Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 maart 2014
gepubliceerd op 20 mei 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van de Polder van Stabroek

bron
vlaamse overheid
numac
2014035434
pub.
20/05/2014
prom.
21/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/21/2014035434/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van de Polder van Stabroek


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders, artikel 1, gewijzigd bij decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, artikel 2, 6 en 7;

Gelet op de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, artikel 2 en 7;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, het laatst gewijzigd bij decreet van 19 juli 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones;

Overwegende dat de opheffing van kleine en geïsoleerde polders bijdraagt tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies, en tot een betere dienstverlening voor de burgers; dat het voorstel tot opheffing van de Polder van Stabroek hiertoe bijdraagt;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 14 november 2013 tot en met 14 december 2013 in de stad Antwerpen, geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 13 november 2013 tot en met 13 december 2013 in de gemeente Stabroek, geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat de gemeente Stabroek reeds advies verleende in de voorafgaande adviesronde; dat het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Stabroek in zitting van 2 april 2012 een gunstig advies voor de afschaffing van de polder heeft gegeven;

Overwegende dat de polder een zeer beperkte oppervlakte heeft van 815 ha; dat een fusie met de aanliggende polders van Ettenhoven en Muisbroek slechts een kleine schaalvergroting en efficiëntiewinst zou opleveren; dat een uitbreiding tot het deelbekken Benedenschijn een vertienvoudiging van het werkingsgebied zou betekenen; dat een fusie met andere polders uitgesloten is omwille van de geïsoleerde ligging en dat de polder instemt met de opheffing;

Gelet op het gunstig advies van de deputatie van de provincie Antwerpen, gegeven op 23 januari 2014;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 maart 2014;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Polder van Stabroek wordt opgeheven.

Art. 2.Na de opheffing van de polder worden de waterlopen beheerd zoals bepaald in de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen.

Art. 3.Het vermogen van de in artikel 1 opgeheven polder wordt verdeeld onder de provincie Antwerpen, de stad Antwerpen en de gemeente Stabroek naar rato van het aantal kilometer te beheren waterlopen en wordt aangewend voor het beheer van de waterlopen binnen het ambtsgebied van de opgeheven polder.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 maart 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^