordt de betaling van de IGO geschorst.

Naar aanleiding van een aantal bezwaren betreffende deze controleprocedure voorziet het ontwerp in een nieuwe wijze van controle die tegemoet komt aan de geuite bezwaren en gebruik maakt van het versturen van verblijfsbewijzen bij aangetekend zendingen met ontvangstbewijs.

Deze nieuwe controleprocedure verloopt als volgt.

De FPD verstuurt een verblijfsbewijs bij aangetekende zending met ontvangstbewijs die door een aanbieder van postdiensten aan de gerechtigde zal worden aangeboden op zijn hoofdverblijfplaats in België of op zijn daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België die hij desgevallend heeft meegedeeld aan de FPD. Indien de gerechtigde deze aangetekende zending in persoon in ontvangst neemt, hetzij aan huis, hetzij op de plaats die vermeld is op het bij de gerechtigde achtergelaten afwezigheidsbericht, geldt dit als bevestiging van zijn verblijf in België. De gerechtigde moet dan ook geen enkele bijkomende formaliteit vervullen.

Indien deze aangetekende zending echter in ontvangst wordt genomen door een gevolmachtigde van de gerechtigde, hetzij aan huis, hetzij op de plaats die vermeld is op het bij de gerechtigde achtergelaten afwezigheidsbericht, dient het bijgevoegde verblijfsbewijs te worden ingevuld en teruggestuurd naar de FPD. Hiertoe biedt de gerechtigde zich in persoon en in het bezit van zijn identiteitskaart aan bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats. Daar wordt zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied bevestigd door de bevoegde ambtenaar op het verblijfsbewijs.

Indien deze aangetekende zending daarentegen niet in ontvangst werd genomen, noch door de gerechtigde, noch door een gevolmachtigde van de gerechtigde, op het moment dat de termijn dat de aangetekende zending beschikbaar is op het postkantoor verstreken is wordt aan de gerechtigde, enkel en alleen bij wijze van herinnering, bij gewone brief een (tweede) verblijfsbewijs verstuurd op zijn hoofdverblijfplaats in België of op zijn daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België meegedeeld aan de FPD. Indien de gerechtigde deze gewone brief, om welke reden dan ook, niet heeft ontvangen, doet dit op geen enkele wijze afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de controleprocedure die gesteund is op de aangetekende zending.

De gerechtigde dient ook in dit geval nog steeds het verblijfsbewijs te laten invullen door de daartoe bevoegde ambtenaar van de gemeente.

Indien de gerechtigde de aangetekende zending niet in persoon in ontvangst heeft genomen, moet hij, om een schorsing van zijn IGO te vermijden, het ingevulde verblijfsbewijs terugsturen naar de FPD binnen een termijn van 29 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending, waarbij de poststempel geldt als bewijs.

Indien het behoorlijk ingevulde verblijfsbewijs niet tijdig werd teruggestuurd naar de FPD wordt de gerechtigde verondersteld niet meer in België te hebben verbleven, naargelang het geval, sinds de datum van aanbieding van de aangetekende zending of sinds de dag volgend op de kalenderdag van zijn vertrek vanop Belgisch grondgebied in geval van verblijf in het buitenland, ongeacht of hij al dan niet zijn data van vertrek en terugkeer aan de FPD heeft meegedeeld. In dit geval wordt de betaling van de IGO geschorst. De gerechtigde kan evenwel het tegenbewijs leveren dat hij gedurende deze periode (deels) werkelijk in België verbleef Deze nieuwe procedure beoogt aldus een antwoord te bieden op de bezwaren die werden geuit ten opzichte van de huidige controleprocedure. Zo zal de gerechtigde, in geval hij afwezig was, dankzij het achtergelaten afwezigheidsbericht meteen kunnen nagaan dat hem een verblijfsbewijs bij aangetekende zending werd aangeboden.

Verder kan de aanwezigheid op het Belgisch grondgebied in voorkomend geval bevestigd worden door de ontvangst van de aangetekende zending tegen aftekening door de gerechtigde zelf waarbij de aanbieder van postdiensten het ontvangstbewijs overmaakt aan de FPD. De controle is in dit geval louter gebaseerd op het aan de FPD bezorgde ontvangstbewijs. Er moet hierbij benadrukt worden dat er geen enkele delegatie van de controlebevoegdheid plaatsvindt. Doordat de FPD gebruik maakt van een postdienst, meer bepaald aangetekende zendingen, waarbij de aanbieder van postdiensten overeenkomstig artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 24 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/04/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014011366 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende reglementering van de postdienst type koninklijk besluit prom. 24/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014202691 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk sluiten tot regeling van de postdienst in het kader van zijn dienstverlening het recht heeft om de identiteit van personen te controleren door middel van "het handmatig, fotografisch of elektronisch vastleggen van het identiteitsbewijs", wordt eveneens tegemoet gekomen aan de bezwaren van de Gegevensbeschermingsautoriteit met betrekking tot de huidige procedure. b) Uitbreiding van de categorieën van gerechtigden uitgesloten van de controleprocedure: In de huidige controleprocedure zijn, behoudens in geval van vermoeden van fraude, van onjuiste of onvolledige verklaringen of in geval van bedrieglijke handelingen, de gerechtigden die ouder zijn dan 80 jaar of die opgenomen zijn in een rusthuis, een rust- en verzorgingstehuis of in een psychiatrische verzorgingsinstelling in België, uitgesloten van de controleprocedure. De nieuwe controleprocedure voorziet tot slot in een uitbreiding van de gevallen waarin, behoudens in geval van vermoeden van fraude, van onjuiste of onvolledige verklaringen of in geval van bedrieglijke handelingen, gerechtigden uitgesloten worden van de controleprocedure.

Deze uitsluiting zal - ongeacht de leeftijd - vanaf nu ook gelden : - voor de gerechtigden die ingeschreven zijn op het adres van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; - voor de personen met een handicap zoals erkend door de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, op basis van een graad van verlies aan zelfredzaamheid van minstens 7 punten. - voor de personen die een attest aan de FPD hebben overgemaakt waaruit blijkt dat zij, van één van de bevoegde gefedereerde entiteiten, een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood ontvangen.

De FPD streeft ernaar om de vrijstellingen van de controleprocedure mogelijk te maken zonder bijkomende administratieve last voor de gerechtigden. De FPD zal in dit kader een campagne opstarten om onder meer de ziekenhuizen te sensibiliseren om de FPD te verwittigen dat een begunstigde is opgenomen, teneinde onnodige controles te vermijden. Tevens zullen, waar mogelijk, de nodige automatische gegevensstromen opgezet worden om het indienen van attesten overbodig te maken, zoals dit thans reeds het geval is voor de handicaps erkend door de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. c) Wijzigingen aan de meldingsplicht: Momenteel is de gerechtigde op de IGO die het Belgisch grondgebied verlaat voor meer dan 2 opeenvolgende kalenderdagen (de dag van vertrek en terugkeer inbegrepen) verplicht de FPD daarvan voorafgaandelijk in te lichten.Wanneer de gerechtigde niet voldoet aan deze verplichting, wordt de betaling van de IGO geschorst gedurende een kalendermaand. Hiertoe houdt de FPD elke maand 10 % van het maandbedrag van de IGO in tot het bereiken van het bedrag overeenstemmend met één maand IGO. Deze sanctie staat los van het al dan niet overschrijden van het aantal dagen waarin de gerechtigde in het buitenland mag verblijven.

Het voorliggend besluit voorziet dat de meldingsplicht enkel nog zal bestaan voor een vertrek van het Belgisch grondgebied voor meer dan 5 dagen (de dag van vertrek en terugkeer zijn hierbij niet inbegrepen) en verduidelijkt dat het ingehouden maandbedrag dat zal zijn van de maand waarin de eerste dag volgend op de kalenderdag van vertrek vanop het Belgisch grondgebied gelegen is. d) Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgische Staatsblad. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

Raad van State afdeling Wetgeving Advies 71.310/1 van 3 mei 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen' Op 1 april 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 26 april 2022. De kamer was samengesteld uit Jeroen VAN NIEUWENHOVE, staatsraad, voorzitter, Wouter PAS en Inge VOS, staatsraden, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lennart NIJS, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wouter PAS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 mei 2022.

STREKKING EN RECHTSGROND 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de procedure voor controle van het werkelijke verblijf in België van de gerechtigden op een inkomensgarantie voor ouderen ('IGO') te hervormen, door de huidige werkwijze met afgifte van een controledocument te vervangen door een procedure via aangetekende zending.Daarenboven voorziet het ontwerp in een uitbreiding van de categorieën van gerechtigden die uitgesloten worden van de controleprocedure, en wordt de meldingsplicht voor het verlaten van het Belgisch grondgebied door gerechtigden versoepeld.

Artikel 1 van het ontwerp voorziet daartoe in een wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten 'tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen'. Krachtens artikel 2 van het ontwerp treedt het in werking op 15 april 2022. 2. Het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 14, § 2, 3° en 7°, van de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten 'tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen'. ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 1 3. Het ontworpen artikel 42, § 4, vierde lid, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten schrijft voor dat ingeval de aangetekende zending niet in ontvangst wordt genomen, een verblijfsbewijs wordt verstuurd aan de gerechtigde, louter bij wijze van herinnering. De formulering van de ontworpen bepaling maakt niet voldoende duidelijk op welk ogenblik vastgesteld kan of mag worden dat de aangetekende zending niet in ontvangst werd genomen. De gebruikte zinsnede "niet in ontvangst genomen" kan namelijk op tweeërlei wijze worden geïnterpreteerd, zijnde als het moment van de vruchteloze eerste aanbieding of als het moment waarop blijkt dat de zending niet tijdig werd afgehaald op het postpunt.

De gemachtigde verduidelijkt in dit verband dat de herinnering bij gewone brief gebeurt "op het moment dat de termijn dat de aangetekende zending beschikbaar is op het postkantoor verstreken is".

Indien dit de bedoeling is van de stellers van het ontwerp, moet de ontworpen bepaling in die zin worden verduidelijkt. De Raad van State, afdeling Wetgeving, geeft evenwel ter overweging mee dat de gerechtigde over een termijn van vijftien dagen beschikt om zijn aangetekende zending af te halen, waarna deze nog terugbezorgd wordt aan de Dienst, die vervolgens per gewone post een herinnering stuurt.

Het lijkt dan ook niet ondenkbaar dat reeds het grootste deel van de geboden termijn van negentwintig dagen (die loopt vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending) verstreken is op het ogenblik dat een gerechtigde die de aangetekende zending niet heeft afgehaald, een eerste maal daadwerkelijk kennis krijgt van het feit dat hij het voorwerp uitmaakt van een controle. 4. Artikel 1, 5°, b) van het ontwerp voegt aan artikel 42, § 4, laatste lid, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten een punt 5° toe, waarin gerechtigden vermeld worden die van de normale controleprocedure worden uitgesloten.Het gaat om de personen die via de bevoegde deelgebieden van een bepaalde tegemoetkoming genieten, zijnde de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood.

De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden is een bevoegdheid die toekomt aan de gemeenschappen, op grond van artikel 5, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten 'tot hervorming der instellingen'. Ter uitvoering van artikel 138 van de Grondwet wordt de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ter zake uitgeoefend door het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.

De verwijzingen naar de tegemoetkomingen "in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest" of "in het Vlaamse Gewest" zijn niet in overeenstemming met deze bevoegdheidsverdeling. Indien het de bedoeling is te verwijzen naar de territoriale afbakening van de thans toegekende tegemoetkomingen zou verwezen moeten worden naar het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, het Nederlandse taalgebied1, en, wat betreft het Waalse Gewest, het Franse taalgebied.

Beter en bevoegdheidsconform is het te verwijzen naar de bevoegde overheden die de tegemoetkomingen toekennen. De bepaling wordt dus het best als volgt geredigeerd : "5° die een attest aan de Dienst hebben overgemaakt waaruit blijkt dat zij een van de volgende tegemoetkomingen ontvangen : a) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via Iriscare;b) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Duitstalige Gemeenschap, via de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;c) een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, toegekend door de Vlaamse Gemeenschap, via de Zorgkas waarbij de rechthebbende aangesloten is;d) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden toegekend door het Waalse Gewest via het Agence pour une Vie de Qualité". Artikel 2 5. Artikel 2 van het ontwerp bepaalt dat het besluit in werking treedt op 15 april 2022. Het ontwerp bevat evenwel procedurele bepalingen die uit hun aard geen terugwerkende kracht kunnen verkrijgen. De datum van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit moet worden aangepast, waarbij er over gewaakt moet worden dat de rechtsonderhorigen voldoende tijd krijgen om kennis te nemen van de nieuwe bepalingen.

DE GRIFFIER, G. VERBERCKMOES DE VOORZITTER, J. VAN NIEUWENHOVE _______ Nota 1 Zoals de Raad van State, afdeling Wetgeving, reeds heeft vastgesteld, is de Vlaamse Gemeenschap bevoegd om de bevoegdheid inzake de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood ook uit te oefenen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (zie bijv. adv.RvS 58.697/1 van 5 februari 2016 over een voorontwerp dat geleid heeft tot het decreet van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2016 pub. 06/09/2016 numac 2016036210 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten 'houdende de Vlaamse sociale bescherming', Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 715/1, 9-10 en 150-155, met verwijzing naar adv.RvS 53.932/AV van 27 augustus 2013 over een voorstel dat heeft geleid tot de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming sluiten 'met betrekking tot de Zesde Staatshervorming', Parl.St. Senaat 2012-13, nr. 5-2232/3, 12-17).

Artikel 231, § 3, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten 'houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming' bepaalt evenwel dat het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood geweigerd wordt aan de persoon die in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad woont en die aanspraak kan maken op een vergelijkbare vorm van zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, ingesteld door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

29 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 42 van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, artikel 14, § 2, 3° en 7°, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006 en gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 10 maart 2022;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maart 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 1 april 2022;

Gelet op het advies nr. 71.310/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 42, van het koninklijk besluit van 23 mei 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2001 pub. 31/05/2001 numac 2001022357 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "2 opeenvolgende kalenderdagen, de in paragraaf 1, tweede lid, 4° bedoelde kalenderdagen inbegrepen," vervangen door de woorden "5 opeenvolgende kalenderdagen, de in paragraaf 1, tweede lid, 4° bedoelde kalenderdagen niet inbegrepen,"; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een derde lid, luidende : "De in het tweede lid bedoelde kalendermaand stemt overeen met de maand waarin de eerste dag volgend op de kalenderdag van vertrek vanop het Belgisch grondgebied gelegen is."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "het tweede en derde lid" vervangen door de woorden "het tweede tot het zesde lid";4° in paragraaf 4 worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt : "De controle gebeurt door een verblijfsbewijs aangeboden bij een aangetekende zending met ontvangstbewijs op de hoofdverblijfplaats in België van de gerechtigde of op de daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België van de gerechtigde meegedeeld aan de Dienst. De aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de ontvangst van de aangetekende zending tegen aftekening door de gerechtigde zelf.

Indien de aangetekende zending in ontvangst wordt genomen door een gevolmachtigde van de gerechtigde biedt de gerechtigde zich in persoon en in het bezit van zijn identiteitskaart aan bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats, waar zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de bevoegde ambtenaar op het verblijfsbewijs. De gerechtigde stuurt het ingevulde verblijfsbewijs daarna terug naar de Dienst binnen een termijn van 29 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending, waarbij de poststempel geldt als bewijs.

Indien de aangetekende zending niet in ontvangst werd genomen door de gerechtigde of door een gevolmachtigde van de gerechtigde op het moment dat de termijn dat de aangetekende zending beschikbaar is op het postkantoor verstreken is wordt aan de gerechtigde, louter bij wijze van herinnering, bij gewone brief een verblijfsbewijs verstuurd op zijn hoofdverblijfplaats in België of op zijn daadwerkelijke tijdelijke verblijfplaats in België meegedeeld aan de Dienst. De gerechtigde biedt zich in persoon en in het bezit van zijn identiteitskaart aan bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats, waar zijn aanwezigheid op het Belgisch grondgebied wordt bevestigd door de bevoegde ambtenaar op het verblijfsbewijs. De gerechtigde stuurt het ingevulde verblijfsbewijs terug naar de Dienst binnen een termijn van 29 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de aanbieding van de aangetekende zending, waarbij de poststempel geldt als bewijs.

Indien de gerechtigde de in het vierde lid bedoelde gewone brief, om welke reden dan ook, niet heeft ontvangen, doet dit op geen enkele wijze afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de controleprocedure.

Indien de aangetekende zending niet in ontvangst werd genomen door de gerechtigde zelf en het ingevulde verblijfsbewijs niet werd teruggestuurd naar de Dienst binnen de termijn van 29 kalenderdagen bedoeld in het derde lid en vierde lid, wordt de gerechtigde verondersteld niet meer in België te hebben verbleven, naargelang het geval, sinds de datum van aanbieding van de aangetekende zending of sinds de dag volgend op de kalenderdag van zijn vertrek vanop Belgisch grondgebied in geval van verblijf in het buitenland, ongeacht of hij al dan niet zijn data van vertrek en terugkeer aan de Dienst heeft meegedeeld, en wordt de betaling van de inkomensgarantie geschorst." 5° in paragraaf 4, zesde lid, dat het negende lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "het tweede en derde lid" worden vervangen door de woorden "het tweede tot het zesde lid";b) het lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 3° tot 5°, luidende: "3° die ingeschreven zijn op het adres van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;4° met een handicap zoals erkend door de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, op basis van een graad van verlies aan zelfredzaamheid van minstens 7 punten vastgesteld overeenkomstig de zelfredzaamheidsschaal opgenomen in bijlage bij het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming;5° die een attest aan de Dienst hebben overgemaakt waaruit blijkt dat zij een van de volgende tegemoetkomingen ontvangen: a) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie via Iriscare;b) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Duitstalige Gemeenschap, via de Directie-generaal Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;c) een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, toegekend door de Vlaamse Gemeenschap, via de Zorgkas waarbij de rechthebbende aangesloten is; d) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden toegekend door het Waalse Gewest via het Agence pour une Vie de Qualité.".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 mei 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

^