Etaamb.openjustice.be
Decreet van 12 november 2020
gepubliceerd op 24 november 2020

Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2020031686
pub.
24/11/2020
prom.
12/11/2020
ELI
eli/decreet/2020/11/12/2020031686/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2020. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/01/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017020259 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet zet Richtlijn 2018/822/EU van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies om.

Art. 2.Artikel 1 van het decreet van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/01/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017020259 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018030225 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Dit decreet zet Richtlijn 2011/16/UE van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, alsook Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied en Richtlijn 2018/822/UE van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies om en zet gedeeltelijk Richtlijn 2015/2376/UE van de Raad van 8 december 2015 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied om. ».

Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018030225 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, a) in het eerste lid en het zevende lid worden de woorden « de artikelen 2 tot 9 » vervangen door de woorden « de artikelen 2 tot 10 » ;b) het zevende lid wordt aangevuld met 20°, 21°, 22°, 23°, 24°, 25°, 26° en 27°, luidend als volgt : « 20° « grensoverschrijdende constructie » : een constructie die ofwel meer dan één lidstaat ofwel een lidstaat en een derde land betreft, waarbij ten minste één van de volgende voorwaarden is vervuld: a) niet alle deelnemers aan de constructie hebben hun fiscale woonplaats in hetzelfde rechtsgebied ;b) een of meer van de deelnemers aan de constructie heeft zijn fiscale woonplaats tegelijkertijd in meer dan één rechtsgebied;c) een of meer van de deelnemers aan de constructie oefent een activiteit uit in een ander rechtsgebied via een in dat rechtsgebied gelegen vaste inrichting en de constructie behelst een deel of het geheel van de activiteit van die vaste inrichting;d) een of meer van de deelnemers aan de constructie oefent een activiteit uit in een ander rechtsgebied zonder in dat rechtsgebied zijn fiscale woonplaats te hebben of zonder in dat rechtsgebied een vaste inrichting te creëren; e) een dergelijke constructie heeft mogelijk gevolgen voor de automatische uitwisseling van inlichtingen of de vaststelling van het uiteindelijk belang..

Voor de toepassing van punten 20° tot 27° van paragraaf 2 en van artikel 5/2 betekent een constructie tevens een reeks constructies.

Een constructie kan uit verscheidene stappen of onderdelen bestaan; 21° « meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie » : iedere grensoverschrijdende constructie die ten minste één van de wezenskenmerken bezit ;22° « wezenskenmerk » : een eigenschap of kenmerk van een grensoverschrijdende constructie die geldt als een indicatie van een mogelijk risico op belastingontwijking, zoals bedoeld in paragraaf 2;23° « intermediair » : een persoon die een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie bedenkt, aanbiedt, opzet, beschikbaar maakt voor implementatie of de implementatie ervan beheert. Intermediair is ook een persoon die, gelet op de betrokken feiten en omstandigheden en op basis van de beschikbare informatie en de deskundigheid die en het begrip dat nodig is om die diensten te verstrekken, weet of redelijkerwijs kon weten dat hij heeft toegezegd rechtstreeks of via andere personen hulp, bijstand of advies te verstrekken met betrekking tot het bedenken, aanbieden, opzetten, beschikbaar maken voor implementatie of beheren van de implementatie van een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie. Elke persoon heeft het recht bewijs te leveren van het feit dat een dergelijk persoon niet wist en redelijkerwijs niet kon weten dat die persoon bij een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie betrokken was. Daartoe kan die persoon alle relevante feiten en omstandigheden, beschikbare informatie en zijn relevante deskundigheid en begrip ervan vermelden.

Om een intermediair te zijn, dient een persoon ten minste één van de volgende aanvullende voorwaarden te vervullen: a) fiscaal inwoner van een lidstaat zijn ;b) over een vaste inrichting beschikken in een lidstaat via welke de diensten in verband met de constructie worden verleend;c) opgericht zijn in of onder de toepassing van de wetten vallen van een lidstaat;d) ingeschreven zijn bij een beroepsorganisatie in verband met de verstrekking van juridische, fiscale of adviesdiensten in een lidstaat;24° « relevante belastingplichtige » : elke persoon voor wie een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie beschikbaar wordt gemaakt voor implementatie, of die gereed is om een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie te implementeren of die de eerste stap van een dergelijke constructie heeft geïmplementeerd;25° « verbonden onderneming » : een persoon die verbonden is aan een andere persoon op ten minste één van de volgende wijzen: a) een persoon neemt deel aan de leiding van een andere persoon waarbij hij invloed van betekenis kan uitoefenen op die andere persoon;b) een persoon neemt deel aan de zeggenschap over een andere persoon door middel van een deelneming van meer dan 25 % van de stemrechten ;c) een persoon neemt deel in het kapitaal van een andere persoon door middel van een eigendomsrecht van, rechtstreeks of middellijk, meer dan 25 % van het kapitaal;d) een persoon heeft recht op 25 % of meer van de winsten van een andere persoon. Indien meer dan één persoon deelneemt, zoals bedoeld in het eerste lid van 25°, a) tot d), aan de leiding van, aan zeggenschap over of in het kapitaal of de winsten van dezelfde persoon, worden alle betrokken personen als verbonden ondernemingen beschouwd.

Indien dezelfde personen deelnemen, zoals bedoeld in het eerste lid van 25°, a) tot d), aan de leiding van, aan zeggenschap over of in het kapitaal of de winsten van meer dan één persoon, worden alle betrokken personen als verbonden ondernemingen beschouwd.

Voor de toepassing van dit punt wordt een persoon die met betrekking tot de stemrechten of het kapitaalbezit van een entiteit samen met een andere persoon optreedt, beschouwd als houder van een deelneming in alle stemrechten of het volledige kapitaalbezit dat die andere persoon in de genoemde entiteit heeft.

Bij middellijke deelneming wordt vastgesteld of aan de criteria bedoeld in het eerste lid, c), is voldaan door vermenigvuldiging van de deelnemingspercentages door de opeenvolgende niveaus heen. Een persoon die meer dan 50 % van de stemrechten houdt, wordt geacht 100 % te houden.

Een natuurlijk persoon, zijn of haar echtgenoot en bloedverwanten in de rechte lijn worden beschouwd als één persoon; 26° « marktklare constructie » : een grensoverschrijdende constructie die is bedacht of aangeboden, implementeerbaar is of beschikbaar is gemaakt voor implementatie zonder dat er wezenlijke aanpassingen nodig zijn;27° « constructie op maat » : een grensoverschrijdende constructie die geen marktklare constructie is.» ; 2° er wordt een paragraaf 2 ingevoegd, luidend als volgt : « § 2.De wezenskenmerken van een grensoverschrijdende constructie worden onderverdeeld in de vijf volgende categorieën : 1° categorie A : de algemene wezenskenmerken bedoeld in het vijfde lid ;2° categorie B : de specifieke wezenskenmerken bedoeld in het zesde lid ;3° catégorie C : de specifieke wezenskenmerken in verband met grensoverschrijdende transacties bedoeld in het zevende lid;4° categorie D : de specifieke wezenskenmerken in verband met automatische uitwisseling van inlichtingen en uiteindelijk belang bedoeld in het achtste lid ;5° categorie E : de specifieke wezenskenmerken in verband met verrekenprijzen bedoeld in het negende lid. De algemene wezenskenmerken in categorie A bedoeld in het vijfde lid en de specifieke wezenskenmerken in categorie B bedoeld in het zesde lid en categorie C bedoeld in het zevende lid, 1°, punten b), eerste streepje, c) en d), mogen uitsluitend in aanmerking worden genomen indien ze aan de "main benefit test" voldoen.

Aan dit criteria is voldaan indien kan worden aangetoond dat het belangrijkste voordeel dat of een van de belangrijkste voordelen die, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, redelijkerwijs te verwachten valt van een constructie het verkrijgen van een belastingvoordeel is.

In het kader van het wezenskenmerk in categorie C bedoeld in het zevende lid, 1°, kan de aanwezigheid van de in categorie C, bedoeld in het zevende lid, 1°, punten b), eerste streepje, c) of d), bepaalde voorwaarden op zich geen reden zijn om te concluderen dat een constructie voldoet aan de "main benefit test".

Worden beschouwd als algemene wezenskenmerken die aan de "main benefit test" categorie A zijn gekoppeld : 1° een constructie waarbij de relevante belastingplichtige of een deelnemer aan de constructie zich tot geheimhouding verbindt en op grond hiervan niet aan andere intermediairs of de belastingautoriteiten mag onthullen hoe de constructie een belastingvoordeel kan opleveren.2° een constructie waarbij de intermediair aanspraak maakt op een vergoeding (of rente, betaling van financieringskosten en andere uitgaven) voor de constructie en die vergoeding wordt vastgelegd op basis van: a) het bedrag van het belastingvoordeel dat de constructie oplevert, of b) de vraag of de constructie daadwerkelijk een belastingvoordeel heeft opgeleverd.De intermediair moet daarbij de vergoeding gedeeltelijk of volledig terugbetalen wanneer het met de constructie beoogde belastingvoordeel niet gedeeltelijk of volledig werd verwezenlijkt. 3° een constructie waarbij gebruik wordt gemaakt van gestandaardiseerde documenten en/of een gestandaardiseerde structuur en die beschikbaar is voor meer dan één relevante belastingplichtige zonder dat er voor implementatie wezenlijke aanpassingen nodig zijn. Worden beschouwd als specifieke wezenskenmerken die aan de "main benefit test" categorie B zijn gekoppeld : 1° een constructie waarbij een deelnemer aan de constructie een reeks geplande stappen onderneemt die erin bestaan een verlieslijdende onderneming te verwerven, de hoofdactiviteit van die onderneming stop te zetten en de verliezen ervan te gebruiken om de door hem verschuldigde belastingen te verminderen, onder meer door overdracht van die verliezen naar een ander rechtsgebied of door een versneld gebruik van die verliezen;2° een constructie die tot gevolg heeft dat inkomsten worden omgezet in vermogen, schenkingen of andere inkomstencategorieën die lager worden belast of van belasting worden vrijgesteld.3° een constructie die circulaire transacties omvat met als resultaat dat middelen worden rondgepompt ("round-tripping"), meer bepaald met behulp van tussengeschoven entiteiten zonder ander primair handelsdoel of van transacties die elkaar compenseren of tenietdoen of andere soortgelijke kenmerken hebben. Worden beschouwd als specifieke wezenskenmerken die aan grensoverschrijdende transacties categorie C zijn gekoppeld : 1° een constructie met aftrekbare grensoverschrijdende betalingen tussen twee of meer verbonden ondernemingen waarbij ten minste één van de volgende voorwaarden is vervuld: a) de ontvanger is in geen van de fiscale rechtsgebieden fiscaal inwoner;b) zelfs als de ontvanger fiscaal inwoner is in een rechtsgebied, maar dat rechtsgebied: - heft geen vennootschapsbelasting, of heft vennootschapsbelasting tegen een nultarief of bijna-nultarief, of - is opgenomen in een lijst van rechtsgebieden van derde landen die door de lidstaten gezamenlijk of in het kader van de OESO als niet-coöperatief zijn beoordeeld ;c) de betaling geniet een volledige belastingvrijstelling in het rechtsgebied waar de ontvanger fiscaal inwoner is;d) de betaling geniet een fiscaal gunstregime in het rechtsgebied waar de ontvanger fiscaal inwoner is ;2° in meer dan één rechtsgebied wordt aanspraak gemaakt op aftrekken voor dezelfde afschrijving;3° in meer dan één rechtsgebied wordt aanspraak gemaakt op voorkoming van dubbele belasting voor hetzelfde inkomens- of vermogensbestanddeel ;4° een constructie met overdrachten van activa waarbij er een wezenlijk verschil bestaat tussen het bedrag dat in de betrokken rechtsgebieden wordt aangemerkt als de voor die activa te betalen vergoeding. Worden beschouwd als specifieke wezenskenmerken in verband met automatische uitwisseling van inlichtingen en uiteindelijk belang van categorie D : 1° een constructie die kan leiden tot het ondermijnen van de rapportageverplichting uit hoofde van de wetgeving ter omzetting van Uniewetgeving of evenwaardige overeenkomsten inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen, waaronder overeenkomsten met derde landen, of die profiteert van het gebrek aan die wetgeving of overeenkomsten.Dergelijke constructies omvatten ten minste het volgende: a) het gebruik van een rekening, product of belegging die geen financiële rekening is of niet als zodanig te boek staat, maar die over eigenschappen beschikt die in wezen vergelijkbaar zijn met die van een financiële rekening;b) de overdracht van financiële rekeningen of activa aan, of het gebruik van rechtsgebieden die niet gebonden zijn aan de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen met de Staat van verblijf van de relevante belastingplichtige;c) de herkwalificatie van inkomsten en vermogen in producten of betalingen die niet onder de automatische uitwisseling van inlichtingen vallen;d) de overdracht of omzetting van een financiële instelling of een financiële rekening of de activa daarvan in een financiële instelling of een financiële rekening of activa die niet onder de rapportage in het kader van de automatische uitwisseling van inlichtingen vallen;e) het gebruik van rechtspersonen, juridische constructies of structuren die de rapportage over één of meer rekeninghouders of uiteindelijk begunstigden in het kader van de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen stopzetten of daartoe strekken;f) constructies die due-diligenceprocedures die door financiële instellingen worden gebruikt om te voldoen aan hun verplichtingen tot het rapporteren van inlichtingen over financiële rekeningen, ondermijnen of zwakke punten ervan benutten, onder meer via het gebruik van rechtsgebieden met ontoereikende of zwakke regelingen voor de handhaving van antiwitwaswetgeving of met zwakke transparantievereisten voor rechtspersonen of juridische constructies.2° een constructie waarbij de juridische of feitelijke eigendom niet-transparant is door het gebruik van personen, juridische constructies of structuren: a) die geen wezenlijke economische, door voldoende personeel, uitrusting, activa en gebouwen ondersteunde activiteit uitoefenen, en b) die zijn opgericht in, worden beheerd in, inwoner zijn van, onder zeggenschap staan in, of gevestigd zijn in een ander rechtsgebied dan het rechtsgebied van verblijf van een of meer van de uiteindelijk begunstigden van de activa die door die personen, juridische constructies of structuren worden aangehouden, en c) indien de uiteindelijk begunstigden van die personen, juridische constructies of structuren, in de zin van artikel 4, 27°, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, niet-identificeerbaar zijn gemaakt. Worden beschouwd als specifieke wezenskenmerken in verband met verrekenprijzen categorie E: 1° een constructie met gebruik van unilaterale veilige havenregels;2° een constructie met overdracht van moeilijk te waarderen immateriële activa.De term "moeilijk te waarderen immateriële activa" omvat immateriële activa of rechten op immateriële activa waarvoor, op het tijdstip van de overdracht ervan tussen verbonden ondernemingen : a) geen betrouwbare vergelijkbare activa bestaan, en b) de prognoses van de toekomstige kasstromen of inkomsten die naar verwachting uit de overgedragen activa voortvloeien, of de aannames die worden gebruikt voor het waarderen van de immateriële activa, bijzonder onzeker zijn, waardoor het moeilijk is te voorspellen hoe succesvol de immateriële activa op het moment van de overdracht uiteindelijk zullen zijn.3° een constructie met een grensoverschrijdende overdracht binnen de groep van functies, en/of risico's en/of activa, indien de geraamde jaarlijkse winst vóór interest en belastingen (ebit) van de overdrager of overdragers, tijdens de periode van drie jaar na de overdracht, minder dan 50 % bedraagt van de geraamde jaarlijkse ebit van die overdrager of overdragers indien de overdracht niet had plaatsgevonden.».

Art. 4.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « artikel 2 » vervangen door de woorden « artikel 2, § 1, ».

Art. 5.In Afdeling IV van hetzelfde decreet wordt een artikel 5/2 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 5/2.§ 1. De intermediairs zijn ertoe gehouden aan de bevoegde autoriteiten inlichtingen over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan zij kennis, bezit of controle hebben, te verstrekken binnen dertig dagen te rekenen vanaf: 1° de dag nadat de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie voor implementatie beschikbaar is gesteld, of 2° de dag nadat de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie voor gereed is implementatie, of 3° het ogenblik dat de eerste stap in de implementatie van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is ondernomen, naargelang wat het eerst plaatsvindt. Niettegenstaande het eerste lid worden de in artikel 2, zevende lid, 23°, tweede alinea, bedoelde intermediairs tevens verplicht inlichtingen te verstrekken binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag nadat zij, rechtstreeks of via andere personen, hulp, bijstand of advies hebben verstrekt § 2. In het geval van marktklare constructies zijn de intermediairs verplichten om de drie maanden een periodiek verslag op te stellen met een overzicht van nieuwe meldingsplichtige inlichtingen zoals bedoeld in § 14, 1°, 4°, 7° en 8° die sinds het laatste ingediende verslag beschikbaar zijn geworden. § 3. Wanneer de intermediair verplicht is inlichtingen over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat, zal hij deze informatie verstrekken aan de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 2, § 1, zevende lid, 6° slechts als de Franse Gemeenschap als eerste op de onderstaande lijst voorkomt, als het onderwerp van de betrokken constructie onder een belasting valt waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht : 1° de intermediair is fiscaal inwoner van een grondgebied waar een belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht;2° de intermediair heeft een vaste inrichting in een grondgebied waar een belasting geheven wordt waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verrichten en via welke de diensten met betrekking tot de constructie worden verstrekt;3° de intermediair is opgericht in een grondgebied of valt onder de toepassing van de wetten van een grondgebied waar de belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht ;4° de intermediair is ingeschreven bij een beroepsorganisatie in verband met de verstrekking van juridische, fiscale of adviesdiensten, gevestigd in een grondgebied waar de belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht. § 4. Wanneer er overeenkomstig § 3 een meervoudige meldingsplicht bestaat, wordt de intermediair ontheven van het verstrekken van de inlichtingen als hij aantoont dat dezelfde inlichtingen in een andere lidstaat zijn verstrekt. § 5. Intermediairs mogen geen recht hebben op ontheffing van de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen over een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie te verlenen, wanneer de meldingsplicht een inbreuk zou vormen op het wettelijk beroepsgeheim waartoe ze gehouden zijn en waarvan de schending bestraft wordt. In die omstandigheden zijn de intermediairs verplichten iedere andere intermediair of, bij gebreke daarvan, de relevante belastingplichtige onverwijld in kennis te stellen van zijn meldingsverplichtingen uit hoofde van § 6.

Aan intermediairs mag slechts ontheffing krachtens het eerste lid worden verleend voor zover zij optreden binnen de grenzen van de desbetreffende nationale wetten die hun beroep definiëren en vanaf het ogenblik dat ze de verplichting inzake bekendmaking bedoeld in het eerste lid nageleefd hebben.

Er kan geen beroep worden gedaan op het beroepsgeheim bedoeld in deze paragraaf met betrekking tot de aangifteplicht voor marktklare hulpmiddelen die aanleiding geven tot een periodiek verslag overeenkomstig § 2. § 6. Wanneer er geen intermediair is of wanneer de intermediair de betrokken belastingplichtige of een andere intermediair in kennis stelt van de toepassing van een ontheffing krachtens § 5, ligt de verplichting tot verstrekking van inlichtingen over een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie bij de andere in kennis gestelde intermediair of, bij gebreke daarvan, bij de relevante belastingplichtige. § 7. De relevante belastingplichtige bij wie de meldingsplicht ligt, verstrekt de inlichtingen binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de dag nadat de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie voor implementatie ter beschikking van de relevante belastingplichtige is gesteld of gereed is voor implementatie door de relevante belastingplichtige of zodra de eerste stap voor de implementatie ervan met betrekking tot de relevante belastingplichtige is ondernomen, naargelang wat het eerst plaatsvindt.

Wanneer de betrokken belastingplichtige verplicht is om inlichtingen over de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van meer dan één lidstaat, worden die inlichtingen alleen verstrekt aan de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 2, § 1, zevende lid, 6° als de Franse Gemeenschap als eerste op de onderstaande lijst voorkomt wanneer het onderwerp van de constructie onder een belasting valt waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht : 1° de relevante belastingplichtige is fiscaal inwoner van een grondgebied waar een belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht ;2° de relevante belastingplichtige heeft een vaste inrichting die begunstigde van de constructie is in een grondgebied waar de belasting geheven wordt waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht ;3° de relevante belastingplichtige ontvangt inkomsten of genereert winsten in een grondgebied waar een belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht, hoewel de relevante belastingplichtige geen fiscaal inwoner van een lidstaat is noch een vaste inrichting in een lidstaat heeft;4° de relevante belastingplichtige oefent een activiteit uit in een grondgebied waar een belasting wordt geheven waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht, hoewel de relevante belastingplichtige geen fiscaal inwoner van een lidstaat is noch een vaste inrichting in een lidstaat heeft. § 8. Wanneer, overeenkomstig § 7, een meervoudige meldingsplicht bestaat, wordt de relevante belastingplichtige ontheven van het verstrekken van de inlichtingen als hij overeenkomstig het nationale recht aantoont dat dezelfde inlichtingen in een andere lidstaat zijn verstrekt. § 9. Wanneer er meer dan één intermediair is, ligt de verplichting tot verstrekking van inlichtingen over de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie bij alle intermediairs die bij dezelfde meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie betrokken zijn.

Een intermediair wordt alleen ontheven van het verstrekken van de inlichtingen voor zover hij aantoont dat dezelfde inlichtingen bedoeld in § 14 reeds door een andere intermediair zijn verstrekt. § 10. Wanneer de meldingsplicht bij de relevante belastingplichtige ligt en er meer dan één relevante belastingplichtige is, worden de inlichtingen overeenkomstig § 6 verstrekt door de belastingplichtige die als eerste op de onderstaande lijst voorkomt: 1° de relevante belastingplichtige die de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is overeengekomen met de intermediair;2° de relevante belastingplichtige die de implementatie van de constructie beheert. Een relevante belastingplichtige wordt alleen ontheven van het verstrekken van de inlichtingen voor zover hij aantoont dat dezelfde inlichtingen bedoeld in § 14 reeds door een andere relevante belastingplichtige zijn verstrekt. § 11. De bevoegde autoriteit kan de noodzakelijke maatregelen nemen om te eisen dat iedere relevante belastingplichtige aan de belastingdienst inlichtingen verstrekt over het gebruik dat hij van de constructie maakt voor ieder jaar waarin hij er gebruik van maakt. § 12. Intermediairs en relevante belastingplichtigen zijn ertoe gehouden inlichtingen te verstrekken over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap is geïmplementeerd tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020. De intermediairs en, in voorkomend geval, de relevante belastingplichtigen verstrekken inlichtingen over die meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies uiterlijk op 31 augustus 2020. § 13. De bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 2, § 1, zevende lid, 6° aan wie de inlichtingen overeenkomstig §§ 1 tot 12 zijn verstrekt, deelt de in § 14 bedoelde gegevens via automatische uitwisseling mee aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten in overeenstemming met de praktische nadere regels bepaald overeenkomstig artikel 8, § 8. § 14. De inlichtingen die door de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 2, § 1, zevende lid, 6° meegedeeld moeten worden overeenkomstig § 13 omvatten het volgende, voor zover van toepassing: 1° de identificatiegegevens van intermediairs en relevante belastingplichtigen, met inbegrip van hun naam, geboortedatum en -plaats (in het geval van een natuurlijk persoon), fiscale woonplaats, fiscaal identificatienummer, en, in voorkomend geval, van de personen die een verbonden onderneming vormen met de relevante belastingplichtige;2° nadere bijzonderheden over de wezenskenmerken vermeld in bijlage IV van de Richtlijn op grond waarvan de grensoverschrijdende constructie gemeld moet worden;3° een samenvatting van de inhoud van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie, met onder meer de benaming waaronder zij algemeen bekend staat, indien voorhanden, en een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of constructies, in algemene bewoordingen gesteld, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan de onthulling in strijd zou zijn met de openbare orde;4° de datum waarop de eerste stap voor de implementatie van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is of zal worden ondernomen;5° nadere bijzonderheden van de nationale bepalingen die aan de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie ten grondslag liggen;6° de waarde van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie;7° de identificatiegegevens van de lidstaat van de relevante belastingbetaler(s) en eventuele andere lidstaten waarop de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn;8° de identificatiegegevens van andere personen in een lidstaat, op wie de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn, waarbij wordt vermeld met welke lidstaten deze personen verbonden zijn. § 15. Het feit dat een belastingdienst niet reageert op een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie impliceert niet dat de geldigheid of fiscale behandeling van die constructie wordt aanvaard. § 16. De automatische inlichtingenuitwisseling geschiedt binnen één maand te rekenen vanaf het einde van het kwartaal waarin de inlichtingen zijn verstrekt. De eerste inlichtingen worden uiterlijk op 31 oktober 2020 meegedeeld. § 17. De bevoegde autoriteit is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot opheffing van richtlijn 95/46/EG, (algemene regeling over de bescherming van de gegevens) voor de verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.

De volgende categorieën van persoonsgegevens, die betrekking hebben op meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies, voor zover deze constructies ten minste één van de wezenskenmerken bedoeld in bijlage IV van de Richtlijn bevatten, en waarvan het doel is de uitwisseling van deze informatie tussen de lidstaten, met name om de belastingdiensten een overzicht te geven van mogelijk agressieve fiscale planning en om de opsporing van het risico van bepaalde dossiers in het belastingkader mogelijk te maken, worden in het kader van het eerste lid behandeld. 1° de persoonlijke identificatiegegevens, het rijksregisternummer of het identificatienummer van de sociale zekerheid en andere identificatiegegevens zoals fiscaal identificatienummer;2° de financiële bijzonderheden ;3° de persoonlijke kenmerken ;4° de levensstijlen ;5° de gezinssamenstelling. Onverminderd de toepassing van hun bewaring die nodig is voor verdere verwerking, voor archiveringsdoeleinden in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden, zoals bedoeld in artikel 89 van de Verordening (EU) 2016/679 bedoeld in het eerste lid, worden de persoonsgegevens bedoeld in het eerste lid bewaard gedurende de periode die strikt noodzakelijk is voor de doeleinden die in dit artikel worden beoogd, met een maximale bewaartermijn die niet langer dan één jaar mag zijn na de verjaringstermijn voor alle verzoeken die onder de bevoegdheid van de verantwoordelijke van de verwerking vallen, en, in voorkomend geval, de definitieve stopzetting van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de verwerking van deze gegevens. § 18. De Regering van de Franse Gemeenschap bepaalt de nadere regels volgens dewelke de intermediair of de relevante belastingplichtige de verplichtingen vermeld in dit artikel moeten naleven. ».

Art. 6.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « artikel 2, eerste lid » vervangen door de woorden « artikel 2, § 1, eerste lid ».

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « artikel 2, eerste lid » vervangen door de woorden « artikel, § 1, eerste lid » ;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « artikel 2, eerste lid » vervangen door de woorden « artikel 2, § 1, eerste lid ».

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een Afdeling IX ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling IX.- Sancties Article 10.- § 1. Voor elke inbreuk op artikel 5/2 van dit decreet, waarbij er geen informatie, onvolledige informatie of laattijdige informatie bedoeld in artikel 5/2, § 14, verstrekt wordt, wordt een fiscale geldboete van 2.500 euro tot 25.000 euro opgelegd.

Indien de overtreding echter met bedrieglijk opzet of met het oog schade te berokkenen is gepleegd, wordt een fiscale geldboete tussen 5.000 euro tot 50.000 euro opgelegd. De Regering is ertoe gemachtigd om de schaal van die fiscale geldboetes te bepalen. § 2. De geldboetes bedoeld in § 1 worden gevestigd en ingevorderd op dezelfde wijze als de belastingen waarvoor de Franse Gemeenschap dienst verricht. § 3. De door de Regering aangewezen dienst beslist in eerste en laatste aanleg over verzoeken tot kwijtschelding of matiging van de geldboetes bedoeld in § 1.

De verzoeken bedoeld in het eerste lid worden schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de dienst die door de Regering wordt aangewezen door de belastingplichtigen of de personen op wier goederen de in § 1 bedoelde geldboetes worden opgelegd.

Wordt onontvankelijk elk verzoek bedoeld in het eerste lid ingediend wanneer : 1° de eventueel toepasselijke termijnen voor administratief beroep niet verstreken zijn, of;2° de eventueel toepasselijke fase van administratieve geschillen niet afgesloten is.».

Art. 9.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De artikelen 2 tot 8 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2020.

BIJLAGE

TABLEAU DE CONCORDANCE


Dispositions du projet de décret

Dispositions du décret du 12 janvier 2017

Dispositions de la Directive 2018/822

Art. 1 et 2

1er

Art. 2.1, al. 3

Art. 3

2

Art. 1.1, b)

Art. 4

5/2

Art. 1.2

Art. 8

Art. 1.6


Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 12 november 2020.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op « Wallonie-Bruxelles Enseignement", Fr. DAERDEN De Vice-Presidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2020-2021 Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 137-1. -Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr.137-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 12 november 2020.

^