Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 30 juni 2023
gepubliceerd op 31 juli 2023

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang en het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013, wat betreft de inbetalinggeving van cultuurgoederen ter voldoening van de erfbelasting

bron
vlaamse overheid
numac
2023044041
pub.
31/07/2023
prom.
30/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/12/2003 pub. 06/02/2004 numac 2004035147 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang en het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013, wat betreft de inbetalinggeving van cultuurgoederen ter voldoening van de erfbelasting


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, artikel 18bis, vierde lid, en artikel 18quater, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 10 maart 2023; - de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, artikel 3.4.3.0.2, § 7.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaams minister, bevoegd voor de begroting heeft zijn akkoord gegeven op 5 mei 2023. - De SARC heeft advies gegeven op 20 december 2022. - De Raad van State heeft advies 73.649/3 gegeven op 19 juni 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemers Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/12/2003 pub. 06/02/2004 numac 2004035147 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang

Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van 5 december 2003 van de Vlaamse regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2015, worden een punt 10° en een punt 11° toegevoegd, die luiden als volgt: "10° sleutelwerk: een cultuurgoed dat een bijzondere verrijking kan betekenen voor de volgende collecties: a) collecties van collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die aangewezen zijn als cultureelerfgoedinstellingen met toepassing van artikel 17 van het Cultureelerfgoed decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 17/03/2022 numac 2022030952 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022 type decreet prom. 23/12/2021 pub. 11/03/2022 numac 2022030475 bron vlaamse overheid Decreet houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking sluiten;b) collecties van collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die met een kwaliteitslabel ingedeeld zijn bij het landelijke niveau met toepassing van artikel 24 van het Cultureelerfgoed decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 17/03/2022 numac 2022030952 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022 type decreet prom. 23/12/2021 pub. 11/03/2022 numac 2022030475 bron vlaamse overheid Decreet houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking sluiten;c) collecties van universiteitsarchieven en universiteitsbibliotheken met een kwaliteitslabel met toepassing van artikel 7 van het Cultureelerfgoed decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2021 pub. 17/03/2022 numac 2022030952 bron vlaamse overheid Decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2022 type decreet prom. 23/12/2021 pub. 11/03/2022 numac 2022030475 bron vlaamse overheid Decreet houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking sluiten; 11° Vlaamse Belastingdienst: het agentschap dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/06/2004 pub. 27/07/2004 numac 2004036227 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst type besluit van de vlaamse regering prom. 11/06/2004 pub. 02/07/2004 numac 2004036041 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Kunsten en Erfgoed sluiten tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst.".

Art. 2.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2015, wordt een hoofdstuk IX/1, dat bestaat uit een artikel 55/1 tot en met 55/5, ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk IX/1. Verzoek tot aanvaarding van cultuurgoederen tot betaling van de erfbelasting Afdeling 1. - Verzoek tot aanvaarding van cultuurgoederen tot betaling

van de erfbelasting voorafgaand aan het openvallen van een nalatenschap1. §

Art. 55/1.Het verzoek, voorafgaand aan het openvallen van een nalatenschap, vermeld in artikel 18bis van het decreet, wordt met een brief of een e-mail ingediend bij de Raad. § 2. Een verzoek als vermeld in paragraaf 1, is volledig als het al de volgende informatie bevat: 1° de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager;2° een toereikende identificatie van het cultuurgoed, met inbegrip van toereikend beeldmateriaal;3° de herkomst- en eigendomsgeschiedenis van de cultuurgoederen als die bekend is;4° een verklaring op erewoord dat, bij weten van de aanvrager, het cultuurgoed niet is uitgevoerd in overtreding met een beschermingswetgeving van een andere overheid. Als de aanvrager dat wil, kan hij in het verzoek, vermeld in paragraaf 1, de volgende bijkomende informatie opnemen: 1° de reden waarom hij meent dat het cultuurgoed een topstuk is als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of een sleutelwerk;2° welke bestemming hij voor het cultuurgoed voorstelt. Als een verzoek als vermeld in paragraaf 1, conform het eerste lid, onvolledig is, brengt de administratie de aanvrager daarvan op de hoogte en nodigt ze hem uit om alsnog de ontbrekende informatie te bezorgen. § 3. Om het advies, vermeld in paragraaf 6, te formuleren, kan de Raad een beroep doen op externe deskundigen. De kosten van externe deskundigen zijn ten laste van de Vlaamse Gemeenschap. § 4. Nadat de Raad het verzoek, vermeld in paragraaf 1, heeft ontvangen, kan de Raad vragen dat de cultuurgoederen worden getoond aan de Raad of ter beschikking worden gesteld van de externe deskundigen die de Raad heeft aangewezen, voor nader onderzoek naar de echtheid en naar de bewaartoestand ervan. De kosten die verbonden zijn aan het voormelde nader onderzoek, zijn ten laste van de Vlaamse Gemeenschap. § 5. Als het verzoek, vermeld in paragraaf 1, verschillende individuele voorwerpen betreft, formuleert de Raad een advies over elk voorwerp afzonderlijk.

Als het verzoek, vermeld in paragraaf 1, een verzameling betreft, geeft de Raad een advies over het geheel van de verzameling. Als de Raad van mening is dat de aangeboden verzameling geen topstuk of sleutelwerk is, maar wel een of meer topstukken als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of een of meer sleutelwerken bevat, kan de Raad adviseren om niet de verzameling maar de cultuurgoederen te aanvaarden die de Raad als topstukken als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of als sleutelwerken ïdentificeert. § 6. De Raad formuleert een advies uiterlijk drie maanden na de dag waarop een volledig dossier is ingediend.

Als de Raad van mening is dat het aangeboden cultuurgoed beschouwd moet worden als topstuk of als sleutelwerk, geeft de Raad ook een advies over de bestemming van dat cultuurgoed.

De Raad brengt de minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit, op de hoogte van zijn advies.

De minister legt het verzoek, vermeld in paragraaf 1, samen met het voormelde advies van de Raad voor aan de Vlaamse Regering met het oog op een beslissing als vermeld in artikel 18bis, derde lid, van het decreet.

Art. 55/2.De Vlaamse Regering beslist of de aangeboden cultuurgoederen gelden als een topstuk of sleutelwerk en ook over de bestemming als de inbetalinggeving wordt aanvaard.

De administratie brengt de aanvragers op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering. Afdeling 2. - Verzoek tot aanvaarding van cultuurgoederen tot betaling

van de erfbelasting na het openvallen van een nalatenschap

Art. 55/3.§ 1. Ter uitvoering van artikel 18ter van het decreet formuleert de Raad een advies als vermeld in artikel 18ter van het decreet, na de kennisgeving aan de Raad door de Vlaamse Belastingdienst van het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 3, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013. § 2. Om het advies, vermeld in paragraaf 1, te formuleren, kan de Raad een beroep doen op externe deskundigen. De kosten van de externe deskundigen zijn ten laste van de Vlaamse Gemeenschap. § 3. De Raad kan de aanvragers van het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in paragraaf 1, vragen dat de cultuurgoederen worden getoond aan de Raad of ter beschikking worden gesteld van de externe deskundigen die de Raad heeft aangewezen, voor nader onderzoek naar de echtheid en naar de bewaartoestand ervan. De kosten die verbonden zijn aan het voormelde nader onderzoek, zijn ten laste van de Vlaamse Gemeenschap. § 4. Als het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in paragraaf 1, verschillende individuele voorwerpen betreft, formuleert de Raad een advies over elk voorwerp afzonderlijk.

Als het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in paragraaf 1, een verzameling betreft, geeft de Raad een advies over het geheel van de verzameling. Als de Raad van mening is dat de aangeboden verzameling geen topstuk als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of sleutelwerk is, maar wel een of meer topstukken als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of een of meer sleutelwerken bevat, kan de Raad adviseren om niet de verzameling maar de cultuurgoederen te aanvaarden die de Raad als topstukken als vermeld in artikel 2bis van het decreet, of sleutelwerken identificeert. § 5. Om een advies als vermeld in artikel 55/4, te formuleren, kan de Raad in overleg treden met de aanvragers van het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in paragraaf 1. § 6. De administratie kan met het oog op de mogelijke uitbetaling van het saldo, vermeld in artikel 18quater, tweede lid, van het decreet, ter voorbereiding van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 18ter, derde of vijfde lid, van het decreet, in onderhandeling treden met de erfgoedinstelling of haar inrichtende macht waarvoor de aangeboden cultuurgoederen als een sleutelwerk voor de collectie gelden.

Art. 55/4.De Raad formuleert een advies uiterlijk drie maanden na de kennisgeving van het verzoek door de Vlaamse Belastingdienst.

De Raad brengt de minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit, op de hoogte van zijn advies.

De minister en de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit, leggen het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in paragraaf 1, samen met het advies van de Raad, vermeld in het eerste lid, voor aan de Vlaamse Regering met het oog op een beslissing als vermeld in artikel 18ter, derde of vijfde lid, van het decreet.

Art. 55/5.De aanvragers leveren de cultuurgoederen aan de ontvanger die de administratie daarvoor heeft aangewezen, binnen twee maanden vanaf de datum van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 18ter, derde of vijfde lid, van het decreet. De voormelde ontvanger bevestigt schriftelijk de ontvangst van de cultuurgoederen.

De eigendom en het risico van de in betaling gegeven cultuurgoederen gaan over op het moment dat de ontvanger, vermeld in het eerste lid, de cultuurgoederen heeft ontvangen.

De kosten die verbonden zijn aan de levering, worden gedragen door de Vlaamse Gemeenschap.

De ontvanger, vermeld in het eerste lid, bevestigt de levering van de cultuurgoederen aan de administratie.

De administratie brengt de Vlaamse Belastingdienst op de hoogte van de levering of de niet tijdige levering van de cultuurgoederen en ook van een relevante wijziging of beschadiging van de cultuurgoederen.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013

Art. 3.Artikel 3.4.3.0.3 van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 22/01/2015 numac 2014035080 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 en diverse andere bepalingen in het licht van de overname van de dienst van de registratie- en erfbelasting sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 3.4.3.0.3. § 1. Het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wordt met een brief of met een e-mail ingediend bij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie vóór de aangifte en uiterlijk vóór een van de volgende termijnen is verstreken: 1° de aangiftetermijn, vermeld in artikel 3.3.1.0.5, § 2, en artikel 3.3.1.0.6 van de voormelde codex; 2° de aangiftetermijn die conform artikel 3.3.1.0.7 van de voormelde codex is verlengd. § 2. Het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vermeldt al de volgende gegevens: 1° de volgende gegevens van de erflater: a) het rijksregisternummer of het identificatienummer, vermeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;b) de voornamen en de achternaam;c) de laatste fiscale woonplaats;d) de plaats en de datum van overlijden;2° de volgende gegevens van de aanvragers: a) hetzij het rijksregisternummer of het identificatienummer, vermeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, de voornamen, de achternaam en de woonplaats van iedere aanvrager;b) hetzij het ondernemingsnummer dat bekend is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, de naam en zetel van de aanvrager, de titel krachtens welke ze tot de nalatenschap komen en de vermelding of ze al dan niet gehouden zijn tot de indiening van de aangifte van nalatenschap;3° de keuze van de woonplaats in België van een van de aanvragers als plaats waarnaar alle kennisgevingen aan en communicatie met de aanvragers kunnen worden gestuurd;4° een beschrijving van ieder cultuurgoed waarop het voormelde verzoek tot inbetalinggeving betrekking heeft waarvan de inbetalinggeving wordt gevraagd; 5° de uitdrukkelijke bevestiging dat ieder cultuurgoed dat het voorwerp uitmaakt van het voormelde verzoek tot inbetalinggeving, voldoet aan de eigendomsvoorwaarde, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, tweede lid, van de voormelde codex, met specificatie van de wijze waarop de titel van eigendom van de aanvragers tot stand is gekomen.

Als de aanvragers dat willen, kunnen ze in het voormelde verzoek de volgende bijkomende informatie opnemen: 1° de redenen waarom ze menen dat het cultuurgoed een topstuk is als vermeld in artikel 2bis van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, of een sleutelwerk;2° welke bestemming ze voor het cultuurgoed voorstellen. De aanvragers ondertekenen het voormelde verzoek tot inbetalinggeving en verklaren dat ze gerechtigd zijn om ieder cultuurgoed dat het voorwerp uitmaakt van het verzoek tot inbetalinggeving, voor de geheelheid in volle eigendom af te geven ter betaling van de erfbelasting en toebehoren. Als niet elke mede-eigenaar aanvrager is van het verzoek tot inbetalinggeving, brengen de aanvragers daarvoor de nodige bewijsstukken aan. § 3. Het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, bevat ook een bijgevoegd dossier met daarin al de volgende elementen: 1° beeldmateriaal voor een identificatie van de cultuurgoederen;2° de herkomst- en eigendomsgeschiedenis van de cultuurgoederen als die bekend is;3° een verklaring op erewoord dat, bij weten van de aanvragers, het cultuurgoed niet is uitgevoerd in overtreding met een beschermingswetgeving van een andere overheid; 4° in voorkomend geval de beslissing van de Vlaamse Regering dat de cultuurgoederen behoren tot een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 en over de bestemming van die cultuurgoederen, vermeld in artikel 18bis, eerste lid, van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang; § 4. Als het verzoek tot inbetalinggeving of het bijgevoegde dossier, vermeld in paragraaf 2 en 3, conform paragraaf 2 en 3 onvolledig is, vraagt de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie de nodige aanvullingen op bij de aanvragers. § 5. In de volgende gevallen beslist de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie dat het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, onontvankelijk is: 1° het verzoek voldoet niet aan de vereisten, vermeld in paragraaf 2 en 3;2° de aanvragers leveren de aanvullingen, vermeld in paragraaf 4, niet binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van het verzoek tot aanvulling, vermeld in paragraaf 4;3° het verzoek tot inbetalinggeving is laattijdig ingediend conform paragraaf 1. § 6. Als het verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, ontvankelijk is, bezorgt de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het verzoek binnen vijftien dagen aan de Raad vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang en brengt hij de aanvragers daarvan op de hoogte.".

Art. 4.Artikel 3.4.3.0.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 22/01/2015 numac 2014035080 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 en diverse andere bepalingen in het licht van de overname van de dienst van de registratie- en erfbelasting sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 3.4.3.0.4. De bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie brengt de aanvragers op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 18ter van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang.

De aanvragers kunnen hun verzoek tot inbetalinggeving, vermeld in artikel 3.4.3.0.2, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, volledig of gedeeltelijk intrekken uiterlijk tot vijftien dagen vanaf de kennisgeving. De aanvragers brengen de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie met een brief of een e-mail op de hoogte van de voormelde intrekking.

Het ogenblik van levering, vermeld in artikel 55/5, eerste lid, van het besluit van 5 december 2003 van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, geldt als datum van betaling van de erfbelasting en toebehoren in het kader van de nalatenschap die op het voormelde ogenblik van de levering verschuldigd is en waarvoor het voormelde verzoek tot inbetalinggeving is ingediend voor het bedrag van de waarde, vermeld in artikel 18quater van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, in voorkomend geval verminderd met het saldo, vermeld in het artikel 18quater van het voormelde decreet.

Als de aanvragers nalaten de cultuurgoederen te leveren conform artikel 55/5, eerste lid, van het besluit van 5 december 2003 van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang of als er een relevante wijziging of beschadiging van de cultuurgoederen plaatsvindt tussen het tijdstip van de indiening van het verzoek tot inbetalinggeving en het tijdstip van de levering, betalen de aanvragers na de kennisgeving van de niet-levering of van de wijziging of beschadiging van de cultuurgoederen de verschuldigde erfbelasting en toebehoren aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie op een van de wijzen, vermeld in artikel 3.4.3.0.1 van dit besluit.".

Art. 5.Artikel 3.4.3.0.5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 22/01/2015 numac 2014035080 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 en diverse andere bepalingen in het licht van de overname van de dienst van de registratie- en erfbelasting sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 3.4.3.0.5. Als de Vlaamse Regering beslist dat het cultuurgoed in betaling mag worden gegeven en het cultuurgoed deel uitmaakt van de nalatenschap, wordt het bedrag van de erfbelasting en toebehoren, verschuldigd door de erfgenamen, legatarissen of begiftigden van het cultuurgoed, geacht te zijn voldaan naar evenredigheid van ieders aandeel in de eigendom van het cultuurgoed na de devolutie, tenzij voormelde erfgenamen, legatarissen of begiftigden voor een andere aanrekening opteren.

Als het cultuurgoed op de dag van het overlijden in het geheel toebehoort aan de overlevende echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende partner of aan de erfgenamen, legatarissen of begiftigden, wordt het bedrag van de erfbelasting en toebehoren, verschuldigd door de aanvragers, geacht te zijn voldaan naar evenredigheid van ieders aandeel in de eigendom van het cultuurgoed, tenzij de aanvragers voor een andere aanrekening opteren.

Behalve als de Vlaamse Regering conform artikel 18quater van het decreet van 24 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/01/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003035282 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang sluiten houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang beslist tot uitbetaling van het saldo, wordt in geval van het verstrijken van de termijn tot intrekking, vermeld in artikel 3.4.3.0.4, tweede lid, van dit besluit, en als de aanvragers daarvoor opteren, het eventuele saldo toegerekend op de erfbelasting en toebehoren, berekend ten laste van andere bij naam genoemde erfgenamen, legatarissen of begiftigden. Als er na de voormelde toerekening nog een saldo overblijft, wordt dat toegerekend op na te vorderen erfbelasting en toebehoren ten laste van de aanvragers en, in voorkomend geval, op na te vorderen erfbelasting en toebehoren ten laste van de andere bij naam genoemde erfgenamen, legatarissen of begiftigden.".

Art. 6.Artikel 3.4.3.0.6, 3.4.3.0.7 en 3.4.3.0.8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 22/01/2015 numac 2014035080 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 en diverse andere bepalingen in het licht van de overname van de dienst van de registratie- en erfbelasting sluiten, worden opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2023.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de fiscaliteit, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE

^