gepubliceerd op 04 februari 2014
Koninklijk besluit houdende de vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien
15 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende de vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe de criteria te bepalen op grond waarvan een advies van de ASTRID-Veiligheidscommissie gevraagd moet worden met betrekking tot de radiodekking in nieuwe grote bouw- en infrastructuurwerken.
ASTRID is het radio- communicatienetwerk voor alle hulp- en veiligheidsdiensten van ons land.
De communicatie moet logischerwijze zo optimaal mogelijk zijn.
De openbare hulpdiensten moeten kunnen communiceren in gebouwen om bijvoorbeeld de uitbreiding van een brand te kunnen bestrijden of om de reddingsoperaties te vergemakkelijken, en dit in alle veiligheid voor hun personeel.
De ASTRID-radiodekking is in bepaalde gebouwen soms ontoereikend. Er werd dan ook voorzien dat aanvragen van een stedebouwkundige vergunning van nieuwe grote bouw- en infrastructuurwerken waarvan de radiodekking niet verzekerd wordt door het beheerscontract tussen de Staat en de NV ASTRID, voorgelegd moeten worden aan de ASTRID-Veiligheidscommissie.
De ASTRID-veiligheidscommissie moet, voor elk dossier betreffende een nieuw groot bouw- of infrastructuurwerk, beslissen over de noodzaak van een ASTRID-indoorradiodekking.
Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Het ontwerp van koninklijk besluit preciseert uitdrukkelijk dat geviseerd wordt "nieuwe" en "grote" bouw- en infrastructuurwerken. "Nieuw" en "groot" zijn cumulatieve criteria.
Artikel 1, § 2 van het ontwerp verduidelijkt dat onder « grote bouw- en infrastructuurwerken » moet worden verstaan : 1° ofwel publiek toegankelijke bouw- en infrastructuurwerken waar, omwille van de dagelijkse activiteiten of bijzondere evenementen die er plaats vinden, een toeloop van meer dan 150 personen te verwachten valt;2° ofwel bouw- en infrastructuurwerken die beschikken over een ondergrondse ruimte die voor het publiek toegankelijk is of waarin gevaarlijke stoffen of mengsels in de zin van artikel 1, § 2, van het Koninklijke besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke mengsels met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan, opgeslagen zijn;3° ofwel bouw- en infrastructuurwerken die al dan niet toegankelijk zijn voor het publiek waarvan de grondoppervlakte meer dan 2 500m² bedraagt. De grondoppervlakte zal worden berekend aan de hand van het plan van het gelijkvloers, conform de basisnormen gebruikt in de brandpreventie (koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen) Op grond van deze criteria moet de bevoegde gemeentelijke of gewestelijke overheid die de stedenbouwkundige vergunning aflevert, uitmaken of het dossier wordt voorgelegd aan de ASTRID-Veiligheidscommissie.
Artikel 2 De ASTRID-veiligheidscommissie brengt jaarlijks aan de Minister een activiteitenverslag uit.
Werken inzake bouwkunde evolueren sterk en dus wordt door artikel 2 de mogelijkheid geschapen voor de ASTRID-veiligheidscommissie om in het kader van deze evoluties bijsturingen te doen en voorstellen te doen tot aanpassing van de criteria voor het bepalen van de bouw- en infrastructuurwerken zoals bedoeld in artikel 22 van de wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten.
Artikel 3 Dit artikel vereist geen commentaar.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET
ADVIES 53.969/2/V VAN 26 AUGUSTUS 2013 RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE CRITERIA TER BEPALING VAN DE BOUW- EN INFRASTRUCTUURWERKEN WAARIN ASTRID-RADIODEKKING MOET WORDEN VOORZIEN' Op 29 juli 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende de vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien'.
Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 26 augustus 2013 .
De kamer was samengesteld uit Robert Andersen, eerste voorzitter van de Raad van State, Pierre Vandernoot en Michel Pâques, staatsraden, Yves De Cordt, assessor, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Benoît Jadot, eerste auditeur-afdelingshoofd .
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy, kamervoorzitter .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 augustus 2013 .
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Voorafgaande vormvereisten 1. In zoverre het ontwerpbesluit ertoe strekt de criteria vast te stellen voor de bouw- en infrastructuurwerken waarin in ASTRID-radiodekking moet worden voorzien, moet het ontwerpbesluit, overeenkomstig artikel 22 van de wet van 8 juni 1988 `betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten', om advies worden voorgelegd aan de veiligheidscommissie die bij deze bepaling is ingesteld (hierna "de veiligheidscommissie" genoemd). In dit geval heeft de veiligheidscommissie op 6 januari 2009 een advies gegeven over een eerste versie van het ontwerpbesluit.
Dat advies is zodoende meer dan vier en een half jaar geleden verstrekt. De wettelijke verplichting van de verordenende overheid om adviezen in te winnen is vooral bedoeld om die overheid in te lichten over de feitelijke en juridische gegevens die, volgens het geraadpleegde orgaan, in aanmerking moeten worden genomen op het ogenblik dat de overheid haar beslissing moet nemen. De tijdspanne tussen de raadpleging en de beslissing moet dus in principe kort zijn.
Zo niet, zou een advies slechts als uitgangspunt voor een veel later genomen beslissing kunnen dienen als bewezen is dat de feitelijke en juridische omstandigheden waarop het adviesorgaan zich gebaseerd heeft, niet in die mate zijn gewijzigd dat de raadpleging als niet langer relevant ter zake zou moeten worden beschouwd.
Bovendien blijkt uit het dossier dat een van de bepalingen van de versie van het ontwerpbesluit die aan de Raad van State is voorgelegd en waarover een advies van de veiligheidscommissie noodzakelijk is - in casu artikel 1, § 3 - niet voorkomt in de tekst die aan de veiligheidscommissie is meegedeeld. De invoeging van deze bepaling in het ontwerpbesluit vloeit ook geenszins voort uit het advies van de commissie. Het vormvereiste dat is voorgeschreven door artikel 22 van de voornoemde wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten, kan dus in geen geval geacht worden te zijn vervuld.
Het ontwerpbesluit moet dus opnieuw om advies worden voorgelegd aan de veiligheidscommissie. 2. Uit artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten `betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' blijkt dat in principe elk ontwerp van koninklijk besluit aanleiding moet geven tot een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren. Luidens artikel 19/1, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, zijn de enige gevallen waarin zo een voorafgaand onderzoek niet hoeft plaats te vinden, die welke zijn bepaald bij een hiertoe vastgesteld koninklijk besluit. Bij de huidige stand van zaken zijn deze gevallen vastgesteld bij het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022342 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 116, tweede lid en 119, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, inzake het pensioen van het vliegend personeel van de burgerlijke luchtvaart type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/11/2012 numac 2012022380 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 25/09/2012 numac 2012002052 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012000591 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 10/10/2012 numac 2012002050 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten en in het Ministerie van Defensie sluiten `houdende uitvoering van de voornoemde bepaling van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten'. Het voorliggende ontwerpbesluit valt onder geen enkel van de gevallen van vrijstelling waarin het voornoemde koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022349 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 27/09/2012 numac 2012022342 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 116, tweede lid en 119, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, inzake het pensioen van het vliegend personeel van de burgerlijke luchtvaart type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/11/2012 numac 2012022380 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen. - Addendum type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 25/09/2012 numac 2012002052 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012000591 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, en het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 10/10/2012 numac 2012002050 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten en in het Ministerie van Defensie sluiten voorziet.
Het dossier bevat een "DOEB-vrijstellingsformulier (formulier A)" waarin wordt gesteld dat de door het ontwerpbesluit voorgenomen "[m]aatregel behoort tot [een] vrijstellingscategorie" en dus geen "DOEB" behoeft. Dit wordt gemotiveerd als volgt : "Het staat op voorhand en met zekerheid vast dat de impact van de maatregel op sociaal, economisch en/of leefmilieuvlak te verwaarlozen is", op grond van een aldus geformuleerde reden : "Dit ontwerp van Koninklijk Besluit voert een [b]estaande wettelijke beschikking uit, te weten artikel 22 van de wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, en beperkt zich tot het bepalen van eenduidige criteria. Deze criteria zullen gebruikt worden door een bestaande commissie met als doel de vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien voor de hulp- en veiligheidsdiensten. De commissie waarvan sprake, haar werking en de gebruikte procedures bestaan al".
Een dergelijke rechtvaardiging geeft onvoldoende duidelijk aan in hoeverre de impact van de maatregel "op sociaal, economisch en milieuvlak" verwaarloosbaar is. De steller van het ontwerpbesluit moet dus gewezen worden op de wankele motivering die wordt aangehaald.
Onderzoek van het ontwerp Opschrift Het opschrift dient te worden aangevuld zodat duidelijk naar voren komt dat het ontwerpbesluit tevens strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten `tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan'.
Aanhef Overeenkomstig wat in de wetgevingstechniek gebruikelijk is, is het niet zinvol de artikelen van het gewijzigde besluit in de aanhef te vermelden (1).
In het tweede lid moeten de woorden ", artikel 8" derhalve worden weggelaten.
Dispositief Artikel 1 1. Het koninklijk besluit van 11 januari 1993 waarnaar in paragraaf 2, 2°, wordt verwezen, is bij een koninklijk besluit van 11 februari 2010 gewijzigd teneinde er het woord "preparaten" telkens te vervangen door het woord "mengsels". Paragraaf 2, 2°, moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. 2. Alhoewel er in principe geen bezwaar tegen bestaat dat het ontwerpbesluit de veiligheidscommissie de mogelijkheid biedt om af te wijken van wat in artikel 1, § 3, bepaald is, moet toch voldoende nauwkeurig worden aangegeven in welke soort van gevallen deze mogelijkheid kan worden aangewend.De loutere vermelding dat er "bepaalde randgevallen" bestaan, is in dat opzicht te vaag.
Voorts hoeft in de ontworpen tekst niet uitdrukkelijk te worden vermeld dat de beslissingen van de veiligheidscommissie moeten worden gemotiveerd. Hier wordt immers louter een verplichting herhaald die krachtens de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten `betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen' toepasselijk is. Een dergelijke herhaling is nutteloos. Het herinneren aan de verplichting om een regel te respecteren die voortvloeit uit een wetgevende bepaling heeft ook het nadeel verwarring te kunnen stichten over de precieze juridische aard van de betrokken regel.
Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien.
Artikelen 2 en 3 De artikelen 2 en 3 moeten onderling van plaats worden verwisseld teneinde rekening te houden met de bestaande nummering van de bepalingen die bij die artikelen worden gewijzigd.
In artikel 3 hoeft het volledige opschrift van het gewijzigde besluit niet te worden vermeld en kan er mee worden volstaan het te verwijzen naar "hetzelfde besluit".
Artikel 2 (dat artikel 3 wordt) 1. Gelet op het feit dat het gewijzigde artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten twee leden bevat, schrijve men in de inleidende zin : "(...) wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :". 2. De machtigingen die bij artikel 22 van de voornoemde wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten aan de Koning worden verleend, maken hem bevoegd om de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de veiligheidscommissie te bepalen, haar opdrachten te preciseren en de criteria vast te stellen voor het bepalen van de bouw- en infrastructuurwerken waarin in ASTRID-radiodekking moet worden voorzien. Deze machtigingen kunnen redelijkerwijze niet zo worden opgevat dat ze de bevoegdheid inhouden om te bepalen dat het dossier dat aan de veiligheidscommissie moet worden overgezonden "het gemotiveerd advies van gemeentelijke overheid inzake de noodzaak van een indoorradiodekking" moet bevatten, zoals het ontworpen artikel 8, § 1, tweede lid, 6°, luidt.
Het ontworpen artikel 8, § 1, tweede lid, 6°, moet dus worden weggelaten. 3. De Franse versie van het ontworpen artikel 8, § 1, tweede lid, 7°, is in die zin gesteld dat het dossier dat aan de veiligheidscommissie wordt overgezonden door de overheid die een aanvraag om stedenbouwkundige vergunning heeft ontvangen, melding maakt van "la date limite de la délivrance de l'avis à l'autorité compétente".De Nederlandse versie is verschillend geformuleerd : uit deze versie blijkt dat in het dossier "de uiterste datum waarop het advies van de veiligheidscommissie bij de vergunning verlenende overheid moet toekomen" moet worden vermeld.
In dit verband moet vooreerst worden opgemerkt dat artikel 22 van de voornoemde wet van 8 juni 1988 in casu de veiligheidscommissie een beslissingsbevoegdheid opdraagt en niet - anders dan in de ontworpen tekst wordt aangegeven - een louter adviserende taak.
Daarenboven mag niet over het hoofd worden gezien dat het huidige tweede lid - dat blijkens het ontwerpbesluit het derde lid zou worden - van artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten, bepaalt dat de overheid die een aanvraag om stedenbouwkundige vergunning heeft ontvangen in het dossier dat aan de veiligheidscommissie wordt overgezonden, moet vermelden binnen welke termijn de stedenbouwkundige vergunning moet worden afgegeven.
Krachtens artikel 9, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten `tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan' is de veiligheidscommissie voorts verplicht haar beslissing aan de in artikel 8 bedoelde overheid mee te delen ten hoogste 14 dagen vóór het eind van de termijn waarbinnen de stedenbouwkundige vergunning moet worden afgegeven.
Gelet op deze bepalingen begrijpt de Raad van State niet wat het nut is van het ontworpen artikel 8, § 1, tweede lid, 7°.
Het ontwerpbesluit moet dientengevolge worden herzien.
Artikel 3 (dat artikel 2 wordt) 1. In de Franse versie van de inleidende zin moet het woord "paragraphe" worden vervangen door het woord "alinéa" en moet het bepaald lidwoord "l'" voor de woorden "article 6" worden geplaatst.2. Door in een bepaling die het voornoemde koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten moet wijzigen melding te maken van "de criteria bepaald in artikel 1 hierboven", wekt de ontworpen bepaling de indruk dat ze aan artikel 1 van dat besluit refereert.De criteria waarnaar ze verwijst, moeten echter worden opgenomen in het koninklijk besluit houdende de vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien, en niet in het voornoemde koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten.
De ontworpen tekst moet dienovereenkomstig worden herzien.
Artikel 4 Teneinde iedere moeilijkheid te voorkomen met betrekking tot het nauwkeurig vaststellen van de dag waarop het ontworpen besluit in werking treedt, moet de termijn ofwel worden uitgedrukt in een aantal dagen (bijvoorbeeld "negentig dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad"), ofwel moet de eerste dag van een bepaalde maand worden aangegeven (bijvoorbeeld "de eerste dag van de derde maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad").
De griffier, A.-C. Van Geersdaele.
De eerste voorzitter, R. Andersen. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 30, formule F 3-3.
15 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria ter bepaling van de bouw- en infrastructuurwerken waarin ASTRID-radiodekking moet worden voorzien en tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, artikel 22, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 6 mei 2013;
Gelet op het advies 53.969/2/V van de Raad van State, gegeven op 26 augustus 2013;
Gelet op het advies van de ASTRID - veiligheidscommissie van 17 september 2013;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad verenigde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Onder "nieuwe bouw- en infrastructuurwerken", zoals bedoeld in artikel 22 van de wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, moet worden verstaan deze waarvoor een stedenbouwkundige aanvraag werd ingediend na de inwerkingtreding van het onderhavig besluit. § 2. Onder "grote bouw- en infrastructuurwerken", zoals bedoeld in artikel 22 van dezelfde wet moet worden verstaan : 1° voor publiek toegankelijke bouw- en infrastructuurwerken waar, omwille van de dagelijkse activiteiten of bijzondere evenementen die er plaats vinden, een toeloop van meer dan 150 mensen te verwachten valt;2° bouw- en infrastructuurwerken die beschikken over een ondergrondse ruimte, groter dan 25 m2, die voor het publiek toegankelijk is of waarin gevaarlijke stoffen of preparaten in de zin van artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke mengsels met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan opgeslagen zijn;3° bouw- en infrastructuurwerken die al dan niet toegankelijk zijn voor het publiek waarvan de grondoppervlakte meer dan 2 500 m² bedraagt.
Art. 2.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/07/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008000755 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de ASTRID-veiligheidscommissie en tot precisering van de opdrachten daarvan, wordt aangevuld met een lid, luidende : "Dit verslag kan eventueel voorstellen bevatten tot aanpassing van de criteria voor het bepalen van de bouw- en infrastructuurwerken zoals bedoeld in artikel 22 van de wet van 8 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/1998 pub. 13/06/1998 numac 1998000389 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten sluiten betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten."
Art. 3.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : "Het dossier bedoeld in het eerste lid bevat de volgende informatie : 1° de beschrijving van het gebouw, met inbegrip van de plannen;2° de beschrijving van de bouwwerkzaamheden die het voorwerp zijn van de vergunning;3° de onthaalcapaciteit van het bouw- of infrastructuurwerk (in aantal personen);4° de activiteiten die georganiseerd worden in het bouw- of infrastructuurwerk; 5° de evaluatie van de risico's die aanwezig zijn in het bouw- of infrastructuurwerk."
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET