Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 juni 2022
gepubliceerd op 24 juni 2022

Decreet houdende de verplichting voor bepaalde organisaties om een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, te controleren voor bepaalde nieuwe medewerkers

bron
vlaamse overheid
numac
2022032477
pub.
24/06/2022
prom.
03/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2022. - Decreet houdende de verplichting voor bepaalde organisaties om een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, te controleren voor bepaalde nieuwe medewerkers (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET houdende de verplichting voor bepaalde organisaties om een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, te controleren voor bepaalde nieuwe medewerkers

Artikel 1.Dit decreet regelt gewest- en gemeenschapsaangelegenheden.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op organisaties die een activiteit aanbieden die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Art. 3.De organisaties, vermeld in artikel 2 van dit decreet, controleren bij de aanstelling van elke nieuwe medewerker het goed en zedelijk gedrag van de betrokkene, dat minstens een onberispelijk gedrag in de omgang met minderjarigen inhoudt, indien de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn: 1° de activiteit die de medewerker voor de organisatie zal uitvoeren, valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;2° de medewerker zal in het kader van de activiteit op structurele basis rechtstreeks contact hebben met minderjarigen;3° de medewerker is een meerderjarige persoon op het ogenblik van de aanstelling;4° de medewerker wordt op een van de volgende wijzen aangesteld: a) door middel van een overeenkomst, rechtstreeks met de betreffende natuurlijke persoon of onrechtstreeks via een rechtspersoon;b) door middel van een eenzijdige benoeming;c) conform de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers. Met het oog op de controle, vermeld in het eerste lid, legt de betrokkene voor de aanstelling een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat op het ogenblik van het voorleggen maximaal één maand oud is, voor. Een document dat gelijkwaardig is aan het voormelde uittreksel uit het strafregister en dat is verleend door andere lidstaten van de Europese Unie of door staten die ermee gelijkgesteld zijn op het vlak van de toegang tot het uitoefenen van beroepswerkzaamheden wordt ook in aanmerking genomen.

Bij de controle, vermeld in het eerste lid, van het voorgelegde uittreksel uit het strafregister, vermeld in het tweede lid, wordt rekening gehouden met de volgende elementen: 1° contextuele gegevens;2° het tijdsverloop sinds een mogelijke veroordeling;3° het feit of het gaat om een veroordeling wegens feiten gepleegd ten aanzien van een minderjarige;4° andere elementen dan de elementen, vermeld in punt 1° tot en met 3°, die de organisatie, die de medewerker aanstelt, relevant acht. De controle, vermeld in het eerste lid, wordt ook uitgevoerd voor elke medewerker die door een wijziging van de activiteit die de medewerker voor de organisatie zou uitvoeren, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, terwijl dat voor de wijziging van de activiteit niet het geval was.

De controle, vermeld in het eerste lid, kan uitzonderlijk opnieuw worden uitgevoerd voor een medewerker indien daar een gegronde indicatie voor is. In dat geval verzoekt de organisatie de medewerker op gemotiveerde wijze om een nieuw uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Artikel 4, eerste lid, 1°, van dit decreet is in dat geval niet van toepassing.

Art. 4.In afwijking van artikel 3 van dit decreet voert de aanstellende organisatie geen controle uit en legt de betrokkene geen uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor, indien een van de volgende voorwaarden is vervuld: 1° de betrokkene heeft ten aanzien van de aanstellende organisatie in de loop van het voorbije jaar reeds een dergelijk uittreksel uit het strafregister voorgelegd in het kader van een vorige aanstelling en de betrokkene is toen effectief aangesteld;2° de medewerker wordt aangesteld door middel van een overeenkomst met een rechtspersoon, en die rechtspersoon bevestigt dat de controle reeds bij de aanstelling van die medewerker is doorgevoerd;3° de overeenkomst, vermeld in artikel 3, eerste lid, 4°, a), van dit decreet is een dienstenovereenkomst en beoogt geen structurele samenwerking tussen de aanstellende organisatie en de betrokken medewerker. In afwijking van artikel 3, eerste lid, 4°, c), van dit decreet kan de Vlaamse Regering, op voorstel van de functioneel bevoegde Vlaamse minister bepalen voor welke organisaties of sectoren de controle, vermeld in artikel 3 van dit decreet, niet van toepassing is op de medewerkers die aangesteld zijn conform de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, en leggen deze medewerkers geen uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor, indien de beperking van het recht op privéleven ten aanzien van deze medewerkers of hun gelijkschakeling met professionele medewerkers niet berust op een redelijke verantwoording of niet evenredig is met de doelstelling van dit decreet, met name de bescherming van minderjarigen.

Art. 5.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder algemene verordening gegevensbescherming: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). § 2. De organisaties, vermeld in artikel 2 van dit decreet, kunnen met het oog op de bescherming van minderjarigen, de volgende persoonsgegevens verwerken: 1° de identificatiegegevens die vermeld worden op het uittreksel uit het strafregister, vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering; 2° de veroordelingen die vermeld worden op het uittreksel uit het strafregister, vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verwerking, vermeld in het eerste lid, beperkt zich tot de controle, vermeld in artikel 3.

De personen van wie de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen worden verwerkt, zijn de aan te stellen medewerkers, vermeld in artikel 3, eerste lid, en de medewerkers, vermeld in artikel 3, vierde en vijfde lid. § 3. De organisaties, vermeld in artikel 2 van dit decreet, treden elk op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de gegevensverwerking, vermeld in paragraaf 2.

De organisaties, vermeld in artikel 2 van dit decreet, nemen de passende maatregelen ter beveiliging van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 2. De maatregelen, vermeld in artikel 10, § 2, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, worden toegepast.

De uittreksels uit het strafregister worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor de controle, vermeld in artikel 3. De uittreksels uit het strafregister worden vernietigd nadat de definitieve beslissing omtrent de aanstelling van de medewerker is genomen of, in geval van artikel 3, vierde of vijfde lid, nadat de controle van het uittreksel uit het strafregister voltooid is en er het gepaste gevolg aan gegeven is.

De personen die de controle, vermeld in artikel 3, doorvoeren, nemen het vertrouwelijke karakter van de betrokken gegevens in acht.

De organisaties, vermeld in artikel 2, nemen de passende maatregelen met het oog op transparantie ten aanzien van de betrokkenen. Deze maatregelen hebben onder meer tot doel dat de globale regeling inzake gegevensverwerking in het kader van dit decreet voldoende duidelijk is voor de betrokkenen. De communicatie hieromtrent wordt ter beschikking gesteld in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal.

Art. 6.De Vlaamse Regering evalueert dit decreet één jaar na de datum van de inwerkingtreding ervan.

Art. 7.Dit decreet treedt in werking op een datum die de Vlaamse Regering vaststelt en uiterlijk op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van de termijn van zes maanden die ingaat de dag na de maand van de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 juni 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering en de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1243 - Nr.1 - Verslag : 1243 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1243 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 1 juni 2022.

^