Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2023
gepubliceerd op 24 maart 2023

Koninklijk besluit betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie, de criteria en de procedure voor de erkenning van de kunstenfederaties en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2023200901
pub.
24/03/2023
prom.
13/03/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2023. - Koninklijk besluit betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie, de criteria en de procedure voor de erkenning van de kunstenfederaties en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen heeft tot doel om de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers uit te voeren.

Hierin wordt de Commissie Kunstenaars omgevormd tot de Kunstwerkcommissie en wordt de "kleine vergoedingsregeling" hervormd tot de "amateurkunstenvergoeding".

Al deze aanpassingen vinden hun oorsprong in een hervormingsvoorstel dat in het voorjaar van 2021, op verzoek van de regering, werd uitgewerkt door een technische werkgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de kunstensector in het kader van het project Working in the Arts.

Deze aanpassingen zijn eveneens gestoeld op de input ontvangen vanwege het online participatietraject dat deel uitmaakt van hetzelfde project Working in the Arts.

De hervorming gebeurde conform het regeerakkoord van 30 september 2020 waarin het volgende werd overeengekomen: "De regering zal in overleg met de sector en de sociale partners bekijken hoe het sociaal statuut voor de artiesten verder hervormd kan worden. De overheid formuleert precieze, objectieve en eerlijke voorstellen voor bestaande en opkomende kunstenaars, die alle stadia van het creatieve werk versterken, van repetitie tot performance, publicatie en verkoop." De hervorming beantwoordt tevens aan de resolutie van het Europees parlement van 20 oktober 2021 over de situatie van de kunstenaars en het cultureel herstel in de EU (2020/2261(INI)), waarin het Europees parlement de lidstaten verzoekt "volledige toegang tot sociale zekerheid voor kunstenaars en cultuurwerkers te waarborgen, ongeacht hun arbeidssituatie, met inbegrip van toegang tot werkloosheidsuitkeringen, gezondheidszorg en pensioenen;" en de lidstaten en de Commissie aanspoort "specifieke maatregelen te treffen voor de verschillende categorieën creatieve beroepen teneinde onstabiele inkomens, onbetaald werk en baanonzekerheid tegen te gaan, en een minimumnorm met betrekking tot inkomens te waarborgen" Titel I bevat de definities die op dit besluit van toepassing zijn.

In Titel II, hoofdstuk 1 van het besluit wordt de samenstelling en de werking van de Kunstwerkcommissie geregeld.

De Kunstwerkcommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van dezelfde organisaties en diensten als die waaruit haar voorganger (de Commissie Kunstenaars) was samengesteld, met name de professionele kunstensector, de federale administraties (RSZ, RSVZ en RVA), de werkgevers- en zelfstandigenorganisaties en de werknemersorganisaties.

De verdeling van het aantal mandaten per organisatie werd wel grondig gewijzigd. Voortaan heeft de professionele kunstensector steeds evenveel mandaten als alle andere organisaties samen.

Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van de kunstensector om beter vertegenwoordigd te zijn in de Kunstwerkcommissie. Ter vergelijking: in de Commissie Kunstenaars waren er drie vertegenwoordigers van de kunstensector op in totaal twaalf leden.

Gezien de vertegenwoordigers van de RSZ, RVA en RSZ in de Commissie Kunstenaars elk drie stemmen hadden, had de kunstensector in totaal drie van de achttien ofwel 17 procent van de beraadslagende stemmen.

In de Kunstwerkcommissie hebben de vertegenwoordigers van de professionele kunstensector in elke situatie steeds 50 procent van de beraadslagende stemmen.

Net als in de Commissie Kunstenaars kunnen de Gemeenschappen indien zij dit wensen een vertegenwoordiger aanduiden in elke afdeling. Deze vertegenwoordiger heeft een raadgevende stem.

Voor elk lid wordt één vervanger aangewezen. Het mandaat wordt door het effectief lid en diens vaste plaatsvervanger in overleg ingevuld.

Dit duo-mandaat houdt in dat de beide leden de taken onder elkaar verdelen.

In tegenstelling tot voorheen kan ook voor deze vertegenwoordiger een plaatsvervanger worden aangewezen door de Gemeenschap, om deze vertegenwoordiger te vervangen in geval van afwezigheid of belet.

Om de goede werking van de Kunstwerkcommissie te verzekeren, zal het mogelijk zijn het mandaat te beëindigen van een lid dat, binnen de tijdspanne van één jaar, meer dan de helft van de vergaderingen niet heeft bijgewoond zonder verantwoording of die meer dan zes maanden afwezig is geweest.

De kunstensector wees er in de technische werkgroep op dat zij er veel belang aan hecht dat hun vertegenwoordiging in de Kunstwerkcommissie representatief is. Daarom wordt uitdrukkelijk ingeschreven in het besluit dat er bij de samenstelling van de Kunstwerkcommissie moet worden gewaakt over een evenwichtige verdeling tussen de vertegenwoordigers van de diverse kunstdomeinen en de artistiek-technische beroepen, alsook wat betreft leeftijd, anciënniteit en geslacht. Dit is een middelen-, geen resultaatsverbintenis.

Onder diverse kunstdomeinen worden de in de wet bedoelde kunstensectoren verstaan. Niet elke sector moet een vertegenwoordiger hebben, maar er moet wel voor een evenwicht worden gezorgd, opdat alle sectoren in de Commissie vertegenwoordigd zijn.

In ieder geval zal er eveneens op worden toegezien dat de disciplines evenwichtig vertegenwoordigd zijn, zonder dat de ene de andere overheerst.

Om dit te realiseren zullen de kunstenfederaties, na een analyse van de kandidaturen door de administratie, hun advies kunnen geven over de evenwichtige samenstelling van hun vertegenwoordiging. De door de kunstfederaties aangewezen personen dienen hun mandaat uit te oefenen als deskundigen op het gebied van de kunst, op de verschillende gebieden van de kunst, maar niet als behartigers van de belangen van hun federatie. Evenmin mogen zij hun eigen belangen behartigen, bijvoorbeeld als opdrachtgever in de sector. Zij hebben de opdracht om de Commissie hun deskundigheid ter beschikking te stellen bij de analyse van het professionalisme en het artistieke karakter van de activiteit(en) die overeenkomstig dit besluit aan de Commissie wordt (worden) voorgelegd.

De aangeduide leden dienen over relevante ervaring en kennis te beschikken inzake de artistieke professionele praktijk en de sociale bescherming der kunstwerkers.

De leden van deze commissie zullen op collegiale wijze zitting hebben in een assemblee, een bij wet opgerichte administratieve autoriteit, die wordt beheerd en gecontroleerd door de FOD zoals elk ander intern orgaan van deze laatste en zonder eigen rechtspersoonlijkheid. De mandaten zullen worden uitgeoefend in het kader van een interne openbare dienstopdracht van de FOD Sociale Zekerheid.

Om optimaal voeling met de praktijk en de realiteit van de kunstwerker te behouden, is voorzien dat de Koning erop toeziet dat in de Commissie deskundigen van de kunstensector zetelen die effectief ervaring hebben met de specifieke regels voor kunstwerkers en met het kunstwerkattest. Dit is ook een middelen-, maar geen resultaatsverbintenis.

Bij de eerste samenstelling van de Kunstwerkcommissie heeft uiteraard niemand deze ervaring. Daarom is bij wijze van overgangsmaatregel in artikel 43 voorzien dat men in dit geval ervaring met het kunstenaarsvisum en de kunstenaarskaart moet hebben.

De aanvragen worden verdeeld over de Nederlandstalige en de Franstalige afdeling door de voorzitter. Dit gebeurt op basis van de taal waarin de aanvraag gebeurde.

Wordt een aanvraag in het Duits gedaan, dan zorgt de voorzitter ervoor de Kunstwerkcommissie zo wordt samengesteld dat er steeds drie leden in zetelen die over minstens een passieve kennis van het Duits beschikken.

De Commissie Kunstenaars had geen intern beroep. Beroep tegen een beslissing van de Commissie Kunstenaars moest direct bij de arbeidsrechtbank worden ingediend.

De beperkte kamer die het beroep onderzoekt, kan de aangevochten eerste beslissing volledig herzien.

De Kunstwerkcommissie zal de aanvragen in eerste instantie steeds behandelen in een eentalige kamer, zetelend in beperkte samenstelling (tenzij een vertegenwoordiger van een federale administraties verzoekt het dossier in een uitgebreide kamer te behandelen). Deze mogelijkheid voor de vertegenwoordigers van de federale administraties is een compensatie voor het feit dat voortaan slechts één Openbare instelling van Sociale Zekerheid (OISZ) in de beperkte kamer vertegenwoordigd zal zijn en dat deze vertegenwoordiger, in tegenstelling tot de huidige situatie binnen de Commissie Kunstenaars, geen beslissende stem zal hebben. Bovendien zijn de RSZ, de RVA en de RSVZ drie verschillende OISZ en vormen zij, hoewel zij allen federale administraties zijn, geen geheel met een gemeenschappelijk belang, hetgeen dit recht van inzage in alle te behandelen dossiers en de mogelijkheid om (gemotiveerd) te verzoeken dat het dossier in de uitgebreide kamer wordt behandeld, rechtvaardigt.

De beperkte kamer zal zijn samengesteld uit drie vertegenwoordigers van de kunstensector, één vertegenwoordiger van de federale administraties, één vertegenwoordiger van de vakbonden en één vertegenwoordiger van de werkgevers- en zelfstandigenorganisaties.

De vertegenwoordigers van de kunstensector kiezen in hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter voor de duur van het volledige mandaat.

Het beperkt aantal leden moet de Kunstwerkcommissie toelaten om vlot te kunnen werken en heeft tot gevolg dat de aanvragen behandeld zullen worden door leden die beschikken over bijzondere kennis en/of ervaring met het domein waarop de behandelde aanvragen betrekking hebben.

De bedoeling is dat er zich binnen de Kunstwerkcommissie vaste 'kamers' vormen van zes leden, rond de verschillende domeinen en/of thematieken. Zo zou bijvoorbeeld de kamer Beeldende Kunsten alle aanvragen met betrekking tot dit domein behandelen en samengesteld zijn uit leden met bijzondere expertise ter zake.

De Kunstwerkcommissie in beperkte samenstelling beslist met eenparigheid van stemmen.

Bij gebrek aan eenparigheid van stemmen, wordt de aanvraag verwezen naar een uitgebreide kamer. Een uitgebreide kamer is tweetalig, samengesteld uit 18 leden in totaal.

Deze tweetalige samenstelling vermijdt het ontstaan van verschillende visies naargelang de taalgroep en verhindert dat de wetgeving verschillend wordt geïnterpreteerd in het Nederlands en in het Frans.

De Commissie kan ook zetelen in voltallige samenstelling. In dat geval zetelen de Nederlandstalige en de Franstalige afdeling samen. De voltallige Commissie neemt geen beslissingen voor individuele aanvragen.

Zowel in beperkte als in voltallige samenstelling kan de Kunstwerkcommissie pas geldig beraadslagen indien minstens de helft van de vertegenwoordigers van de kunstensector aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Daarnaast moeten ook minstens de helft van de vertegenwoordigers van de administraties, de vakbonden en de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

In tegenstelling tot voorheen kunnen de leden voortaan een volmacht geven aan een ander lid, wanneer zij verhinderd zijn. Elk lid kan slechts één volmacht krijgen.

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter dienen een master in de rechten te hebben. Personen die houder zijn van een licentie in de rechten worden gelijkgesteld met houders van een master in de rechten.

Zij dienen tweetalig te zijn.

Alle leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

De vertegenwoordigers van de kunstensector kunnen zich na twee jaar laten vervangen door een vervanger op een reservelijst.

Deze vervanger dient te voldoen aan de specifieke voorwaarden waaraan de voorganger voldeed. Het evenwicht qua leeftijd, ervaring, geslacht en de representativiteit van de diverse kunstdomeinen dient te worden gehandhaafd.

Artikel 9 voorziet in de toekenning van presentiegeld van 300 euro per vergadering van minstens één uur aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

Dit is een verdubbeling van het presentiegeld zoals voorzien in de vroegere Commissie Kunstenaars.

Volledig nieuw is het toekennen van presentiegeld aan de vertegenwoordigers van de kunstensector, de vakbonden en de werkgevers- en zelfstandigenorganisaties. Zij hebben voortaan recht op een vergoeding van 150 euro per zitting.

Dit presentiegeld werd toegekend op uitdrukkelijke vraag van de kunstensector.

Voor de kunstensector was het ontbreken van presentiegeld symptomatisch voor een van de grootste problemen waarmee zij geconfronteerd worden, met name het feit dat zij veel werk verrichten waar geen vergoeding tegenover staat. Door het ontbreken van een vergoeding wordt dit werk als het ware onzichtbaar en wordt het vaak niet in aanmerking genomen wanneer men in het kader van de verschillende takken van de sociale zekerheid een bepaald aantal activiteiten dient te bewijzen.

Op die manier maakten de zittingen van de Commissie Kunstenaars deel uit van een lange lijst van niet-vergoede, onzichtbare activiteiten, waartoe ook het voorbereiden van projecten, het zoeken naar financiering en subsidies, het onderhouden en uitbouwen van vaardigheden, etc. behoren.

De Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid is belast met het secretariaat van de Kunstwerkcommissie en met de voorbereiding van de werkzaamheden van de Kunstwerkcommissie.

In artikel 11 wordt bepaald dat de Kunstwerkcommissie een huishoudelijk reglement moet opstellen. Dit reglement moet worden goedgekeurd door de ministers bevoegd voor Werk, Sociale Zaken, en het sociaal statuut der zelfstandigen.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State over het ontwerp van koninklijk besluit is besloten elke verwijzing naar de motivering van de beslissingen van de Kunstwerkcommissie uit het besluit te schrappen. Zoals de Raad van State heeft opgemerkt, is deze verwijzing overbodig en misleidend, aangezien de beslissingen van de Kunstwerkcommissie onder de toepassing vallen van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten "betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen" en bijgevolg altijd formeel moeten worden gemotiveerd.

In Titel II, hoofdstuk 2 van het besluit wordt het kunstwerkattest geregeld.

Het kunstwerkattest is één van de grote vernieuwingen en vormt de kern van de hervorming. Dit kunstwerkattest wordt de sleutel die toegang verleent tot de diverse regelingen waarin er specifieke regels voor kunstwerkers worden gehanteerd.

De Kunstwerkcommissie levert dit kunstwerkattest af aan de kunstwerker die een professionele artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende praktijk in de kunsten aantoont zoals voorzien bij de wet. Hieronder worden de audiovisuele en beeldende kunsten, de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater, de choreografie en het stripverhaal begrepen.

In artikel 12 van het besluit wordt vastgelegd hoe het bewijs van het bestaan van een professionele praktijk wordt geleverd.

In zijn aanvraag beschrijft de aanvrager alle activiteiten in het kader van zijn professionele artistieke praktijk van de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag.

Voor elke activiteit moet hij aangeven of het een kern- of randactiviteit is. Ook moet hij aangeven hoeveel inkomsten hij heeft verdiend en hoeveel tijd hij eraan heeft besteed.

Inkomsten uit zowel in België als in het buitenland verrichte activiteiten komen in aanmerking.

De kernactiviteiten zijn: - 1° artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende activiteiten waarvoor de aanvrager een beroepsinkomen heeft ontvangen; het gaat over beroepsinkomsten in de fiscale betekenis van het woord.

Het betreft bijvoorbeeld beroepsinkomsten uit optredens, publieke toonmomenten, filmopnames etc - 2° inkomsten uit auteursrechten of naburige rechten op artistiek werk dat de aanvrager zelf heeft gemaakt. - 3° prijzengeld toegekend als vergoeding van artistieke activiteiten De randactiviteiten zijn: - vergoedingen die niet als beroepsinkomen worden beschouwd, ongeacht de vorm of de benaming van deze vergoeding; het betreft bijvoorbeeld de vergoedingen in het kader van vrijwilligerswerk of amateurkunstenvergoedingen (AKV); - de gevolgde opleidingen en vormingen, binnen de domeinen van de kunsten; - de gegeven opleidingen en vormingen binnen de domeinen van de kunsten; - deelname aan de Kunstwerkcommissie of cultuurcommissies van de deelgebieden; - onzichtbaar werk, zoals het voorbereiden en uitwerken van kunstprojecten, conceptueel werk en productiewerk, het zoeken naar financiering voor kunstprojecten, het zoeken naar kunstwerk, het onderhouden en uitbouwen van vaardigheden binnen de voormelde domeinen van de kunsten, de deelname aan tentoonstellingen en andere toonmomenten die niet vergoed worden en de promotie van het artistiek oeuvre.

Het ook in aanmerking nemen van de activiteiten waar geen vergoeding tegenover staat was een uitdrukkelijke vraag van de kunstensector, waar er heel veel dergelijke activiteiten worden uitgeoefend. Zo wordt ook rekening gehouden met de complexe specifieke realiteit van het werk in de kunsten. Creatieve, voorbereidende of onderzoekende activiteiten, die een belangrijk deel zijn van de professionele artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende praktijk en die vaak uitgeoefend worden tijdens periodes die vallen tussen periodes van contractuele verbintenissen, komen zo in het beoordelingskader van de Kunstwerkcommissie. Vanzelfsprekend kan onzichtbaar werk slechts in rekening worden gebracht voor zover de aanvrager hiervoor bewijs kan leveren.

Uit het voorgaande blijk dat niet uitsluitend louter artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende activiteiten in aanmerking worden genomen. Ook niet-artistieke activiteiten, bijvoorbeeld het geven van lessen of het zoeken van financiering, maken deel uit van een professionele praktijk in de kunsten.

Bij de evaluatie van de werking van de Kunstwerkcommissie wordt overwogen of het inkomen uit de deelname aan de Kunstwerkcommissie moet worden gelijkgesteld met een inkomen uit kernactiviteiten, gelet op de impact van het werk in de Kunstwerkcommissie op de mogelijkheid om inkomen uit kernactiviteiten te genereren.

Bij het beoordelen van een professionele artistieke praktijk in de kunsten zullen de periodes van adoptie, moederschapsverlof, ziekte, arbeidsongeval, beroepsziekte en vaderschapsverlof worden geneutraliseerd.

Is de aanvrager bijvoorbeeld in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag twee jaar ziek geweest, dan zal de Commissie die twee jaar niet meenemen bij de beoordeling en zich dus focussen op de overgebleven periode van drie jaar om te oordelen of er sprake is van een professionele praktijk die zich voor een belangrijk deel afspeelt in de kunsten.

Voor de berekening van de in aanmerking genomen inkomsten betekent dit dat de genoemde maxima/drempels zullen worden aangepast om rekening te houden met de geneutraliseerde periode. Indien iemand dus één jaar van de vijf in aanmerking genomen jaren ziek is geweest, bedraagt de drempel van 13.546 euro over vijf jaar om het plus-attest te verkrijgen (13.546 euro/5 ) x 4 = 10.836,8 euro.

Het neutraliseren van deze periodes is cruciaal voor de vrouwelijke kunstwerkers, aangezien de periodes van moederschapsverlof ook niet in aanmerking worden genomen.

Om binnen de kwalitatieve interpretatie door de kunstwerkcommissie toch kwantitatieve grenzen te voorzien, worden twee grenzen voorzien gebaseerd op de kernactiviteiten: - een ondergrens aan inkomsten uit kernactiviteiten onder dewelke onmogelijk sprake kan zijn van een professionele praktijk; - een bovengrens aan inkomsten uit kernactiviteiten boven dewelke de kernactiviteiten op zich volstaan om de voorwaarde van een professionele praktijk te vervullen.

Bij aanvragen die zich tussen de ondergrens en de bovengrens aan kernactiviteiten bevinden, beoordeelt de Commissie of er sprake is van een professionele praktijk rekening houdend met zowel kernactiviteiten als randactiviteiten.

Een kunstwerkattest "plus" wordt uitgereikt aan kunstenaars die over een bepaalde periode een minimum bruto-inkomen aantonen. Het minimuminkomen en de in aanmerking genomen periode verschillen naargelang het een eerste aanvraag of een hernieuwing betreft. Op basis van elk kunstwerkattest kan de houder een beroep doen op alle specifieke regels die gelden voor de kunstwerkers: - artikel 1bis van de RSZ-wet; - Een specifieke regel voor zelfstandige primostarters; - eventuele toekomstige regelgeving.

Echter, om beroep te doen op de specifieke regels van het "statuut van de kunstenaar" in de werkloosheidsregels, worden enkel houders van een kunstwerkattest "plus" toegelaten, alsmede houders van het hieronder genoemde attest voor starters.

De bewijslast rust bij de aanvrager. Alle bewijsmiddelen zijn toegelaten, op voorwaarde dat ze niet ouder zijn dan vijf jaar.

De Kunstwerkcommissie zal de instellingen van sociale zekerheid overeenkomstig de wet direct kunnen bevragen.

De aanvraag gebeurt digitaal, via het digitale platform Working in the Arts.

Een persoon kan maximaal twee aanvragen per kalenderjaar indienen. Zo worden herhaalde aanvragen voorkomen die geen nieuwe informatie bevatten en die de rol van de Commissie dreigen te overladen.

Het secretariaat zal wie geen toegang tot een computer heeft, helpen bij het indienen van de aanvraag. De aanvrager zal zich identificeren met behulp van Itsme of een vergelijkbaar systeem (wat een hoog authenticatieniveau waarborgt).

De aanvragen worden behandeld door een eentalig kamer, zetelend in een beperkte samenstelling.

Indien geen beslissing met eenparigheid van stemmen kan worden genomen, wordt de aanvraag behandeld door een uitgebreide kamer.

Deze uitgebreide kamer is tweetalig.

Het kunstwerkattest kan in principe niet met terugwerkende kracht worden toegekend. Het wordt van kracht op het moment dat de Commissie een besluit neemt, maar de tekst voorziet in andere tijdstippen voor specifieke gevallen.

De tekst voorziet met name in de mogelijkheid om tot twee jaar vóór het einde van de geldigheidsduur van een lopend attest een nieuw attest aan te vragen. In dit geval, als het nieuw verkregen attest een kunstwerkattest plus is, wordt het onmiddellijk van kracht en vervalt het lopende attest op dat moment.

Gezien het onderzoek van de aanvraag tijd kan vragen, en dat de kunstwerkers het kunstwerkattest nodig zou kunnen hebben om deze periode tussen twee kunstwerkattest te overbruggen indien hier het behoud van sociale rechten van afhangen, wordt de mogelijkheid voor een (beperkte) retroactiviteit eveneens voorzien op voorwaarde dat de aanvraag voor een nieuw attest niet later dan drie maanden vóór de vervaldatum van het vorige attest is ingediend.

Het kunstwerkattest is 5 jaar geldig. Er is gekozen voor een voldoende lange periode om te vermijden dat de administratieve last voor de kunstwerker te groot wordt. Wanneer het attest vervalt, heeft het geen effect meer. Dit betekent bijvoorbeeld dat voor het kunstwerkattest plus de betaling van de kunstwerkuitkering vanaf dat moment wordt stopgezet.

Een startende kunstenaar kan moeilijk of onmogelijk een professionele praktijk aantonen. Daarom zal dat de Kunstwerkcommissie andere voorwaarden hanteren. Wanneer een startende kunstenaar een diploma in het hoger voltijds kunstonderwijs heeft verworven of beschikt over een gelijkwaardige opleiding of werkervaring in een kunstensector die in het besluit wordt genoemd, kan hij eenmalig een kunstwerkattest 'starter' ontvangen.

Buitenlandse diploma's worden in aanmerking genomen op voorwaarde dat zij in België worden erkend.

Hij moet beschikken over een loopbaan- of ondernemingsplan of kunnen aantonen dat hij een opleiding volgt waarin hij zich laat begeleiden bij het ontwikkelen van zo'n plan.

Hij moet ook aantonen dat hij in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag minstens 5 prestaties binnen de artistieke kernactiviteiten heeft verricht ofwel 300 EUR bruto inkomsten uit kernactiviteiten heeft gehaald in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag.

Het kunstwerkattest 'starter' is drie jaar geldig.

Voor de rest is het volledig gelijkwaardig aan het kunstwerkattest plus, wat wil zeggen dat dezelfde regels van toepassing zijn.

Een nieuw kunstwerkattest kan worden aangevraagd tot 2 jaar vóór het verstrijken van het eerste geldige kunstwerkattest. Hierdoor kan het aantal aanvragen in de tijd worden gespreid en dit kan, gezien de bij artikel 15 ingevoerde mechanismen, niet in het nadeel van de aanvrager zijn.

Wanneer een persoon uiterlijk drie maanden vóór de vervaldatum van zijn of haar huidige attest een nieuw attest heeft aangevraagd, maar de behandeling van het dossier door de Commissie vertraging oploopt, wordt voorzien dat het huidige attest, waarvan de geldigheidsduur is verstreken, van kracht blijft totdat de Commissie een besluit heeft genomen. De houder van een kunstwerkattest plus die een kunstwerkuitkering ontvangt, zal dus niet worden benadeeld door de te late behandeling van zijn aanvraag.

De Kunstwerkcommissie zal de kunstwerker enerzijds erop wijzen dat hij een aanvraag tot hernieuwing moet indienen en anderzijds herinneren aan de vervaldatum van het kunstwerkattest wanneer de geldigheidstermijn ervan verstrijkt. Op die manier wordt maximaal vermeden dat een kunstwerker bij vergetelheid zonder kunstwerkattest valt.

Voor een aanvraag tot hernieuwing gelden exact dezelfde regels als voor de eerste aanvraag.

In artikel 19 wordt de mogelijkheid opgenomen voor de Kunstwerkcommissie om een kunstwerkattest te opschorten of nietig te verklaren wanneer het kunstwerkattest werd verkregen op grond van onjuiste of onvolledig informatie of misbruik. Het verzoek tot opschorting of nietigverklaring kan worden ingediend door de controle-instanties. Ook de Commissie kan dit doen. De Commissie kan de zaak ook zelf in behandeling nemen.

Indien het onderzoek in een nietigverklaring uitmondt, kan de Kunstwerkcommissie beslissen dat de betrokken kunstwerker gedurende een periode van maximaal drie jaar lang geen nieuwe aanvraag meer mag indienen.

Het kunstwerkattest vormt de toegangspoort tot de diverse specifieke regels die uitgewerkt zijn voor de kunstwerkers.

Die specifieke regels kunnen op hun beurt nog bijkomende voorwaarden opleggen.

Zo verleent het kunstwerkattest toegang tot de werkloosheidsregels, specifiek voor de kunstwerkers. Om effectief uitkeringen te genieten moeten evenwel nog bijkomende voorwaarden vervuld worden, zoals het bewijzen van voldoende activiteiten binnen een bepaalde periode.

Het bezit van het kunstwerkattest is evenwel geen voorwaarde om deel uit te maken van de professionele kunstensector.

In artikel 20 worden de gegevens vermeld die opgenomen zullen worden in het digitaal register dat de Kunstwerkcommissie zal bijhouden van alle kunstwerkers die beschikken over een kunstwerkattest.

Dit register zal gebruikt worden om de Kunstwerkcommissie toe te laten haar wettelijke taken te vervullen, zoals het informeren van de kunstwerkers over hun rechten en plichten inzake sociale zekerheid en het fungeren als een expertisecentrum.

De Kunstwerkcommissie zal dit register bijvoorbeeld gebruiken om het gebruik van de specifieke regels proactief voor te stellen aan de rechthebbenden.

In artikel 21 wordt gesteld dat de Kunstwerkcommissie bij het beoordelen van de activiteiten in het kader van het afleveren van het kunstwerkattest objectieve criteria zal gebruiken. Deze criteria en de activiteiten die voldoen aan die criteria zullen worden bijgehouden in een levend kadaster.

Dit kadaster zal bij de opstart geïnspireerd zijn door de beslissingen die door de vroegere Commissie Kunstenaars werden genomen en de aldus door deze Commissie opgebouwde "rechtspraak" en ervaring. De kunstensector zal hierbij geraadpleegd worden.

Dit kadaster zal raadpleegbaar zijn op het digitale platform Working in the Arts.

Het zal inzicht bieden in de beoordeling door de Kunstwerkcommissie en het garandeert een eenvormige interpretatie.

Het is niet de bedoeling dat alle beslissingen publiek gemaakt worden.

Enkel principiële beslissingen kunnen publiek gemaakt worden.

Beslissingen zullen steeds geanonimiseerd worden in geval van publicatie.

Intern beroep tegen de beslissingen van de Commissie inzake een aanvraag van een kunstwerkattest of de beslissing om een kunstwerkattest op te schorten of nietig te verklaren is mogelijk.

Beroep wordt aangetekend op het digitale platform of per aangetekende brief. Het wordt behandeld door een andere beperkte kamer dan de kamer die de oorspronkelijke aanvraag heeft behandeld. Indien de beperkte kamer niet kan beslissen met eenparigheid van stemmen, wordt de aanvraag opnieuw verwezen naar de uitgebreide kamer.

Overeenkomstig de wet moet de aanvrager zijn oorspronkelijke aanvraag verduidelijken of nieuwe elementen aanvoeren indien het beroep betrekking heeft op een beslissing van de Commissie inzake een aanvraag van een kunstwerkattest.

Tot slot kan, zoals de wet bepaalt, tegen alle beslissingen van de Commissie beroep worden ingesteld bij de arbeidsrechtbank.

Titel III behandelt de amateurkunstenvergoeding.

Het eerste hoofdstuk herneemt de definities toepasselijk voor titel III. De hoofdstukken 2 en 3 regelen respectievelijk de elektronische registratie van de opdrachtgever en van de uitvoerder. Deze zijn gehouden zich te registreren bij de RSZ voorafgaand aan de aangifte van artistieke activiteiten uitgevoerd in het kader van de amateurkunstenvergoeding.

Om als Belgische opdrachtgever gebruik te kunnen maken van deze regeling moet hij om zijn registratie te laten valideren, beschikken over een identificatienummer van de sociale zekerheid of over een ondernemingsnummer.

De kunstensector stelde voor om bijkomende voorwaarden op te leggen aan de opdrachtgever. We hebben er evenwel voor gekozen om dit nog niet te doen. Het is immers aangewezen om eerst een gedetailleerd overzicht te krijgen van het aantal en het type van opdrachtgevers die gebruik maken van het systeem. Deze gegevens zullen ons toelaten een grondige analyse uit te voeren, waarna alsnog beperkende voorwaarden ingevoerd kunnen worden.

Wanneer het gaat om een feitelijke vereniging dan zal, gezien de afwezigheid van een rechtspersoonlijkheid, een individueel lid van die feitelijke vereniging zich persoonlijk moeten registreren als opdrachtgever en zich dus persoonlijk verbinden.

Hoofdstuk 4 voorziet dat voorafgaand aan het moment waarop de uitvoerder zijn activiteit aanvat, de activiteit moet worden aangegeven op de beveiligde elektronische toepassing van de RSZ. Registratie kan ook niet gebeuren vroeger dan één maand voorafgaand aan de activiteiten. Dit laatste om te vermijden dat een heel kalenderjaar vooraf wordt geregistreerd en het contingent van een uitvoerder meteen volledig wordt opgebruikt, waardoor eventuele activiteiten bij een ander opdrachtgever in het gedrang komen.

Hoofdstuk 5 regelt de procedures voor de inning bij de opdrachtgevers van de solidariteitsbijdragen die overeenkomstig de wet verschuldigd zijn.

Hoofdstuk 6 heeft betrekking op de schorsing of annulatie van de registratie van de opdrachtgever of uitvoerder in geval van misbruik.

Bij misbruik door een opdrachtgever of een uitvoerder, bijvoorbeeld bij bedrieglijke handelingen of valse of opzettelijk onvolledige registraties, kan de Kunstwerkcommissie de betrokken registratie(s) schorsen of annuleren. De Kunstwerkcommissie kan ook beslissen een waarschuwing te geven.

Wanneer de solidariteitsbijdrage zoals bedoeld in artikel 13 van de wet 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers, niet betaald wordt binnen de gestelde termijnen, dan wordt de registratie van de opdrachtgever geschorst.

De controle-instanties kunnen een verzoek tot annulatie van de registratie indienen bij de Kunstwerkcommissie indien zij aantonen dat er sprake is van misbruik.

In Titel IV worden wijzigingen aangebracht in artikel 17sexies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

In dit artikel wordt de amateurkunstenvergoeding beschouwd als een forfaitaire kostenvergoeding en derhalve niet onderworpen aan de RSZ-wetgeving wanneer voldaan is aan de gestelde voorwaarden.

De voorwaarden die cumulatief moeten zijn vervuld zijn: - Het moet gaan om artistieke activiteiten, met name een activiteit die een noodzakelijke artistieke bijdrage levert aan een creatie of uitvoering binnen de domeinen van de kunsten, dit zijn de audiovisuele en beeldende kunsten, de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater, de choreografie en het stripverhaal.

Het begrip wordt hier beperkt tot enkel de artistieke activiteiten; dus zonder de artistiek-ondersteunende activiteiten en de artistiek-technische activiteiten. - Men ontvangt een vergoeding van minimum 45 euro en maximum 70 euro/dag. - Het aantal dagen per kalenderjaar is beperkt tot dertig. - De rechthebbende mag niet meer dan zeven opeenvolgende dagen bij eenzelfde opdrachtgever werken. - De opdrachtgever en de uitvoerder moeten worden geregistreerd op de beveiligde elektronische toepassing van de RSZ. - De activiteiten is uiterlijk voor het aanvatten van de activiteiten aangegeven door de opdrachtgever op de beveiligde elektronische toepassing van de RSZ. - Het type van de effectief geleverde s activiteiten stemt volledig overeen met het type van de activiteiten waarvoor de opdrachtgever is geregistreerd. - De uitvoerder en de opdrachtgever mogen niet tegelijkertijd ook verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, aannemingsovereenkomst, statutaire aanstelling of 1bis-overeenkomst voor gelijkaardige activiteiten. Dezelfde regel geldt als de kunstenaar diensten verleent via een sociaal bureau voor kunstenaars, dat als opdrachtgever wordt beschouwd.

Het minimumbedrag is 45 euro om hoger te zijn dan het dagelijkse forfait voor vrijwilligerswerk. Het maximumbedrag van 70 euro ligt lager dan het laagste netto dagloon in de sector (70,14 euro), waardoor de professionele kunstenaar steeds beter betaald wordt via een reguliere tewerkstelling;

Activiteiten in de amateurkunsten mogen nooit in hetzelfde kalenderjaar worden gecombineerd met activiteiten die worden uitgeoefend in het kader van sociaal-culturele vorming, sportinitiatie of sportactiviteiten (artikel 17, § 1, eerste lid 4°) of sociaal-culturele evenementen (artikel 17, § 1, eerste lid 7°).

Wanneer een persoon hetzij amateurkunst, hetzij het bovengenoemde verenigingswerk verricht, mag hij of zij in de loop van het jaar niet wisselen.

Bij het beoordelen van het artistieke karakter van een activiteit dient steeds het geheel te worden bekeken en dient binnen dit geheel te worden nagegaan of het kunstzinnig aspect primeert.

Dit is ook het geval wanneer activiteiten verspreid zijn over verschillende dagen. Ook dan moet men het geheel beoordelen en kan men niet stellen dat de activiteiten moeten worden opgedeeld in een artistieke en een niet-artistieke periode.

Bij miskenning van deze cumulregels zijn uitvoerder en opdrachtgever onderworpen aan de RSZ-wet voor de betrokken activiteiten. Deze worden ook onweerlegbaar vermoed te zijn gepresteerd in het kader van een arbeidsovereenkomst.

Wanneer de activiteiten niet correct zijn aangegeven op de beveiligde elektronische toepassing van de RSZ zoals de Wet het voorziet, wanneer de activiteiten die effectief werden uitgeoefend niet overeenstemmen met het type activiteiten waarvoor de opdrachtgever werd geregistreerd, of bij het miskennen van de overige voorwaarden uit paragraaf 3, dan kan de opdrachtgever geen aanspraak maken op deze regeling gedurende het lopende en de drie volgende kwartalen.

De sanctieperiode werd gewijzigd op basis van het feit dat de NAR, inzake gelijkaardige bepalingen in de RSZ-wet had geadviseerd om de gebruikelijke sanctieperiode "tijdens het kalenderjaar" te wijzigen om discriminatie te vermijden tussen opdrachtgevers die in het begin van het kalenderjaar de sanctie oplopen en opdrachtgevers die pas op het einde van het kalenderjaar gesanctioneerd worden.

Indien de grensbedragen niet gerespecteerd worden, worden de prestaties onderworpen aan de RSZ-wet. De activiteiten worden onweerlegbaar vermoed te zijn uitgeoefend in het kader van een arbeidsovereenkomst en dit voor alle vergoedingen toegekend in het lopende kwartaal en de drie daaraan voorgaande kwartalen.

Opdrachtgevers die frequent gebruik maken van de regeling van de amateurkunstenvergoeding (meer dan 100 dagvergoedingen) dienen de Kunstwerkcommissie uiterlijk op 1 maart van het volgend jaar een rapport te bezorgen. De in de wet voorziene evaluatie zal uitwijzen of dit bedrag van 100 vergoedingen toereikend is dan wel moet worden gewijzigd.

Dit rapport dient minstens volgende zaken te bevatten: - een omstandige verantwoording van het uitgebreide gebruik van de amateurkunstenvergoeding; - een overzicht van de externe klanten die betrokken waren bij de artistieke activiteiten waarvoor gebruik werd gemaakt van de amateurkunstenvergoeding; - een overzicht van het totale omzetcijfer en alle activiteiten en de plaats die de activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van de amateurkunstenvergoeding hierbij innemen.

Deze rapporteringsplicht heeft tot doel de opdrachtgevers te sensibiliseren, door hen bewust te laten stilstaan bij het gebruik dat zij van het systeem maken. Daarnaast zal deze info de Kunstwerkcommissie toelaten zich een beter beeld te vormen van het gebruik van het systeem. Het kan eventuele misbruiken onthullen en kan dienen als basis op grond waarvan eventueel in de toekomst de toegang tot het systeem kan worden aangepast.

In Titel V worden de criteria voor de erkenning van kunstenfederaties uit de professionele kunstensector en de modaliteiten voor hun erkenning vastgesteld.

In Titel VI bevinden zich de overgangsbepalingen en worden diverse koninklijke en ministeriële besluiten die betrekking hebben op de kunstenaarskaart, het kunstenaarsvisum en de Commissie Kunstenaars opgeheven.

Zo is het voorzien dat de zelfstandigheidsverklaring wordt afgeschaft.

De overgangsbepalingen moeten een vlotte transitie tussen de oude en de nieuwe regeling mogelijk maken.

Zo wordt onder meer voorzien dat iedereen die op het moment van de inwerkingtreding beschikt over een kunstenaarsvisum, op dat moment automatisch een kunstwerkattest zal krijgen waarvan de geldigheidsduur overeenkomt met de resterende geldigheidsduur van het kunstenaarsvisum. In afwijking van deze regel, indien de resterende geldigheidsduur van het kunstenaarsvisum korter is dan twee jaar, heeft het kunstwerkattest automatisch een geldigheid van 2 jaar te rekenen van de inwerkingtreding van dit besluit.

Iedereen op wie, op het moment van de inwerkingtreding, hoofdstuk 12 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende de werkloosheidsreglementering van toepassing is, wegens het uitoefenen van artistieke activiteiten of wegens het uitoefenen van technische activiteiten in de kunstensector, zal een kunstwerkattest "plus" ontvangen.

De personen die, op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit in het bezit zijn van een geldige kunstenaarskaart worden automatisch geregistreerd als uitvoerder, met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

In artikel 42 wordt gesteld dat de zelfstandigheidsverklaring definitief vervalt bij het verstrijken van de geldigheidsduur ervan.

In artikel 43 wordt tenslotte gepreciseerd dat bij de eerste samenstelling van de Kunstwerkcommissie, de ervaring met het kunstenaarsvisum of met de kunstenaarskaart gelijkgesteld wordt met ervaring met het kunstwerkattest. Gezien er op dat moment nog geen individuele kunstwerkattesten zijn uitgereikt, kan niemand de in artikel 2, § 5 vereiste ervaring hebben.

Artikelen 45 en 46 bepalen dat bepaalde artikelen van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers, alsook bepaalde artikelen van het koninklijk besluit, in werking treden de dag van de bekendmaking van het koninklijk besluit. Deze vervroegde inwerkingtreding is het gevolg van het feit dat het secretariaat zo spoedig mogelijk dient te kunnen aanvangen met de procedure tot erkenning van de federaties en met het proces van samenstelling van de Commissie, zodat deze ten laatste op datum van inwerkingtreding van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten operationeel kan zijn. Zoals de Raad van State in zijn advies opmerkt, kunnen deze voorbereidende werken niet worden uitgevoerd zonder een vigerende rechtsgrondslag.

In artikel 47 wordt de inwerkingtreding geregeld. Het is voorzien dat de teksten in werking treden uiterlijk op 1 januari 2024 gezien het deel amateurkunstenvergoeding in werking moet treden op een eerste januari omdat dat de eerste dag van een fiscaal jaar is en de regels wijzigen met betrekking tot de kleine vergoedingsregeling met name op vlak van toegelaten bedragen.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Zelfstandigen D. CLARINVAL

RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving Advies 72.704/1 van 9 januari 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit 'betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers' Op 8 december 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 januari 2023. De kamer was samengesteld uit Jeroen VAN NIEUWENHOVE, kamervoorzitter, Wouter PAS en Koen MUYLLE, staatsraden, en Wim GEURTS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lennart NIJS, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen VAN NIEUWENHOVE, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 januari 2023. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot de uitvoering van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten 'tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers', die in de plaats komt van de regeling in de artikelen 172 en 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002. [1] Het ontwerp regelt de samenstelling en de werking van de Kunstwerkcommissie (artikelen 1 tot 11). Ook de aanvraag van het kunstwerkattest, de beoordeling van die aanvraag en de geldigheidsduur en de opschorting of nietigverklaring van het kunstwerkattest, alsook het administratief beroep over beslissingen met betrekking tot het kunstwerkattest worden geregeld (artikelen 12 tot 19 en 21 tot 22). Er wordt een digitaal register bijgehouden van personen die beschikken over een kunstwerkattest (artikel 20). Daarnaast worden de elektronische registratie van de opdrachtgever en de uitvoerder (en de schorsing en annulatie ervan) en de elektronische aangifte van activiteiten met het oog op de amateurkunstenvergoeding geregeld, samen met de inning van de solidariteitsbijdrage (artikelen 23 tot 28). In dat verband worden twee wijzigingen aangebracht in het koninklijk besluit van 28 november 1969 'tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders' (artikelen 29 en 30). Verscheidene besluiten met betrekking tot het statuut van kunstenaars en de voormalige Commissie Kunstenaars worden opgeheven (artikel 31). Het ontwerp bevat een aantal overgangsbepalingen (artikelen 32 tot 38).

Het te nemen besluit treedt in werking op de datum die de Koning bepaalt bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en uiterlijk op 1 januari 2024 (artikel 39, eerste lid). Artikel 38 van het te nemen besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 39, tweede lid).

RECHTSGROND 3.1. De artikelen 2 tot 11 van het ontwerp, alsook de overgangsmaatregel in artikel 37 van het ontwerp, vinden rechtsgrond in artikel 3, § 7, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat de Koning machtigt om, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, de nadere regels te bepalen voor de organisatie, samenstelling en de werking van de Kunstwerkcommissie, waarbij hij onder meer kan bepalen dat de samenstelling van de Commissie wordt gewijzigd naargelang van de dossiers die haar worden voorgelegd. De Koning kan tevens bepalen dat de Commissie in voltallige samenstelling, in uitgebreide of beperkte kamer zetelt. 3.1.1. Die rechtsgrondbepaling maakt het ook mogelijk om te voorzien in een afdeling van de Nederlandse taalrol en een afdeling van de Franse taalrol in de Kunstwerkcommissie, die elk in een beperkte samenstelling de dossiers behandelen die tot hun taal worden gerekend en waarbij de Duitstalige dossiers worden behandeld door de afdeling van de Nederlandse taalrol, [2] alsook om slechts in bepaalde gevallen (wanneer er geen eenparigheid van stemmen is of wanneer bepaalde leden daarom verzoeken), een dossier te laten behandelen door de Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling, waarbij ze is samengesteld uit leden van de twee afdelingen. 3.1.2. Bij artikel 2, § 7, van het ontwerp worden de ministers bevoegd voor werk, sociale zaken en het sociaal statuut der zelfstandigen (hierna: de ministers) onder meer gemachtigd om de nadere regels te bepalen inzake de erkenning als representatieve federatie. Die delegatie kan geen rechtsgrond vinden in artikel 3, § 7, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat geen betrekking heeft op die erkenning.

Artikel 2, 3°, van dezelfde wet definieert weliswaar de kunstenfederaties als "aan één of meerdere domeinen van de kunsten gerelateerde federaties van de kunstensector, die bij ministerieel besluit zijn erkend op grond van hun deskundigheid en hun doelgroepgerichte ledenwerking", maar die bepaling kan evenmin rechtsgrond bieden voor de ontworpen delegatie, ook niet met een beroep op de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning put uit artikel 108 van de Grondwet. De wetgever heeft immers duidelijk bepaald dat enkel de deskundigheid en de doelgroepgerichte ledenwerking criteria kunnen zijn voor de erkenning van kunstenfederaties bij ministerieel besluit.

Enkel een nadere uitwerking van die twee criteria, alsook de vaststelling van procedureregels met betrekking tot die erkenning zou eventueel kunnen worden ingepast in de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning, maar een dergelijke regeling zou in beginsel in het huidige ontwerp van koninklijk besluit moeten worden opgenomen en kan niet als dusdanig aan de ministers worden gedelegeerd. De ontworpen delegatie kan in haar huidige vorm dan ook geen doorgang vinden, nog afgezien van wat in opmerking 9 wordt uiteengezet over de draagwijdte van de delegaties in artikel 2, § 7, van het ontwerp. In die opmerking wordt ook ingegaan op de gevolgen voor het eveneens om advies voorgelegde ontwerp van ministerieel besluit 'betreffende de procedure en criteria voor de erkenning van de federaties uit de professionele kunstensector bedoeld in artikel 2, 3° van de wet XX', waarover advies 72.744/1 wordt gegeven op dezelfde dag als dit advies. 3.1.3. Artikel 10, derde lid, van het ontwerp, dat de opdrachten van het secretariaat regelt, vindt specifiek rechtsgrond in artikel 3, § 2, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat de Koning machtigt om te bepalen welke opdrachten aan het secretariaat worden gedelegeerd. 3.2. De artikelen 12 tot 18 van het ontwerp, alsook de overgangsbepalingen in de artikelen 32 tot 36 van het ontwerp, vinden in beginsel rechtsgrond in artikel 7, § § 2 en 7, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, waarbij de Koning wordt gemachtigd om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels te bepalen voor de beoordeling van de aanvraag voor een kunstwerkattest door de Kunstwerkcommissie, alsook om de nadere voorwaarden, regels en termijnen voor de aflevering van het kunstwerkattest te bepalen.

De gemachtigde stelde dat die rechtsgrondbepaling ook volstaat voor de beperking tot vijf jaar van de geldigheidsduur van het kunstwerkattest bij artikel 16 van het ontwerp. Ook al geldt een dergelijke beperking in de tijd voor het huidige visum kunstenaar en voor de huidige kunstenaarskaart, [3] toch rijst de vraag of daarvoor geen uitdrukkelijke wettelijke grondslag is vereist, nu het kunstwerkattest in artikel 7 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten op een vrij omstandige wijze wordt geregeld, zonder dat evenwel op enige wijze wordt gealludeerd op een beperkte geldigheidsduur ervan. Het is niet zo zeker dat de voormelde delegatie aan de Koning volstaat voor het beperken van die geldigheidsduur, temeer daar bij artikel 3, § 4, 2°, van dezelfde wet is voorzien in de mogelijkheid van opschorting of nietigverklaring van het kunstwerkattest in geval van misbruik of van vals bewijsmateriaal.

Ook uit de regeling van de maximale bewaartermijn van de persoonsgegevens met betrekking tot het kunstwerkattest, in artikel 4, § 4, van dezelfde wet, kan niet worden afgeleid dat het kunstwerkattest tijdelijk zou zijn. Het is dan ook raadzaam dat de wetgever bij een eerstvolgende gelegenheid in artikel 7 van dezelfde wet uitdrukkelijk de tijdelijke geldigheidsduur van het kunstwerkattest zou bepalen. 3.3. Voor artikel 19 van het ontwerp kan worden gesteund op de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning put uit artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 3, § 4, 2°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat voorziet in de mogelijkheid voor de Kunstwerkcommissie om het kunstwerkattest op te schorten of te vernietigen. 3.4. Artikel 20 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 3, § 3, 7°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, op grond waarvan de Koning de inhoud bepaalt van het digitaal register van houders van een kunstwerkattest. 3.5. Artikel 21 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 7, § 2, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Overeenkomstig deze bepaling bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de beoordeling van de aanvraag tot bekomen van het kunstwerkattest. 3.6. Artikel 22 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 5, vierde lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat de Koning machtigt om de nadere regels vast te stellen voor het indienen van een beroep tegen beslissingen van de Kunstwerkcommissie aangaande de aanvraag van een kunstwerkattest, alsook de procedure voor de behandeling ervan. 3.7. Artikel 24 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 10, tweede lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Deze bepaling machtigt de Koning om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels te bepalen inzake de elektronische registratie van de opdrachtgever in het kader van de amateurkunstenvergoeding. 3.8. Artikel 25 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 11, tweede lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Deze bepaling machtigt de Koning om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels te bepalen inzake de elektronische registratie van de uitvoerder in het kader van de amateurkunstenvergoeding. 3.9. Artikel 26 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 12, tweede lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Deze bepaling machtigt de Koning om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels te bepalen inzake de aangifte en de rechtzetting en de annulatie van de activiteiten en de bijhorende vergoedingen. 3.10. Artikel 27 van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 13, § 1, derde lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat de Koning machtigt om de termijnen en de nadere regels vast te stellen voor de betaling van de solidariteitsbijdrage aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. 3.11. Voor artikel 28 van het ontwerp kan worden gesteund op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning, gelezen in samenhang met artikel 3, § 4, 10°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, dat de Commissie opdraagt de registratie van een opdrachtgever of uitvoerder te schorsen of annuleren in geval van misbruik. 4.1. De rechtsgrond voor de artikelen 29 en 30 van het ontwerp wordt geboden door artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten 'tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders', dat de Koning machtigt om bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en na het advies van de Nationale Arbeidsraad te hebben ingewonnen, de voorwaarden te bepalen onder welke deze wet niet van toepassing is op de personen die artistieke prestaties leveren en/of artistieke werken produceren zonder arbeidsovereenkomst, en waarvoor zij enkel onkostenvergoedingen ontvangen. 4.2. Artikel 31 van het ontwerp heft verscheidene koninklijke besluiten en een ministerieel besluit op. De op te heffen koninklijke besluiten vinden hun rechtsgrond in de artikelen 172 en 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002, die evenwel worden opgeheven bij artikel 19 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Het koninklijk besluit van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten2 'tot uitvoering van artikel 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002' vindt bijkomend rechtsgrond in artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Het ministerieel besluit van 23 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 'betreffende het model van de kaart en van het visum 'kunstenaars'' vindt rechtsgrond in artikel 17sexies, § 3, derde lid, 1°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 'tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders', en de artikelen 1, § 2, en 2, § 2, van het koninklijk besluit van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2014 pub. 17/04/2014 numac 2014022149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart sluiten 'tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart', die op hun beurt rechtsgrond vinden in de artikelen 172 en 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002 en in artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Artikel 31 van het ontwerp vindt bijgevolg rechtsgrond in artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, alsook in de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning, gelezen in samenhang met artikel 19 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. 4.3. Artikel 38 van het ontwerp bepaalt dat " [i]n afwachting van de opheffing van het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars zoals voorzien in artikel 31 van dit besluit, (...) de tekst van artikel 4 van het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars wordt vervangen door de tekst van artikel 9 van dit besluit".

Vanaf de inwerkingtreding van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten (zie daarover opmerking 15) wordt de rechtsgrond voor deze bepaling geboden door artikel 3, § 7, van die wet. In zoverre de bepaling uitwerking heeft voor de inwerkingtreding van die wet, wordt de rechtsgrond ervoor geboden door artikel 172, § 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, dat een vergelijkbare delegatie bevat als in het voormelde artikel 3, § 7, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 5. Gelet op hetgeen is uiteengezet met betrekking tot de rechtsgrond, moet voor het huidige eerste lid van de aanhef een nieuw lid worden toegevoegd, waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de Grondwet. Tevens moet in het huidige eerste lid van de aanhef specifiek worden verwezen naar artikel 2, 3°, 3, § 2, § 3, 7°, § 4, 2° en 10°, en § 7, artikel 5, vierde lid, artikel 7, § § 2 en 7, artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, § 1, derde lid, en artikel 19 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten.

Artikel 2 6. Bij artikel 2, § 2, van het ontwerp worden de ministers gemachtigd om de modaliteiten (lees: nadere regels) te bepalen voor het zoeken en benoemen van de leden van de Kunstwerkcommissie.Een dergelijke delegatie is enkel aanvaardbaar als ze betrekking heeft op uitvoeringsmaatregelen van bijkomstige of detailmatige aard. Het is dan ook raadzaam om te preciseren dat het enkel gaat om de praktische uitwerking van hetgeen reeds in het ontwerp wordt bepaald omtrent de benoeming van die leden. 7. Overeenkomstig artikel 2, § 4, van het ontwerp zal de Koning bij de benoeming van de effectieve en plaatsvervangende leden bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, waken over een evenwichtige verdeling tussen de vertegenwoordigers van de diverse kunstdomeinen en de artistiek-technische beroepen, alsook wat betreft leeftijd, anciënniteit en geslacht.In het verslag aan de Koning wordt in dat verband vermeld dat met deze bepaling een voldoende representativiteit van de kunstensector wordt nagestreefd, maar dat het gaat om "een middelen-, geen resultaatsverbintenis". [4] De vraag rijst echter of een bepaling die op niet minder dan vier verschillende vlakken een evenwichtige verdeling gebiedt voor de negen betrokken vertegenwoordigers, maar enkel op algemene wijze en als een inspanningsverbintenis, wel op haar plaats is in een normatieve tekst. 8. Artikel 2, § 6, van het ontwerp voorziet in een ambtshalve vervanging indien een lid langer dan zes maanden afwezig is, tenzij indien deze afwezigheid gerechtvaardigd is om medische redenen. De stellers van het ontwerp moeten nagaan of door deze uitzondering op de ambtshalve vervanging van leden de rechtsgeldigheid van de samenstelling niet in het gedrang kan komen, wanneer verscheidene effectieve en plaatsvervangende leden omwille van medische redenen niet in de mogelijkheid zouden zijn de vergaderingen van de Kunstwerkcommissie bij te wonen. Daar komt nog bij dat daardoor ook de zo-even vermelde evenwichtige samenstelling van de kunstwerkdeskundigen (zie daarover opmerking 7) kan worden aangetast. 9. Bij artikel 2, § 7, van het ontwerp worden de voormelde ministers onder meer gemachtigd om de nadere regels te bepalen met betrekking tot de werking, organisatie en bevoegdheden van de verschillende afdelingen en kamers van de Kunstwerkcommissie.Zoals reeds is uiteengezet in opmerking 6, is een dergelijke delegatie enkel aanvaardbaar als ze betrekking heeft op uitvoeringsmaatregelen van bijkomstige of detailmatige aard. Zelfs indien die delegatie beperkt zou worden tot het bepalen van aanvullende regels (naast hetgeen reeds in dit ontwerp wordt bepaald) zou ze te ruim geformuleerd zijn. De ontworpen delegatie moet dan ook beperkt worden tot de praktische uitwerking van hetgeen ter zake reeds in het ontwerp wordt geregeld.

Zoals reeds is uiteengezet in opmerking 3.1.2, rijst bovendien een meer fundamenteel rechtsgrondprobleem bij de delegatie, eveneens in artikel 2, § 7, van het ontwerp, aan de ministers om de nadere regels te bepalen inzake de erkenning als representatieve federatie (lees: kunstenfederatie). Er kan weliswaar worden aangenomen dat de Koning op basis van de algemene uitvoeringsbevoegdheid, gelezen in samenhang met artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, uitvoeringsmaatregelen van bijkomstige of detailmatige aard aan de ministers kan delegeren, zoals de louter procedurele regels inzake de erkenning van de kunstenfederaties. De eventuele nadere uitwerking van de twee in de wet vervatte erkenningsvoorwaarden, namelijk de deskundigheid en de doelgroepgerichte ledenwerking, kan echter niet worden overgelaten aan de ministers, laat staan dat andere erkenningsvoorwaarden kunnen worden bepaald of gedelegeerd.

Zoals wordt uiteengezet in advies 72.744/1 dat op dezelfde dag als dit advies wordt gegeven over een ontwerp van ministerieel besluit 'betreffende de procedure en criteria voor de erkenning van de federaties uit de professionele kunstensector bedoeld in artikel 2, 3° van de wet XX', heeft deze opmerking tot gevolg dat de regeling in dat ontwerp aanzienlijk zal moeten worden teruggesnoeid en eventueel in belangrijke mate zal moeten worden overgeheveld naar dit ontwerp van koninklijk besluit.

Artikel 4 10. Artikel 4, § 3, van het ontwerp beperkt het recht op inzage in aanvragen en de mogelijkheid om te vragen om die aanvragen te behandelen in uitgebreide samenstelling tot de vertegenwoordigers vermeld in artikel 4, § 1, 2°, die niet deelnemen aan de beraadslaging, namelijk (i) de vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen of de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, (ii) de vertegenwoordiger aangeduid door de interprofessionele vakverenigingen, en (iii) de vertegenwoordiger van de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties.Hieruit volgt dat de kunstwerkdeskundigen, aangeduid door de kunstenfederaties (paragraaf 1, 1°) en de vertegenwoordigers aangeduid door de gemeenschappen (paragraaf 1, 3°) geen recht op inzage kunnen doen gelden, noch de mogelijkheid hebben om te verzoeken dat de aanvraag behandeld wordt in uitgebreide kamer, wanneer zij niet deelnemen aan een bepaalde beraadslaging. Deze verschillende behandeling tussen leden van de Kunstwerkcommissie en, bijgevolg, tussen de instanties die ze vertegenwoordigen, moet kunnen worden verantwoord. Een dergelijke verantwoording wordt het best opgenomen in het verslag aan de Koning.

Indien die verschillende behandeling niet kan worden verantwoord, moet ze ongedaan worden gemaakt.

Artikel 12 11. In de adviesaanvraag wordt over artikel 12 van het ontwerp het volgende vermeld: "Si le Conseil d'Etat peut marquer son accord, nous souhaiterions également déplacer le dernier alinéa du § 6 de l'article 12 car, comme le confirme l'exemple donné dans le rapport au Roi, la règle du prorata doit s'appliquer à tous les revenus mentionnés dans les § § 6 à 8 de ce même article.L'emplacement actuel de cet alinéa n'est donc pas adéquat et nous proposons d'en faire un § 9." In zoverre het de bedoeling is om artikel 12, § 6, tweede lid, van het ontwerp om te vormen tot een nieuwe paragraaf 9 van dat artikel, kan hiermee worden ingestemd.

Artikelen 15 en 18 12. Indien het nieuwe kunstwerkattest is aangevraagd uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van het bestaande kunstwerkattest, en niet later dan drie maanden na het verstrijken ervan door de Commissie wordt afgeleverd, verkrijgt dit nieuwe attest terugwerkende kracht tot de dag na de verstrijkingsdatum van het bestaande attest (zie artikel 15, § § 3 en 4, van het ontwerp).Artikel 18, § 2, van het ontwerp bepaalt dan weer dat het vervallen kunstwerkattest van kracht blijft totdat de Commissie een beslissing heeft genomen, zij het enkel indien de aanvraag voor het nieuwe kunstwerkattest is ingediend uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van een geldig attest én binnen dezelfde termijn volledig is verklaard door het secretariaat.

Deze regeling leidt evenwel tot conflicterende situaties, in het bijzonder wanneer het nieuwe attest een zogenaamd kunstwerkattest "plus" is en het vervallen attest een gewoon kunstwerkattest, of wanneer het nieuwe attest een gewoon kunstwerkattest is en het vervallen attest een kunstwerkattest "plus" of een kunstwerkattest "starter", aangezien aan de kunstwerkattesten "plus" en "starter" bijkomende rechten verbonden zijn. [5] Deze interne tegenstrijdigheid moet worden weggewerkt.

Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het gegeven dat volgens de huidige formulering van artikel 18, § 2, van het ontwerp, ook de volledigverklaring door het secretariaat moet gebeuren uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van het oude attest. Daardoor is het mogelijk dat de betrokkene die tijdig een nieuwe aanvraag heeft ingediend, toch niet kan blijven genieten van het oude kunstwerkattest tot op het moment van de nieuwe beslissing, omwille van een oorzaak die buiten zijn wil ligt en die hem mogelijk zelfs onbekend blijft, nu niet voorzien is in de verplichting om de aanvrager mee te delen dat zijn aanvraag volledig is verklaard. [6] De ontworpen bepaling komt de rechtszekerheid dan ook niet ten goede en moet op dat punt worden herzien.

Artikel 19 13. Artikel 19, § 4, eerste lid, van het ontwerp voorziet in een ambtshalve opschorting van het kunstwerkattest zolang het onderzoek naar het misbruik van het kunstwerkattest of naar de valsheid van bewijsstukken loopt.Bijgevolg worden de sociale rechten van de betrokkene zonder enig onderzoek ten gronde ingeperkt, zonder dat voorzien wordt in een mogelijkheid om zich hiertegen te verzetten, zelfs niet door het indienen van een nieuwe aanvraag (zie immers artikel 19, § 4, tweede lid, van het ontwerp).

Artikel 19, § 6, van het ontwerp koppelt een bijkomende sanctie aan de nietigverklaring van het kunstwerkattest, namelijk doordat gedurende een periode van drie jaar geen nieuwe aanvraag voor het bekomen van een kunstwerkattest mag worden ingediend, ook al is het denkbaar dat de valsheid van bewijsstukken die aanleiding heeft gegeven tot de nietigverklaring van het kunstwerkattest niet aan een opzettelijke handeling van de aanvrager van dat kunstwerkattest kan worden toegerekend.

In beide gevallen lijken die sanctiemaatregelen niet in een evenredige verhouding te staan tot de ernst van het (vermoede) vergrijp, gelet op het automatisch karakter ervan en op het gegeven dat - in het tweede geval - niet de mogelijkheid bestaat om de duur van de sanctie te moduleren. Er zou dan ook moeten worden bepaald dat de Kunstwerkcommissie die maatregelen kan opleggen, veeleer dan dat ze die ambtshalve moet opleggen en, in het tweede geval, dat de periode maximaal drie jaar bedraagt.

Artikelen 21 en 28 14. In artikel 21, § 2, van het ontwerp wordt vermeld dat de Kunstwerkcommissie aan de aanvrager een gemotiveerde beslissing tot weigering van het kunstwerkattest bezorgt.Overeenkomstig artikel 28, § 7, van het ontwerp is de beslissing van de Kunstwerkcommissie over de schorsing of de annulatie van de registratie gemotiveerd.

Het opleggen van een dergelijke motiveringsplicht is overbodig en misleidend. Het is overbodig omdat de beslissingen onder de toepassing vallen van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten 'betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen' en de verplichting tot formele motivering reeds uit die wet voortvloeit. Het is misleidend omdat dergelijke bepalingen ten onrechte de indruk wekken dat de formele motiveringsverplichting niet bestaat zonder dat zulks erin uitdrukkelijk wordt voorgeschreven. Tenzij een verdergaande motiveringsplicht wordt beoogd dan diegene die voortvloeit uit de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten, in welk geval de draagwijdte ervan dient te worden omschreven, moet de ontworpen bepaling worden weggelaten.

Artikel 39 15. Overeenkomstig artikel 39, eerste lid, van het ontwerp treedt het te nemen besluit (met uitzondering van artikel 38 ervan) in werking "op de datum die de Koning vaststelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en uiterlijk op 1 januari 2024".Uiteraard kan die datum niet voorafgaan aan de datum waarop de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten in werking wordt gesteld, ter uitvoering van artikel 20 ervan.

DE GRIFFIER, Wim GEURTS DE VOORZITTER, Jeroen VAN NIEUWENHOVE _______ Nota's [1] In de Nederlandse tekst van artikel 19 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten wordt overigens verkeerdelijk verwezen naar de programmawet (I) van 24 december 2022 (in plaats van 2002). Deze vergissing kan niet worden rechtgezet met een erratum, aangezien die fout ook voorkomt op de door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen tekst, en kan dus enkel worden verholpen met een formele wijziging (in voorkomend geval met terugwerkende kracht). [2] Artikel 14, eerste en tweede lid, van het ontwerp. [3] Zie de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2014 pub. 17/04/2014 numac 2014022149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart sluiten 'tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart'. [4] Overeenkomstig artikel 2, § 3, eerste lid, van het ontwerp geven de kunstenfederaties na een analyse van de kandidaturen door de administratie een advies inzake de evenwichtige samenstelling van de vertegenwoordiging. Het gaat evenwel niet om een bindend advies. [5] Inzonderheid de "kunstwerkuitkering"; zie de artikelen 27, 23°, en 181 en volgende van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 'houdende de werkloosheidsreglementering'. [6] Artikel 13 van het ontwerp voorziet enkel in de mogelijkheid om bijkomende informatie te vragen, maar schrijft niet voor dat in geval van een volledige aanvraag de betrokkene hiervan op de hoogte moet worden gebracht.

RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving Advies 72.744/1 van 9 januari 2023 over een ontwerp van besluit van de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en de Minister van Sociale Zaken 'betreffende de procedure en criteria voor de erkenning van de federaties uit de professionele kunstensector bedoeld in artikel 2, 3° van de wet XX' Op 15 december 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en de Minister van Sociale Zaken 'betreffende de procedure en criteria voor de erkenning van de federaties uit de professionele kunstensector bedoeld in artikel 2, 3° van de wet XX'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 januari 2023. De kamer was samengesteld uit Jeroen VAN NIEUWENHOVE, kamervoorzitter, Wouter PAS en Koen MUYLLE, staatsraden, en Wim GEURTS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lennart NIJS, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen VAN NIEUWENHOVE, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 januari 2023. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van besluit van de Minister van Werk, de Minister van Zelfstandigen en de Minister van Sociale Zaken regelt de procedure (artikelen 3 tot 5 van het ontwerp) en de criteria (artikel 2) voor het erkennen van kunstenfederaties.Er wordt ook voorzien in de mogelijkheid van intrekking van de erkenning als professionele kunstenfederatie (artikel 6).

Het te nemen besluit treedt in werking, hetzij op een nog niet ingevulde datum, hetzij op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 7).

RECHTSGROND 3. De rechtstreekse rechtsgrond voor het ontwerp wordt blijkens de aanhef gezocht in het koninklijk besluit 'betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers', dat eveneens in ontwerpvorm aan de Raad van State is voorgelegd (72.704/1). Allicht doelen de stellers van het ontwerp op artikel 2, § 7, van dat ontwerp van koninklijk besluit, dat de ministers bevoegd voor werk, sociale zaken en het sociaal statuut der zelfstandigen (hierna: de ministers) onder meer machtigt om de nadere regels te bepalen inzake de erkenning als representatieve federatie.

Zoals wordt uiteengezet in opmerking 3.1.2 van advies 72.704/1, dat op dezelfde dag wordt gegeven als dit advies, kan voor die delegatie evenwel geen rechtsgrond worden gevonden in de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten 'tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers'.

Enkel de nadere uitwerking van de twee erkenningscriteria die voorkomen in artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, namelijk de deskundigheid en de doelgroepgerichte ledenwerking van de kunstenfederaties, alsook de vaststelling van procedureregels met betrekking tot die erkenning, zou kunnen worden ingepast in de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning put uit artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de voormelde wetsbepaling.

Die regeling zou in de eerste plaats moeten worden opgenomen in het voormelde ontwerp van koninklijk besluit. [7] Enkel in zoverre elementen ervan kunnen worden beschouwd als uitvoeringsmaatregelen van bijkomstige of detailmatige aard, kunnen ze worden gedelegeerd aan de ministers (wat betekent dat artikel 2, § 7, van het ontwerp van koninklijk besluit dienovereenkomstig moet worden teruggesnoeid) en kunnen ze worden behouden in dit ontwerp van ministerieel besluit. 4. Voor het om advies voorgelegde ontwerp van ministerieel besluit impliceert dat het volgende. 4.1. Artikel 2, 1), van het ontwerp bepaalt dat het doel van de te erkennen kunstenfederaties verband moet houden met een of meer van de domeinen van de kunsten die erin worden opgesomd, maar daarvoor is gelet op het voorgaande geen rechtsgrond voorhanden, zelfs niet in de vorm van een koninklijk besluit. Dat neemt niet weg dat deze voorwaarde eigenlijk voortvloeit uit artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, gelezen in samenhang met artikel 7, § 3, van dezelfde wet, en dat ze dan ook overbodig is.

Artikel 2, 2) en 3), van het ontwerp behelzen niet meer dan een parafrasering van de twee erkenningscriteria in artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Enkel de precisering dat de doelgroep van de kunstenfederatie professionele artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende activiteiten moet verrichten of uitoefenen, kan worden beschouwd als een nadere uitwerking van een van die twee erkenningscriteria, die dan moet worden overgeheveld naar het voormelde ontwerp van koninklijk besluit. 4.2. De artikelen 3 en 4, § § 1 tot 3 en 5, 5 en 6, van het ontwerp hebben betrekking op de procedure voor de verlening en de intrekking van de erkenning. Die bepalingen moeten in eerste instantie worden overgeheveld naar het voormelde ontwerp van koninklijk besluit. Enkel de elementen die beschouwd kunnen worden als uitvoeringsmaatregelen van bijkomstige of detailmatige aard kunnen worden gedelegeerd aan de ministers en worden behouden in dit ontwerp van ministerieel besluit.

Er moet evenwel een voorbehoud worden gemaakt bij artikel 4, § 1, 4°, van het ontwerp, naar luid waarvan bij de erkenningsaanvraag het aantal leden moet worden vermeld, "waarvan de lijst ter beschikking van het secretariaat moet kunnen worden gesteld om eventueel de juistheid van de verstrekte informatie te controleren". De gemachtigde bevestigde dat dit impliceert dat de aanvrager aan het secretariaat op diens vraag inzage moet verlenen in de betrokken lijst en voegde daaraan toe dat de gegevens die op die lijst voorkomen de naam, de voornaam, het beroep en het bijhorende artistieke domein zijn. Er is evenwel geen uitdrukkelijke grondslag in de wet van 16 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002013438 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten voor deze verwerking van persoonsgegevens. De verwerking van persoonsgegevens die daarmee wordt geregeld, kan ook niet worden beschouwd als een intrinsiek gevolg van de wettelijke vereisten waaraan de kunstenfederatie moet voldoen. De conclusie is dan ook dat de aangehaalde zinsnede moet worden weggelaten in afwachting van een uitdrukkelijke wettelijke grondslag voor die verwerking van persoonsgegevens.

Er moet ook een voorbehoud worden gemaakt bij de artikelen 4, § 5, en 5, § 4, van het ontwerp, die voorzien in een beperking van de duur van de erkenning voor een verlengbare periode van vier jaar. In artikel 2, 3°, van de wet wordt geen gewag gemaakt van een beperking in de tijd van de erkenning en er kan niet zomaar van worden uitgegaan dat de wetgever een dergelijke beperking in de tijd voor ogen had. Het is dan ook raadzaam dat de wetgever bij een eerstvolgende gelegenheid in de voormelde wetsbepaling uitdrukkelijk die geldigheidsduur van de erkenning bepaalt. 4.3. Artikel 4, § 4, van het ontwerp bepaalt dat de erkenning "niet [kan] worden verleend aan een kunstenfederatie die de democratische beginselen uit de Belgische Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet naleeft". De gemachtigde over die bepaling het volgende: " [L]a formulation des cas d'incompatibilités s'inspire largement de ce qui est fait en communauté française. Il nous apparaît également essentiel et sain que les fédérations respectent les principes de la Constitution et de la CEDH comme tout un chacun. Même si cela n'a, a priori, pas de rapport avec l'expertise présumée et la représentativité de la fédération, la Commission souhaite s'assurer qu'une fédération va bien proposer des membres en qualité d'expert sur base de leur expertise dans les arts et non de leur(s) conviction(s) et cette obligation tente de garantir cela." De ontworpen bepaling betreft een nieuwe erkenningsvoorwaarde die niet kan worden ingepast in artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten en die dan ook moet worden weggelaten uit dit ontwerp (en evenmin kan worden overgeheveld naar het ontwerp van koninklijk besluit).

Nog afgezien van dit rechtsgrondbezwaar ziet de Raad van State niet in hoe een dergelijke bepaling zou kunnen worden opgenomen in de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten. Niet alleen gaat het om een beoordeling op basis van elementen die totaal vreemd zijn aan de artistieke verdiensten, activiteiten of ervaring van de betrokken kunstenfederatie, maar bovendien staat een dergelijke bepaling, in het bijzonder door de algemene formulering ervan, op uiterst gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting, gewaarborgd bij artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, artikel 19, lid 2, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 19 van de Grondwet. [8] Dat in het tweede en derde lid van artikel 4, § 4, van het ontwerp een aantal meer concrete voorbeelden worden gegeven, bijvoorbeeld het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld, doet geen afbreuk aan die vaststelling.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 5. Indien een deel van het ontwerp van ministerieel besluit wordt behouden, rekening houdende met hetgeen is opgemerkt omtrent de rechtsgrond en de voorwaarden inzake delegatie aan de ministers, moet voor het huidige eerste lid van de aanhef een nieuw lid worden toegevoegd, waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de Grondwet, moet in het huidige eerste lid van de aanhef specifiek worden verwezen naar artikel 2, 3°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten en moet in het huidige tweede lid van de aanhef specifiek worden verwezen naar artikel 2, § 7, van het koninklijk besluit 'betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers' (althans indien de delegatie aan de ministers op die plaats wordt behouden). Artikel 1 6. In artikel 1, 4°, wordt in de definitie van de term "secretariaat" verwezen naar, enerzijds, het secretariaat van de Commissie Kunstenaars bedoeld in artikel 172 van de programmawet (I) van 24 december 2002 en, anderzijds, "zodra de wet [van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten] in werking treedt", het secretariaat van de Kunstwerkcommissie.Aangezien het te nemen ministerieel besluit niet vroeger in werking kan treden dan de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten zelf, en de artikelen 172 en 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002 geen delegatie aan de ministers bevatten, moet de verwijzing naar het secretariaat van de Commissie Kunstenaars worden weggelaten.

Artikel 6 7. Artikel 6, § 3, van het ontwerp bepaalt dat bij de niet-naleving van de plicht tot kennisgeving bedoeld in paragraaf 1, de federatie voor een periode van tien jaar van erkenning kan worden uitgesloten. Die sanctiemaatregel lijkt niet in een evenredige verhouding te staan tot de ernst van het vergrijp, gelet op het gegeven dat niet de mogelijkheid bestaat om de duur van de sanctie te moduleren. Er zou dan ook moeten worden bepaald dat de federatie voor een periode van maximaal tien jaar van erkenning kan worden uitgesloten.

Artikel 7 8. In artikel 7 van het ontwerp moet de inwerkingtreding [9] nog worden gepreciseerd.Indien het de bedoeling is om het te nemen besluit op een vaste datum in werking te laten treden, moet erop worden toegezien dat die datum in elk geval niet voorafgaat aan de datum van bekendmaking ervan en evenmin aan de datum waarop de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten en het voormelde koninklijk besluit in werking treden. Bovendien is het raadzaam om een redelijke termijn te geven aan eenieder om kennis te nemen van de nieuwe bepalingen vooraleer ze in werking treden.

DE GRIFFIER, Wim GEURTS DE VOORZITTER, Jeroen VAN NIEUWENHOVE _______ Nota's [7] Aangezien het gaat om een rechtsgrond die niet, in tegenstelling tot de meeste delegaties in de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten, een voorafgaand overleg in de Ministerraad vergt, hoeft het aangepaste ontwerp van koninklijk besluit niet opnieuw aan de Ministerraad te worden voorgelegd, althans in zoverre voor het overige de voorwaarden in punt b) van de notificatie van de Ministerraad van 20 juli 2022 in acht worden genomen. [8] Vgl. GwH 7 februari 2001, nr. 10/2001, B.4.7.1 tot B.4.8.3. [9] Er worden overigens bepaald dat het besluit "in werking treedt op", aangezien "uitwerking vanaf" wijst op een terugwerkende kracht die in dit geval uit den boze is, onder meer gelet op de procedurebepalingen die zich daar niet toe lenen.

13 MAART 2023. - Koninklijk besluit betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie, de criteria en de procedure voor de erkenning van de kunstenfederaties en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op artikel 2, 3°, 3, § 2, § 3, 7°, § 4, 2° en 10°, en § 7, artikel 5, vierde lid, artikel 7, § § 2 en 7, artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, § 1, derde lid, en artikel 19 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;

Gelet op de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 1bis;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 17sexies;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten met betrekking tot de zelfstandigheidsverklaring aangevraagd door bepaalde kunstenaars;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2014 pub. 17/04/2014 numac 2014022149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart sluiten tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, gegeven op 7 juli 2022;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, gegeven op 20 juni 2022;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, gegeven op 16 juni 2022;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 16 juni 2022;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 14 april 2022;

Gelet op advies nr. 131/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 1 juli 2022;

Gelet op advies 71.494/3 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State van 12 januari 1973;

Gelet op advies 72.704/1 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State van 12 januari 1973;

Gelet op advies 72.744/1 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State van 12 januari 1973;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 13/02/2014 numac 2014000088 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Overwegende de noodzaak om de sociaaleconomische situatie van kunstwerkers te verbeteren;

Overwegende dat uit consultatie van de professionele kunstensector blijkt dat zij onvoldoende vertegenwoordigd zijn in de Commissie Kunstenaars;

Overwegende dat er nood is aan een eenvormige interpretatie betreffende de toegang tot de regels die van toepassing zijn op kunstwerkers;

Overwegende dat de Kunstwerkcommissie bestaat uit kunstwerkdeskundigen aangewezen door de federaties uit de professionele kunstensector, vertegenwoordigers van de federale besturen, vertegenwoordigers aangewezen door de vakverenigingen, vertegenwoordigers van de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties en vertegenwoordigers van de Gemeenschappen.

Overwegende dat voornoemde federaties uit de professionele kunstensector bij ministerieel besluit erkend moeten zijn op basis van hun deskundigheid en hun doelgroepgerichte ledenwerking.

Overwegende dat een formele erkenningsprocedure van deze kunstenfederaties moet worden ingesteld, die op basis van deze erkenning kunstwerkdeskundigen kunnen aanwijzen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Kunstwerkcommissie.

Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van deze titel dient te worden verstaan onder: 1° de wet: de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;2° digitaal platform: het digitaal platform Working in the Arts zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;3° controle-instanties: de instanties bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet;4° kunstwerkcommissie: de Commissie bedoeld in artikel 3 § 1 van de wet;5° secretariaat: het secretariaat bedoeld in artikel 3, § 2, van de wet;6° kunstenfederaties: de federaties bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet;7° kunstwerkers: werker bedoeld in artikel 2, 1° van de wet;8° identificatienummer van de sociale zekerheid: het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. TITEL II. - De Kunstwerkcommissie HOOFDSTUK 1. - Samenstelling en werking van de Kunstwerkcommissie

Art. 2.§ 1. De Kunstwerkcommissie wordt ingesteld met een afdeling van de Nederlandse taalrol en een afdeling van de Franse taalrol.

Naast de voorzitter telt iedere afdeling de volgende leden: 1° negen kunstwerkdeskundigen aangeduid door de kunstenfederaties;2° a) een vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor sociale zekerheid;b) een vertegenwoordiger van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;c) een vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;d) drie vertegenwoordigers aangeduid door de interprofessionele vakverenigingen;e) drie vertegenwoordigers van de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties.3° Elke Gemeenschap kan, indien zij dat wenst, een vertegenwoordiger aanduiden in de afdeling van de haar betreffende taalrol, met dien verstande dat wanneer de Kunstwerkcommissie een aanvraag moet behandelen van een kunstwerker die in het Duits taalgebied woont, die vertegenwoordiger wordt aangeduid door de regering van de Duitstalige Gemeenschap. Voor elk effectief lid bedoeld in het tweede lid, 1° en 2°, wordt één vaste plaatsvervanger aangeduid, die het effectief lid in geval van afwezigheid of belet vervangt. Het mandaat wordt door het effectief lid en diens vaste plaatsvervanger in overleg ingevuld.

Elke Gemeenschap kan, indien zij dat wenst, een plaatsvervanger aanduiden die haar vertegenwoordiger bedoeld in het tweede lid, 3°, in geval van afwezigheid of belet vervangt. § 2. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen bepalen bij ministerieel besluit de modaliteiten voor het zoeken en benoemen, met inbegrip van de voorwaarden voor benoeming, van de leden bedoeld in paragraaf 1. § 3. Bij het aanduiden van de leden bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, formuleren de kunstenfederaties na een analyse van de kandidaturen door de administratie een advies inzake de evenwichtige samenstelling van de vertegenwoordiging.

De aangeduide leden dienen over aantoonbare ervaring en relevante kennis te beschikken inzake de artistieke professionele praktijk en de sociale bescherming van kunstwerkers. § 4. Bij de samenstelling van de Kunstwerkcommissie zal de Koning bij de benoeming van de effectieve en plaatsvervangende leden bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, waken over een evenwichtige verdeling tussen de vertegenwoordigers van de diverse kunstdomeinen en de artistiek-technische beroepen, alsook wat betreft leeftijd, anciënniteit en geslacht. § 5. De Koning ziet eveneens erop toe dat de Commissie onder de leden bedoeld in § 1, tweede lid, 1°, leden telt die als kunstwerker ervaring hebben met de specifieke regels voor kunstwerkers en met het kunstwerkattest, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet. § 6. De Koning neemt akte van het ontslag van ontslagnemende leden en voorziet in hun vervanging. Indien wordt vastgesteld dat een lid binnen een periode van een jaar de helft van de vergaderingen van de Kunstwerkcommissie zonder verantwoording niet heeft bijgewoond of indien het lid langer dan zes maanden afwezig is, voorziet de Koning in zijn ambtshalve vervanging. § 7. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen bepalen bij ministerieel besluit de nadere regels met betrekking tot de werking, organisatie en bevoegdheden van de verschillende afdelingen en kamers van de Kunstwerkcommissie.

Art. 3.De Kunstwerkcommissie zetelt in voltallige, uitgebreide of beperkte samenstelling.

Art. 4.§ 1. Wanneer de Kunstwerkcommissie in beperkte samenstelling zetelt, is elke kamer als volgt samengesteld: 1° drie kunstwerkdeskundigen, aangeduid door de kunstenfederaties;2° a) een vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor sociale zekerheid of het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen of de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;b) een vertegenwoordiger aangeduid door de interprofessionele vakverenigingen;c) een vertegenwoordiger van de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties;3° de vertegenwoordiger aangeduid door een Gemeenschap kan zetelen in de Kunstwerkcommissie in beperkte samenstelling in de afdeling van de haar betreffende taalrol, met dien verstande dat wanneer de Kunstwerkcommissie een aanvraag moet behandelen van een kunstwerker die in het Duits taalgebied woont, die vertegenwoordiger wordt aangeduid door de regering van de Duitstalige Gemeenschap. De leden bedoeld in 1° en 2° kiezen in hun midden, voor het volledig mandaat, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Kunstwerkcommissie in beperkte samenstelling. Deze voorzitter en plaatsvervangend voorzitter hebben een beraadslagende stem. § 2. Elke taalafdeling van de Kunstwerkcommissie heeft een of meer beperkte kamers waarvan de leden afkomstig zijn uit de afdeling van die taalrol. § 3. Een beperkte kamer beraadslaagt slechts geldig indien minstens de helft van de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en minstens de helft van de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

Het lid dat verhinderd is, verwittigt tijdig de voorzitter van de Kunstwerkcommissie in beperkte samenstelling en kan een volmacht geven aan een ander lid. Elk lid kan slechts één volmacht krijgen. § 4. De beperkte kamer waaraan het verzoek wordt voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, beslist met eenparigheid van stemmen.

Indien een beslissing niet met eenparigheid van stemmen kan worden genomen, wordt de aanvraag verwezen naar de uitgebreide kamer.

Het tweede lid is zowel van toepassing wanneer de beperkte kamer een aanvraag in eerste aanleg als in beroep behandelt.

De vertegenwoordigers in § 1, 2°, die niet deelnemen aan een bepaalde beraadslaging in een beperkte kamer, hebben het recht op inzage van alle te behandelen aanvragen. Tot op het moment van de beslissing, kunnen zij gemotiveerd vragen om de aanvraag te behandelen in uitgebreide kamer. § 5. De beperkte kamer heeft onder andere de volgende opdrachten: - de aanvragen voor een kunstwerkattest behandelen; - de verzoeken tot beroep behandelen; - de aanvragen tot opschorting of nietigverklaring van een kunstwerkattest behandelen; - de aanvragen tot schorsing of annulatie van de registratie van een opdrachtgever of uitvoerder in het kader van de amateurkunstenvergoeding behandelen.

Art. 5.§ 1. Wanneer de Kunstwerkcommissie zetelt in uitgebreide samenstelling, dan is zij als volgt samengesteld uit leden afkomstig van de afdeling van de Nederlandse taalrol en van de afdeling van de Franse taalrol: 1° negen kunstwerkdeskundigen, aangeduid door de federaties uit de kunstensector, waarvan minstens vier Franstalige vertegenwoordigers en minstens vier Nederlandstalige vertegenwoordigers;2° a) drie vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen of de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, waarvan minstens een Franstalige vertegenwoordiger en minstens een Nederlandstalige vertegenwoordiger;b) drie vertegenwoordigers aangeduid door de interprofessionele vakverenigingen, waarvan minstens een Franstalige vertegenwoordiger en minstens een Nederlandstalige vertegenwoordiger;c) drie vertegenwoordigers van de werkgevers- of zelfstandigenorganisaties, waarvan minstens een Franstalige vertegenwoordiger en minstens een Nederlandstalige vertegenwoordiger;3° de vertegenwoordigers aangeduid door de Gemeenschap kunnen zetelen in de Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling. De Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling wordt voorgezeten door de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter van de Kunstwerkcommissie.

De leden die deel uitmaken van de Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling beschikken over een passieve kennis van de andere landstaal. De ingediende kandidatuur moet minstens de passieve kennis van één andere landstaal bevestigen. § 2. De Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling beraadslaagt slechts geldig indien de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, minstens de helft van de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en minstens de helft van de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

Het lid dat verhinderd is, verwittigt tijdig de voorzitter van de Kunstwerkcommissie in uitgebreide samenstelling en kan een volmacht geven aan een ander lid. Elk lid kan slechts één volmacht krijgen. § 3. De uitgebreide kamer heeft onder andere de volgende opdrachten : - beslissen over aanvragen die werden doorverwezen door een beperkte kamer; - beslissen over aanvragen die werden doorverwezen overeenkomstig artikel 4, § 3, vierde lid.

Art. 6.§ 1. Wanneer de Kunstwerkcommissie in voltallige samenstelling zetelt, is zij samengesteld uit alle leden die afkomstig zijn van de afdeling van de Nederlandse taalrol en van de afdeling van de Franse taalrol. § 2. De Kunstwerkcommissie in voltallige samenstelling wordt voorgezeten door de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter van de Kunstwerkcommissie.

Het lid dat verhinderd is, verwittigt tijdig de voorzitter van de Kunstwerkcommissie in voltallige samenstelling en kan een volmacht geven aan een ander lid. Elk lid kan slechts één volmacht krijgen. § 3. De Kunstwerkcommissie in voltallige samenstelling heeft onder andere de volgende opdrachten: - het huishoudelijk reglement van de Commissie opstellen en aanpassen; - advies geven over ontwerpen van wet, van besluit en alle normontwerpen die haar door de auteur van die teksten worden voorgelegd; - problemen of misbruik in verband met het kunstwerkattest verzamelen die aan de Commissie zijn gemeld.

Art. 7.De Koning benoemt op gezamenlijk advies van de ministers bevoegd voor Werk, voor Sociale Zekerheid en voor het sociaal statuut der zelfstandigen, de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter, die de voorzitter in geval van afwezigheid of belet vervangt.

Niemand kan tot voorzitter of plaatsvervangend voorzitter worden benoemd tenzij hij master in de rechten is.

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben een actieve kennis zowel van het Nederlands als van het Frans.

De kandidaten, opgeroepen middels een bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, dienen hun kandidatuur in bij een ter post aangetekende brief, binnen de maand na de bekendmaking van de oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad.

Art. 8.De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Ze kunnen worden herbenoemd.

De ambtenaren, effectieve en plaatsvervangende leden, maken niet langer deel uit van de Kunstwerkcommissie wanneer hun administratief ambt een einde neemt.

De leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, kunnen zich na twee jaar laten vervangen door een vervanger die is opgenomen in de reservelijst opgesteld door het secretariaat.

De leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, kunnen zich na twee jaar laten vervangen door een vervanger, mits deze voorgedragen wordt door de dienst, organisatie of vereniging die het ontslagnemend lid vertegenwoordigt.

De vervangers dienen te voldoen aan alle voorwaarden waaraan hun voorganger voldeed bij diens aanstelling en het evenwicht in de samenstelling van de Kunstwerkcommissie, zoals bedoeld in artikel 2, paragrafen 3 en 4, moet gehandhaafd blijven.

De leden die een overleden, ontslagnemend of niet langer van de Kunstwerkcommissie deel uitmakend lid vervangen, beëindigen het mandaat van degene die zij vervangen.

Art. 9.§ 1. Aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter wordt per zitting die zij effectief volledig bijwonen 300 euro presentiegeld toegekend. Dit vergoedt zowel het voorbereidende werk als de deelname aan de zitting.

Aan de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, d) en de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, e) wordt per zitting die zij effectief volledig bijwonen 150 euro presentiegeld toegekend. Dit vergoedt zowel het voorbereidende werk als de deelname aan de zitting.

Het presentiegeld is slechts verschuldigd indien de duur van de effectieve zitting ten minste een uur bedraagt.

Deze bedragen worden gekoppeld aan het spilindexcijfer van december 2021 en variëren zoals bepaald bij de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Het presentiegeld wordt ten laste genomen door de begroting van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. § 2. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 1°, de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, d) en de leden bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, 2°, e) hebben recht op terugbetaling van hun verplaatsingskosten, onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Voor de toepassing van het voorgaande lid worden de voorzitters gelijkgesteld met ambtenaren van niveau A. De verplaatsingskosten worden ten laste genomen door de begroting van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Art. 10.De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid is belast met het secretariaat en de voorbereiding van de werkzaamheden van de Kunstwerkcommissie.

De administrateurs-generaal van het Rijksinstituut voor sociale verzekeringen der zelfstandigen en de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening duiden onder de ambtenaren van hun instelling elk één personeelslid van niveau A aan dat voltijds werkt voor het secretariaat.

Het secretariaat is met name belast met de volgende opdrachten: - de kunstwerkers informeren over hun rechten en plichten inzake sociale zekerheid die voortvloeien uit hun onderwerping aan de sociale zekerheid van de werknemers of het sociaal statuut der zelfstandigen; - het levend kadaster bijwerken op basis van de criteria die worden vastgesteld door de Commissie overeenkomstig artikel 21; - Een reservelijst opstellen, dit is een lijst met leden die aan de voorwaarden voldoen van dit besluit, maar die niet konden benoemd worden.

Art. 11.De Kunstwerkcommissie stelt een huishoudelijk reglement op met de nadere regels betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie die niet bij dit besluit worden vastgesteld.

Het huishoudelijk reglement wordt goedgekeurd door de Kunstwerkcommissie in voltallige samenstelling.

Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers bevoegd voor Werk, voor Sociale Zaken en voor het sociaal statuut der zelfstandigen. HOOFDSTUK 2. - Het kunstwerkattest

Art. 12.§ 1. Elke natuurlijke persoon kan, overeenkomstig artikel 7 van de wet een kunstwerkattest bedoeld in artikel 7 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers aanvragen. § 2. Elke aanvraag bevat op straffe van onontvankelijkheid: 1° de persoonsgegevens om de aanvrager te identificeren;2° een omschrijving van zijn professionele artistieke praktijk in de kunsten;3° de nodige bewijsstukken. De aanvrager beschrijft in zijn aanvraag alle activiteiten in het kader van zijn professionele artistieke praktijk van de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag.

De aanvrager dient alle bewijsstukken toe te voegen om deze activiteiten te staven. § 3. De aanvrager deelt voor elke activiteit mee of het gaat over: 1° kernactiviteiten van de professionele artistieke praktijk in de kunsten, zoals bedoeld in § 4, dan wel over;2° randactiviteiten van de professionele artistieke praktijk in de kunsten, zoals bedoeld in § 5. De aanvrager levert het bewijs van de ontvang inkomsten op basis van deze activiteiten en deelt mee hoeveel tijd hij eraan heeft besteed.

De aanvrager geeft aan op welke momenten gedurende de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag hij niet in staat was activiteiten uit te oefenen wegens ziekte, arbeidsongeval, beroepsziekte, adoptieverlof, moederschaps- en vaderschapsverlof, en voegt hiervoor de bewijsstukken toe. § 4. Worden beschouwd als kernactiviteiten van de professionele artistieke praktijk in de kunsten: 1° artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende activiteiten waarvoor de aanvrager een beroepsinkomen heeft ontvangen;2° inkomsten uit auteursrechten of naburige rechten op artistiek werk dat de aanvrager zelf heeft gemaakt of uitgevoerd;3° prijzengeld toegekend als bezoldiging van artistieke activiteiten. § 5. Worden beschouwd als randactiviteiten van de professionele artistieke praktijk in de kunsten: 1° vergoedingen die niet als beroepsinkomen worden beschouwd, ongeacht de vorm en de benaming van deze vergoedingen;2° de gevolgde opleidingen en vormingen in de kunstdomeinen;3° de gegeven opleidingen en vormingen in de kunstdomeinen;4° deelname aan de Kunstwerkcommissie of cultuurcommissies van de deelgebieden;5° onzichtbaar werk voor zover de aanvrager hiervoor bewijs kan leveren, zoals het voorbereiden en uitwerken van kunstprojecten, conceptueel werk en productiewerk, het zoeken naar financiering voor kunstprojecten, het zoeken naar werk in de domeinen van de kunsten, het onderhouden en uitbouwen van vaardigheden in voormelde kunstdomeinen, de deelname aan tentoonstellingen en andere toonmomenten die niet vergoed worden en de promotie van het artistiek oeuvre;6° prijzengeld dat niet toegekend is als bezoldiging van artistieke activiteiten. § 6. Wordt in geen geval beschouwd als een aanvraag die het bewijs levert van een professionele artistieke praktijk in de kunsten: a) een aanvraag die geen inkomsten hoger dan 1.000 euro bruto aan kernactiviteiten kan aantonen gedurende de periode van 2 jaar voorafgaand aan aanvraag; b) een aanvraag die inkomsten tussen de 1000 en 65.400 euro bruto aan kernactiviteiten kan aantonen gedurende de periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag, maar het niet aannemelijk kan maken, ofwel dat de inkomsten uit kernactiviteiten en randactiviteiten samen in een deel van het eigen levensonderhoud kunnen voorzien, ofwel dat de kernactiviteiten en randactiviteiten samen een aanzienlijk deel van de professionele tijdsinvestering uitmaken. § 7. Een aanvraag die in de periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag een inkomen van meer dan 65.400 euro bruto aan kernactiviteiten kan aantonen, wordt steeds beschouwd als een aanvraag die bewijs levert van een professionele praktijk in de kunsten. Deze mogelijkheid is louter gericht op een administratieve vereenvoudiging voor aanvragen met een zeer hoog inkomen aan kernactiviteiten en heeft op geen enkel wijze een invloed op de beoordeling van het bestaan van een professionele praktijk bij aanvragen die een lager inkomen voorleggen, zoals voorzien in § 6. § 8. De aanvrager die het bewijs levert van een professionele artistieke praktijk in de kunsten en die inkomsten aan kernactiviteiten kan aantonen die de onderstaande bedragen overschrijden, ontvangt een kunstwerkattest "plus": - Voor de aanvraag van het eerste kunstwerkattest: o 13.546 euro bruto gedurende de periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag; o 5.418 euro bruto gedurende de periode van 2 jaar voorafgaand aan de aanvraag. - Voor de aanvraag van elk daaropvolgend kunstwerkattest: o 4.515 euro bruto gedurende de periode van 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag; o 2.709 euro bruto gedurende de periode van 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag. § 9. Bij het beoordelen van de voorwaarden van de paragrafen 6 tot en met 8 wordt geen rekening gehouden met periodes waarin de aanvrager overeenkomstig paragraaf 3, laatste lid, niet in staat was om activiteiten uit te oefenen. De bovenstaande bedragen worden verminderd volgens de verhouding tussen het totaal aantal dagen waarop de aanvrager niet in staat was om activiteiten uit te oefenen en de volledige door de Commissie in aanmerking genomen periode zoals vermeld in de paragrafen 6 tem 8.

Art. 13.De aanvraag wordt ingediend op het digitaal platform " Working in the arts ".

De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen bepalen de modaliteiten voor de aanvraag van een kunstwerkattest bij ministerieel besluit.

De Commissie neemt een beslissing over een aanvraag binnen de drie maanden nadat deze volledig werd verklaard door het secretariaat. Deze termijn wordt opgeschort gedurende periodes waarop de aanvrager wordt verzocht bijkomende toelichting te verschaffen.

Deze termijn wordt ook opgeschort tijdens de maanden juli en augustus.

Art. 14.Wanneer een aanvraag voor een kunstwerkattest wordt ingediend, wijst de voorzitter van de Commissie deze toe aan een beperkte kamer van de Franstalige of Nederlandstalige afdeling naargelang van de taal waarin de aanvraag werd ingediend.

Aanvragen in het Duits worden behandeld door een beperkte kamer van de Nederlandstalige afdeling waarvan minstens drie leden over een passieve kennis van het Duits beschikken.

Per persoon en per kalenderjaar mogen maximaal twee aanvragen worden ingediend.

Art. 15.§ 1 Het kunstwerkattest begint te lopen vanaf het moment van toekenning door de Commissie. § 2. Indien de persoon op dat ogenblik reeds over een geldig kunstwerkattest beschikt, wordt dit met onmiddellijke ingang vervangen door het nieuwe kunstwerkattest vanaf het moment van toekenning door de Commissie.

In afwijking van het vorige lid, ingeval het huidige kunstwerkattest een attest "plus" of "starter" is en een gewoon kunstwerkattest wordt toegekend, blijft het huidige attest "plus" of "starter" geldig tot de oorspronkelijke einddatum. De geldigheid van het nieuwe kunstwerkattest gaat in op de dag na de vervaldatum van het vorige attest en verstrijkt 5 jaar na de datum van het besluit van de Commissie tot toekenning van het nieuwe attest.

Een negatieve beslissing bij een aanvraag voor een nieuw kunstwerkattest heeft geen gevolgen voor een lopend attest. § 3. Indien een nieuw kunstwerkattest is toegekend door de Commissie binnen een termijn van drie maanden na het verstrijken van een attest, wordt het nieuwe attest toegekend met terugwerkende kracht tot de dag na de verstrijkingsdatum van het vorige attest.

In afwijking van het vorig lid, heeft een nieuw gewoon kunstwerkattest dat door de Commissie is toegekend binnen een termijn van drie maanden na het verstrijken van een kunstwerkattest "plus" of "starter", slechts uitwerking vanaf de dag van toekenning. Een beslissing tot weigering heeft evenmin terugwerkende kracht. § 4. Indien een nieuw kunstwerkattest is toegekend door de Commissie binnen een termijn van meer dan drie maanden na het verstrijken van een attest, is de regel van § 3 alleen van toepassing indien de aanvraag voor het nieuw attest uiterlijk drie maanden voor de vervaldatum van het vorige attest werd ingediend.

Art. 16.Het kunstwerkattest is vijf jaar geldig.

Art. 17.§ 1. De kunstwerker die zijn activiteit pas opstart en niet voldoet aan de voorwaarden voor een gewoon kunstwerkattest of een kunstwerkattest "plus" zoals bedoeld in artikel 7, § 5 van de wet en artikel 12 paragrafen 3 tot 5 kan eenmalig een kunstwerkattest "starter" afgeleverd krijgen.

Het kunstwerkattest "starter" kan enkel worden afgeleverd wanneer volgende voorwaarden samen zijn vervuld: 1° de aanvrager heeft een diploma verworven in het hoger voltijds kunstonderwijs of beschikt over een relevante opleiding of is gelijkwaardig door ervaring in een of meerdere van de in artikel 12 vermelde sectoren;2° de aanvrager beschikt over minstens één van de volgende documenten: - een bewijs van deelname aan een vormingstraject waarin de aanvrager wordt begeleid om een loopbaan-, financieel of ondernemingsplan te ontwikkelen; - een bewijs van deelname aan een opleidingsonderdeel binnen het hoger onderwijs waarbij de aanvrager voor zichzelf een loopbaan-, financieel of ondernemingsplan ontwikkelt; - een zelf uitgewerkt loopbaan-, financieel of ondernemingsplan met een realistisch plan om tijdens de duurtijd van het kunstwerkattest "starter" een professionele praktijk in de kunsten uit te bouwen. 3° de aanvrager levert bewijs dat hij ofwel minstens vijf prestaties heeft uitgeoefend ofwel 300 euro bruto inkomsten heeft verworven in het kader van de activiteiten zoals beschreven in artikel 12, § 4, binnen de periode van drie jaren voorafgaand aan de aanvraag. § 2. In afwijking van artikel 16 is het kunstwerkattest afgeleverd aan een startende kunstwerker drie jaar geldig.

Met uitzondering van de geldigheidsduur is het kunstwerkattest "starter" gelijkwaardig aan het kunstwerkattest "plus".

Art. 18.§ 1. Een aanvraag voor een nieuw kunstwerkattest kan op zijn vroegst 2 jaar voor het einde van de geldigheidsduur van het lopende attest worden ingediend. Een te vroeg ingediende aanvraag voor een nieuw kunstwerkattest is niet ontvankelijk.

De Kunstwerkcommissie zal contact opnemen met de kunstwerker: 1° zes maanden vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van zijn kunstwerkattest om hem eraan te herinneren dat de geldigheid van zijn kunstwerkattest verstrijkt en hem erop te wijzen dat hij een nieuw kunstwerkattest kan aanvragen;2° bij het verstrijken van de geldigheidstermijn van zijn kunstwerkattest om hem erop te wijzen dat de geldigheid van zijn kunstwerkattest verstrijkt. § 2. Wanneer een aanvraag voor een nieuw kunstwerkattest binnen de in § 1, eerste lid, bedoelde termijn en uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van een geldig kunstwerkattest is ingediend en deze aanvraag door het secretariaat volledig is verklaard, blijft het vervallen kunstwerkattest van kracht totdat de Commissie een beslissing heeft genomen.

Art. 19.§ 1. De Kunstwerkcommissie kan het kunstwerkattest opschorten of nietig verklaren bij misbruik of indien de bewijsstukken waarop de Kunstwerkcommissie zich baseerde om het kunstwerkattest af te leveren vals waren. In het geval van nietigverklaring wordt het kunstwerkattest geacht nooit te hebben bestaan.

Een verzoek tot opschorting of nietigverklaring kan worden ingediend door de 1° controle-instanties;2° voorzitter of zijn plaatsvervanger indien hij op de hoogte werd gebracht van misbruik of vaststelt dat de bewijsstukken waarop de Kunstwerkcommissie haar beslissing tot aflevering van het kunstwerkattest heeft gebaseerd, vals zijn.Dit wordt een ambtshalve verzoek tot opschorting of tot nietigverklaring genoemd. § 2. Wanneer een controle-instantie een verzoek tot opschorting of tot nietigverklaring van het kunstwerkattest indient, wijst de voorzitter van de Commissie het toe aan een beperkte kamer van de Franstalige of Nederlandstalige afdeling, naargelang van de taal waarin het kunstwerkattest werd afgeleverd. § 3. Wanneer de voorzitter of zijn plaatsvervanger een ambtshalve verzoek tot opschorting of tot nietigverklaring indient, legt hij het voor aan een beperkte kamer van de Franstalige of Nederlandstalige afdeling, naargelang van de taal waarin het kunstwerkattest werd afgeleverd. § 4. Tijdens de behandeling van het verzoek tot opschorting of nietigverklaring mag de kunstwerker geen aanvraag voor een kunstwerkattest indienen. § 5. De kunstwerker wiens kunstwerkattest het voorwerp uitmaakt van een beroep tot opschorting of tot nietigverklaring wordt hiervan via het digitaal platform op de hoogte gebracht en heeft het recht om gehoord te worden in het kader van deze procedure. § 6. Bij nietigverklaring van een kunstwerkattest wordt het attest geacht nooit te hebben bestaan en kan de Kunstwerkcommissie tevens besluiten dat de betrokken kunstwerker gedurende een periode van maximaal drie jaar na de schriftelijke betekening van de beslissing tot nietigverklaring aan de kunstwerker geen aanvraag voor een kunstwerkattest indienen.

In geval van opschorting van een kunstwerkattest houdt het attest op van kracht te zijn gedurende de periode die de Commissie in haar besluit vaststelt. § 7. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen kunnen bij ministerieel besluit de nadere regels betreffende het opschorten en nietig verklaren van het kunstwerkattest bepalen.

Art. 20.De Kunstwerkcommissie houdt een digitaal register bij waarin alle personen die beschikken over een kunstwerkattest worden opgenomen.

Dit register vermeldt voor elke ingeschreven persoon: 1. zijn naam, voorna(a)m(en) en een contactadres indien opgegeven door de houder van het kunstwerkattest;2. zijn identificatienummer van de sociale zekerheid: 3.de begindatum van de geldigheid van het kunstwerkattest; 4. de einddatum van de geldigheid van het kunstwerkattest;5. de datum van de beslissing;6. het type kunstwerkattest;7. de status van het kunstwerkattest, de datum van deze status en de historiek van statuswijzigingen. Met het oog op de toepassing van artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders deelt de Kunstwerkcommissie aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid de identificatiegegevens mee van de personen die over een kunstwerkattest beschikken of reeds beschikt hebben.

De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der zelfstandigen kunnen bij ministerieel besluit de nadere regels betreffende het bijhouden en inschrijven in dit register bepalen.

Art. 21.De Kunstwerkcommissie hanteert objectieve criteria bij het beoordelen van de activiteiten in het kader van het afleveren van het kunstwerkattest. Deze criteria en de activiteiten die voldoen aan deze criteria worden bijgehouden in een levend kadaster.

Art. 22.§ 1. Beroep kan worden ingesteld bij de Commissie tegen de beslissing van de Kunstwerkcommissie inzake een aanvraag van een kunstwerkattest of de beslissing om een kunstwerkattest op te schorten of nietig te verklaren binnen de maand die volgt op de kennisgeving van de bestreden beslissing.

Dit beroep wordt ingesteld via het digitaal platform Working in the Arts of per aangetekende brief aan het secretariaat. § 2. Wanneer een beroep wordt ingesteld overeenkomstig § 1, wijst de voorzitter van de Commissie het beroep toe aan een beperkte kamer van de Nederlandstalige of Franstalige afdeling, naargelang van de taal waarin de initiële aanvraag voor een kunstwerkattest werd ingediend.

Het mag niet gaan om de kamer aan wie de aanvraag reeds werd toegewezen voor de behandeling van de initiële aanvraag, ongeacht of deze kamer een beslissing nam of de aanvraag verwees naar de uitgebreide kamer.

TITEL III. - De amateurkunstenvergoeding HOOFDSTUK 1. - Definities

Art. 23.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° "uitvoerder": de persoon die artistieke activiteiten uitoefent bedoeld in artikel 17sexies, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;2° "opdrachtgever": de persoon die opdracht geeft aan een uitvoerder tot het uitoefenen van een artistieke activiteit, bedoeld in artikel 17sexies, § 1, 2°, van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969;3° "artistieke activiteit": de activiteit bedoeld in artikel 17sexies, § 1, 3°, van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969;4° "controle-instanties": de instanties bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;5° "beveiligde elektronische toepassing": de beveiligde elektronische toepassing in het kader van de amateurkunstenvergoeding ter beschikking gesteld door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, bedoeld in artikel 9 van voormelde wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten;6° "INSZ": het identificatienummer van de sociale zekerheid bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. HOOFDSTUK 2. - Elektronische registratie van de opdrachtgever

Art. 24.§ 1. De opdrachtgever dient zich, voorafgaand aan de aangifte van de artistieke activiteiten in het kader van de amateurkunstenvergoeding en uiterlijk op het moment waarop de uitvoerder zijn artistieke activiteiten aanvat, te registeren bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, via de beveiligde elektronische toepassing, aan de hand van: 1° zijn ondernemingsnummer, indien de opdrachtgever over een ondernemingsnummer beschikt;2° zijn INSZ, indien de opdrachtgever niet over een ondernemingsnummer beschikt. § 2. Met het oog op de correcte identificatie van de betreffende opdrachtgever heeft voormelde Rijksdienst toegang tot en kan hij medeling verkrijgen van de volgende identificatiegegevens van de opdrachtgever afkomstig uit het Rijksregister van de natuurlijke personen: 1° de naam en voornamen;2° het geslacht;3° de geboorteplaats en -datum;4° de hoofdverblijfplaats. § 3. Bij zijn registratie deelt de opdrachtgever aan voormelde Rijksdienst volgende contactgegevens mee: 1° zijn e-mailadres;2° zijn telefoonnummer. HOOFDSTUK 3. - Elektronische registratie van de uitvoerder

Art. 25.§ 1. De uitvoerder dient zich, voorafgaand aan de aangifte van de artistieke activiteiten in het kader van de amateurkunstenvergoeding en uiterlijk op het moment waarop hij zijn artistieke activiteiten aanvat, te registeren bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, via de beveiligde elektronische toepassing, aan de hand van zijn INSZ. § 2. Met het oog op de correcte identificatie van de betreffende uitvoerder heeft voormelde Rijksdienst toegang tot en kan hij mededeling verkrijgen van de volgende identificatiegegevens van de uitvoerder afkomstig uit het Rijksregister van de natuurlijke personen: 1° de naam en voornamen;2° het geslacht;3° de geboorteplaats en -datum;4° de hoofdverblijfplaats. § 3. Bij zijn registratie deelt de uitvoerder aan voormelde Rijksdienst volgende contactgegevens mee: 1° zijn e-mailadres;2° zijn telefoonnummer. HOOFDSTUK 4. - Elektronische aangifte van activiteiten

Art. 26.§ 1. Voorafgaand aan het moment waarop de uitvoerder zijn artistieke activiteit aanvat en niet vroeger dan één maand voor de aanvangsdatum, deelt de opdrachtgever aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid, via de beveiligde elektronische toepassing, volgende gegevens mee over de artistieke activiteiten uitgevoerd in het kader van de amateurkunstenvergoeding: 1° het INSZ van de uitvoerder;2° de datum en het uur van aanvang van de artistieke prestatie van de uitvoerder;3° de aard van de artistieke activiteit;4° het bedrag van de amateurkunstenvergoeding voor de aangegeven activiteit per dag;5° het bedrag en de aard van de verplaatsingsvergoeding voor de aangegeven activiteit per dag;6° het adres van de plaats van uitvoering van de artistieke activiteit. § 2. De opdrachtgever kan de in paragraaf 1 bedoelde aangifte wijzigen tot uiterlijk het einde van de kalenderdag waarop de aangegeven artistieke activiteit eindigt.

Wanneer de voorziene artistieke activiteiten niet uitgevoerd werden, kan de in paragraaf 1 bedoelde aangifte worden geannuleerd tot uiterlijk het einde van de kalenderdag waarop de aangifte betrekking zou hebben. HOOFDSTUK 5. - Solidariteitsbijdrage

Art. 27.§ 1. Wanneer een opdrachtgever de solidariteitsbijdrage overeenkomstig artikel 8, § 1, eerste lid, van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers, verschuldigd is, deelt de Rijksdienst voor sociale zekerheid hem uiterlijk de vijfde dag van de tweede maand die volgt op het voorbije kalenderjaar het bedrag van de solidariteitsbijdrage mee.

Deze mededeling gebeurt in beginsel via de eBox bedoeld in artikel 3, van de wet van 27 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/2019 pub. 15/03/2019 numac 2019040657 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox sluiten inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.

Het rekeningnummer waarop de opdrachtgever de solidariteitsbijdrage moet storten, wordt op de in het eerste lid bedoelde mededeling vermeld. § 2. De opdrachtgever is verplicht de voor het verstreken kalenderjaar verschuldigde solidariteitsbijdrage uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op het betrokken kalenderjaar, aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid te betalen overeenkomstig de mededeling bedoeld in paragraaf 1. HOOFDSTUK 6. - Schorsing en annulatie van de registratie

Art. 28.§ 1. De controle-instanties kunnen bij de Kunstwerkcommissie een beroep tot annulatie van een registratie als uitvoerder of als opdrachtgever indienen, mits zij bewijzen dat er sprake is van misbruik, zoals bij de vaststelling van bedrieglijke handelingen of valse of opzettelijk onvolledige registraties. § 2. Wanneer een verzoek tot annulatie van de registratie van een opdrachtgever of een uitvoerder wordt ingediend overeenkomstig § 1, wijst de voorzitter van de Commissie het verzoek tot annulatie van de registratie toe aan een beperkte kamer van de Nederlandstalige of Franstalige afdeling naargelang van de taal waarin het kunstwerkattest werd afgeleverd. § 3. De Kunstwerkcommissie kan een waarschuwing geven ofwel de registratie van een opdrachtgever of uitvoerder tijdelijk schorsen of annuleren. § 4. Wanneer de solidariteitsbijdrage zoals bedoeld in artikel 13 van de wet niet wordt betaald binnen de gestelde termijnen, wordt de registratie van de opdrachtgever automatisch geschorst door de Rijksdienst voor sociale zekerheid tot de solidariteitsbijdrage en eventuele verwijlinteresten zijn betaald. § 5. Het beroep tot annulatie zoals bedoeld in § 1, schorst de registratie tot de beslissing zoals bedoeld in § 7.

Tijdens deze schorsing mag betrokkene geen gebruik maken van de amateurkunstenvergoeding. § 6. De uitvoerder of opdrachtgever van wie de registratie het voorwerp uitmaakt van een onderzoek zoals bedoeld in § 1, wordt hiervan via het digitaal platform op de hoogte gebracht en heeft het recht om te worden gehoord in het kader van deze procedure. § 7. Bij annulatie van een registratie mag de betrokken opdrachtgever of uitvoerder geen nieuwe aanvraag voor een registratie indienen gedurende drie jaar na de schriftelijke betekening van de beslissing tot annulatie. § 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken kan bij ministerieel besluit de nadere regels betreffende het annuleren of schorsen van de registratie bepalen.

TITEL IV. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

Art. 29.In artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt een paragraaf 1/2 ingevoegd, luidende: " § 1/2. Het uitoefenen van activiteiten in toepassing van § 1, eerste lid, 4° en 7°, is niet toegestaan wanneer: 1° de uitvoerder gedurende hetzelfde kalenderjaar voor dezelfde werkgever (of opdrachtgever) activiteiten uitoefent die op grond van artikel 17sexies zijn vrijgesteld van de toepassing van de wet, tenzij de uitvoerder en de opdrachtgever het bewijs leveren van het verschil in de aard van de activiteiten tussen de verschillende activiteiten 2° de uitvoerder op dezelfde dag voor dezelfde werkgever (of opdrachtgever) activiteiten uitoefent die op grond van artikel 17sexies zijn vrijgesteld van de toepassing van de wet, tenzij de uitvoerder en de opdrachtgever het bewijs leveren van het verschil in de aard van de prestaties tussen de verschillende activiteiten.".

Art. 30.Artikel 17sexies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Artikel 17sexies. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° uitvoerder: de persoon die artistieke prestaties levert;2° opdrachtgever: diegene die opdracht geeft aan een uitvoerder tot het leveren van een artistieke prestatie;3° artistieke activiteit: de activiteit die een noodzakelijke artistieke bijdrage levert aan een artistieke creatie of uitvoering binnen de domeinen van de kunsten, zijnde de beeldende en audiovisuele kunsten, de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater, de choreografie en het stripverhaal; Een artistieke bijdrage wordt beschouwd als noodzakelijk wanneer zonder deze bijdrage hetzelfde artistieke resultaat niet zou worden bereikt. 4° digitaal platform: het digitaal platform Working in the Arts zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers. § 2. De uitvoerder die een forfaitaire onkostenvergoeding ontvangt zoals bepaald in § 3, evenals de opdrachtgever die een beroep doet op deze uitvoerder worden onttrokken aan de toepassing van de wet.

Deze vergoeding wordt de amateurkunstenvergoeding genoemd. § 3. Voor zover de voorwaarden bepaald bij of krachtens dit artikel tegelijkertijd vervuld zijn, worden als forfaitaire onkostenvergoedingen beschouwd de vergoedingen toegekend aan de uitvoerders voor het leveren van de artistieke activiteiten, met uitsluiting van de artistiek-technische en de artistiek-ondersteunende activiteiten, op voorwaarde dat deze onkostenvergoeding minimaal 45 euro en maximaal 70 euro per dag bedraagt.

Daarenboven mag het aantal dagen gedurende dewelke de uitvoerder de toepassing van dit artikel kan genieten geen 30 dagen per kalenderjaar overschrijden. Het aantal dagen bij dezelfde opdrachtgever mag geen 7 opeenvolgende dagen overschrijden.

Indien, in de loop van dezelfde dag, de uitvoerder voor meerdere opdrachtgevers artistieke activiteiten uitoefent, mogen de hem toegekende vergoedingen niet lager zijn dan 45 euro of hoger dan 70 euro per opdrachtgever, noch lager zijn dan 45 euro of hoger dan 70 euro vermenigvuldigd met het aantal opdrachtgevers die op hem een beroep hebben gedaan voor die dag.

De voorwaarden die tegelijkertijd moeten worden vervuld, zijn: 1° de uitvoerder moet geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 11 van voormelde wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten en de registratie werd niet geannuleerd, noch geschorst door de Kunstwerkcommissie;2° de opdrachtgever moet geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 10 van voormelde wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten en de registratie werd niet geannuleerd, noch geschorst door de Kunstwerkcommissie of door de Rijksdienst voor sociale zekerheid;3° de prestatie werd uiterlijk op het tijdstip waarop de activiteiten zijn aangevat, door de opdrachtgever aangegeven overeenkomstig artikel 12 van voormelde wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten;4° het soort effectief uitgeoefende activiteit moet volledig overeenstemmen met het soort activiteit dat voorafgaandelijk werd aangegeven. § 4. Aan de uitvoerder kunnen, bovenop de in § 3 vermelde vergoedingen, de reële verplaatsingskosten worden terugbetaald, indien het bedrag van deze kosten aangetoond wordt.

Dit bedrag mag niet hoger zijn dan 20 euro per dag.

Indien, in de loop van dezelfde dag, de uitvoerder voor meerdere opdrachtgevers artistieke activiteiten uitoefent, mogen de hem toegekende bedragen bedoeld in het vorige lid noch 20 euro per opdrachtgever overschrijden noch hoger zijn dan 20 euro vermenigvuldigd met het aantal opdrachtgevers die op hem een beroep hebben gedaan voor die dag.

Wat betreft het gebruik van het eigen voertuig, worden deze reële verplaatsingskosten vastgesteld overeenkomstig artikel 74 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten0 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.

De reële verplaatsingskosten voor het gebruik van de fiets worden vastgesteld overeenkomstig artikel 76 van hetzelfde koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten0. § 5. Kan geen beroep doen op de bepalingen van dit artikel de uitvoerder die op het ogenblik van het uitoefenen van een artistieke activiteit gebonden is aan dezelfde opdrachtgever door een arbeidsovereenkomst of in het kader van artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders - al dan niet door tussenkomst van een sociaal bureau voor kunstenaars - of door een aannemingsovereenkomst, een statutaire aanstelling, tenzij de uitvoerder en de opdrachtgever bewijzen dat de activiteiten verschillend zijn.

Het uitoefenen van activiteiten met toepassing van dit artikel is niet toegelaten indien de uitvoerder gedurende hetzelfde kalenderjaar voor dezelfde opdrachtgever activiteiten uitoefent die niet onderworpen zijn aan de wet met toepassing van artikel 17, § 1, eerste lid, 4°, of met toepassing van artikel 17, § 1, eerste lid, 7°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969. § 6. Wanneer de activiteiten niet voorafgaandelijk door de opdrachtgever werden aangegeven overeenkomstig artikel 12 van de wet of wanneer de uitgeoefende activiteiten niet overeenstemmen met het soort aangegeven activiteiten of bij miskenning van de overige voorwaarden opgenomen in paragraaf 3, kan de opdrachtgever geen aanspraak maken op deze regeling tijdens het lopende kwartaal en de drie volgende kwartalen.

De uitvoerder en de opdrachtgever zijn voor de betrokken activiteiten onderworpen aan de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Deze activiteiten worden onweerlegbaar vermoed uitgeoefend te zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst.

Bij niet-naleving van de cumulverboden bepaald in paragraaf 5 zijn de uitvoerder en zijn opdrachtgever voor de betrokken activiteit onderworpen aan voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Deze activiteiten worden onweerlegbaar vermoed uitgeoefend te zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst.

Wanneer de opdrachtgever een hoger bedrag toekent dan het bedrag per dag bepaald in paragraaf 3, dan worden de uitvoerder en de opdrachtgever onderworpen aan voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en worden de activiteiten onweerlegbaar vermoed uitgeoefend te zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst, dit voor alle vergoedingen die door deze opdrachtgever aan de betrokken uitvoerder zijn toegekend tijdens het lopende kwartaal en de drie volgende kwartalen. § 7. De in artikel 13, § 1, eerste lid, van voormelde wet en in paragraaf 3, eerste lid, en paragraaf 4, van dit artikel bepaalde bedragen zijn gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de maand december 2021.

Op 1 januari van elk jaar worden de bedragen aangepast overeenkomstig de volgende formule: het basisbedrag wordt vermenigvuldigd met het gezondheidsindexcijfer van de maand september van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk het nieuwe bedrag van toepassing zal zijn en gedeeld door het gezondheidsindexcijfer van de maand december 2021.

Uiterlijk in de loop van de maand december van elk jaar worden de bedragen toepasselijk tijdens het volgende kalenderjaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De inningsorganismen van de socialezekerheidsbijdragen vermelden eveneens deze informatie op hun website. § 8. Geregistreerde opdrachtgevers die per kalenderjaar meer dan 100 dagvergoedingen toekennen, dienen voormelde Kunstwerkcommissie uiterlijk op 1 maart van het volgend jaar een rapport te bezorgen. Dit rapport bevat: - een omstandige verantwoording van het intensief gebruik van de amateurkunstenvergoeding; - een overzicht van de externe klanten die betrokken waren bij de artistieke activiteiten waarvoor gebruik werd gemaakt van de amateurkunstenvergoeding; - een overzicht van het totale omzetcijfer en alle activiteiten en de plaats die de activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van de amateurkunstenvergoeding hierbij innemen.

De minister bevoegd voor Sociale Zaken kan bij ministerieel besluit de nadere regels betreffende deze rapporteringsplicht en het gebruik ervan bepalen.

TITEL V. - Criteria en procedure voor de erkenning van de federaties uit de professionele kunstensector

Art. 31.Een kunstenfederatie in de zin van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten is een federatie van de professionele kunstensector die beantwoordt aan de volgende cumulatieve criteria: 1) haar doel moet verband houden met een (of meer) domein(en) van de kunsten, dit zijn de audiovisuele en beeldende kunsten, de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater, de choreografie en het stripverhaal;2) de federatie moet een zekere deskundigheid op voornoemd(e) domein(en) kunnen aantonen en 3) moet kunnen aantonen dat haar projecten en acties gericht zijn op een doelgroep die professionele artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende activiteiten verricht/uitoefent binnen minstens één van voornoemde domeinen.

Art. 32.Een eerste keer in 2023, en vervolgens om de twee jaar of te allen tijde als antwoord op een gebrek aan deskundigheid in een domein of beroepsactiviteit, lanceren de ministers een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad.

De openbare oproep tot kandidaten bevat volgende elementen: 1° het opschrift en het voorwerp van de oproep;2° de duur van de erkenning;3° de onverenigbaarheden bedoeld in artikel 33, § 4;4° het adres waarnaar de kandidatuur moet worden verstuurd;5° de termijn waarin de kandidatuur moet worden verstuurd. De professionele federatie die een erkenning als federatie van de professionele kunstensector aanvraagt, dient binnen een termijn van dertig dagen na de bekendmaking van de oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad haar schriftelijke aanvraag in bij het secretariaat via haar bestuurs- of beheersorgaan.

Art. 33.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moeten volgende documenten bij de erkenningsaanvraag gevoegd zijn: 1° een kopie van de oprichtingsakte van de professionele federatie met een nauwkeurige beschrijving van haar doel en opdrachten;2° in voorkomend geval een kopie van de op de datum van de aanvraag geldende statuten zoals bekendgemaakt in het Staatsblad;3° het huishoudelijk reglement van de professionele federatie;4° het aantal leden van het (de) betrokken domein(en) en een namenlijst van de rechtspersonen die door de professionele federatie worden vertegenwoordigd;5° een verslag over de activiteiten in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;6° het ontwerp van geplande activiteiten in het jaar na de erkenningsaanvraag;7° elk ander document of element dat kan staven dat haar opdrachten wezenlijk verband houden met een (of meer) kunstdomein(en) en dat getuigt van haar deskundigheid in de betrokken domeinen, zoals: - link naar de website, - nieuwsbrieven aan de leden, - bewijs dat het dagelijks bestuur, de vergaderingen, projecten en activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met deskundigen op het gebied van artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende activiteiten, - eventueel een bewijs van erkenning als professionele federatie uit de kunstensector door een gefedereerde instantie, verkregen binnen de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag. § 2. Het secretariaat bevestigt de ontvangst van de erkenningsaanvraag en preciseert in voorkomend geval de ontbrekende stukken.

Het secretariaat verzendt deze ontvangstbevestiging per brief binnen de vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag. De ontbrekende stukken worden bij het dossier gevoegd indien zij aan het secretariaat worden meegedeeld binnen de vijftien dagen na de verzending van de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

Een erkenningsaanvraag is alleen ontvankelijk wanneer deze volledig is. § 3. Binnen de dertig dagen na de verzending van de in het vorige lid bedoelde ontvangstbevestiging van het secretariaat (waarin in voorkomend geval aanvullende stukken worden gevraagd) legt het secretariaat een voorstel aan de ministers voor.

De ministers beslissen over de erkenningsaanvraag, aan de hand van de erkenningscriteria in artikel 31 van dit besluit, binnen de dertig dagen vanaf de verzending van het voorstel door het secretariaat. De beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning wordt per brief meegedeeld aan de kandidaat-federaties.

Een lijst van de erkende federaties wordt bij besluit bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De ministers kunnen een professionele federatie erkennen die aan geen van de criteria in artikel 31 voldoet, om tegemoet te komen aan een nood aan deskundigheid in een domein of beroepsactiviteit. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn indien geen enkele federatie in de mogelijkheid was om een lid van de Commissie voor te dragen als deskundige in een bepaald artistiek domein of artistieke beroepsactiviteit, met als gevolg dat dit domein of deze beroepsactiviteit onvoldoende of helemaal niet vertegenwoordigd zou zijn in de Commissie. § 4. Erkenning kan niet worden verleend aan een federatie die de democratische beginselen uit de Belgische Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden niet naleeft.

Zo wordt een professionele federatie verondersteld voornoemde beginselen niet na te leven indien zij duidelijk en herhaaldelijk: a) pleit voor discriminatie of segregatie op basis van een criterium dat wordt beschermd bij wetten, decreten of ordonnanties ter bestrijding van racisme en discriminatie;b) blijk geeft van vijandigheid ten aanzien van de essentiële beginselen van de democratie, Wordt eveneens geacht voornoemde beginselen niet na te leven, de professionele federatie waarvan het bestuurs- of beheersorgaan/de bestuurder: 1° ook lid is van een organisatie die deze beginselen niet naleeft of die duidelijk en herhaaldelijk: a) pleit voor discriminatie of segregatie op basis van een criterium dat wordt beschermd bij wetten, decreten of ordonnanties ter bestrijding van racisme en discriminatie;b) blijkt geeft van vijandigheid ten aanzien van de essentiële beginselen van de democratie;2° het voorwerp is geweest van een strafrechtelijke veroordeling, uitgesproken door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde, krachtens wetten, decreten of ordonnanties die ertoe strekken racisme en discriminatie te bestrijden, voor: a) het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld tegen een persoon, groep, gemeenschap of de leden ervan;b) verspreiding van ideeën die zijn gebaseerd op raciale superioriteit of haat;c) ontkenning, minimalisering, rechtvaardiging of goedkeuring van de genocide van het Duitse nationaalsocialistische regime tijdens de Tweede Wereldoorlog;d) seksuele intimidatie of intimidatie op grond van een ander wettelijk beschermd criterium;e) aanzetten tot discriminatie op basis van een wettelijk beschermd criterium. § 5. Tenzij de ministers anders beslissen, wordt de erkenning verleend voor een verlengbare periode van vier jaar.

Art. 34.§ 1. De erkende professionele federatie kan desgewenst uiterlijk negentig dagen voor het verstrijken van de lopende erkenning een aanvraag tot verlenging van haar erkenning indienen. De aanvraag wordt schriftelijk gericht aan het secretariaat en bevat de bijgewerkte stukken bedoeld in artikel 33, § 1, van dit besluit. § 2. Binnen de vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag tot verlenging stuurt het secretariaat de betrokken federatie per brief een ontvangstbevestiging waarin in voorkomend geval de ontbrekende stukken of gegevens worden vermeld. Deze worden aan het dossier toegevoegd indien zij binnen de vijftien dagen na de ontvangstbevestiging van de aanvraag aan het secretariaat worden meegedeeld.

Een verlengingsaanvraag is alleen ontvankelijk wanneer deze volledig is. § 3. Binnen de dertig dagen na verzending van de in § 2 bedoelde ontvangstbevestiging bezorgt het secretariaat een voorstel aan de ministers.

De ministers spreken zich binnen de dertig dagen na verzending van het voorstel door het secretariaat uit over de aanvraag tot verlenging. De beslissing om verlenging te verlenen of te weigeren wordt per brief aan de federatie meegedeeld.

De verlenging van de erkenning wordt bij besluit bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. § 4. Tenzij de ministers anders beslissen, wordt de erkenning verlengd voor een verlengbare periode van vier jaar vanaf het einde van de vorige erkenning. § 5. Bij een laattijdige aanvraag tot verlenging moet de federatie wachten op een nieuwe openbare oproep tot kandidaten om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Art. 35.§ 1. De erkende professionele federatie dient bovendien het secretariaat in kennis te stellen van elke wijziging van haar statuten en van elke wijziging in de naleving van de in artikel 31 bedoelde erkenningscriteria, of in geval van onverenigbaarheid als bedoeld in artikel 33, § 4 van dit besluit, binnen de maand van de wijziging of onverenigbaarheid. § 2. Bij niet-naleving van de verplichting bepaald in § 1 van dit artikel, niet-naleving van de criteria bedoeld in artikel 31 of in geval van onverenigbaarheid als bedoeld in artikel 33, § 4 van dit besluit, kunnen de ministers de erkenning van de betrokken professionele federatie intrekken volgens de hierna beschreven procedure.

Wanneer het secretariaat een tekortkoming vermoedt, brengt het de erkende professionele federatie per aangetekende brief op de hoogte met de vraag binnen de dertig dagen dit uit te leggen en de stukken ter staving van de eventuele uitleg of regularisatie te bezorgen.

De professionele federatie wordt op haar verzoek binnen deze termijn gehoord door het secretariaat.

De ministers beslissen de erkenning in te trekken binnen de dertig dagen na het horen van de erkende professionele federatie en uiterlijk binnen de dertig dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in het tweede lid. De beslissing tot intrekking wordt per brief aan de betrokken federatie meegedeeld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De intrekking van de erkenning heeft uitwerking vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De intrekking van de erkenning van een federatie als professionele federatie uit de kunstensector leidt niet automatisch tot de intrekking van de hoedanigheid van deskundige van de personen die als zodanig zijn aangewezen door de betrokken federatie en die in de Commissie zetelen. De ministers zullen dit zo nodig geval per geval beoordelen. § 3. Bij niet-naleving van de plicht tot kennisgeving bedoeld in § 1 kan de federatie tevens voor een periode van maximaal tien jaar van erkenning worden uitgesloten.

TITEL VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 36.Worden opgeheven: - het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten met betrekking tot de zelfstandigheidsverklaring aangevraagd door bepaalde kunstenaars; - het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars; - het ministerieel besluit van 23 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende het model van de kaart en van het visum kunstenaars; - Het koninklijk besluit van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2014 pub. 17/04/2014 numac 2014022149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart sluiten tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart; - het koninklijk besluit van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten2 tot uitvoering van artikel 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002.

Art. 37.§ 1. De personen op wie, bij de inwerkingtreding van dit besluit, de bepalingen van hoofdstuk 12 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende de werkloosheidsreglementering van toepassing zijn, wordt automatisch het kunstwerkattest "plus" zoals bedoeld in artikel 12, § 8, toegekend, met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met een geldigheidsduur van 5 jaar. § 2. Met het oog daarop worden de gegevens van de in § 1 bedoelde personen doorgegeven aan het digitaal platform Working in the Arts.

Deze gegevens mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt dan voor de automatische toekenning van het kunstwerkattest " plus ".

Art. 38.§ 1. De personen die bij de inwerkingtreding van dit besluit in het bezit zijn van een geldig kunstenaarsvisum, zoals bedoeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende het model van de kaart en van het visum kunstenaars wordt automatisch het gewoon kunstwerkattest toegekend, bij de inwerkingtreding van dit besluit, met een geldigheidsduur die overeenstemt met dat van hun kunstenaarsvisum.

In afwijking van het vorige lid zal voor de visa waarvan de geldigheid minder dan 2 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit verstrijkt, het afgeleverde gewone kunstwerkattest een geldigheid hebben van 2 jaar vanaf de inwerkingtreding van dat besluit. § 2. Met het oog daarop worden de gegevens van in § 1 bedoelde personen doorgegeven aan het digitaal platform Working in the Arts.

Deze gegevens mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt dan voor de automatische toekenning van het gewoon kunstwerkattest.

Art. 39.§ 1. De personen die, op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit, in het bezit zijn van een geldige kunstenaarskaart, zoals bedoeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 23 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende het model van de kaart en van het visum kunstenaars, worden automatisch geregistreerd als uitvoerder in de zin van artikel 25 van dit besluit zonder nieuwe validering door de Kunstwerkcommissie, met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit. § 2. Met het oog daarop worden de gegevens van de in § 1 bedoelde personen doorgegeven aan het digitaal platform Working in the Arts.

Deze gegevens mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt dan voor de automatische registratie als uitvoerder in de zin van artikel 25 van dit besluit.

Art. 40.De aanvragen voor een kunstenaarsvisum die op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit nog hangende zijn bij de Commissie Kunstenaars worden niet meer behandeld.

Alle aanvragen waarover er nog geen beslissing werd genomen, worden als hangende aanvragen beschouwd.

De aanvragers worden uitgenodigd om een nieuwe aanvraag in te dienen op het digitaal platform.

Art. 41.De zelfstandigheidsverklaring bedoeld in het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten met betrekking tot de zelfstandigheidsverklaring aangevraagd door bepaalde kunstenaars vervalt definitief bij het verstrijken van de geldigheidsduur.

Art. 42.Bij de eerste samenstelling van de Kunstwerkcommissie wordt voor wat betreft de voorwaarden opgenomen in artikel 2, § 5, het hebben van ervaring als kunstwerker met het kunstenaarsvisum of de kunstenaarskaart, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2014 pub. 17/04/2014 numac 2014022149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart sluiten tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart gelijkgesteld met het hebben van ervaring met het kunstwerkattest, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers.

Art. 43.In afwachting van de opheffing van het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars zoals voorzien in artikel 36 van dit besluit, wordt de tekst van artikel 4 van het koninklijk besluit van 26 juni 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2003 pub. 17/07/2003 numac 2003022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende de organisatie en de werking van de Commissie « Kunstenaars » sluiten houdende de organisatie en de werking van de Commissie Kunstenaars vervangen door de tekst van artikel 9 van dit besluit.

Art. 44.Dit besluit treedt in werking op de datum die de Koning vaststelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en uiterlijk op 1 januari 2024.

In afwijking van het vorige lid, treedt artikel 43 in werking de tiende dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad

Art. 45.Artikel 2, 3° en artikel 3, paragrafen 1, 2 en 7 van de wet van 16 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2022 pub. 27/12/2022 numac 2022206777 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van het RSZ-plafond in artikel 17quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders type wet prom. 16/12/2022 pub. 23/12/2022 numac 2022034818 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Aanpassing van de bedragen van de heffingen vermeld in artikel 30bis/4 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle - jaar 2023 type wet prom. 16/12/2022 pub. 10/02/2023 numac 2023040548 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 19 maart 2014 houdende wettelijke definitie van de ambachtsman type wet prom. 16/12/2022 pub. 22/12/2022 numac 2022043065 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 46.Artikel 1, hoofdstuk I van titel II en de volledige titel V van dit besluit treden in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 47.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor het sociaal statuut der Zelfstandigen, zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Zelfstandigen D. CLARINVAL

^