gepubliceerd op 21 mei 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen
2 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014;
Gelet op de codex over het welzijn op het werk, boek I, titel 1 - Inleidende bepalingen;
Gelet op de codex over het welzijn op het werk, boek III, titel 1 - Basiseisen betreffende arbeidsplaatsen;
Gelet op het advies nr. 221 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 22 februari 2019;
Gelet op het advies nr. 65.553/1 van de Raad van State, gegeven op 2 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel I.1-4 van de codex over het welzijn op het werk wordt aangevuld met de bepaling onder 29°, luidende : "29° Werklokaal : een lokaal waarin zich een werkpost bevindt."
Art. 2.Artikel III.1-34 van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt : " § 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers in de werklokalen over een goede binnenluchtkwaliteit beschikken. § 2. Daartoe voert de werkgever overeenkomstig artikel I.2-6 een risicoanalyse uit van de binnenluchtkwaliteit in de werklokalen, waarbij hij rekening houdt met het debiet van de aangevoerde lucht en de mogelijke bronnen van verontreiniging, bijvoorbeeld : 1° de aanwezigheid en de fysieke activiteit van personen;2° de in de werklokalen aanwezige producten en materialen, zoals bouwmaterialen, vloerbekleding en aankleding, meubilair, planten en dieren, technische uitrusting, aanwezige toestellen, werktuigen en machines;3° onderhoud, herstel en reiniging van de arbeidsplaatsen;4° kwaliteit van de aangevoerde lucht als gevolg van infiltratie en ventilatie, verontreiniging en werking van het ventilatie-, luchtbehandelings- en verwarmingssysteem. De risicoanalyse wordt uitgevoerd door middel van visuele inspecties, controle van installaties en documenten, en met medewerking van de werknemers. Indien nodig worden metingen en/of berekeningen uitgevoerd. § 3. De werkgever neemt de nodige technische en/of organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 900 ppm of dat een minimum ventilatiedebiet van 40 m3/u per aanwezige persoon wordt gerespecteerd.
In afwijking van het eerste lid, neemt de werkgever de nodige technische en/of organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 1200 ppm of dat er een minimum ventilatiedebiet van 25 m3/u per aanwezige persoon wordt gerespecteerd, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de werkgever kan op basis van de resultaten van de risicoanalyse aantonen dat de werknemers een gelijkwaardig of beter beschermingsniveau genieten wat de binnenluchtkwaliteit betreft, doordat de verontreinigingsbronnen bedoeld in § 2, 2° tot 4° werden uitgeschakeld of aanzienlijk werden verminderd, bijvoorbeeld door het gebruik van emissiearme materialen;2° de werkgever heeft hierover voorafgaand het advies gevraagd van de bevoegde preventieadviseur en van het comité. De CO2-concentratie in de werklokalen wordt beschouwd als gewoonlijk lager dan 900 ppm of 1200 ppm respectievelijk, wanneer de CO2-concentratie onder deze waarde blijft gedurende 95 % van de gebruikstijd, berekend over maximaal 8 uur, en uitgaande van een buitenconcentratie van 400 ppm. Als metingen aantonen dat de buitenconcentratie 400 ppm overstijgt, kan rekening worden gehouden met het verschil tussen 400 ppm en de werkelijke buitenconcentratie. § 4. Voor werklokalen in gebouwen of in delen van gebouwen die worden gebouwd, verbouwd of gerenoveerd met een bouwaanvraag na 1 januari 2020, neemt de werkgever de nodige technische en/of organisatorische maatregelen om te voldoen aan de eisen van § 3.
Als in andere werklokalen dan bedoeld in het eerste lid, niet kan worden voldaan aan de eisen bepaald in § 3, stelt de werkgever een actieplan op, in overleg met de bevoegde preventieadviseur en met het comité, waarin de nodige technische en/of organisatorische maatregelen op korte, middellange en lange termijn worden vastgelegd, evenals een tijdspad voor de implementatie van deze maatregelen, om ervoor te zorgen dat de binnenluchtkwaliteit wordt verbeterd en dat binnen afzienbare termijn kan worden voldaan aan de eisen bepaald in § 3. De resultaten van de risicoanalyse bedoeld in § 2 en het actieplan worden opgenomen in het globaal preventieplan."
Art. 3.In artikel III.1-36 van de codex over het welzijn op het werk, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid wordt de bepaling onder 3° opgeheven;2° Het tweede lid wordt opgeheven;3° Dit artikel, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2.Wanneer het gaat om systemen met bevochtigings- of ontvochtigingsinstallaties, zijn deze dermate ingesteld dat de gemiddelde relatieve luchtvochtigheid over een werkdag tussen 40 en 60 % ligt, tenzij dit om technische redenen of omwille van de aard van de activiteiten niet mogelijk is.
De relatieve luchtvochtigheid bedoeld in het eerste lid mag tussen 35 en 70 % liggen indien de werkgever aantoont dat de lucht geen chemische of biologische agentia bevat die een risico kunnen vormen voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezige personen op de arbeidsplaats."
Art. 4.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996;
Codex over het welzijn op het werk, Belgisch Staatsblad van 2 juni 2017.